NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD letSWA»® EN WONSERA.DEEL „Een Staatsman in ruste” HWSVASTHEïB. *iI I 1888. Zeven en Twintigste Jaargang. No. 23. I 1* VOOR DONDERDAG 7 JUNI, X z. BUITENLAND. BUSLICHTING aan het Postkantoor met ingang van 1 Juni 1888. X X 3 I iG 1 n Tijdstip. Richting waarin verzonden wordt. Toelichtingen. 5- 6,40 5- 7,25 Bolsward, 4 Juni 1888. r N. Ketel Q Machine Koeler r. d deuren. r ramen. Gang 10,40 2,30 i to Op Zon- en feestdagen niet verder dan Tzum. Woning voor Boterbereider en Machinist. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte, i I ej s De Directeur v./h. Postkantoor, BLOKHUIS. ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. 4,45 voorm. 4,45 r. 15.* heeft „de interpellatie van den heer F. Domela Nieuwenhuis naar aanleiding van de werksta kingen in de Venen”, op 14 Mei jl. ter sprake gebracht in een vlugschrift, verschenen bij M. van der Beek te ’s Gravenhage”. Dit werd ons ter beoordeeling toegezonden en volgaarne deelen wij ervan mede, dat het in kalmen toon geschreven is, dat het terecht wijst op het onpassende, voor den Minister en de Ka- merleden, om uitsluitend aan dezen afgevaardigde het geijkte woord, „geachte” te onthouden, bij het spreken van zijn persoon. Dit woord, ge bruikt van iederen afgevaardigde, wiens bewijs stukken in orde zijn bevonden en die recht heeft zitting te nemen, komt hem toe, als zoodanig. Hoe men over zulk een afgevaardigde oordeelt als bijzonder persoon, mag geen invloed uitoefenen op onze bejegening ten zijnen opzichte, als Ka merlid. Is hij als zoodanig geen achting waardig, dan moet hij niet toegelaten worden. Voorts wil de S. een meer onpartijdig oordeel uitlokken over de interpellatie, dan over het geheel in ons land is geschied, geeft zijne te leurstelling te kennen, zoowel in ’t geen de Kamerleden er over en tegen spraken, als vooral over de houding der regeering, die 1 Mei met zulk een veelbelovend programma optreedt en veertien dagen later, zelfs geen uitzicht geeft op een wet tot betere regeling der verhouding tus- schen werkgevers en werklieden. Zeer terecht geeft de S. „zijne hoofdgedachte in de volgende bewoordingen terug„dat het kabinet Mackay-Keuchenius zich toch niet ver- diepe in het volgen van eene staatkunde, die afgetrokkene en onzienlijke begrippen en be ginselen raakt, maar zoo spoedig mogelijk blij ken geve van te kunnen voorzien in de stoffelijke nooden van het volk. „Een volk dat door de rechterzijde, terecht of ten onrechte onder een liberaal of semi-liberaal regeeringsstelsel, ten eenenmale heet verdrukt te zijn geworden”. Wat den heer Nieuwenhuis echter betreft, hoezeer wij het met den S. eens zijn, dat men niet mag vragen wie een vraag doet, maar wat gevraagd wordt, toch achten wij het hoogelijk in den interpellant af te keuren, dat deze wel de klachten indient, namens de eene partij, maar niet de verdediging aanhoort van de andere en het bevreemdt ons, dat de S. daarop de aan dacht niet vestigt. een druk bezoek, op de menigvuldige gelegen heden van uitspanning, die onder den naam van schouwburgen, concerten, paardenspellen enz. zich in een grooten toeloop verheugen. Wij moeten erkennen, dat de huiselijkheid in de laatste eeuw veel geleden heeft, maar toch blijft de Nederlan der huisvast in dien zin, dat hij zich ongaarne naar vreemde landen begeeft,ja zelfs ongaarne zijne geboorteplaats verlaat. Wij achten dit een ramp, vooral met betrek king tot de ontwikkeling der nijverheid. Talrijke voortbrengselen der njj verheid zien wij bij ons ingevoerd, omdat zij binnen onze grenzen niet zoo goed en goedkoop worden vervaardigd. Dit kan men zelfs getuigen van vele voorwer pen, wier grondstoffen in ons vaderland even goed aanwezig of even gemakkelijk te bekomen zijn als in den vreemde. Waarom zorgen wij dan niet, daar steeds geklaagd wordt over gebrek aan werk, dat wij zelven die voorwerpen kunnen leve ren Blijkbaar ontbreekt het ons hiertoe aan be kwaamheid of aan energie. Daarvan is de huisvastheid de schuld, en hier in vinden wij hare schaduwzijde. De Duitsche werkman, die zich tot dezen of genen tak van ny verheid heeft bepaald, neemt als krachtig jongeling den wandelstaf op en be geeft zich naar die plaatsen, waar de uitstekend- ste fabrieken voor zyn vak te vinden zijn. Al is hjj de zoon van bemiddelde ouders, toch schaamt hy zich niet, er in de nederige werkmansblouse aan den arbeid te gaan en zich op de hoogte te stellen van de voortreffelijkste methoden, teneinde daarmede na zyn terugkeer zjjn voordeel te doen. Frankrijk. Tot dusver zijn in het geheel 86 valsche bankbiljetten van 5ü() francs ontdekt. Het ligt niet in de bedoeling der bank, om alle bona fide houders van valsche biljetten schade loos te stellen en ook niet eene volledige schade loosstelling te verleenen. Zij zal ten deze han delen naar gelang van het vermogen der houders en tevens letten op het nadeel, dat deze in hun krediet geleden hebben. Zij wil op die wijze te werk gaan om niet als een recht te laten door gaan, wat zij van hare zijde enkel beschouwt als eene daad van welwillendheid. Omtrent den toestand aan de Fransch-Duitsche grenzen schrijft de correspondent der Indépen- dance, dd. 1 Juni, dat de meeste reizigers over Zwitserland reizen. De correspondent reisde slechts met drie anderen naar Montreux-Vieux, waar die reizigers aan een streng onderzoek werden onderworpen. De trein die bestond uit tien wag gons. waaronder een slaapwagen, kwam ledig Duitschland binnen. Naar men zegt, heeft de Regeering vertrouwe lijk verscheiden vreemde mogendheden gepolst, of zij niet genegen zouden zijn, te Berlijn diplo matieke bedenkingen in te brengen tegen de nieuwe Duitsche voorschriften betreffende de passen. Bij geen der mogendheden zou echter geneigdheid daartoe bestaan. Waddington kreeg van den Engelschen Minister Goschen de verzekering, dat de quaestie van bet invoerrecht op Fransche wijnen in flesschen bin nenkort op bevredigende wjjze zal worden ge regeld. Duitschland. De politie te Berljjn is door de Londensche politie gewaarschuwd dat anarchis ten te Londen een complot gevormd hebben om den Kroonprins en Bismarck door een helsche machine te dooden. Twee jongelui te Berljjn zou den belast zijn den moord te plegen, maar men meent dat de politie hen kent en op hun doen en laten let. Voor het gerecht is het proces wegens belee- diging begonnen van den bekenden socialist en afgevaardigde in den Rijksdag, Paul Singer, tegen twee conservatief-antisemische tegenstanders, een lid van gemeenteraad, Dopp geheeten, en de re dacteur Bachler, die hem openlijk, deels in eene gemeenteraadszitting, deels in een dagblad, be schuldigd hadden, aan zjjne arbeiders en arbeid sters ware hongerloonen uit te betalen, en de ar- beidslooneu wreed neer te drukken. Singer is mede-eigenaar van eene groote zaak in oonfec- ties te Berlijn, en het proces maakt in de werk liedenwereld veel gerucht, omdat Singer naar men zegt de socialistische agitatie ook sterk met geld ondersteunt, De voor den rechter afgelegde verklaringen van getuigen waren voor Singer niet gunstig. Tjerkwerd, Parrega en Workum. Wommels, Tzum en Franeker. SneekHeerenveenDrachten, met aansluiting op den trein Heerenveen—Zwolle en Heerenveen Leeuwarden. Schraard, Witmarsum, Pingjum, Arum, Achlum, Kimswerd en Harlingen, met aansluiting op den tweeden trein HarlingenNieuweschans Nijland, SneekHeerenveenDrachten met aanslui ting op den trein HeerenveenLeeuwarden. Witmarsum, Arum, Achlum, Tzum, Kimswerd en Harlingen. Nijland. Ysbrechtum en Sneek, met aansluiting op den trein SneekStavoren. Sneek, met aansluiting op den trein SneekLeeu warden. Op Zon- en feestdagen te 1 uur nam. Wordt op Zon- en feest dagen niet uitgevoerd. Als voren. De Nederlanders zijn van ouds bekend als een bij uitnemendheid huiselijk volk. De spreuk der oude Romeinen was„Waar ’t goed is, daar is mijn vaderland”, maar onze landgenooten zeiden „Oost, West, ’t huis best”. Zij gevoelden zich steeds het gelukkigst op eigen bodem en in den kring van hun gezin en stelden de vrijheid op hoogen prijs, die zij vooral in vroeger dagen meer dan elders binnen hunne landpalen genoten. Wij kunnen ons hierover niet verwonderen. Immers de Nederlander heeft zijn grond óf aan de macht der wateren ontrukt, óf door inspan ning en zorg tot vruchtbaarheid weten te bren gen. Hij gevoelt zich gehecht aan iets, waaraan hij zooveel moeite heeft besteed. Voorts hebben zijne vaderen tot handhaving der onafhankelijk heid geleden en gestreden en door geestkracht en volharding eene eereplaats veroverd onder de vrije volkeren. Daardoor ontstond eene zekere af keer van ’t geen men, in strijd met de vrijheid, zich in de vreemde bleef getroosten en tevens eene soms wel wat eenzijdige ingenomenheid met het eigen vaderland. De wensch om op den vaderlandschen grond te leven en te sterven werd een karaktertrek van het volk, die ook nu nog onder gewyzigde om standigheden geenszins is verloren gegaan. De kalme Nederlander is huisvast. Maar is by nog even huiselyk als te voren Wij hebben reden, dit te betwijfelen, wanneer wy in onze groote steden het oog vestigen op de tal rijke koffiehuizen, waar het niet ontbreekt aan KIMSWERD, 5 Juni 1888. De Stoomzuivelfabriek is zoo goed als voltooid en begint eerstdaags te werken. Uit bovenstaande teekening blijkt, dat ze in den vorm van een rechten hoek is gebouwd en uit 5 localen bestaat. Locaal no. 1 bevat den stoomketel en machinesno. 2 't melkreservoir en den melkkoelerno. 3 de centrifuge, den boterkneder en de karn; no. 4 de koelbassins, terwijl no. 5 als kantoor is ingericht. De stoomketel en machine zijn uit de fabriek van Sepp Co. te Enschedé; de karn, de boter kneder en de melkkoeler uit die van Eduard Ahlborn te Hildesheim en de centrifuge is van Burmeis ter Wain’s te Kopenhagen. De inrichting is netjes en een bezoek wel waard. Hij blijft niet in ééne fabriek, maar trekt gedu rig verder, merkt overal op wat hem het meest te pas komt en verzamelt alzoo een grooten rijk dom van ervaring, dien hij later in stoffelijken rijkdom zal omzetten. Ook in Engeland blijft men niet te huis. De Engelsche jongelieden uit den bemiddelden stand bewegen zich vooral op het gebied van den handel. Sommigen trekken naar Engelsch Indië, anderen naar Australië of naar Canada, waar zich een ruim veld voor hunne bemoeiingen opent. Zij zien met eigen oogen wat zij met voor deel kunnen invoeren of uit voeren en leggen daar door veelal de grondslagen voor een aanzienlijk fortuin. Wij weten wel, dat er ook in ons vaderland gevonden worden, die dat voorbeeld volgen, maar het getal van dezen is betrekkelijk gering. De huisvastheid zit bij ons in het bloed, en het zou de welvaart van Nederland niet weinig bevorde ren, zoo dit anders ware. Laten wij, met betrekking tot de industrie op een enkel voorbeeld wijzen. Onder de nijverheids mannen van Nederland bekleedt voorzeker de heer W. A. Scholten te Groningen eene eerste plaats. Hij is thans bezitter van niet minder dan veertien fabrieken, zoowel binnen onze grenzen als in het buitenland gelegen. In die fabrieken werken 42 stoommachines met meer dan 1580 paardenkrachten. In die werkplaatsen wordt jaar lijks voor millioenen gulden omgezet en zij ver schaffen aan eene breede schaar van arbeiders werk en brood. Hoe is die reusachtige industrie ontstaan? Alleen door de geestkracht en volharding van den ondernemer. De heer Scholten, een predikantszoon uit Gel derland, verloor reeds vroeg zijn vader. Zonder geldelijke middelen, maar begiftigd met meer dan deze, namelijk met schranderheid en energie, moest hij zich zelf den weg banen door het leven. Na het verwerven van eenige voorbereidende kennis trok hij als reizend gezel naar den vreemde. Als gewoon arbeider zocht en vond hij er werk in verschillende fabrieken en maakte er zich be kend met talrijke bijzonderheden, die hij later tot zijn voordeel wist te wenden. Nog had hij den twintigjarigen ouderdom niet bereikt, toen hij in ons vaderland op kleine schaal zijn eerste fabriek deed verrijzen. Wel had hij met groote financiëele bezwaren te worstelen, maar grooter dan deze waren zijn moed en volharding. Hij versmaadde den raad, om een deelgenoot te zoe ken, die hem geldelijk kon ondersteunen, omdat hij vast overtuigd was van de goede uitkomst zijner ondernemingde vruchten van ’t geen hij door energie had tot stand gebracht, wilde hij met geen ander deelen. Niet ten onrechte had hij vertrouwd op zijn on dernemingsgeest, op zijne bekwaamheid, op zijne vastheid van wil. Allengs zag hij daarvoor alle moeilijkheden verdwijnen. De inrichting zijner fabrieken werd verbeterd. Haar aantal nam ge durig toe en de daardoor behaalde voord eelen werden gestadig grooter. Behalve in de provin cie Groningen stichtte hij fabrieken in Duitsch land, in Galicië en in Polen. De verdienste van dezen voortreffelijken industriëel werden algemeen erkend, zoodat binnen- en buitenlandsche ridder orden zijne borst versieren. Wij zouden wenschen, dat dit voorbeeld velen tot navolging opwekte. Ware de Geldersche predikantszoon huisvast geweest, had hij ge schroomd zijn vaderland te verlaten en in den vreemde zijne werkkracht tegen eene veelbeloven de ervaring te verruilen, dan was hij nooit de ontzagwekkende man geworden op industriëel ge bied, de man, die met zelfvoldoening kan terug zien op den werkman en zijn nuttig leven, de man, die tevens tot zegen is geweest voor duizenden en krachtig heeft bijgedragen tot vermeerdering der vaderlandsche welvaart. Huiselijkheid is eene hoog te waardeeren deugd, waarvan wij de betrachting niet genoeg kunnen aanbevelen, maar het is tevens onze wensch, dat vele Nederlandsche jongelingen het juk der huis vastheid afwerpen, om elders de ervaring te ver werven, die vooral in onzen tyd op het gebied van handel en nijverheid onmisbaar is. Qty Beservoirï I K d |r t»; Vaarwater. Voetpad. r d - -■ J Bolswardsche Courant n w nam. O e i O R. v I ?r- s ^5 S ’■Q SU R. OIO R 3

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1888 | | pagina 1