I
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
881SWA80 EN WONSEBAOEEE
I
r
1888.
Twintigste Jaargang.
No. 6.
Zeven en
VOOR
DONDERDAG 9 FEBRUARI.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
i
Het Vaderlandsche Oorlam.
t-
onzer
De
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
(Uit de Nieuwe Brielsche Courant.)
I;l
De openbaarmaking van het Duitsch-Oos-
tenrijksche verbondstraktaat maakt natuurlijk
het onderwerp uit van beschouwingen in de
geheele Europeesche pers. De Duitsche beschouwt
haar als eene waarschuwing aan de Russisch-
Panslavistische oorlogspartij en houdt zich alsof
h. i. die waarschuwing het beoogde effect niet
kan missen. De Fransche acht den toestand
zeer bedenkelijk maar zij neemt overigens eene
afwachtende houding aan. De Weener bladen
zien de toekomst vrij rooskleurig inze zijn
blijkbaar even verrast als verheugd, het bewijs
te bezitten, dat de Monarchie zulk een machti
gen bondgenoot als Duitschland bezit; ze droo-
men van een eeuwig verbond. Te Weenen zou
men gaarne den Russen eens duchtig de les lezen
men is daar plotseling zoo moedig als een leeuw
geworden dank zij de pantsering, welke den
held dekt. De Russische pers maakt er zich
nog af met de verzekering te herhalen, dat Rus
land geen aanval in den zin heeft; zij spreekt even
wel niet den wensch uit, dat Rusland zijn troepen
bewegingen zal staken en toont zich evenmin
bevreesd. Hare ontnuchterende verrassing laat
zij ook niet blijken, ofschoon men uit de omzich
tigheid harer woorden wel kan opmaken, dat zij
zich bewust is van den ernst der zaak.
De Nordd. Allg. Zeit. zegt in haar politiek:
overzicht, dat het zwaartepunt der staatkunde
van den dag heden ligt in de openbaarmaking
van het Duitsch-Oostenrijksche traktaat, uit wel
ke openbaarmaking de gevolgtrekking kan ge
maakt worden, dat eene snellere ontwikkeling
van de bestaande crisis mag worden voorspeld.
Eene kalme beoordeeling en uitlegging der be
woordingen van het traktaat ia zooveel te meer
I dat het van den meesten jammer de regtstreek-
I sche of zijdelingsche oorzaak was.
’t Is de tweede maal in korten tijd, dat niet-
I temin ten gunste van het gebruik van jenever
in ons parlement door invloedrijke mannen het
woord is gevoerdden eersten keer door den
katholieken geestelijke, den heer Schaepman nu
onlangs door den liberalen minister van Marine,
den heer Tromp. Heeft de laatste zooveel eer
van zijn werk als de eerste, dan zal hier menig
jongmaatje, ginds een hoogere burger, elders een
werkman of matroos nommer 1 door 2 en 3 laten
volgen, alles op de gezondheid van hunne hoog
geachte beschermers.
Wat is intusschen reeds het geval Dat op
al te veel dorpen en plaatsen van het platteland,
waar dan nog wel heet de onbedorven kern der
bevolking te wonen, dat daar op den voormid
dag en den avond, tusschen en na den arbeid
alzoo, op den Zondagmorgen en den avond van
dien dag, vooral aan de godsdienst gewijd, het
oorlam genuttigd wordt. Dat geboorte- en hu-
welijks-feesten bijna niet kunnen gevierd wor
den zonder nu ja, laat het zijn gebruik van
jenever, dat zelfs bij begrafenisplegtigheden
de flescb niet onaangesproken blijft. Dat „oude
en nieuwe” in overdenking worden gesleten onder
genot van spiritualiën van niet te zacht gehalte.
’t Zal de vraag zijn, hoe menig extraatje er
reeds genomen is en nog staat genomen te wor
den door Janmaat, wiens matigheid toch al niet
zijn hoofddeugd is, en door zijne kameraden aan
wal, nu de wereldlijke en geestelijke overheid
een oogje digt doet, of den mond plooit tot een
glimlach bij het gebruik.
Tegen groote rampen moeten groote midde
len worden aangewend, andere dan van de ge
noemde autoriteiten.
Er is gelagchen, smakelijk en hard gelagchen
we kunnen ’t ons voorstellen bij de vraag
of onze matrozen bij koude, regen of storm met
een kop warme goede koffij of chocolade niet
eveneens zouden gediend zijn. Gediend zijn,
begrijp eens 1 Janmaat koffij of chocolaad bij
slecht weêr. Bespottelijk niet waar Gediend
zijn, zij, de ouderen, die anders gewoon zijn en
nu zelfs de minister het oorlam permitteert, dat
is inderdaad een vraag, maar of ze er niet wel
bij zouden varen, dat is er ook een, vooral wat
de jongeren aanbelangt, die nog pas komen
kijken.
Van de 72,000 schepelingen zegt het
Soc. Weekblad bij de Britsche marine (toch
ook zeelui van reputatie, naar we meenen) zijn
er reeds niet minder dan 12,000, die zoolang zij
aan boord zijn, geen drank vragen, in plaats van I
koffij of chocolade. Niettemin wordt gerappor- I
teerd, dat deze niet-drinkers flinke, ferme kerels I
zijn, die hun land met eere dienen.
We zijn het met onzen Minister in dezen vol- I
komen oneens en zouden veeleer wenschen, dat I
én te water én te land zelfs het gepaste gebruik I
binnen steeds engere grenzen werd beperkt.
Dat de overheid hier, de geestelijkheid elders, I
en ouders ginds het hunne deden, om den bor
rel, in stede van tot regel, tot een gebruik bij I
uitzondering te bepalen. j
Van nature heeft het overgroote deel der kin- I
deren een’ afkeer van sterken drank. Geen be- I
ter middel om ze eerst tot gepast gebruik, daar- I
na tot een ongepast misbruik met zijn nasleep I
van ellende te brengen, dan het bestendige voor- I
beeld van ouderen.
Er is iets anders en beters noodig, om een I
nationale ondeugd te keer te gaan. Ook hier I
zullen heilzame gevolgen alleen’t gevolg zijn van I
zelfbeheersching en van goede voorbeelden.
Wonseradeel, 4 Febr. Nauwelijks was bij
het begin van dit wintertje, men heeft er al eenigen
achter den rug, het water in de slooten zoowat
bevroren en bedekte de sneeuw daarvan de op
pervlakte en het overige land, of de schapen be
gonnen weder te zwerven, zoodat er waren, die
ze ’s avonds ophaalden. Toch hebben er ook nu
al weder enkele zwervelingen den dood onder
het verraderlijke ijs gevonden.
Wij vernemen dat de verkiezingen voor de
Tweede Kamer der Staten Generaal bepaald zijn
op Dinsdag 6 Maart, de herstemming op 20 Maart,
de verkiezingen voor de Eerste Kamer op 24
Maart.
In „Ons Program” zoo herinnerde dezer
dagen de N. R. C„ worden de atheïsten genoeg
zaam buiten de rechtsbedeeling gezet. Tusschen
de atheïsten en radicalen is zoo groot onderscheid
nietbij de meesten gaan de begrippen van
beiden gepaard. Toch wordt nu door dr. Kuyper
verklaard, dat hem het standpunt der radicalen
ongemeen aanlacht vergeleken met dat der libe
ralen. Hij noemt hen lieden, „die hunne funda-
mentstukken laten zinken op een door God ge
stelde grondzuil van ons menschelijk aanzijn.”
Alle middelen zijn goed als ze maar tot het
doel leiden. De vroeger zoo gehate atheïsten
moeten bondgenooten worden bij de stembus en
heeten nu radicalen met fundamentstukken enz.
De predikant te Haaksbergen heeft een be
zwaarschrift bij den Gemeenteraad ingediend om
alle kiezers, die tot de parochie behooren, te
schrappen, op grond dat de parochie subsidie
ontvangt van de gemeente. Volgens onze kies
wet toch mogen zij, die onderstand genieten,
geen kiezer zijn.
Zoodanige toepassing ontbreekt er maar aan
Intusschen, die wet bevat zooveel onbillijke be
palingen, dat het niet te verwonderen zou zijn,
indien bij wetsduiduag op die wjjze aan 84 kie
zers te Haaksbergen Ifiunno stembevoegdheid werd
ontnomen,
Gezegend met de beste wenschen voor ons,
de onzen en het onze, toegerust met de edelste
voornemens, vatten we vol goeden moed het werk
aan, dat het aangevangen jaar voor ieder
gereed heeft ook als staatsburgers.
Voor we van het verleden voor goed afscheid
nemen en zoekend den blik vooruit slaan, laat
ons nog een oogenblik bezinnen, opdat het goed
gemeende beginnen niet al te onbedacht en doel
loos zij.
Zelfkennis heeft reeds in de grijze oudheid
voor de hoogste wijsheid gegolden en ook in den
nieuweren tijd is dat oordeel zoo goed als onbe
twist gebleven. Welnu een kort, maar daarom
niet onopgemerkt of min belangrijk debat in eene
der zittingen voor het Kerstreces onzer Tweede
Kamer gaf daarbuiten aanleiding tot menige
pittige opmerking in zake een echt Nederland-
sche aangelegenheid.
De bedoelde discussie had plaats tengevolge
van een aanmerking van den heer Gildemeester
aan het adres van den Minister van Marine
over het geregeld schenken van jenever aan
boord van oorlogschepen ’t ging voor den zoo-
veelsten keer over het gebruikelijke Vaderland
sche oorlam.
Wij wenschen aan het gesprokene een en
ander toe te voegen, overtuigd dat de kwaal,
waarmede het gebruik van jenever in verband
staat, de oorzaak van onberekenbare stoffelijke
en zedelijke ellende is. Van zooveel ellende,
dat ieder, die kan, gehouden is tot bestrijding
der ziekte en hare verdere verspreiding mede te
werken. Met de „Hervorming” vragen we ter
stond
Vaderlandsche oorlam! Wat ter wereld heeft
die borrel met het Vaderland te maken Is het
dit, dat wellicht geen land ter wereld althans
geen dusgenaamd beschaafd land, metterdaad zoo
in ’t groot als in ’t klein, in eiken stand ge
durende verschillende eeuwen zoo den vloek der
uitwerking van den borrel heeft ondervonden
Is het dit, dat nog heden ten dage er schier
gcene familie van eenigen omvang in dat Va
derland wordt gevonden, of men weet er bij on
dervinding te spreken van het leed, die het oor
lam kweekte, van de ontbering, de zorg, de twist
en tweedracht, die het als nasleep met zich voer
de Is dat het Vaderlandsche, wat aan het oor
lam eigen is? Maar indien ja, mag dan den
Minister den borrel in bescherming doen nemen
Geen pest heeft elders nog ooit zooveel slacht
offers gemaakt, geen der Egyptische plagen die
uitwerking gehad, als de borrel ten onzent.
Maar het oorlam was de getuige van de on
geëvenaarde zegepralen onzer De Ruyters en
Trompen
Met het geliefde en gewraakte oorlam bleken
de zinnen der vaderen, die te land bleven, zoo
weinig verduisterd, dat ze in den handel ieder
ander te slim af waren; bleven ze daden in de
vuisten houden, zoodat ze in het eene werelddeel
voor in het andere na landen aan zich schatplig-
tig maakten. Wij zijn onpraktische droomers,
sentimenteele suffers, die ons blind staren op één
punt; die de wereld niet kennen, niet eens ons
volk, dat goed rond en goed Zeeuwsch zich niet
schaamt voor ’t gebruik, maar wel degelijk een
open oog houdt tegen ’t misbruik. I
’t Zal wel zoo zyn, we zouden anders nog wen
schen te vragen, of al die grootheid en luister
het deel werd van het kloeke voorgeslacht door
of ondanks de jenever? En zoo er noodzakelijk
verband mogt bestaan tusschen energie, doorzigt, I
volkswelvaart en het geregeld gebruik van het I
oorlam, hoe dan te verklaren, dat we heden
in handelsondernemingen. in koloniaal bestuur
en in verschillende andere opzigten zoo ach- I
ter andere volken komen aansukkelen, nu een I
belangrijk deel van de opbrengst der belas
tingen aan den borrel te danken of te
wijten is.
’t Moet ons nog duidelijker gemaakt worden,
dan tot heden is geschied, voor doorzigt, stand
vastigheid, goede trouw, voor ligchaams- en geest- I
kracht zou zijn de Schiedammer of zijn zusjes I
en broertjes. Maar ieder ander weet wel beter.
Als we ’t eens ronduit zeggen mogen, op ons'
geweten afgevraagd, erkent schier zonder onder
scheid elk onzer, dat het gebruik van het tradi-
tioneele oorlam steeds een spelen met vuur is.
Dat gebruik en misbruik op ons reeds
dien verslappenden invloed doen gevoelen, dat
we ons onbekwaam rekenen, er ons volkomen I
aan te onttrekken en dat we nu moeite gaan I
doen, de zaak in eigen en anderer oogen onschul- I
dig en onschadelijk voor te stellenblijkt daar
uit, dat we een akkoordje met den vijand aan- I
gaan, waarbij de schijn min of meer voor ons, I
maar de kracht bij onzen belager blijft. I
Van De Ruyter gesproken. I
Als fermeteit en degelijkheid de onafscheide- I
lijke gezellen zijn van de ruwheid die het zusje
is van den borrel, hoe kwam dan onze grootste I
vlootvoogd aan zijne lauweren? De man, van
wien ’t bekend is, dat hij een af keer had van on- I
gebondenheid, die zelfs het vloeken aan boord niet I
duldde. En we zien niet in, waarom dit laatste I
voor iets minder ferms of flinks moet gehouden I
worden, dan het gebruik van het oorlam.
Nog eens, wat heeft deze anders met het va
derland uit te staan of ujt te staan gehad dan I
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
i Uit de beschouwingen der buitenlandsche
I pers over den stouten stap van Bismarck zijn nog
I weinig gevolgtrekkingen te maken, welke aan-
I spraken op stellige juistheid kunnen doen gelden.
I Het staat vast, dat in Duitschland de openbaar-
I making van het tractaat als eene waarschuwing
I aan de oorlogspartij in Rusland wordt beschouwd
I maar dat men daar zoo gerust is omtrent de
I houding, welke de Czaar zal aannemen, als de
I dagbladen willen doen gelooven, is zelfs niet waar*
I schijnlijk. Dat men zich te Weenen sterker gevoelt,
I dan vóór de openlijke bevestiging van de militaire
I beteekenis van het verbond, spreekt van zelf
I maar ook van Oostenrijk kan niet met zekerheid
I gezegd worden, dat het zich nu veilig waant.
I Hoe Rusland de uittarting zal beantwoorden is
I feitelijk nog een diep geheim, want de onschul-
I dige entrefilets in de Russische bladen bewijzen
I slechts, dat men in groote onzekerheid verkeert,
I maar geen ongerustheid wil verraden. In Frank-
I rijk ziet men ernstige dingen in de naaste toe-
I komst.
i In het Hbl. komt eene oproeping voor, met
I welker strekking zich zeker zeer velen zullen ver-
I eenigen. De steller daarvan wenscht eene aaneen-
I sluiting van kiezers, die eene practische vertegen-
I woordiging verlangen. Van dat geharrewar over
I politiek en dat eindeloos gekibbel tusschen par-
I tijen is de groote meerderheid ruim verzadigd.
I Toch is het te vreezen dat, ondanks de goede
I bedoeling, de poging geen resultaat zal opleveren
I eenmaal in het zog der partijschap, kan ons volk
I dit niet meer verlaten dan door eene krachtsin-
I spanning, die we, helaas ook bij deze aanstaande
I verkiezing niet verwachten. Slechts eene gewich-
I tige, alles beheerschende gebeurtenis, welke dan
I ook, kan dat fatum van ons werpen.
I Twee Bunschoter visschers, die in de Zuider-
I zee hun bedrijf uitoefenden, werden met hunne
I vaartuigen zoodanig tusschen drijvende ijsschollen
I bekneld, dat zij heen noch weer konden en in
I levensgevaar geraakten. Aan de wakkere pogin-
I gen van vijf Harderwijker visschers, die van den
I wal af het onheil konden waarnemen, mocht het
na eene worsteling van drie uur gelukken, met
hunne boot den in nood verkeerende vaartuigen
hulp te brengen en deze veilig in de haven van
Harderwijk te boegseeren.
i Het Haagsche Dagblad deelt mede
Bij den Raad van State is door de Regeering
een wetsontwerp aanhangig gemaakt, waarbij
belangrijke wijzigingen worden gebracht in het
Wetboek van burgerlijke rechtsvordering, in den
geest, dat het gewoon burgerlijke geding bij de
hoven en rechtbanken wordt afgeschaft, zoodat
alle civiele zaken summier zullen worden be
handeld.
Zaterdagavond ontmoette een matroos der
Kon. Ned. Marine te Arnhem een schamel ge
kleed knaapje, bibberend van koude. Hij hield
het kind staande, bracht het in een winkel, waar
gemaakte kleeren te koop zijn, gaf hem een jas
en pet en vervolgens een paar schoenen, waarop
hij den jongen met een hartelijk woord naar zijne
moeder zond.
Eene sleepboot met twee groote ijzeren
schepen achter zich, en daarachter een schip
geladen met steenkolen, voer Dinsdag jl. de
Waal stroomafwaarts. Nabij Dreumel geraakte
een der ijzeren schepen aan den grond vast.
Het schip, geladen met steenkolen, geraakte in
volle vaart tegen het vastzittende schip, zoodat
het geheele voorschip daarvan verbrijzeld werd
en het tevens een omzwaaiende beweging maakte.
De vrouw des schippers, in hoogstzwangeren
toestand, trachtte met haar kind in de roeiboot
te komen, hetgeen echter mislukte, zoodat zij
met haar kind tusschen de schepen beklemd
raakte. Beiden werden in deerniswaardigen
toestand bevrijd en op een ander schip overge
bracht. Dr. Bollaan verleende hun hulp, doch
moeder en kind overleden weldra te Dreumel
aan de gevolgen der wonden en door den ge
leden angst.
Donderdagavond omstreeks 11 uur werd bjj
den heer Hes, te Oss, aangeklopt. Op de vraag
wat men wilde, werd geantwoord, dat men een
zak paardebeenderen te koop had. De heer Hes
deed open en zag voor zich twee mannen met
een karretje, waarop een zak lag. Hij weigerde
echter, wegens bet late uur, tot den koop over
te gaan, doch tegelijkertijd trok het zjjne aan
dacht, dat er in den zak leven was. Onmiddellijk
gaf hij den maréchaussées hiervan kennis, die
dadelijk medegingen doch nu gingen de mannen
aan den haal, de zak rolde op den grond en tot
verbazing van allen kwam er een man uit, die
het ook op een loopen zette.
In de wachtkamer van het station Horst
liet de handelsreiziger der firma V. O., in gra
nen, te Venlo, zjjn valies eenige oogenblikken
onbeheerd liggen, toen hij naar buiten moest.
In den trein gekomen, bemerkte hij dat al zijn
geld, ruim f 600, daaruit verdwenen was.
politie zoekt naar den onbekenden dader,
Woensdagavond werd een bejaard man na
bij Watergraafsmeer een oogenblik onwel en leun
de tegen een boom, toen een onbekend persoon
hem hulp aanbood Toen de vreemdeling zich
eenigen tijd d iarna verwijderd had, ontdekte de
man, die zjjn weg vervolgde, dat zyti zilveren
horloge hem ontstolen was.
I aan te bevelen, naarmate men minder twijfel
behoeft te koesteren omtrent de redenen van de
onverwachte handelwijze der Kabinetten van
Berlijn en Weenen. Onder de bestaande om
standigheden kan de openbaarmaking alleen hare
verklaring vinden in de noodzakelijkheid, welke
de buitengewone toestand die Kabinetten oplegt.
De Köln. Zeit. zegt naar aanleiding van de
openbaarmaking, dat zelden een werk van be
rekenende en vooruitzieude staatmanskunst zoo
diep in het gemoedsleven der volken is doorge-
I drongen als dat verdrag der beide Midden-Euro-
peesche Staten, bestemd om de bestaande orde
der Europeesche toestanden tegen een aandrang
van oorlogzuchtige Mogendheden te beveiligen.
Dat de Duitsche eenheid uit een Duitsch-
Franschen oorlog is voortgesproten, daarvoor
heeft Duitschland, in de eerste plaats van Frank
rijk, ruimschoots vijandschap ondervonden. De
Duitsche natie zal echter wel alleen hare een
heid en onafhankelijkheid tegen iederen aanval
van Frankrijk weten te verdedigende proef
met de wederzijdsche krachten in een opgedron
gen oorlog ziet zij vol vertrouwen te gemoet.
Intusschen heeft de ontwikkeling der Oostersche
quaestie, in de eerste plaats voor Oostenrijk,
maar daarbij ook voor Duitschland, nieuwe ge
varen doen ontstaan. Rusland heeft van een
bloedigen oorlog niet de gewenschte vruchten
verkregen morrend is het van het Berlijnsche
Congres teruggekeerd het achtte zich door de
Europeesche diplomatie benadeeld in datgene,
wat het door het zwaard had gewonnen. Onder
de Russen begon er toen jegens Duitschland een
hartstochtelijke haat te heerschen, waartegen
eene bezadigde en verzoenlijke politiek tot nog
toe tevergeefs het hare heeft gedaan. Daardoor
bestaat de mogelijkheid, ja waarschijnlijkheid,
dat Rusland vroeger of later zal trachten om
die Mogendheden, bij welke het de oppositie
tegen zijne plannen meent geconcentreerd te zien,
de eene na de andere neder te vellen. De ge
schiedenis zal het dus als eene der grootste
daden van Bismarck vermelden, dat tegenover
die dreigende mogelijkheid het Duitsch-Oosten-
rijksch verbond langzamerhand en voorzichtig
is voorbereid en den 3 October 1879 gesloten.
De lichte wolkjes, die destijds naar den kant
van het Oosten zichtbaar werden, zijn in de
laatste jaren samengepakt tot eene donkere on
weersbui, die voortdurend blijft dreigen. Met
het oog daarop en op de daaruit nu en dan uit
schietende bliksemstralen heeft men te Berlijn
en Weenen den inhoud van het verbondsverdrag
openbaar gemaakt. Deze openbaarmaking is alles
zins geschikt om de hoop op vrede voor de vol
ken te doen herleven, aan velerlei ontevreden
heid en argwaan in Duitschland en Oostenrijk
een einde te maken en de onruststokers te ont
moedigen.
De Figaro ziet hetgeen zij voorzag bewaar
heid wordenondanks de vredelievende verze
keringen van de officieele Weener en Berlijnsche
bladen, weigert de openbare meening in Europa
volstrekt, de openbaarmaking van den tekst van
het traktaat van ’79 te beschouwen als een
vredelievend teeken; de handelswereld heeft eene
bijna tegenovergestelde opvatting aan den dag
gelegd en de politieke wereld is ongerust.
s
Bolswardsche Courant
I