NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OÏ.SWAR» EN WSÏUmi
1888.
Zeven en Twintigste Jaargang.
No. 7.
VOOR
DONDERDAG 16 FEBRUARI.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
X
r*
i
I
zeer
•L
1
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
K
over Bismarck’s rede van 6 Februari „in buiten
gewoon gunstigen zin” hebben uitgelaten.
Het is een feit, dat ook de Russische bladen
weder gunstiger over den toestand gaan spreken,
maar het staat niet minder vast, dat er nog van
een keizerlijk decreet wordt gehoord, waarbij aan
de troepen, welke de Westelijke grenzen op oor-
logsterkte bezet houden, bevel wordt geven, zich
terug te trekken.
Het ontbreekt dan ook niet aan berichten, die
een geheel ander karakter dragen.
Volgens de Voss. Ztg. zou eene gedwongen
leening van 500 millioen roebels worden gedecre
teerd, nadat het was gebleken, dat men buitens
lands tot geen hoogeren koers dan 50 pet. eene
leening kon plaatsen.
Engeland. In de nieuwe zitting van het
Lagerhuis zijn reeds aangekondigd 167 moties.
Dat is, hoewel veel, toch nog minder dan bij
het begin van de vorige zittingtoen waren er
200 moties. Bradlaugh heeft een motie aange
kondigd over de Trafalgar Square-meetings.
De politie nam Vrijdag Patrick O’Brien in ar
rest, meenende Gilhocley te hebben, doch hare
vergissing bemerkende, maakte zij haar exuses
O’Brien zal echter de politie aanklagen wegens
onwettige arrestatie.
Baron Dimsdale heeft aan bet Lagerhuis een
voorstel ingediend, om ook vrouwen het stem
recht te geven.
Een nieuw militair schandaal wordt gemeld.
Zekere majoor Templer, te Chattam, zou aan
verschillende buitenlandsche Regeeringen het
geheim van het vervaardigen der nieuwe mili
taire ballons hebben bekend gemaakt.
Een ander bericht meldt, dat hij dit geheim
leverde aan een groote fabriek te Birmingham,
opdat deze in staat zou zijn ballons te maken
gelijk aan die welke de Italiaansche Regeering
kocht voor Massowah.
Zondag hielden 3000 personen op het Trafal-
garplein te Londen een betooging. De politie nood
zaakte hen echter door te loopen, waarop zij
naar "Westminster trokken en daar een bijeen
komst hielden. Men besprak de werkeloosheid
onder de werklieden. De menigte ging uiteen
zonder ongeregeldheden.
Duitschland. Op voorstel van het Open
baar Ministerie is tegen Appel, Streissguth en
Girald een gerechtelijke instructie geopend, we
gens medeplichtigheid aan landverraad.
De Kroonprins blijft zich voortdurend
goed gevoelen.
Do commissie van rapporteurs over het ont
werp tot verlenging en verscherping der socia
listenwet, heeft hare werkzaamheden ten einde
gebracht. Alle door de Regeering voorgestelde
verscherpingen, en ook alle door Windthorst in
gediende amendementen ter verzachting dier be
palingen zijn deels verworpen, deels ingetrokken.
Oostenrijk Bij order der politie, is te Weenen
de Bond der Duitsche studenten „Teutonia” ont
ronden wegens de tumulten, welke het 25-jarig
restaan dier Vereeniging kenmerkten. Deze maat
regel heeft aan de Universiteit groote agitatie
verwekt.
Rusland. De Czaar heeft zijn toestemming
geweigerd tot het huwelijk van zijn neef, den
grootvorst Michael Michailovitch, met de dochter
van generaal graaf Ignatieff.
De Russische Keizer moet, indien men de
Beriynsche National Zeit. mag gelooven, zich
De Haagsche correspondent van de N. G. Ct.
brengt in de volgende woorden hulde aan een
man, wiens verdiensten zeker algemeen worden
gewaardeerd
„Wie als de Kamer in de volgende week weer
vergadert, met belangstelling de N. R. Ct. opneemt
om daarin de zoo algemeen geroemde Kamer
overzichten te lezen, zal wellicht daarin een an
deren stijl bemerken, dan waarin die artikelen
sedert jaren geschreven werden. Het is geen
geheim, dat zij tot dusverre uit de pen vloeiden
van mr. G. Belinfante, advocaat alhier. Treurig
genoeg is deze scherpzinnige en veelbelezen man
voor eenige weken overvallen door een hevige
beroerte, die hem, hoewel hij langzamerhand in
beterschap toeneemt, nog geruimen tijd zal be
letten de N. R. Ct. met zijne keurige Kamer
overzichten te versieren. Een langdurige rust is
hem dringend aanbevolen. Rust heeft de man
zeker wel verdiend, maar wij hadden hem zoo
gaarne eene andere toegewenscht dan de gedwon-
gene, die hem thans is opgelegd. Onvermoeid
was Belinfante steeds, gansche dagen door, aan
het werk, zich geenerlei uitspanning gunnende
dan die de arbeid hem bood. Vooral de artikelen
voor de Rotterdammer eischten veel van zijn
krachten. Het zegt wat na een geheelen dag
een Kamerzitting te hebben bijgewoond, soms
afwisselend die van de Eerste en die van de
Tweede Kamer, onmiddelijk aan het werk te
gaan om in hoogstens twee uren tijds een paar
kolommen vol te schrijven zooals hij dat deed,
over soms zeer lastige onderwerpen en ingewik
kelde vraagstukken. Beter ware het misschien
niet te zeggen, dat hij zelf schreef, maar dat hij
dicteerde, want dikwijls kwamen op die wijze
zijne artikelen op het papier, waarbij zjjne vrouw
hem trouw ter zijde stond. Schreef hij zelf, dan
dan was het omdat zijne secretaresse hem be
hulpzaam was in het opslaan van plaatsen in
boekwerken of kamerstukken, waar hij meende
dat iets te vinden zou zijn, hetwelk hem voor
zijn artikel te pas zou komen. En zóó groot
was zijn belezenheid, dat hij slechts zelden zich
vergiste in de aanwijzing van de plaats, waar
te lezen stond, wat hij verlangde. Moge het hem
gegeven zijn nog eenmaal, en wel spoedig, we
der aan den arbeid te gaan, al zal die dan ook
van kleineren omvang moeten zijn dan tot nu
toe
De heer Haffmans heeft weder een mani
fest aan zijne kiezers gericht in dien populairen
jovialen stijl, hem eigen. Hij stelt zichzelven
candidaat, waarin hij evenmin als wij geen
bezwaar Ziet. Als aanbeveling beroept hij zich
op zijn twee-en-twintig-jarig lidmaatschap en het
Venloosch Weekblad, waarin hij zich wekelijksch
met zijne kiezers onderhield. „Gij kent mij dus
om zoo te zeggen van buiten,” zegt de heer Haff
mans. Ook bij klaagt over den ondragelijken
druk, waaronder landbouw en nijverheid door
den vrijhandel gedrukt gaan en eindigt aldus
„Waarlijk, het kan zoo niet langer blijven.
De nood is aan den man. Beschermende rech
ten moeten er komen en zoo spoedig mogelijk.
Wij hebben die noodig als droog brood.
„Gelukkig bestaat er kans, dat de liberalen,
die geen hart hebben voor landbouw en indus
trie, maar alleen voor den handel, bij de aan
staande verkiezing de meerderheid verliezen. Dan
zijn wij gered. Dan kraait ten langen laatste
onze haan ook eens koning. Dit heb ik nog nooit
beleefd en gij begrijpt, dat ik er almachtig graag
bij zou wezen. Geeft mij daartoe de gelegenheid
door den 6en Maart te stemmen op uwen ouden
vriend mr. L. Haffmans.”
Te Heijthuizen is een kerkdief door de
maréchaussée op heeterdaad betrapt.
Reeds meermalen waren daar de offerblokken
verbroken geworden, doch vruchteloos had men
naar den dader gezocht. Toen nu deze week een
zekere J. v. B., koperslager aldaar, buitengewone
verteringen maakte, werd door den koster, in
overleg met de maréchaussée, aan v. B. opge
dragen, eene koperen kandelaar uit de kerk te
lalen ter herstelling. Intusschen was de brigadier
der maréchaussée in een biechtstoel gaan zitten
en had dus, zonder gezien te worden, zoo het
oog door de geheele kerk.
Kort daarop kwam van B. Niemand in de
rerk ziende, brak hij twee offerblokken open,
nam het geld, dat alvorens door de maréchaus
sée gemerkt was, er uit, en was met het derde
offerblok bezig, toen hjj door den brigadier der
maréchaussée gevat werd.
Nog denzelfden dag is hij gevankelijk naar
Roermond gebracht.
gesteld. Ook wil hij geen begrootingen afgestemc
zien om redenen buiten de begrooting, eene
combinatie van minderheden, in staat om eene
regeering te doen vallen, niet in staat om zelve
als regeering op te .treden, mag in een Parle
ment niet zijn en al is deze leer niet specifiek
anti-revolutionair, ja zelfs van liberale zijde af
komstig, toch hebben de anti-revolutionairen haar
jaren lang verkondigd. Zijn wenschen op het
gebied der school zijn in de toekomst de bijzon
dere school regel, de openbare uitzondering, ver
plicht schoolgeld, subsidiën voor de bijzondere
scholen, met dit laatste bedoelende zooals later
bleek bij het debat, vrijheid voor den arme in
zijne keuze van een school en in zoover voor
dezen subsidie.
Eindelijk spreekt hij zijn wenschen uit met ’t
oog op ’t geen het program van actie niet ver
meldt. Hij verlangt een betere Zondagswet,
zuiniger huishouding van Staat, hij wiï met
Kielstra e. a. bezuiniging voor oorlog en marine,
maar merkt op dat deze dwaalt met te beweren,
dat do anti-revolutionairen als zoodanig, tegen
de kosten voor het onderwijs zijn en voor die
der verdediging stemmen, want dat dit veeleer
eene quaestie is van Noord tegen Zuid. In den
regel stemmen de Noordelijke Afgevaardigden
voor bezuiniging in dezen, de zuidelijke tegen.
Hij verlangt bezuiniging in vele takken van be
stuur, tegengaan der bureaucratie en in verband
daarmeê, decentralisatie. Liberalen centraliseren,
het land bij de regeering in ’s Hage, de pro
vincie bij Gedeputeerde Staten enz. Daarte
gen moet met kracht worden opgekomen, de
persoonlijke vrijheid moet met ernst worden ge-
eischt en gehandhaafd. Al had de anti-revolu-
tionaire partij geen anderen eisch, dan zou ze
nog recht hebben van bestaan. Eindelijk drong
hij aan op eene organieke wet, die de admini
stratieve rechtspraak regelt en al kost de tot
standkoming van zulk eene wet moeite, er moet
naar gestreefd worden, want ’t individu moet
beschermd worden tegenover de gemeenschap.
Door eenigen werd gebruik gemaakt van de
gelegenheid om inlichtingen te vragen en daar
uit bleek, behalve het reeds genoemde, dat volgens
S., de anti-revolutionaire partij in beginsel voor
vrijen handel is en tijdelijk alleen verhooging
van rechten wil, als dwangmiddel om daardoor
eene mogendheid te kunnen dwingen, juist tot
verlaging. En dat hij wel erkent, dat na al wat
gesproken en geschreven is over het non possu-
mus, grondwetsherziening moet worden geplaatst
op het program, maar niet als een eisch voor
een toekomst, reeds over vier jaren.
Op het gebied van het maatschappelijk vraag
stuk heeft Dr. Kuyper een groote zege behaald.
Toen hij voor eenige jaren wees op een wet op
den arbeid vond hij bijna algemeen tegenspraak
en zelfs bespotting. Nu leest gij in ieder pro
gram, ook der liberalen, een of ander daarmee
in verband. "Wil men kamers van arbeid, met
vereenigingen van werkgevers en werklieden,
die afgevaardigden zenden naar die kamers,
welke dan adressen indienen, als de kamers van
koophandel, goed, maar de regeering moet ver
der gaan, wij stellen hoogere eischen. Er moet
eene wet komen tegen overmatigen arbeid van
vrouwen en kinderen, die het overwerken tegen
gaat, de Zondagsrust regelt, tegen ongezonde
lokalen waakt enz.
Van schoolgeldheffing bij daartoe vermogenden
is hij ernstig voorstander. De inrichtingen van
het middelbaar onderwijs moeten ingekrompen
worden, evenzoo de kweekscholen tot opleiding
van onderwijzers voor lager onderwijs. Ook de
inrichtingen van hooger onderwijs moeten wor
den verminderd. De staat moet daarvoor zoo
veel millioenen niet geven er zijn geen hoog-
leeraren voor zooveel leerstoelen en geen stu
denten. Wenschelijk is de opheffing van Utrecht,
de inkrimping van Groningen tot een medische
faculteit en Leiden blij ve in zijn geheel.
De quaestie van scheiding van kerk en staat
is S. geneigd, eene epineuse quaestie te noemen.
Zooals in het concept is geformuleerd is het zeer
onduidelijk, men ziet er den weg niet aangewe
zen, dien men bewandelen wil, het punt niet
waarop men moet aansturen, ’t Is alles vaag.
Men vraagt hoever gaat die scheiding geen
antwoordin welke richting geen antwoord
op welken grond geen antwoord. Wat S.
aangaat, hij wil geen onverwijlde schrapping,
geen sprongen, hier, evenmin als in de natuur.
Art. 171 (168) steunt op, staat in verband met
Neerland’s historie. Kerk en Staat indertijd
aaneen gegroeid, zijn later gescheiden, doch de
Staat geeft subsidies. Zoolang er weinige ge
zindheden zijn gaat dat, maar vermenigvuldigen
deze, dan gaat de Staat onrechtvaardig worden,
als hij sommige uitsluit. Zoo is bij het nu reeds
tegenover de Christelijk-Gereformeerden en heb
ben deze recht op subsidie. Er zullen echter
nog meer afscheidingen komen en daarom deed
de Synode der Ned. Herv. Kerk niet goed, toen
zij onveranderd behoud vroeg van Art. 168. Het
is veel beter, dat de Staat tot kapitalisering
kome van het bedrag der uitkeeringen, waarop
inzonderheid die gemeenten recht hebben, die
haar goederen aan den Staat gaven. Daartoe
worde de weg gebaand. Uit een later over dit
punt gevoerd debat bleek, dat S. van oordeel is, dat,
als eenmaal de doleerenden zich ook geheel zullen
hebben geconstitueerd, zij ook recht op subsidie
erlangen. Willen zij en de Christelijk Gerefor
meerden het niet aannemen, dat is hun zaak,
maar de Staat moet de billijkheid in acht nemen
en tegelijkertijd trachten te komen tot eene
afrekening met de kerk.
In zake belastingen is S. voor gelijkmatigen
druk naar draagvermogen. Hij is voor belasting
van het kapitaal in portefeuille, maar tegen in
komstenbelasting, omdat grondeigenaars en koop
lieden toch reeds getroffen worden door grond
belasting, accijnsen en patent. Er wordt gespro
ken van afschaffing van accijnsen in het algemeen.
Zoo echter is S. er tegen. De belasting op ge
distilleerd en wijn wil hij behouden, des noods
verhoogen. Die op zout, zeep, suiker, dit laatste
als voedingsmiddel opgev^t, wil hij wel afschaf
fen, maar ook in verband hiermede wil hij
toch vragenheeft de eigenlijke arbeidersstand
het wel zoo kwaad De kleine burgerstand
heeft veel meer drukkende lasten. Daarom wil
hij het patent afsebaffen en evenzoo de over
gangsrechten. Deze laatste toch belemmeren het
koopen van huisjes en kleine perceelen land.
En dit wil hij aanmoedigen en gemakkelijk
maken, ook als waarborg tegen het socialisme,
opdat er meer een stand kome, die belang heeft
bij het handhaven van orde in de maatschappij.
Met ’t oog daarop wil hij ook voor die kleine
perceelen land, welke de arbeider koopt en zelf
bewerkt, de grondbelasting afgeschaft hebben.
De plaatsvervanging bij de militie wil hij wel
afschaffen, maar dan volstrekt ook de nummer-
verwisseling en beide alleen in dien zin, dat ook
de loting vervalt, dat elk dienstplichtig is en
wij een volksleger erlangen als in Zwitserland
met jaarlijksche oefening. Bij de defensie wil
hij der regeering meer de handen gebonden heb
ben, want zij heeft nu te veel vrij spel en de
rechtsverhouding tusschen meerderen en minde
ren moet beter geregeld worden. Dat dit
nadeelig werken zou op de tucht, zooals wordt
beweerd, ziet hij niet in, indien de wet maar
goed wordt geredigeerdde mindere heeft recht
op bescherming tegenover den meerdere.
8. is ’t met het 7de punt van het Concept
bijna geheel eens, hij is voor het tegengaan van
het opiumgebruik, wil den toestand des inlan
ders verdedigen, alle beletselen voor de zending
opgeheven zien en ook daar komen tot zooveel
mogelijke scheiding van Staat en Kerk.
W at het 2e gedeelte betreft van het Concept,
weten wij reeds hoe de 8. denkt over het stre
ven naar grondwetsherziening en de scheiding
van Kerk en Staat. Hij wil beide in de toe
komst, in de naaste toekomst niet. Daarentegen
wenscht hij de Begrootingen te scheiden in een
vast en een veranderlijk gedeelte, het jaarlijks
terugkeerende bljjve voor een tal van jaren vast-
DE CENTRALE VERGADERING
van Anti-Revolutionaire Kiezers in het
Kiesdistrict Harlingen.
Den 13den Februari werd alhier gehouden
de Centrale vergadering van Anti-Revolu
tionaire Kiezers in het kiesdistrict Harlingen.
Een niet talrijk publiek was uit de stad en
omstreken opgekomen.
Mr. U. H. Huber van Leeuwarden leidde de
bespreking in van het Concept-Program van
actie, nadat Ds. H. van Griethuüsen van Burg-
werd, als Voorzitter van den Centralen Bond
van Antir. Kiesvereenigingen, de bijeenkomst
met gebed geópend had.
De 8. begon met zijne blijdschap te betuigen
over de groote vermeerdering van het getal kie
zers en de toezending van het Concept-Program
van actie. Hij wees er op hoe noodzakelijk het
is dit stuk met de kiezers te bespreken, hetzij
dat door den uitslag der verkiezingen de anti
revolutionaire partij zal blijken te moeten op
treden, als regeering of als een sterke oppositie.
Te meer is dit noodig, omdat de kiezers het
zich niet druk maken met de politiek. Over
het geheel is men op de hoogte van de verdruk
king der Christelijke school door de liberalen
en weet men iets van ’t geen gewenscht wordt
in zake Art. 168 (171), maar overigens heerscht
er groote onkunde. De anti-revolutionaire bla
den hebben in dezen groote schuld, daar zij de
kiezers te weinig op de hoogte brengen van ’t
geen in de 2e Kamer wordt gesproken, zelfs van
’t geen de anti-revolutionairen daar getuigen.
Alleen het Vaandel maakt een uitzondering.
Men weet u te zeggen dat de 2e Kamer eene
vergadering is, waar men lang bijeen is en veel
spreekt, veel meer niet. Een groot deel scheidt
zich af, als nationale partij en waarom Om
Kuyper en ’t wordt voorgesteld, alsof de afge
vaardigden, diens satellieten zijn, marionetten,
niets meer. Waarom onderzoekt men niet, wat
de afgevaardigden doen Het Program toch
van actie geeft wel actie, leidt tot samenspre-
king, maar ’t is niet als een bevel, dat men
gehoorzamen moet.
Het le gedeelte bevat wenschen en verlan
gens, die kunnen vervuld worden, zonder grond
wetsherziening, het 2e wijst op datgene, waartoe
grondwetsherziening wordt vereischt. Maar heel
het Program wordt nooit meer, gelijk terecht
is geschreven, dan „de gerijpte uitdrukking van
het tegenwoordige anti-revolutionaire denken.”
Het is dan ook dwaas, om gelijk „de Hollan
der” schrijft, te verlangen, dat de afgevaardig
den nu „voor de uitvoering zorgen.” ’t Is alsof
er sprake is van de bestelling van eenige wet
jes en dat in een constitutioneel land, waar de
afgevaardigden zelfstandig moeten optreden, zon
der ruggespraak met hun kiezers, ’t Is en
moet zijn een Program van beginselen, een toets
steen voor de kiezers en voor de afgevaardigden.
Men ontvangt immers geen orders van een
Hoofdkwartier dat buiten den strijd staat in
de kamer, deze werken nadeelig, zij zijn onmo
gelijk; hoe zou men ook een stel van afgevaardig
den vinden dat eenstemmig denkt. Er moet komen
uitvoering van het beginsel met transactie, waar
het noodig is, omdat het immers beter is tevre
den te zijn met een halve tegemoetkoming, dan
niets te ontvangen.
Ten blijke hoe verkeerd een beperkt mandaat
zou werken, lette men op No. 2 van het con
cept, waar op het wenschelijke wordt gewezen
der instelling van „kamers van arbeid”. Stel
dat de meerderheid der vertegenwoordiging wel
mee wil werken tot oplossing van het maatschap
pelijk vraagstuk, maar niet als middel wil „ka
mers van arbeid”, dan zou men verplicht zijn
alles af te wijzen, al zou men zich met andere
maatregelen kunnen vereenigen.
Iets vast te stellen omtrent samenwerking met
Roomsch-Katholieken is moeilijk. Het Concept
treedt te veel in bijzonderheden; overeenstem
ming zal wel niet worden verkregen in zake
plaatsvervanging, kamers van arbeid en inkom
stenbelasting.
S. betreurt het dat in het concept veel niet
wordt behandeld en dat in het 2e gedeelte op
grondwetsherziening wordt aangedrongen van
Artt. als 192 (194 oud) en 171 (168 oud). Die
herzieningen moeten niet te vaak, vooral niet
periodiek, b.v. elke vier jaren terugkeeren. Er
is een tijd geweest toen men steeds bezig was
de staatsregeling te herzien, maar het volk plukte
er geen vruchten van, het ging achteruit en het
eind was, dat men zich in de armen van Na
poleon wierp.
Hij wil wel wijziging, maar als de tijd er weer
rijp voor is, waaraan op dit oogenblik niet is
te denken bij de meerderheid der natie. Veel
beter is den stroom te leiden, dan steeds tegen
den stroom op te werken. Komt eene anti-re
volutionaire regeering aan het roer, dan kan
men met Art. 192 reeds aan vele bezwaren
tegemoet komen door een nieuwe schoolwet.
Wat de onderdeelen van het concept betreft,
dan komt de S. met kracht op tegen de meer
voudige districten. Dat 5-tal is een sterk wapen
in de hand der liberalen. De minderheden echter
in die steden worden nu niet vertegenwoordigd
en waarom niet? Waarom kunnen die steden
niet in wjjken of districten verdeeld worden,
evenals Parijs en Berljjn Worden wij regeering,
dan moet die verdeeling doorgezet worden, ook
tót de gemeenten, opdat ook daar de onderdeelen
kunnen worden vertegenwoordigd,
Bolswardsclie Courant
IJ'
i
t-
A
'I