NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD gewwABS en wwsmtm I I j Bericht aan onze geachte Abonné’s I {fit pretoria en flmstreken. 1888. Twintigste Jaargang. No. 25. Zeven en i VOOR DONDERDAG 21 JUNI. M F BINNENLAND. De Geheimen van ft een EW. AUG. KONIG. BUITENLAND. ZECeizer F ried. rich. Krankzinnigengesticht. en aan ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. 55 ADVERTENTIEPRIJS 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. i' .1 Mi f ’I N 1 ons Blad Bij den aanvang van het DERDE KWARTAAL van I’"", heid onzen abonné’s de prachtigste PREMIE aan te bieden." die "wij tot heden hebben gegeven, de beste penne vrucht van den beroemdsten romanschrijver onzer ■BOETER Otot ROMAN VAN voor geabonneerden op Frankrijk. De Kamer heeft Zaterdag drie artikelen der wet op den arbeid in fabrieken en werkplaatsen vastgesteld. Art. 4. 1 van het ontwerp luidde; „Kinderen beneden 18 jaren, minderjarige meisjes, en vrou wen van iederen leeftijd mogen niet gebruikt worden voor eenigen arbeid des nachts.” Op voorstel van Yves Guijot werd met 282 tegen 227 stemmen besloten de woorden „en vrouwen van iederen leeftijd” uit de paragraaf te doen wegvallen. Het overige werd goedgekeurd. Art. 4. 2 bepaalt, dat als nachtelijke arbeid beschouwd wordt alle arbeid tusschen 9 uur ’s avonds en 5 uur ’s morgens. Dit werd aan genomen. Een amendement-Keller om het avond uur twee uren vroeger te stellen, verwierp men. Art. 5 schrijft voor dat alle vrouwen een we- kelijkschen rustdag zullen hebben. Het word met 355 tegen 141 stemmen aangenomen. Generaal Boulanger is of gaat op reis naar Auch, zooals hij zelf verteld heeft „omdat het hem verveelt gemiddeld vijf honderd personen daags te woord te moeten staan.” Anderen be- weeren, dat een tocht door de zuidoostelijke departementen Gers, Landers, Boven-Pyreneeën, Lot en Dordogne, die allen aan het Bonapartisme verkleefd zijn, niet vrij van politieke bedoelingen kan zijn. De toekomst wordt door de meeste bladen in een somber licht beschouwd, als minder kansen van vertrouwbaarheid aanbiedende dan het ver leden. Allen vernamen tot kalmte en waardigheid, zonder vrees noch zwakte, doch raden waak zaamheid aan. f Een uur buiten de stad staat, in het midden van een perk, de „wonderboom”, gelijk hij wordt genoemd. Acht loten zijn op een afstand van omstreeks vier meters van den moederstam, als takken in den grond gaan wortelen, zijn daar nieuwe stammen geworden en omhoog gegroeid met takken en bladerkronen, zoodat het geheel èen cirkelvormig boomgevaarte vormt van onge veer 30 meter middellijn. Dat deze wonderboom op een afstand bezien van b.v. 5 minuten een prachtig gezicht oplevert, laat zich gemakkelijk begrijpen, vooral als men zich voorstelt hoe het gebergte zich daarachter verheft. Hiermede nemen wij afscheid van de stad, na nog even te hebben medegedeeld, dat, op het ge bied van den godsdienst, dezelfde verschijnselen zich voordoen, als in Europa en daardoor ook reeds zeven kerkgebouwen zich ginds verheffen. De Ned. Herv. Afrikaansche, van welke ik reeds sprak, voorts de Dopperkerk, de Engelsche, de Roomsch-katholieke(waar in het Engelsch gepreekt wordt), de Weslejaansche en twee Kafferkerken, waar Hollandsch gesproken wordt, doch, wat langzamer dan gewoonlijk. M. E. van der MEÜLEN. opvatting betreft, scherp afgescheiden, door ver tegenwoordigers vooral van twee rassen, de „Wit- menschen”, Europeanen en de Kaffers, negers uit verschillende stammen en andere kleurlingen. De Kaffers in steden en dorpen zijn tamelijk en vrij betamelijk gekleed. Zij moeten altijd voor zien zijn van een pas, dat is een biljet, waarop vermeld staat bij wien zij in dienst zijn, van en tot wanneer en wat hun loon is per week. Deze pas moet geteekend zijn door een veldcornet, die in bepaalde streken met het toezicht is belast. Hebben ze zoo’n pas niet, dan worden ze inge pikt en in de tronk of gevangenis gebracht, waar zij gestraft worden met 25 stokslagen en soms nog geldboete. Dewijl zij deze meestal niet kun nen betalen, laat men hen een of twee weken daar voor werken, naar gelang van het bedrag der boete, ’s Avonds ten 9 ure gaat er een bel, welke 5 minuten luidt. Dit is het teeken, dat de Kaffers niet meer op den openbaren weg mogen zijn, dan moeten zij bij hun „baas” zijn, d.i. bij dengene in wiens dienst zij zijn en dien zij aanspreken met het woord „baas”. Loopt er na dien tijd nog een rond, dan wordt hij ingerekend, ontvangt in de tronk zijn stokslagen en wordt den volgen den morgen weer losgelaten. De nachtpolitie rukt ten 9 ure uit en bestaat uit eene patrouille zwarte en blanke dienaren, zóó dat telkens twee zwarten loopen met één blanke. De dagdienst is op soortgelijke wijze ge regeld. Gelijk er geene bestrating is, zoo is er ook geene verlichting en daar de nachten, als er geen maan licht is, daar zeer donker zijn, ziet men ’s avonds de meeste menschen met een lantaarn, waarin petroleum brandt. Omdat er nog geen gas in ge bruik is, wordt ook in de huizen petroleum als kunstlicht gebruikt en terwijl dit met hooge in voerrechten is bezwaard, is de prijs er zeer hoog, een shilling nam. of f(),60 de liter. Er is dus in maatschappelijk opzicht nog wel een en ander, dat te wenschen overlaat, maar terwijl dit, bij de snelle ontwikkeling, die de repu bliek tegemoet gaat, voorzeker spoedig zal ver beteren, is het wonen en leven daar in vele op zichten hoogst aanbevelenswaardig. De werktijd is van ’s morgens 6 tot ’s avonds 6 uur, met een paar uur rusttijd. Men rekent er op dat iedereen „werkt”’t is geen land voor renteniers en leeg- loopers. Is de werktijd voorbij, dan kleedt men zich en gaan de Hollanders vriendschappelijk met elkander om. De avonduren zijn bestemd voor gezelligen kout en men blijft tot 10 of 11 uur samen, terwijl een kop koffie voor de vrouwen, een glas wijn of grog voor de mannen wordt ge schonken. De pijp is geliefd en terwijl er slechts één soort tabak is, die f 0,60 per pond kost, is de sigaar een weelde, die men zich zelden ver oorlooft, want zij kosten per stuk f0,60. Wel kan men er ook nog krijgen voor den halven prijs per stuk, maar die zijn niet te rooken. De weergesteldheid is er heerlijk. Men heeft er twee jaargetijden, zomer en winter en deze komen voor in omgekeerde orde als ten onzent. De zomerwarmte echter is niet drukkend en de winterkoude niet aangrijpend als hier. De tuinbouw ontwikkelt zich meer en meer en de bodem is, bij goede bewerking uiterst vrucht baar. Men zaait de groenten wel op bedden, maar die zijn vlak en men plant zijn kool, biet, sla, andyvie, erwten en boonen in vorens ter diep te van 10 centimeter, opdat het water er goed door heen kunne loopen. Als er geen sterke regens op het gezaaide vallen, ziet men het meeste in drie dagen boven den grond komen, erwten en boonen in zes a zeven, terwijl men deze na zes a acht weken plukt en aardappelen in ten hoog ste 10 dagen. Treurwilgen groeien er zeer sterk. Als men een takje van den boom afsnijdt en dit in den grond zet, heeft men na een jaar of vijf een zeer aanzienlijken boom van eenige meters hoogte. Ook de eik wil er groeien, maar het blad is niet zoo mooi als hier te lande. De populier wordt niet zoo hoog, als ten onzent en heeft een zilverachtig blad. Vruchten zijn er in overvloed en deze zijn heer lijk. Gele perziken, vijgen, abrikozen, kweeperen, sina’sappelen, citroenen, granaten. Daarentegen zijn er niet veel kastanjes en noten, is er maar één soort peren en appelen en heeft maar een enkele een boom met aure appelen. Duitschland. Volgens de Nordd. Allgem. Ztg. is, naar hetgeen daarvan in de kringen der geneeskundigen bekend is geworden, bij de sectie gebleken dat het strottenhoofd door kanker was verwoest, zonder dat de wand van den slokdarm doorgebroken was, terwijl er verder etterachtige abcessen in en rondom de luchtpijp en de bronchiï werden waargenomen. De sectie had alleen plaats over den hals, het strottenhoofd en de longen. Op de plaats van het geheel veretterde strottenhoofd vond men een gat, dat bijna zoo groot als eene vuist was. Dr. Mackenzie verklaart in het op bevel des Keizers opgemaakte verslag, dat de ziekte zon der eenigen twijfel kanker in het strottenhoofd geweest isdat de diagnose uiterst moeilijk was, dewijl van den aanvang af het kraakbeen in het strottenhoofd aangetast was en de kwaal bij voor keur in de diepere lagen van het kraakbeen- weefsel voortwoekerde, waardoor het ziektebeeld onduidelijk gemaakt werd. Dat de jonge Keizer meer militaire neigingen heeft dan zijn vader, schrijft de Berlijnsche cor respondent der N. li. Ct., blijkt ook hieruit, dat zijne eerste proclamaties aan leger en marine gericht zijn. Terwijl de overleden Keizer Fried rich stilzwijgend den eed van trouw door land en zeemacht liet afleggen, doet de jeugdige Keizer Wilhelm deze handeling vergezeld gaan van twee dagorders, waarvan de marquantste plaatsen aldus luiden: „Met diep bewogen hart richt ik mijn eer ste woord tot het leger. De vaste, onverbreek bare band tusschen het leger en zijn hoofd is eene erfenis van eene reeks van roemvolle voor vaderen. Zoo behooren wij te zamen, ik en het leger. Zoo zijn wij voor elkander geboren, en zoo willen wij onverbrekelijk vast ons bij elkander houden, moge het naar Gods wil in vrede of in storm zijn. Gij zult mij thans den eed van trouw en van gehoorzaamheid zweren, en ik be loof steeds hieraan gedachtig te zullen zijn, dat de oogen mijner voorvaderen uit gene wereld op mij nederzien en dat ik hun eenmaal reken schap zal hebben te doen van den roem en de eer der armee.” En in de dagorder aan de vloot heet het „Ik weet dat ieder gaarne bereid is met zijn leven voor de eer der Duitsche vlag in te staan, waar het ooit moge vereischt worden, en zoo kan ik het in dit ernstige uur met volle gerust heid uitspreken, dat wij vast en zeker bij elkan der zullen staan in goede en booze dagen, in storm zoowel als in zonneschijn, altijd gedachtig aan den roem van het Duitsche vaderland en altijd bereid ons hartebloed voor de eer der Duitsche vlag te geven. Bij zulk streven zal Gods zegen met ons zijn.” Italië. Alle bladen spreken de hoop uit, dat de goede verstandhouding met het Duitsche rijk moge voortduren. Keizer Wilhelm heeft telegrammen aan den Koning van Italië en den Paus gericht, die beide daarop geantwoord heb ben met betuigingen van rouwbeklag. De Italiaansche Koninklijke familie is van Bologna naar Rome teruggekeerd. Een groot deel der bevolking, de studenten en autoriteiten waren aan het station om haar toe te juichen. Makkum, 17 Juni. Hoort men anders in onze plaats zelden of nooit van ongeregeldheden of diefstallen, in den afgeloopen nacht is dit het geval niet geweest, althans men vond heden mor gen te ongeveer vijf uur aan den Noorderzeedijk, even buiten deze plaats, een kastje uit de kamer in de Slotmakersstraat, waarin de leesbibliotheek van het JNut en de zittingen der Spaarbank ge houden worden. De dader of daders hebben door opschuiving van een raam zich toegang tot deze kamer weten te verschaffen en het kastje met inhoud onder het opgeschoven raam door gehaald, vervolgens de vracht op een kruiwagen gezet, althans men vond een kruiwagen bij het kastje, en er zoo mede naar den zeedijk gereden, om hier den buit eens over te zien. De daders zijn erg teleurgesteld en hebben zeker gemeend geld of geldswaarde te zullen vinden, want al de papieren en boeken, in het opengebroken kastje aanwezig, vond men nog in en bij hetzelve. De schade bepaalt zich dus alleen bij het vernielen van het kastje. De bedrijvers van deze bruta liteit is men nog niet op het spoor. Volgens de Zw. Ct. kwam Woensdag te Zwolle aan het station uit België een wagen aan, bestemd voor Scheemda. In een der buf fers deze zijn bij de Belgische wagens iets anders ingericht dan bjj de Nederlandsche had zich een paar kwikstaartjes genesteld. De vogels schijnen de reis van België naar hier te hebben meegemaakt en vliegen in en uit zoo- dra de wagen alleen staat en de buffer vrij is. Volgens het V. v. d. D. bedraagt het tekort in de kas van den Rijksbetaalmeester te Gro ningen niet minder dan f 100,000. De Haarlemsche politie heeft proces-ver- baal opgemaakt tegen een 16-jarige knaap, die in een kastanjeboom was geklommen en daar een nest woudduiven had uitgehaald. De beest jes, die nog te jong waren om te worden losge laten, worden tot zoolang opgekweekt, Te Bellingwolde zjjn Woensdag de vrouw en de 15-jarige zoon van een arbeider door den bliksem gedood, Beiden werden, van het veld werk naar huis terugkeerend, door het onweer overvallen. Men vond ze dood op het land liggen^ Nog geen twaalf maanden is het geleden, dat de Kroonprins van Duitschland door Londen’s straten reed in den jubileums-optocht door allen aangestaard en bewonderd om zijne edele houding, zijn kloek en ridderlijk voorkomen, zijne heldengestalte. Thans, als Keizer Friedrich, rust hij op de doodsbaar. Het is droef doch gelijk de droefheid der tragedie, zoo zal het de hartstochten louteren. Want twee krachten zijn er, die strekken om de ziel der menigte te verheffengroote daden en groote smarten. In groote daden, in de nationale overwinningen van eenen grooten oorlog vond de Duitsche eenheid haren vuurdoop in den nationalen rouw over Keizer Wilhelm en zijnen zoon haar sacrament der smarte. Keizer Wilhelm, door zijne toewijding aan den plicht, zijne waardigheid en werkzaamheid, zijn onwrikbaar trouwblijven aan eene grootsche ge dachte, toonde aan de wereld hoe een Vorst leven kan. Keizer Friedrich toonde aan de wereld hoe een Vorst kan sterven. „Gesteld eens” (zoo heeft een der grootste zede- meesters van onzen tijd gezegd) „gesteld eens dat een arts, aan wiens woord gij niet twijfelen kondt, u mededeelde dat gij nog slechts acht dagen te leven hadt. Dan zou de wijze, waarop gij die acht dagen besteeddet, de juiste maat aangeven van de zedelijkheid uwer natuur”. Met die maat gemeten, zal er in de geschie denis geen karakter hooger staan, dan dat van Keizer Friedrich. Want voorwaar, geen man heeft ooit de hem nog toegestelde laatste dagen beter besteed, dan hij: niet grijpende naar de goe deren van het heden, noch ijdellijk jammerende over de duisterheid der toekomst maar met ernstigen zin en vaste hand volbrengende wat hem in den gegeven tijd nog mogelijk was te volbrengen. Gelijk Keizer Wilhelm leefde, zoo stierf Keizer Friedricheen voorbeeld gevende hoe noblesse oblige zoowel in de vallei van de schaduw des doods, als in een leven vol van jaren en aan gunsten rijk. Hoe kort dan ook zyne regeering de herin nering van zijne toewijding, van zijne krachtvolle berusting tot het einde toe, zal een schat blijven voor zijn volk. Als Kroonprins was hij een held in twee groote oorlogen. Doch er is een heroïsme van de ziekenkamer, van het sterfbed, zoowel als van het slagveld en in dat eerste méér nog dan in het andere was Keizer Friedrich groot. Pall Mall Gazette. Dit boek wordt, evenals vorige premiewerken, uitsluitend verkrijgbaar gesteld voor den spotprijs van VIllHTIf. (E\TIV In dit nummer is een advertentie met BON geplaatst. Elk onzer abonné’s, of zij die met 1 Juli abonné wenschen te worden, heeft het recht die te teekenen en aan ons bureau met bijvoeging van 40 centen in te zenden. Abonné’s buiten de stad tegen inzending van een postwissel groot 50 centen. Het boek wordt 15 Juli aan alle inteekenaren franco afgeleverd. II. PRETORIA. Zoo heet de hoofdstad der Trans vaalsche of Zuid-Afrikaansche republiek. Zij is zoo genoemd naar den Kommandant Generaal A. W. J. Pre forms, die 17 Januari 1852 met de Engelsche Zaakgelastigden aan de Zandrivier de conventie teekende, waarbij de onafhankelijkheid erkend werd van de over de Vaalrivier uitgewekene boeren. Zij is geen ihoofdstad in Europeeschen zin, geen stad der paleizen en vol prachtige gebouwen, maar zij heeft, wat menige hoofdstad haar zou kunnen benijden, in elk geval zal begeeren. Zij is op breede schaal aangelegd, door een krans van bergen omgeven, echter niet omkneld, zoo dat men er niet als in Luxemburg of hier en daar in Zwitserland, in de enge dalen en bekrompen vlakten tusschen hemelhooge bergen, kropgezwel len aantreft, veroorzaakt door gebrek aan vol doende luchtverversching. Neen, wel is men tegen de scherpe Noordenwinden beschut, maar de zon stroomt met hare lichtgolven door heel de ruime vlakte en de winden waaien verfrisschend van en door en naar de bergen. Geen moerassige grachten doorsnijden de stra ten en verpesten daar den dampkring met haar koortswekkende uitdampingen, maar uit drie fon teinen stroomt boven van de bergen het heldere water door vorens, die ter breedte en diepte van }/2 meter gegraven zijn, en hier en daar gemetseld, langs de zeer breede rijdwegen, en voetpaden, die, ergert u niet, nog niet eenmaal bestraat zijn. Men heeft er breede pleinen, waaronder uitmun ten het kerkplein, waarvan ik vroeger sprak, waar de Ned. Herv. Afrikaansche kerk het mid delvak vormt van den achtergrond en het markt plein, waar ter rechterzijde het Pretorian-hotel en ter linker het European-hótel met zijn belom merde veranda zich bevinden. Prachtig breed is de Kerkstraat met haar hoog geboomte, dat schaduwrijk over den weg hangt. Vriendelijk liggen daar de woningen, meest op een afstand van elkander verwijderd, door moes of bloemtuin en geboomte omgeven. Wel is de inlandsche bak steen zeer bros en dus poreus, zoodat zij den regen wel degelijk soms doorlaat, en al veroorzaakt dat een goed deel des jaars geen last, toch dient men in den regentijd, als er soms stroomen water komen, daartegen zich zooveel mogelijk te wape nen. De daken zijn meest plat en met zink ge dekt, daar pannen er onbekend zijn, ook zijn slechts enkele huizen van goten voorzien. Er is dus in dit opzicht nog heel wat te doen, maar nu door het delven van zooveel delfstoffen, steen kool, ijzer, zilver, maar vooral goud, het goud, als ’t ware door het land en ook naar Pretoria stroomt, zal dat alles binnen ettelijke jaren ge heel veranderen. De regeering gaat voor en heeft tegen 1 Augustus de aanbesteding uitgeschreven van een gouvernementsgebouw, dat op een milli- oen guldens is begroot. Ja, wij kunnen met ge rustheid zeggen, dat de gouden eeuw is aange broken voor bouwkundigen, metselaars en tim merlieden. Een enkel gebouw trekt nog vooral onze aan dacht, het is het postkantoor. Daar is niets te zien van de voortdurende beweging, die men bij ons waarneemt, heel den dag en een deel van den nacht, in elke plaats van eenige beteekenis. Geen postboden loopen met haastigen tred in en uit. Alleen de telegraaf is dagelijks ter beschik king, men brengt u de telegrammen terstond aan huis, maar in het postkantoor is het dagen en nachten aanëen doodelijk stil, totdatde mail coach, de postwagen met zijn brieven en reizigers aankomt. Dan verdringen zich wekelijks de be langhebbenden, om te vragen, wat er aan hun adres is aangekomen. Zij, die zaken drijven of drukke briefwisseling voeren, hebben hun kastje in het kantoor, dat tegen f 12,’s jaars ter be schikking gesteld wordt De postbeambte en de belanghebbende bezitten elk een sleutel, en hoe wel er plm. 200 zulke kastjes zijn hebben alle oen verschillende sluiting. De bevolking is, wat kleur, Weedingen levens» 1888, zijn wij ditmaal in de gelegen- dagen, en wel SS Bolswardsche Courant V j I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1888 | | pagina 1