NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OLSWARÖ M WOHSEHADEBX
1888.
Zeven en Twintigste Jaargang.
No. 30.
DONDERDAG 26 JULI.
VOOR
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Ten derden male
WERKSTAKINGEN.
B per WIM
VERGADERING
Raad der Gemeente Bolsward,
op heden DONDERDAG den 26 Juli,
’s avonds ten 7 ure.
1
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
- 22780
- 21982
levendige wisseling
2. Aanbieding van de gemeenterekening over
1887.
3. Behandeling van het adres van S. S. van
der Weij om twee uitgangen naar den Stadswal,
met advies van Burgemeester en Wethouders.
4. Behandeling van het adres der commissie
voor teekenonderwijs om gebruik te maken van
de Stadsteekenschool, met advies van Burge
meester en Wethouders.
5. Behandeling van het voorstel van Burge
meester en Wethouders in zake de brug „de
Brouwerspost”.
Inschrijving op de aanbesteding van eene
Kaas- en Roomboterfabriek te Workum;
volgens met 1
bestek m. verl.
f 27800
- 25368
- 25164
Bijna vraag ik den lezers van dit blad ver-
schooning, dat ik zoo bij herhaling op dit onder
werp terugkom. Zij weten, dat ik van geen twist
geschrijf houd, maar mijn artikels zijn in onder
scheiden bladen, bij herhaling besproken en ik
acht dat de lezers van onze Courant recht heb
ben te weten, wat ik nu, ten slotte over deze
quaestie schrijf in het Weekblad „de Hervor
ming” ter verdediging, want ik ben geen aan
valler geweest, maar een aangevallene.
Mijnheer de Redacteur!
Met vertrouwen vraag ik de plaatsing van het
onderstaande schrijven, ter voorkoming van mis
verstand. Het publiek toch, dat veel minder nog
dan redacties, kan geacht worden „alle plaatselijke
bladen te lezen”, moet meer en meer wel tot de
overtuiging komen, dat ik le een Artikel geschre
ven heb over de werkstaking te Almeloo. 2e dat
ik alle werkstakingen onzedelijk noem. 3e dat
ik een bekeerd zondaar ben.
Een paar woorden daarom tot vollediger in
lichting.
Ie. Ik schreef een artikel over werkstakingen
en had ’t oog, vooral niet minder op die in de
veenderijen, als die te Almeloo. Ik betreurde
het dat mannen als de Heer J. C. van Marken Jr.
zich gerechtigd achten op te treden tegenover de
Heeren Scholten, het kamerlid Nieuwenhuis tegen
over de verveners (dat is het wat ik niet onpar
tijdig vind, dat is geen scheidsgericht), dat het
publiek voor een deel terstond partij kiest ten
voordeele der werkstakers. Daardoor ontstaat een
zeer eenzijdig, oppervlakkig, onjuist oordeel, de
werkstakers voelen zich meer en meer veronge
lijkt, zij verheerlijken hun verdedigers als de ware
volksvrienden, zij achten zelfs hun verzet tegen
de openbare orde, hun aanranding van het eigen
dom volkomen geoorloofd en zoo worden de grond
slagen der maatschappij ondermijnd.
Niemand denkt er aan, om eiken werkgever
te verdedigen en iederen werkstaker te veroor-
deelen. Ongetwijfeld, er zijn woekeraars onder
de eersten en slachtoffers onder de laatsten, doch
men kan evenzeer het omgekeerde stellen, want
er zijn in de laatste jaren vrij wat kapitalisten
met hunne gezinnen te gronde gegaan en het ge
tal zelfzuchtigen onder de arbeiders is niet ge
ring. De strijd tegen het kapitaal als zoodanig
is een heillooze. Het kapitaal in denkkracht, in
uitvindingsvermogen, in de macht om het gedachte
in praktijk te brengen, in geld, is een zegen en
men noemt het een vloek”.
Ik trok volstrekt geen partij voor de heeren
Scholten, want ik weet zeer goed, dat „de beoor-
deeling van elke werkstaking eene uiterst samen
gestelde zaak is”.
2e. Ik acht in het geheel niet alle werksta
kingen onzedelijk en wil ganschelijk niet, „dat
deze in het algemeen op ééne lijn worden gesteld
met baldadigheden, met dezen worden gerang
schikt onder de middelen „van geweld”, en als
zoodanig gebrandmerkt als onzedeltjk”.
Maar ik schreef, „dat de werkstakingen der
laatste weken, in zedelijken zin, naar ’t mij voor
komt, al zeer weinig te verdedigen zijn”, dat zij
„het rechte middel niet zijn om het doel te be
reiken, een betere verhouding tusschen patroons
en werklieden, omdat zij meer verbittering wek
ken, dan dat zij verbetering aanbrengen”.
Ter staving hiervan wees ik op de baldadig
heden en eigendomsaanrandingen te Almeloo, te
Blankenheim, te Blokzijl, in verschillende veen
derijen, op de lichamelijke mishandelingen die
een zestigjarig werkman onderging en een ander
die bij de beenen werd meegesleept, omdat beide
aan de werkstaking niet wilden meedoen, op het
geen de Officier van Justitie te Heerenveen sprak
in zijn requisitoir, toen de zaak dezer beschul
digden daar werd behandeld, die „het heel laf
vindt, dat voor de rechtbank niemand der aan-
leggers er roiaal voor durft uitkomen, maar steeds
de schuld op anderen werpt, hoewel zij in het
veld overal waar het hun mogelijk was, als ope
rateurs de anderen aanzetten en opruiden. Dat
toont geen moed
3 Ik ben geen bekeerd zondaar, hoewel het
mij ten ernstigen plicht zou zijn, om mijn ongelijk
te bekennen, als ik mij bewust ware geworden
van eenige hardheid of onbillijkheid tegenover
den werkman.
Ik blijf er bij, terwijl de heer van Marken mijn
volle sympathie heeft, in zijne zorg voor zijn per
soneel te Delft en ik hem met werkgevers als
de heeren Stork, van Heek e. a. gaarne ten voor
beeld stel, geloof ik, dat zjjn goede hart meer op
den voorgrond gestaan heeft bij het optreden te
Almeloo, dan zijn kalm, nadenkend verstand en
wat de heer Domela Nieuwenhuis deed en doet
in zake de werkstakingen in de veenderijen, keur
ik in nog sterker mate af dan vroeger ten
minste, totdat er meer licht in dezen ga schijnen,
dan tot heden.
Ik blijf aandringen op onpartijdigheid. Wil
men werkstakingen als zoodanig een gewenscht
middel achten ter oplossing van het maatschap
pelijk vraagstuk, men is in zijn recht. Ik acht
ze ten hoogste, in enkele gevallen, een noodzake
lijk kwaad, maar, evenmin als het vanzelf spreekt,
dat een werkgever geljjk heeft, evenmin moet
men bij werkstakingen vaststellen, dat de werk
lieden natuurlijk gelijk hebben.
de boerderij van de Wed. H. Lanting alhier
plaats. Dat er liefhebbers waren, blijkt wel,
daar de schuur en hieminge 42 maal werd ver
hoogd eer zij het eigendom werd van de Wed.
Jan Lanting
Groningen, 23 Juli. Door de welwillend
heid van den commandant der d. d. schutterij,
Baron Boecop, zijn de vorige week te Groningen 809
schutters, benevens 2 muziekcorpsen doornat ge
regend. Met het volle muziek naar buitengaan
der schutterij is voor velen een groot vermaak.
De schutters maken dan een marsch tot Haren.
Om 4 uur aangetreden op de Vischmarkt, regen
de het reeds stevig en het was te voorzien dat
het zonder ophouden zou blijven regenenwat
dan ook 24 uur aan één stuk geschied is. Waar
om die 800 man langer dan een uur aan stort
regens ten prooi te stellen waarom niet gecom
mandeerd „ingerukt” Bij het Sterrebosch mocht
men huiswaarts keeren, zoo nat, als de meeste
schutters nog nimmer geweest zijn. Zulke da
den werken er wel toe mee om het prestige, dat
bij de Schutterij al zoo „best” 1 is, verhoogen.
De Haagsche briefschrijver der Arnh. Ct.
schrijft o.m.De oprichting van het zeebad Loos-
duinen, van welks inwijding de Haagsche bladen
vol zijn geweest, is eene stoute onderneming. De
theorie van de meeste deskundigen is, dat de
uitstorting van het Haagsche vuil in de Noord
zee het zeebad Scheveningen niet benadeelen
zal, daar alles zuidwaarts langs de kust zal trek
ken. Linea recta naar het zeebad Loosduinen
dusIndien men daar nu maar handig is, dan
zal men er in het volgend badseizoen zeemod-
der baden kunnen aankondigen, de nieuwste uit
vinding op het gebied der balneologische therapie.
Door den burgemeester van Leiden zijn,
als hoofd der gemeente-politie, de conducteurs,
koetsiers, hulpconducteurs en hulpkoetsiers der
Rotterdamsche Tramwegmaatschappij aldaar, aan
gesteld tot onbezoldigde agenten van politie.
De vraag wat als leverantie aan de ge
meente moet worden beschouwd, is niet altijd
gemakkelijk op te lossen. Te Venlo bestaat een
muziekgezelschap, waarvan de directeur wethou
der is en dat uit de gemeentekas eene toelage
ontvangt. Een ingezeten van genoemde plaats,
vroeg nu aan de Gemeentestem, of hier de artt.
2426 of 91 der gemeentewet van toepassing
zijn.
Het blad antwoordt dat hier geen queestie is
van „levering” of „aanneming”, en dat de wet
houder ook gerust mag medestemmen, omdat
het muziekgezelschap niet zijne zaak is.
Naar aanleiding van de mededeeling van
den Haagschen correspondent van het U. L>., dat
in een der zijvleugels van het Kurhaus te Sche
veningen een speelbank wordt gehouden, wordt
van officieele zijde aan het Rotterd. Nieuwsbl.
verzekerd, dat het gansche bericht een samen
raapsel van leugens is.
Donderdagmorgen werd aan den gemeente
veldwachter van Bennebroek door een dochtertje
van den arbeider W. L. medegedeeld, dat haar
vader haar veertienjarig broertje, toen deze nog
op zijn bed lag, met een houten hamer eenige
slagen op het hoofd had gegeven, zoodat de knaap
bloedende wonden bekomen had. De vader had
hem toen gezegd, dat hij hem dood zou slaan, als
hij de ware toedracht vertelde. Hij moest voor
geven, dat hij uit bed was gevallen. Dit hield
dan ook de vader vol, toen hij door den veld
wachter in hechtenis werd genomen, maar de
kinderen geven het hier medegedeelde verhaal.
De vader, een man van vijftigjangen leeftijd, staat
ook bekend, dat hij zijn kinderen slecht behan
delt. In den afgeloopen winter heeft hij getracht
zijn zestienjarige dochter te mishandelen, die ech
ter ontkwam en met de drie andere kinderen
het huis ontvluchtte. In nachtgewaad, op bloote
voeten, doolden zij dien nacht buiten4 terwijl het
hevig vroor en de sneeuw een voet hoog laag.
De toestand van den knaap is hoewel de won
den ernstig zijn, niet gevaarlijk.
Te Stadskanaal ging op klaarlichten dag eene
aldaar onbekende vrouw aan het ingooien van
glasruiten, vluchtte daarna, en sprong, toen zij
door de politie ingehaald werd, in het kanaal.
Het bleek nu spoedig, dat men met eene krank
zinnige te doen had. Men denkt dat zij zich den
dood van een armen man, ouden man, bij wien
zij langen tijd huishoudster was, zoodanig heeft
aangetrokken, dat zij daardoor in dien toestand
is geraakt. Zij is naar een gesticht vervoerd.
Vrijdag werd te Wjjhe in eene schuur eene
bijeenkomst gehouden van het Leger des Heils,
die door eenige nieuwsgierigen werd bijgewoond.
De vergadering werd geleid door een officier van
de afdeeling Hattem en een paar soldaten. Nie
mand liet zich bjj het Leger inschrijven.
Ook eenjubilé!! De Leeuwarder kermis
wordt dit jaar voor de 50e maai bezocht door
het echtpaar D. Scholten, in de laatste 17 jaren
staande met een krachtmachine en vroeger
bekend door het geven van voorstellingen in het
steltendansen en het zingen der nieuwste kermis
bedjes.
De persoon te Harlingen, die zijne vrouw
met een scheermes verscheidene wonden toe
bracht, is op bevel van den officier van justitie
weder op vrije voeten gesteldaangezien de toe
gebrachte blessuren maar vleesohwonden zijn,
wordt het geval als mishandeling en niet als
poging tot moord beschouwd,
Punten van Behandeling.
1, Procesverbaal van kasverificatie over het
2e kwartaal 1888.
Frankrijk. Boulanger is in zoover hersteld,
dat hij van de woning van zijn vriend, graaf
Dillon, waar hij verpleegd werd, naar zijn huis
in de Rue Dumont d’Urville is vervoerd. Hij is
in een open rijtuig derwaarts gereden zijn hals
was met een witten doek omwonden. Zoodra
de menigte hem gezien had, riep zij„Leve
Boulanger!” Voor zijn huis bleef een troepje
geruimen tijd staan.
Duitschland. De Berlijnsche correspondent
der Indépendance zegt, dat prins Bismarck, naar
aanleiding van het gerucht, als zou Duitschland
Frankrijk’s ontwapening eischen, zou gezegd
hebben„Een dergelijke eisch zou het kruit
dadelijk doen ontbranden en Duitschland zou er
de gevolgen van moeten dragen. Wij zullen
slimmer bandelen en, als wij boog spel spelen,
geen Engelsche of Fransche diplomaten in ons
vertrouwen nemen.”
Sedert acht dagen is er 1
van telegrammen tusschen de Kabinetten
Rome en St.-Petersburg.
Ook na de tegenspraak in de Nordd. Allg. Ztg.
houdt de Neueste Nachr. vol, dat na den dood
van Keizer Frederik een kistje is verdwenen,
dat, onder meer, geheime stukken bevatte van
de Duitsche militaire attaché’s bij andere Hoven
en dat een der personen van ’t gevolg der Kei
zerin bij de zaak is betrokken.
Rusland. Bij de Zaterdag te Krasnoje-Selo
gehouden parade, riep Keizer Wilhelm, bij het
voorbijmarcheeren van het regiment waarvan hij
chef is, aan elk bataljon afzonderlijk in het
Russisch toe„Ik dank u, mijne dapperen
Na afloop der parade betuigde hij ook aan Kei
zer Alexander, onder herhaalden handdruk, zij
nen dank.
De grootvorst Paul Alexandrowitsch is door
Keizer Wilhelm benoemd tot chef van het Bran-
denburgsche regiment kurassiers no. 6. Den stads
prefect Gresser is door hem de orde van den
Rooden Adelaar le klasse verleend.
’s Avonds zes uur kwam de Keizer te St.-Pe-
tersburg, waar om negen uur het gala-diner ge
geven werd door den Duitschen gezant, de
Schweinitz, en waar de Keizer tot elf uur ver
toefde.
Zondag was er godsdienstoefening te Peterhof,
dejeuner aan boord van de Hohenzollern en gala
diner op het slot te Peterhof.
De internationale tentoonstelling in de Bel
gische hoofdstad heeft met allerlei tegenspoed
te kampen. Nu weder heeft het verkoopen van
het uitsluitend recht om binnen de gebouwen
eet- en drinkwaren te verkoopen, aanleiding tot
een betreurenswaardig tooneel gegeven. De ge
zamenlijke bakkers hadden eene groote bakkerij
ingericht, waar ook broodjes en gebak werden
verkocht. Hierover beklaagde zich de pachter
Mackeuzie-Boss bij den heer Léon Somzée, di-
recteur-generaal der tentoonstelling.
Aan de bakkerij schreef de secretaris van den
heer Somzée, dat hij eene schikking tot schade
loosstelling met den heer Mackenzie-Boss te
treffen had, op straffe van tegen hem „ex officio
maatregelen van geweld” te zien toepassen. Van
eene schikking schijnt niets te zijn gekomen en
Donderdagavond, onmiddellijk na de sluiting der
tentoonstellingsgalerijen, begon een aantal werk
lieden, onder aanvoering van den heer Corneli,
agent van den heer Somzée, de bakkerij omver
te halenniets is heel gebleven, en alles wat
vastgesmeed of genageld was, is met geweld
losgerukt. Hetzelfde lot heeft een aangrenzend
chocoladewinkeltje getroffen, toebehoorende aan
zekere madame Bassé, die in hetzelfde geval als
de bakkers verkeerde, doch eerst voor een paar
dagen daarop opmerkzaam gemaakt was. Eene
aangrenzende uitstalling van bewerkt fijn linnen
en witgoed heeft bij dat werk van verwoesting
groote schade geleden, daar een belangrijk deel
barer artikelen den volgenden ochtend vertrapt
op den vloer gevonden werd.
De Belgische exposanten zijn woedend. Op de
ruïne der bakkerij plaatsen zij een bord met het
opschrift: „Deze Belgische inrichting is verwoest
door den heer Corneli, Duitsch onderdaan”. De
Belgische commissaris, de heer de Savoie, liet
het bord Vrijdagochtend wegnemen, en met groote
moeite slaagde hij er in de gemoederen tot kalmte
te brengen, tevens den benadeelden belovende
niets te zullen verzuimen om hun recht te ver
schaffen. Ter uitvoering dezer belofte heeft de
heer de Savoie terstond eene klacht bij het par
ket der Brusselsche rechtbank ingediend. De heer
Corneli, agent van den ondernemer, die het werk
der verwoesting geleid heeft, is Vrijdag in den
tuin der tentoonstelling zoo afgeranseld, dat hy
zijne bezoeken aan de tentoonstelling wel eenigen
tijd zal staken.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
F. R. Feenstra, Bolsward,
B. Kamerling, Ytens,
Hameling, Heeg,
B. Walta en J. Rienstra,
Workum, - 24578 f 23578
J. A. Schrale, Warns, - 24400 - 23477
D. L. Hoogenkamp, Éollega, - 23357
H. Biesma, Bozum en J. de
Graaf, Sneek, - 23245
J. Timminga, Oosterend,
L. de Waard, Stavoren,
Molenaar en P. v. d Steele,
Sneek, - 21870
P. Kampman. Hindel. en
D. v. d. Wal Workum, - 21550 - 21300
H. Stuur, Workum, - 20568
J. Jorritsma en L. Vos,
Bolsward, - 19825 - 19460
J. J. de Jong en Ids de Jong,
Koudum, - 18077 - 17877
Gegund aan J. Jorritsma en L. Vos.
Gaasterland, 24 Juli. Heden was het juist
een kwart eeuw geleden, dat jhr. mr. J. H. F. K.
van Swinderen als burgemeester van Gaasterland
optrad. Treurige familieomstandigheden maak
ten het onmogelijk den dag zoo feestelijk te her
denken, als algemeen gewenscht werd. Toch
lieten zijne talrijke vereerders zich niet onbe
tuigd, ten volle bewust dat de dag niet onopge
merkt mocht voorbijgaan, terwijl van tal van
particuliere woningen de nationale driekleur
wapperde, als teeken eener dankbare stemming.
En waarlijk, een onbevangen blik op de gemeente
toont helder genoeg, wat de heer burgemeester
als zoodanig is geweest. Algemeen is dan ook
de wensch, dat hij nog lang moge gespaard blij
ven èn voor zijn huisgezin en voor de gemeente,
die door duurzamer dan wettelijke banden aan
haar hoofd is verbonden.
Naast de vele felicitaties en cadeaux van par
ticulieren ontving hij van de openbare onder
wijzers een sierlijk bewerkt zilveren inktstel op
zwart marmeren voetstuk.
De leden van den Raad, de secretaris en de
gemeente-ontvanger vereerden den jubilaris een
zilveren kunstvoorwerp, expres voor deze gele
genheid ontworpen, voorstellende de stedemaagd.
Het geheel steunt op een prachtigen piëde
stal, terwijl de fijn marmeren voet van het beeld
rust op een blauw fluweelen standaard. Behalve
eene sierlijke inscriptie in zilver met de namen
der gevers, bevindt zich op dit voetstuk het fa
miliewapen van den burgemeester en-relief in
kleuren. Het beeld houdt voor zich uit en steunt
het omkranste wapen der gemeente Gaasterland,
terwijl aan zijnen voet de hoorn des overvloeds
ligt uitgestort.
Het harmonisch geheel maakt eenen grondigen
indruk en voldoet aan alle eischen van kunst
en fijnheid van smaak.
Het stuk is ontworpen en uitgevoerd door de
heeren fabrikanten H. Drijfhout en Zoon te Balk
en bewijst opnieuw dat hun werk kan wedijve
ren met het beste, wat tot nu toe door de meest
géTenommeerde fabrieken op dat gebied werd
geleverd.
Ooststellingwerf, 22 Juli. Zekere M. v. d.
M., een arbeider van Oldeberkoop, lijdt sedert
jaren aan verstandsverbijstering. Vrijdag j.l. ver
keerde hij in de meening, dat hij eene misdaad
begaan had en te dier zake naar het gerecht
moestwaarvoor hij nog een brief van den
Burgemeester noodig had. Nog dienzelfden dag
begaf hij zich naar Oosterwolde om dien brief te
halen. Daar gekomen, werd hem aan ’t verstand
gebracht, dat hij in zijne meening dwaalde en
maar stilletjes weêr naar huis moest gaan, wat
hij dan schijnbaar ook deed. Hij bleek evenwel
niet in zijne woning te zijn teruggekeerd.
Nadat een paar dagen vruchteloos in alle rich
tingen was gezocht, werd hij dezen nacht ge
vonden in een bosch onder Oosterwolde, in de
nabijheid van het Nanningaster verlaat. De
sluiswachter v. d. V. hoorde midden in den
nacht eenig gekerm in de richting van het bosch.
Terstond begaf hij zich naar den rijksveld-
wachter van Diest, om dezen er meê in kennis
te stellen. Na eenig zoeken mocht het hun
beiden gelukken, den altijd nog kermenden on
gelukkige te vinden, die toen bleek de vermiste
M. v. d. M. te zijn. Door de zorg van de politie
werden hem vervolgens in het logement van der
Zee eenige ververschingen toegediend, en een
rijtuig gehuurd, waarmede hij onmiddelljjk naar
zjjne woning werd getransporteerd,
¥lstx 21 Juli» Heden had de verkooping yan
BolswarcLsche Courant
<4
i te
VA.N DEN