NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD S01SWA8» EN WONSERA.DEEL Goede Soldaten? No. 21. Zeven en Twintigste Jaargang. 1888. BINNEN LAND. BUITENLAND. DONDERDAG 24 MEI. p VOOR If; prijs niet voor Duitschland. Dd. 20 dezer meldt men uit Berlijn. Gedurende het eerste gedeelte van den nacht was de toestand van den Keizer voldoende, doch later waren de hoestbuien veelvuldigerde uit werpselen hebben een vasteren vorm aangenomen. De Keizer stond echter te 8 uur op en begaf zich naar zijn studeervertrek in den namiddag maakte hij een rijtoer in het park en vertoonde zich twee maal aan een der vensters van het paleis, waarbij hij door de menigte met geestdrift werd begroet. Van gisteren seint menDe Keizer heeft een bevredigenden nacht gehad. Des voormiddags te 10 uur vertoonde hij zich tweemaal in uniform aan een der vensters. Groote opmerkzaamheid verdient het zeggen in de Nordd. Allgem. Ztg., dat de onaangenaam heden aan de Fransch-Duitsche grenzen niet door Duitschland zijn begonnen. Daarentegen is het niet onwaarschijnlijk, dat op de Fransche provo caties Duitsche représailles zullen volgen. In elk geval zal Frankrijk geen recht hebben zich daar over te verwonderen of te beklagen. De toon van de geheele nota geeft den indruk, dat zij recht streeks van Bismarck afkomstig is. Naar men wil zal, Bismarck’s tweede zoon, graaf Wilhelm, tot regeeringspresident in de pro vincie Hannover benoemd worden. De Arnh. Ct. schrijft „Als er in Amsterdam of in Den Haag eene straatbeweging werd veroorzaakt door de sociaal democraten, dan was bet vooral de toevloed van nieuwsgierigen, welke er eenigen schjjn van ge wicht aan gaven, de politie tevens belemmerde in het handhaven der orde. Men maakt dit aan het straatpubliek tot een verwijteen verwijt waarom zich wel niemand bekommert, want het ligt in de natuur van den mensoh om, als er iets „te doen” is, naar te gaan zien, Uit ’s-Hage schrijft men Zeer dikwijls komt het voor, dat de fiscale administratie zich bij de interpretatie der wet laat leiden door ’t belang van ’s lands schat kist, doch zelden zal men een voorbeeld daarvan aantreffen, sprekender dan het volgende Een ambtenaar had ten dienste van den Staat eene reis ondernomen en de daarvoor bestede reiskosten op eene ongezegelde declaratie aan het Ryk in rekening gebracht. Hij grondde zich daarbij op de zegelwet, art. 27, no. 47, alsmede op het kon. besluit van 23 Februari 1872, no. 18, houdende onder meer: dat van zegelrecht zijn vrijgesteld de declaration van alle rijksambte- naren, betreffende voor den lande bij voorschot gedane betalingen. Het Departement van Bin- nenlandsche Zaken liet dezen ambtenaar echter aan het verstand brengen, dat de declaratiën van voorschotten boven de f 10 moeten zijn gezegeld en wel op grond, dat reiskosten geene voor den lande bij voorschot gedane betalingen zijn als be doeld in de hierboven aangehaalde bepalingen. Dat „als bedoeld” klinkt al hoogst zonderling, waar de zegelwet toch duidelijk spreekt en de uitgegeven reiskosten zeer bepaaldelijk voor den lande waren besteed. (Ware dit trouwens niet het geval, dan zou het Departement de geheele declaratie zekerlijk terzijde hebben gelegd.) Ge lukkig evenwel werd het „als bedoeld” later noch verrijkt met de volgende commentaar „Hij, die van een transportmiddel gebruik maakt, is persoonlijk schuldenaar van den prijs, die daarvoor moet worden betaaldhij handelt op eigen naam en verbindt dus geen ander dan zich zelven (art. 1351 Burgerlijk Wetboek.) Om deze reden nu kan er geen sprake zijn van be talingen door hem voor het Rijk gedaan”. Ergo kunnen de bepalingen op de vrijstelling van het zegelrecht niet in toepassing worden ge bracht. Eene meer willekeurige wetsuitlegging is zeker wel niet denkbaar! Immers, al kon de ambtenaar in quaestie zonder eene speciale last geving der Regeering, om elk der door hem te bezigen middel van vervoer namens haar en ten haren koste te bestellen, niet anders dan op eigen naam reizen, zijne uitgaven daarvoor waren niet temin voor of ten behoeve van den Staat, terwijl „voor” of „ten behoeve van” toch zeker volko men dezelfde beteekenis hebben. Dat mijne meening, betreffende de willekeu rige wetsuitlegging der Regeering, juist is, blijkt hieruit, dat de Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid de hier besproken declaratiën van reiskosten ongezegeld toelaat. Wordt het dus niet hoog tijd, dat aan de administratie worde ontrokken de interpretatie der wet, die zij moet uitvoeren, en men hiermee een rechterlijk college belaste Uit Haarlem wordt geschreven „De Hollandsche Ijzeren Spoorwegmaatschap pij schijnt nog geen geld genoeg te verdienen met haar vervoer van passagiers en goederen en heeft daarom haar bestelwagens voor goederen tot reclamewagens ingericht. Sedert eenige dagen kan men op geel-en oranjekleurige borden lezen, waar o. a. de beste cacao te verkrijgen is. Bij de zwart geteerde zeilen der wagens en de eenig- zins doodsche kleur er van maken deze borden een effect als een vlag op een modderschuit. Het is, in één woord, een afschuwelijk gezicht.” (Ook in Amsterdam kan men hetzelfde zien.) (Amst. Ct.) ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents, Rusland. De Gazette de Moscou heeft een lang artikel gewijd aan den algemeen politieken toestand, dat veel sensatie wekt. Het blad schrijft o. a.„De reden der ongerustheid ligt in den abnormalen toestand van de meeste westelijke Staten. Frankrijk twijfelt aan de kracht derRe- publikeinsche beginselen en heeft vrees voor de gevolgen van een strijd tusschen de Regeering en de ontevredenen die zich scharen om den agitator (Boulanger.) De eenheid van Duitschland is meer schijn dan werkelijkheid. Oostenrijk, dat zijn positie in het Westen ge heel heeft verloren, zoekt die kracht te herwin nen in het Oosten onder den invloed van zijn noordelijken buurman. Turkije, geruïneerd, torscht evenveel vragen als provinciën, Servië, Roeme nië, Griekenland gaan allen af op een denkbeel dig doel, Bulgarije dreigt een twistappel te wor den, de toegevendheid van Europa ten opzichte der anarchie, die haar beheerscht, is het spre kendst bewijs voor Europa’s uitputting. Rusland moet op zijn hoede zijn. Amerika. De berichten uit New-York aan gaande de overstroomingen in het dal der Mis sissippi zijn hartverscheurend. Het water steeg er hooger dan sedert 1851 het geval is geweest. Nog steeds breken de dijken door of loopt het water over deze heen. Duizenden acres land zjjn overstroomd, massa’s vee zijn verdronken, ae oogst is verwoest, de gemeenschap per spoor staat stil, voornamelijk in den omtrek van Saint Louis en Quincy. Spanje. De Koningin-Regentes heeft plech tig de internationale tentoonstelling te Barcelona geopend. De hertog de Frias, burgerlijk gouverneur van Madrid, is overleden. Frankrijk. Aan de République francaise wordt uit W eenen gemeld, dat aldaar gesproken wordt van de ontdekking eener samenzwering om koning Milan van Servië weg te jagen en Kar.igeorgewitseh op den troon te. brengen, dien prijs meester te worden, een enkelen, doch voor allen te verdienen. Niet genoeg kan op dat groote nut de aandacht gevestigd worden. Behalve toch dat de diensttijd van 12 of 16 maanden tot 10 maanden wordt teruggebracht, zal de aanstaande loteling een kennis opdoen voor zijn geheele verder leven. Zij, die op 19ja- rigen leeftijd hun kennis öf opfrisschen öf geheel het zoo hoog noodige lezen, schrijven en rekenen aanleeren, zullen op dien leeftijd het geleerde niet meer vergeten, doch, het in de practijk van het leven voortdurend noodig hebbende, van zelf onderhouden. Dat zijn onzes inziens voordeelen, waarnaar iedere jonge man moet streven. Die voordeelen wegen bovendien ruimschoots op tegen de luttele uren van inspanning. Daarbij behoeft waarlijk niet gevraagd te wor den het vooruitzicht op buitengewone prijzen, als een diensttijd van vier maanden, wanneer men tot milicien-korporaal benoemd wordt. Men behoeft waarlijk heel weinig met het leger bekend te zijn, om te weten, dat slechts enkelen uitverkoren zijn, om dien prijs te verwerven. Die voorspiegeling heeft dus weinig waarde. Evenmin als de bepaling, dat men thuis mag gaan slapen. Niet ieder kan in de plaats zijner inwoning in garnizoen komen. Niet iedere loteling heeft een beter tehuis dan de kazerne, soms zelfs geen tehuis. Daardoor zou bevoorrechting plaats hebben, die eene nieuwe onbillijkheid in het leven riep. En bovendien, men is soldaat, of men is ’t niet. De krijgstucht zou onmogelijk worden, wanneer van dergelijke bepalingen een druk gebruik werd gemaakt, ’t Zou onmogelijk zijn de soldaat aan regel en tucht te gewennen, wanneer het eene deel van de manschappen na afloop van de dienstver richtingen zich vrij zou mogen bewegen en het andere minder ontwikkelde deel misschien, zeer zeker, op een bepaald uur in de kazerne zou moeten zijn. Wij herhalen, dat de poging om de lotelingen zoo kort mogelijk aan de burgermaatschappij te onttrekken, alle toejuiching verdient; doch wan neer men bovendien burger-soldaten gaat vormen, dan ware een radicaler middel beter, door de lo ting af te schaffen en algemeene oefenplicht in te voeren. Dat zou het rechtvaardigste en een voor allen gelijk drukkend middel zijn. Amst. Ct. Maar de neiging van het straatpubliek vindt men ook in hoogere kringentoen de interpel latie van Domela Nieuwenhuis zoo plaats hebben, verdrongen zich de heeren en dames vooral, op de tribunes der Tweede Kamer en waren de lo ges vol. Daar men niet veronderstellen kan, dat de haute volée der residentie zooveel belang stelt in de loonsquaestie tusschen de veenbazen en hunne werklieden in het Noorden des lands, was die talrijke opkomst slechts toe te schrijven aan hetzelfde verschijnsel, dat het straatpubliek, te Amsterdam en in den Haag doet samenvloeien als een colporteur van Recht voor Allen het aan den stok heeft met de politie. De liefde voor standjes is aan de hoogere kringen evengoed ei gen als aan de lagere.” De vragèn, over haar voornemens omtrent wettelijk tegengaan van gedwongen winkelnering tot haar gericht, zijn voor de Regeering een aan leiding geweest om, in aansluiting aan de rede, waarmede de zitting der Staten-Generaal is ge opend, te betuigen: „Weldra hoopt zij te bewij zen, dat het haar met de gedane toezegging ernst is.” En om ten aanzien van het onderwerp, het welk aan de orde was, er bij te voegen: „Zij zal haar aandacht blijven schenken aan de aan bevolen punten, en ernstig overwegen, in hoever en wanneer die voor wettelijke regeling vatbaar zijn.” Zeker voorzichtig genoeg. Maar hoezeer ons wel wat al te voorzichtig, toch niet beslist te wraken door wie het onredelijk acht „van de Regeering te verwachten, dat zij nu, drie weken na haar optreden, met uitgewerkte plannen Voor den dag komt.” Laten die drie weken drie maanden worden, en als het dan tot goed werk komt, zullen wij inderdaad tevreden zijn. (Soc. Weekbl.) Men schrijft uit Apeldoorn van 19 Mei: „Heden morgen omstreeks 10 uur is naar men zegt, door de uitwerpende vonken eener locomo tief, een felle brand ontstaan in het Orderbosch en toebehoorende aan mej. Kerkhoven. De wei nige wind die er was, was echter voldoende, om de kurkdroge dennen- en andere boomen in min der dan geen tijd in een vuurzee te herschapen, en het blusschen door uitgravingen, als ander- zins onmogelijk te maken. De reeds verbrande oppervlakte bedraagt eenige honderde hectaien het juiste cijfer is nog niet op te geven, daar de brand voortwoedt. Men zegt, dat het bosch voor f 8000 verzekerd is bij eene Belgische maatschap pij. Naar wij thans, 7 uur in den avond, verne men, is de brand gestuit, na nog eenige perceelen akkermaalshout vernield te hebben.” Naar men verneemt, zijn de voornaamste onderwerpen, waarvan de heer Keuchenius se dert zijn optreden als Minister van Koloniën zich meer bizonder op de hoogte steltAtjeh. de Comtabiliteitswet, het opium en de immigratie in West-Indië. De kantonrechter in den Haag zal op 31 dezer zijn beslissing mededeelen over de vraag of het spelen op de piano in een aan de gelag kamer van een koffiehuis grenzende, doch van deze door een gordijn afgescheiden vertrek, te beschouwen is als het geven van publieke ver makelijkheden, wat volgens art. 240 der Haagsche algemeene politieverordening zonder bizondere vergunning is verboden. Volgens het O. M. was dit wel degelijk het geval, zoodat hij een boete van f 10 vorderde tegen den koffiehuishouder, in wiens huis zich ’t feit heeft voorgedaan. Namens dezen werd be toogd, dat wèl volgens de verordening dat piano spelen in de koffiekamer verboden zou zijn, maar niet in de overige kamers van het huis, en dat het doordringen van het geluid tot in de gelagkamer onmogelijk de overtreding kon op leveren, daar dan het pianospel in bovenwonin gen van koffiehuizen of in aangrenzende wonin gen ook verboden zou zijn. Door het Heilsleger te Haarlem werd op den eersten Pinksterdag, in het lokaal Felix Pa vore, des middags te 4 uur, een theemeting ge geven, die slechts matigjes was bezocht. ’s Avonds om 8 uur was er een Hosanna-Bloe- menfeest, doch ook hier was de opkomst gering. Door het schoone weder uitgelokt, gingen de lieden zeker liever naar buiten om bloemen te bewonde ren. Tweede Pinksterdag was er een theemeting voor de kinderen der leden op het buiten van mejuffrouw Koennen aau de Twijnderslaan. Een menigte nieuwsgierigen was saamgestroomd om dat eens te zien. Het ging er nog al ordeljjk toe. Men schrijft uit Haarlem „De houders van cafe’s en restauraties hebben de beide Pinksterdagen uitstekende zaken ge maakt. Reeds vroeg in den morgen van beide dagen, brachten de treinen van verschillende kanten massa’s vreemdelingen aan, die, na eerst de om streken met een bezoek te hebben vereerd, ein delijk in de nabjjheid van station of Hout neer streken. Op het plein voor bet station en in den Hout was er vaak geen doorkomen aan. Aan de spoor waren bizondere maatregelen genomen om orde te kunnen houden.” Zondagnamiddag, omstreeks 2 ure, waren drie jongens aan het varen in de Rotte, te Rot terdam. Een hunner wilde, omdat hij zich onwel gevoelde, uit het schuitje op eenige balken springen, doch had het ongeluk in het water te vallen, Hoewel men hem spoedig met een dreg ADVERTENTIEPRIJS 50 Cts. van 1—7 regels. Ver- volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Wij leven in een gewichtigen tijd, een tijd, waar in de gebeurtenissen, die de wereldgeschiedenis vormen, elkaar zeer snel opvolgen. Bijna op elk gebied is wrijving en leven merk baar. Wij staan aan den vooravond van een nieuw tijdperk in de wereldgeschiedenis, zoowel op politiek als oeconomisch gebied. Men haakt naar veran dering en, naar men meent, naar verbetering. Door geheel het maatschappelijk leven is eene strooming tot nieuwe en, naar men vertrouwt, betere verhoudingen en toestanden merkbaar, tot zelfs in de kunst. Dat verschijnsel is opmerkelijk en, voor hem, die een open oog heeft voor de geschiedenis, zeer belangrijk. In de politiek heet die strooming radicalisme, in de oeconomische verhoudingen: socialisme, in de muziek: wagnerianisme, in de schilderkunst: impressionisme, in de litteratuur: impressionisme en naturalisme beiden. En al die ismes zijn kinderen van de 19e eeuw, de eeuw van stoom en electriciteit. Het is een zoeken en streven om het leven, dat reeds zoo snel voorbijgaat, nog sneller te leven en gelijken tred te doen houden met den vooruitgang der practische wetenschap, waarbij het materialisme zich meer en meer op den voor grond dringt. Het grootste remmiddel voor deze zucht tot voortdurend sneller ontwikkeling is de oorlog. Doch ook hier doet het materialisme zich gel den. De poëzie van het soldatenleven is verdwe nen. De soldaat is tot werktuig verlaagd door de wetenschap. Eigenaardige tegenstrijdigheid voorwaarWaar de wetenschap heet in dienst der beschaving te staan, legt zij op dit gebied zich zelve het rem- toestel aan. En met den vooruitgang der beschaving werd de oorlog wreeder, moorddadiger, onbeschaafder. Terwijl door geheel het beschaafde Europa de menschelijkheid onder de menschheid gepredikt en voor de menschelijke rechten gestreden wordt, staat hetzelfde Europa tot de tanden gewapend, om bij de geringste aanleiding wellicht elkander de eerste rechten, het recht op het leven, te ont nemen. We hebben slechts te letten op hetgeen bij onze naburen voorvalt, om de uitgesproken meening van velen te billijken, dat een oorlog binnen een niet verwijderd tijdstip zal uitbreken. Duitschland is gereed. Rusland, Frankrijk, Oos tenrijk en Italië gaan van hetzelfde denkbeeld zwanger en bereiden zich voor. Zelfs aan ons klein landje, dat zeer zeker onder de militaire natiën van den tegenwoordigen tijd niet mag medegerekend worden, ontgaat de strooming niet. Wij hebben ’t bij de jongste verkiezingen weder kunnen opmerken, hoe men onder de bestaande omstandigheden zich heeft bezig gehouden met de bespreking van ons defensiewezen en hoe men onder den druk der omstandigheden eindelijk tot de overtuiging gekomen is, dat persoonlijke dienst plicht een eerste vereischte mocht heeten. Alvorens deze billijkheidsmaatregel regel zal worden, riep de Minister Weitzel een bepaling in ’t leven, die den persoonlijken dienstplicht reeds aanstonds moest bevorderen en in aansluiting daarmede richtte men te Amsterdam een Vereeni- ging op, om te trachten de voordeelen voor de dienstplichtigen aan die bepaling verbonden onder jeders bereik te stellen. Inderdaad een streven dat allen steun verdient, èn om het rechtsbeginsel dat er aan ten grondslag ligt èn om het nut dat er behalve het voordeel aan verbonden ishet herhalingsonderwijs noodig om te voldoen aan het vereischte school examen. Zeer terecht hebben de oprichters ingezien dat voor de ontwikkeling van den werkman hier een practisch resultaat te verkrijgen viel. Geen betere prikkel toch tot aanmoediging van het onderwijs, dan een prijs in het vooruit zicht. Die prijs is een korte diensttijd. Dat zal velen aanmoedigen zich gedurende een korten tjjd in te spannen in de vrjje uren, om Bolswardsche Courant l I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1888 | | pagina 1