NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD EN WONSERA»EEI< Europa’s toestand. I i 1888. Zeven en Twintigste Jaargang. No. 10. VOOR BINNENLAND. BUITENLAND. DONDERDAG 8 MAART. I H ver- ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents, ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. de groote Mogendheden zijn verlangen heeft ken baar gemaakt, om Prins Ferdinand vervallen te verklaren van den troon van Bulgarije, om alzoo diens zetel te doen innemen door een Vorst die, aangenaam is aan Rusland. De onderstelling is niet zonder grond, dat het meerendeel der groote Mogendheden geene nei ging zal gevoelen om aan Rusland’s wensch ge hoor te geven. Zoo blijft dus de gespannen toestand in Europa bestaan en men kan voorspellen, dat hij nog ge- ruimen tijd zal duren. Toch kunnen wij niet gelooven, dat hij zich zal oplossen in een oorlog. Wel kan Rusland, hetwelk thans eene bevolking van meer dan honderd millioen zielen telt, wel licht een leger op de been brengen, dat dubbel zoo talrijk is als het Duitsche, maar de kracht der tegenwoordige legers is vooral gelegen in hunne organisatie, in hunne geoefendheid en in hunne leiding. Uit dit oogpunt mogen wij het Russische leger, hoe talrijk ook, veel zwakker achten dan het Duitsche, zoodat de Czaar zich wel eenige malen zal bedenken, voordat hij eene worsteling onderneemt met hetvereenigde Duitsch- land, Oostenrijk en Italië. Daarenboven is geld de zenuw van den oor log. Heeft Duitschland zijn „Kriegsschatz” te Spandau en tevens eene betrekkelijk gegoede en offervaardige bevolking, wij weten, dat de finantiëele toestand van het Russische Rijk veel te wenschen overlaat. Men spreekt al weder van eene leening, door Rusland met een consor tium van Belgische en Nederlandsche bankiers gesloten, maar die leening zou zeer groot moeten zijn als zij voldoende zal wezen voor de groote oorlogsplannen, die door velen aan Rusland wor den toegeschreven. Het is dan ook te wenschen, dat door een goe den uitslag van diplomatieke onderhandelingen de vrede gehandhaafd en de gespannen toestand uit Europa verwijderd worde, opdat er de vol keren, door toenemende welvaart, tot eene hoogere trap van ontwikkeling kunnen opklimmen. Amst. Ct. Daar de verkiezingsstrijd is afgeloopen, plaatsen wij in plaats van een uitvoerig verslag, het volgende over de rede van den Heer Van Houten, gehouden in de openbare vergadering van de Kiesvereeniging „Vooruitgang” op Don derdag 1 Maart j.l., ’t welk voorkomt in de N. R. Crt. Te meer meenen wij hiermede te kunnen volstaan, daar de Heer van Houten in verschillende plaatsen in denzelfden geest sprak, en verschillende bladen daarvan reeds versla gen opnamen. „Evenals te Dokkum is mr. S. van Houten ook te Bolsward opgetreden, daar in het bedreigde district Harlingen, dat, vooral ook door de tegenwerking der radicalen en de eendrachtige samenwerking van katholieken en anti revolutionairen, voor de liberale partij misschien verloren zal gaan. De spreker had eene flink bezette zaal. Eenige dames waren opgekomen, welke hij met blijdschap begroette in eene politieke vergadering, en voor welke hij den wensch uitte, dat ook haar een maal stemrecht moge worden geschonken. Voorts waren er eenige katholieken en anti revolutionai ren, en dit was van beteekenis, omdat spr. op de hem eigene, duidelijke en openhartige wijze, kras maar niet hatelijk, zijn gevoelen uitsprak over de beide richtingen, die zij vertegenwoor digden. Er was gelegenheid gegeven tot debat. Door geen der katholieken werd daarvan gebruik ge maakt; het is als eene stilzwijgende erkenning dat zij niet zelfstandig optreden kunnen. De heer Goslinga, predikant der christelijk gereformeerde gemeente te Bolsward, hoewel bij niet de geheele rede had gehoord, voelde zich tot spieken ge drongen, om zijne sympathie uit te spreken tegen over den persoon Van Houten en samenwerking te beloven met de liberalen, waar zij in menig opzicht strijden als deze volksvertegenwoordiger. Doch tevens teekende hij protest aan tegen de voorstelling, gegeven omtrent de werkzaamheden en het niet optreden van Groen van Prinsterer. Deze immers is de vader der 400 vrije scholen; hjj was een veldheer zonder leger. Ook protesteert hij tegen de onderwijswet, tegen de verplichte bekostiging van de eigen en de staatsschool, tegen verwerping van begroetingen buiten deze om. Daartegen houdt de heer v. H. vol, dat noch Groen, noch iemand van de anti-revolutionaire partij iets heeft tot stand gebracht op wetgevend gebied, en immers juist uit de dwaze vergelijking van G. v. P. met Mozes is gebleken, dat tegenover de rijke Mozaïsche wetgeving, deze bladzijde bij Groen onbeschreven is. Wat het onderwijs betreft, hij wil eene school voor allen toegankelijk, aan gevuld door leiding in het huisgezin en eigen godsdienstige gezindheidhij wil medegaan met eene inrichting der school naar de omgeving der plaats. De vrije school echter moet vrij blijven en zelve hare inrichting bekostigen elke geldelijke uitkeering is een zilveren keten, die den ont vanger aan den gever bindt. Zoo betalen im mers de Nutsscholen en zooveel andere inrich tingen ook de dubbele lasten. Hij wacht, gelijk bij het vraagstuk der schei ding van kerk en staat, een voorstel der tegen partij want dat der liberalen is verworpen, wat het onderwijs betreft, en men spreekt nu van een restitutie-, dan van een subsidie-, dan van een retributiestelsel, maar trekt ze dan weer terug. Bij de beweging die er is op kerkelijk ge bied, acht hij in dit opzicht evenmin de tijd geko men om een eigen voorstel te doen. En wat het verwerpen eener begrooting betreft, dit is soms onvermijdelijk om een ministerie tot heengaan te dwingen, gelijk immers met Heemskerk is geschied, die wel weer kwam, maar als getemd en loopend in een gareel. Nog werden belangrijke gedachtenwisselingen gehouden over het al of niet belasten van grond stoffen, het belastingstelsel, de arbeidersquaestie, waaromtrent het gevoelen van den spreker be kend is uit zijne werken op maatschappelijk en parlementair gebied, en werd de aandacht ge vestigd op de belangen van den derden stand, de kooplieden en winkeliers, die een wellicht zwaarderen strijd hebben te strijden dan de vierde stand, omdat tegen hen optreden het ka pitaal, de coöperatie, de ambtenaren.” Deze vrees is helaas! vervuld. De middelweg. Thompson is geen vrijhandelaar, maar hij ia toch ook geen volbloed protectionist j lijj zou De Fransche Kamer van Afgevaardigden wenscht de behandeling der begrooting zoo spoe dig mogelijk af te doen. Zaterdag leidde die wensch tot drie voorstellen, 1°. van LacreteUe, om over de begrooting geen redevoeringen toe te laten die langer dan een half uur duren2°. van Rivet, om tot aan de afdoening der begroo ting dagelijks twee zittingen te houden, de eene beginnende om 9 uur, de andere om 2 uur3°. om Zondag ook een zitting te houden. Het eerste en het derde voorstel werden ver worpen, het tweede is aangenomen met 273 te gen 199 stemmen. In de Kamer is een voorstel ingediend tot afschaffing der doodstraf. Het is onderteekend door de afgevaardigden Clémenceau, Laguerre, Pichon, Laisant, Barodet en Anatole de la Forge. Zeven-en-veertig afgevaardigden hebben bij de Kamer een voorstel ingediend betreffende het ontworpen kanaal van Parijs naar zee. Volgens de voordracht zou dat vaarwater anderhalf maal de breedte krijgen van het Suez-kanaal. De kosten zijn geraamd op 118 millioen. Eene com missie, die zich met het onderzoek dezer zaak heeft onledig gehouden, heeft de concessie voor de onderneming aangevraagd zonder toelage of rentewaarborg van den Staat. Zij verlangt en kel vergunning tot heffen van een tol naar de tonnen maat der zeeschepen, die de Seine verder dan Rouaan opvaren. Met den Duitschen Kroonprins gaat het voor het oogenblik niet erger, zoo zeggen de be richten uit San-Remomaar het teekent den treurigen toestand, dat men in de Nordd. Allg. Zeit. leest „Het Kopenhaagsche blad Politiken ontvangt van zijn gewoonlijk goed ingelichten Beilijnschen correspondent het volgende bericht: Ooggetuigen melden uit San-Remo, dat het lijden der laatste weken den Kroonprins vele jaren ouder doet schijnen zijn baard is geheel wit en hij zelf is zeer mager geworden. De vroeger zoo forsche man weegt thans nauwlijks 70 kilo. Zijn schrift is daarentegen even vast en duidelijk- De Kroon prins zelf is op alles voorbereiddezer dagen heeft hij zijn uitersten wil geschreven met een poli tiek testament voor zijn zoon, Prins Wilhelm”. Uit Dantzig wordt dd. 3 dezer aan de Köln Ztg. gemeld, dat op zes spoorlijnen de dienst is gestremd tengevolge van sneeuwstor men De sneltrein uit Berlijn zat bij Terespol, de Dirschau-Brotnberger trein bij Subkau, de Dantzig-Dirschauer bij Hohenheim, de Könings- berg-Berljjnsche bij Brunswyk in de sneeuw. De Russische Regeering moet te Londen aanzienlijke geldsommen ter beschikking hebben gesteld van de Russische bank voor uitvoerhan del teneinde deze in de gelegenheid te stellen, hare accepten in te trekken. Omtrent de mislukte poging van Rusland om in ’t buitenland eene leening te plaatsen, wordt aan de Berljjnsche Post geschreven „Het kan als zeker worden aangenomen, dat de Russische Regeering in den laatsten tijd, be halve te Amsterdam, ook te Londen, Parijs Brus sel en Amerika heeft getracht eene leening te plaatsen, welker bedrag tusschen 250 en 600 millioen roebel wordt opgegeven en dat zij ner- gens succes heeft gehad. Als de voornaamste grond der weigering wordt het buitengewoon hooge bedrag der verlangde som opgegeven, dat de gegronde verdenking uitlokte, dat de leening niet bestemd was voor een vreedzaam doel. Bui tendien was door de willekeurige couponbelas- ting en door de bekende geweldenarijen tegen vreemdelingen, die in Rusland bezittingen had den, het vertrouwen in de zekerheid van het te leenen geld aanzienlijk geschokt. Onder deze omstandigheden konden zelfs in anders geheel Russisch gezinde financieele kringen in het bui tenland geen noemenswaardige sommen voor Rus sische rekening worden bijeengebracht. Vooral te Amsterdam, waarop de Russische Regeerin- het zekerst had gemeend te kunnen rekenen, is de stemming, tegenover de Russische vraag naar geld, van den beginne af buitengewoon koel geweest. Wie de gesteldheid van ons werelddeel met oplettendheid gadeslaat, zal erkennen, dat het in een gespannen toestand verkeert. Reeds een blik op de effectenlijst, niet ten onrechte de politieke barometer genaamd, kan ons daarvan overtuigen. Van daar die vrees, dat ieder oogenblik de vrede kan worden verstoord Immers de volken ver langen geen oorlog. Zij hebben van de malaise der laatste jaren, alsmede van de hoog opge voerde oorlogslasten in vollen vrede genoeg ge leden, om te sidderen voor den tijd, waarin de jongelingen en mannen zullen worden opgeroepen, om tot oorlogswerktuigen te dienen, voor een tijd, die nog veel meer eischen zal van hun zweet en bloed dan zij in den laatsten tijd gewoon zijn. Van waar die vrees? De gebeurtenissen van den jongsten tijd, het gevolg van de bevelen, welke van de Vorstenhoven uitgaan, geven ant woord op die vraag Sedert lang geeft Rusland zijne ontevredenheid te kennen over den staat van zaken in Bulgarije. Wel duldt de Czaar er een vorst, maar deze moet er geheel en al onder den invloed staan der Rus sische Regeering. Wie zal zich daarover verwon deren, daar de weg naar Constantinopel, dat nooit door Rusland uit het oog wordt verloren en het doel zijner wenschen is, door Bulgarije en in het algemeen door de Balkan-Staten loopt. Hier is eene aanzienlijke Slavische bevolking ge vestigd, en de machtige partij van het Pansla- vismus in Rusland eischt, dat alle Slavische on derdanen zich vereenigen zullen onder den schep- ter van den Czaar. Dat is geenszints in het belang van Bulgarije, dat in weerwil van zijne, halve barbaarschheid zijne onafhankelijkheid wil handhaven, en even min in het belang van Oostenrijk, dat in eenige van die door Slaven bewoonde gewesten het hoogste gezag in handen heeft. Rusland ziet uit naar een gunstige gelegen heid, om een einde te maken aan de beperkin gen, die het zich in het tractaat van Berlijn heeft laten welgevallen. Met wrevel heeft het zich toen gevoegd naar den drang der noodzakelijk heid, maar deze was een doorn in ’t vleesch, die gedurig bleef prikkelen. Men zegt, dat het verhaal van het Testament van Czaar Peter niets is dan eene legende, waar voor geenerlei grond bestaat. Men kan evenwel niet ontkennen, dat de oud-Russische partij steeds handelt alsof zoodanig Testament werkelijk be stond, waarin het bezit van het aloude Byzan tium met de Aja-Sofia aan Rusland wordt toe gekend. Geen wonder alzoo, dat eene zekere onrust zich meester maakte van het westen van ons werelddeel, toen in het laatst des vorigen jaars werd medegedeeld, dat de Russische Regeering eene aanzienlijke legermacht samen trok aan de westelijke grenzen des lands. Men vroeg zich af, wat dit beteekende Men wist, dat de verhou ding tusschen Rusland en Duitschland juist niet van vriendschappelijken aard was, en dat de dag bladpers in beide Rijken allerlei grieven wist op te sommen, die niet ongeschikt waren om de ge voeligheid van staatsleden en vorsten te prikke len. Ook waren sedert langen tijd geruchten in omloop van een verbond van Duitschland met Oostenrijk en Italië, ten doel hebbende om elkan der bij te staan, wanneer zij uit het buitenland werden aangevallen. Aan die onrust zocht von Bismarck een einde te maken, door zijne indrukwekkende redevoe ring, op 6 Februari jl. gehouden. Daarin erkent hij, dat bovenvermeld verbond werkelijk bestaat en de strekking heeft om den vrede in Europa te handhaven. Duitschland is als het ware het bolwerk der ongestoorde rust in het midden van ons werelddeel. Het kan, verbonden met Oosten- rijk, een millioen soldaten naar zijne westelöke, evenzooveel naar zijn oostelijke grenzen zenden en nog een derde millioen soldaten beschikbaar houden. Toch zoo verzekerde de Rijkskanse- lier zal Duitschland geen aanvallenden oorlog ondernemen, zoodat zijne verbintenis met Oosten rijk in het geheel geene vijandelijke strekking heeft. Duitschland vreest niemand en verlangt het behoud van den algemeenen vrede. In dien geest sprak von Bismarck, en zijne redevoering, die twee uren duurde, werd met schier adem' looze stilte aangehoord. Het was alsof er licht kwam in de duisternis, vooral toen de redenaar verzekerde, dat hij geenerlei vijandelijke bedoe lingen kon onderstellen bij den Russischen Czaar, al wist hjj ook van het dreigend samentrekken der troepen geene voldoende verklaring te geven. Ja, er scheen licht te komen in de duister nis. Een oogenblik scheen de vrede van Europa gewaarborgd en de Staatspapieren begonnen te ryzen. Dat duurde slechts kort. Immers, het bleek, dat de Russische Regeering weinig acht sloeg op de woorden van den Duit- schen Rykskanselier Men kon ook wel berekenen, dat alles, wat in diens redevoering verkondigd werd, reeds lang bekend was aan den Czaar De ervaring heeft dan ook geleerd, dat hij in geen enkel opzicht van gedragsljjn is veranderd. Niet alleen vertoeft nog altjjd een aanzienlijke legermacht aan de westelyko grenzen des Rijks, maar hare sterkte is inmiddels nog vermeerderd Daarboven werd in den laatsten tijd in de dag bladen vermeld, dat de Keizer van Rusland aan alleen maar een gat in zijn schutting willen hebben, groot genoeg om zijn kippen gelegenheid te geven om in zijn buurmans tuin te gaan, maar te klein om zijn buurmans kippen in staat te stellen in zijn tuin te komen. Het geheele aantal kiezers in de 84 districten, waarin ons land voor de verkiezingen der Tweede Kamer is verdeeld, bedraagt ongeveer 290,000 of 6‘A pet. der bevolking. Dit getal is ongeveer 10,000 beneden de schat ting der Regeering, die het op 300,000 raamde. De heer Farncombe Sanders had voorspeld, dat er wel 350,000 zouden zijn, maar heeft zich blijkbaar vergist. Tot aanbeveling van den graaf Schim mel- penninek voert het Dagblad aan, dat „toen hij Minister van Financiën was, hij eene belasting- verbetering heeft willen tot stand brengen.” Terecht zegt de N. R. C. dat die twee volle jaren gewoonlijk niet te kort zijn voo. een staats man om het goede, dat hij wil, te doen. Vooral in de laatste weken is er weder heftig afgegeven op de liberalen. Alles wat niet goed is, wordt hun ten laste gelegd. Wij zijn aan die ongegronde verwijten, slecht door haat ingegeven, zóó gewoon geraakt, dat ze ons niet eens meer ergeren. Veel minder trachten wij ze telkens te bestrijden’t zou den Moriaan geschuurd zijn te trachten iemand te overtuigen, die niet overtuigd wil zijn. Tegenover dat lange zonden register leze men echter eens wat de heer Roëll dezer dagen in herinnering bracht in een rede te Utrecht uitgesproken. Na gewezen te hebben op al hetgeen door liberale Regeeringen tot verbetering der wet geving en voor de stoffelijke welvaart onzes lands is gedaan, vervolgde hij „En nu de belastingen. Dat is altijd eene teere quaestie. Maar men mag wijzen op de afschaffing van accijnzen op de eerste levensbehoeften, op de afschaffing van het zegel, dat van het recht van overbedeeling en anderen. Wil men weten wat daarvan het gevolg is geweest In 1850 kostte het kilo tarwebrood 23 cent en in 1887 12*/2 cent; het kilo roggebrood in 1850 9 en in 1887 7 centhet vleesch, dat voor den minver mogende het best beschikbaar is, het varkens- vleesch, in 1850 84 en 1887 49 cent het kilo. Zij die oordeelen dat onder de Grondwet van 1848 niets gedaan is voor den minvermogenden stand, mogen met het oog op deze cijfers wel eens overwegen of hun oordeel gewettigd is. Wat den handel betreft, wees de heer Roëll met cijfers aan, dat de invoer tot verbruik, de uitvoer in vrij verkeer, de algemeene invoer en de algemeene uitvoer, alle belangrijk zijn ver meerderd. Wat de haring visscherij aangaat, de vermeerdering grenst aan het ongelooflijke. De uitvoer van gekaakte haring is vertwintigvou- digd, het aantal schepen, dat ter haringvangst gaat, verdrievuldigd. Dat is een staaltje uit velen, dat hij aanhaalt, omdat ook op dit gebied zoo menigmaal een tafereel wordt opgehangen, dat met de werke lijkheid niet overeenstemt, De staatsschuld is, ondanks de reusachtige openbare werken, die de bewondering van het nageslacht zullen wekken, in kapitaal vermin derd met f 150,1)00,000, terwijl de rentelast met f 5,000,000 verminderde. Ook te dezen aanzien worden geheel verkeerde voorstellingen gegeven. Omtrent de spaarbanken eindelijk wees spreker er op, dat in 1850 het aantal boekjes per 1000 inwoners bedroeg 11 en in 1885 88, het gemid deld bedrag der inlagen f 1,24, in 1885 f 12,84 en het totaal der inlagen in 1850 f 3,811,000 en in 1885 f 55,691,000”. Het Sociaal Weekbl. schrijft terecht over de werkstaking te Almelo, dat, mocht men vroeger twijfelen, aan welke zijde het recht was, thans ieder onbevoordeelde moet staan aan de zijde der werklieden. Nu de heeren Scholten het aanbod van een scheidsgericht hebben afgewezen, dat door de werkstakers gedaan is in de meest bezadigde ter men en zich on voorwaardelijk bij de uitspraak zou den neerleggen' welke belofte zij niet eens van de heeren Scholten vorderden, nu rust de antwoordelijkheid van het voortduren van den toestand op de fabrikanten. Daarbij verdient het waardeering, dat de werk stakers, in hun houding volhardende, zich van alle verstoring der orde onthouden, Het Sociaal Weekblad verklaart zich bereid giften voor de werkstakers in ontvangst te nemen. „Weet ge wat felle en wat gematigde li beralen zijn De felle zijn honden, die van verre reeds blaf fen, dat het een aard heeft, en zoo als ze u zien op u aanvliegen. „Maar die gematigden, zijn loerende honden, die plat op hun buik gaan liggen, en nijdig brom men, tot ge vlak bij hen zijt, om u dan plotse ling hun tanden in uw beenen te slaan." Dit schrijft in de Standaard dr. Kuyper, een man alszoo, die het voorrecht had eene acade mische opleiding te ontvangen en gedurende eeni ge jaren zich dienaar van ’t goddelijke woord noemde. Wij kunnen er in komen, dat men de begin selen der liberalen verafsohuwdt en ze bestrijdt waar men kan, maar wie tot zulke scheldtaal zich verlaagt tegenover personen moet toch alle achting voor zich zelven verloren hebben, E3BR Bolswardsche Courant 1 ‘VJ 'I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1888 | | pagina 1