NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Eetie Tentoonstelling. Illusie?
Uit de Raadzaal.
s
h
F'
h
s
Jl
Zeven en Twintigste Jaargang.
1888.
No. 31.
VOOR
DONDERDAG 2 AUGUSTUS.
BINNENLAND.
BUITENLAND. -
i
'I
BI
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents,
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
I
Ik
dat de keizerin zeer verlangde haar gemaal te
zien.
De World meldtKeizer Frederik heeft
dertig groot-folio banden nagelaten, inhoudende
dagboeken, die hij sedert zijn huwelijk had bij
gehouden. Zij bevatten niet enkel aanteekenin-
gen, maar ook beschouwingen over hetgeen ge
durende de laatste dertig jaren voorgevallen is.
Dit journaal is aan de koningin van Engeland
tijdens haar bezoek te Charlottenburg ter hand
gesteld. Onmiddelijk na het overlijden van Kei
zer Frederik verzocht Keizer Wilhelm II zijne
moeder die stukken ten behoeve van het Staats
archief af te staan. Zij weigerde echter hieraan
te voldoen, op grond dat Keizer Frederik haar
had opgedragen ze hier en daar te herzien en
daarna openbaar te maken. Deze stukken zullen
echter niet ui hun oorspronkeljjken vorm worden
uitgegeven, maar o.c""werkt tot eene biographie.
Volgens de World zal het in alle geval nog
lang duren eer er iets van openbaar wordt ge
maakt.
Rusland. Als naar gewoonte bij dergelijke
bezoeken heeft Keizer Wilhelm een groote hoe
veelheid horloges, snuifdoozen en doekspelden ten
geschenke gegeven aan verschillende hooggeplaat
ste personen. Al die cadeaux waren versierd met
het portret zijns grootvaders. De keizer heeft de
reden, waarom hij dat portret er op liet plaatsen,
in een zijner toespraken aldus verklaard: „Mijn
grootvader hechtte er aan, zijn portret te geven
aan hen, die hij achtte ik ben er van verzekerd,
in zijn geest te handelen, door dit na te volgen.
En dat doe. ik met vasten wil. te wandelen in
zijn spoor en in dat van mijn onvergeteljjken
vader.”
Havas verneemt uit Petersburg, dat men daar
weinig gesticht was over de vloot van 10 schepen,
die den Duitschen Keizer vergezelde. Men vond
dat een beetje parvenu-achtig, en de Czaar in het
bizonder was verbaasd over dat gemis aan tact.
Ook wordt gezegd, dat de geestdrift te Kroonstadt
en te Peterhof slechts flauw waseerst na de
hymne voor den Czaar barstten overal de toe
juichingen los. De politie moest het uitsteken der
vlaggen voorschrijven, maar naast de Russische
vlag werd geen enkele Duitsche uitgestoken.
Onze gemeenteraad vergaderde ditmaal op een
ongewonen tijd, niet als meestal Dinsdag maar
Donderdagavond. Wijl de burgemeester uit
stad was, fungeerde de heer R. F. Feenstra
als Voorzitter. De heeren van Ringh en Jel-
gersma waren afwezig, de laatste met kennis
geving.
De ingekomen stukken bestonden uit: Twee
resolutiën van gedeputeerde staten, houdende goed
keuring van de wijziging der gemeentebegrooting
1887 en ’88, en de bepaling wanneer de gemeente-
rekening 1887 moet worden ingezonden; Een
missive van den Commissaris des Konings dat
onze burgemeester sedert 14 Juli verlof heeft
tot 1 Aug.; en een missive van de bestuurders
der stadswerkinrichting dat zij gereed zijn, reke
ning en verantwoording van hunne werkzaam
heden als zoodanig te doen over het jaar 1887.
De heeren van Ringh, van den Oever en Jel-
gersma werden door den Voorzitter aangewezen
om deze rekening te onderzoeken.
Vervolgens waren er wel vier adressen. Het
eerste van Jildert de Vries, kastelein te Bozum,
die in 1886 borg is geworden voor den toenma-
ligen pachter der Ymswolder tille. Nu hjj over de
nog achterstallige pacht ad f70 wordt aangespro
ken, verklaart hij die som niet te kunnen storten.
Hjj blijkt echter van goeden wil, en schijnt het
op een accoordje te willen gooien, door den raad
te verzoeken, er genoegen mede te nemen, indien
hij de gemaakte kosten en f 35 betaalt. De
Jl
twee volgende adressen zijn van de Harddraverjj-
vereeniging en de Kaatsvereeniging. Deze roe
pen ons de aanstaande Kermis reeds voor den
geest. Zij verzoeken voor de door hen te geven
feestelijkheden eene subsidie uit de gemeentekas.
Het laatste adres was van de vereeniging „De
Kerkelijke Kas”. Het bestuur deelt mede, dat
zij plan heeft een kerkgebouw te stichten bij
de v.m. Blauwpoort en verzoekt daarvoor de
noodige toestemming van den raad en tevens om
(11 meter breedte bij 25 meter lengte) een stukje
grond van het plantsoen in ruil of in koop achter
hun perceel.
Al deze adressen zullen in de volgende ver
gadering behandeld worden.
Bij de punten van behandeling bleek, dat onze
gemeente het eerste halfjaar 1888, een inkomen
had van f 28.206.205 terwijl zij reeds f26.175.545
heeft moeten uitkeeren zoodat er een saldo in
kas was van f 4.097.665.
Daarna boden burgemeester en wethouders de
gemeenterekening over 1887 aan en uit de eind
cijfers bleek, dat ondanks de slechte tijden, onze
gemeente toch nog geen erg slecht jaar had, want
hoewel ze bijna f83.000 gulden moest uitgeven,
waren hare inkomsten nagenoeg f 85.000, zoodat
ze ruim f 2000 heeft overgehouden. Ook de schut
terij heeft geen reden tot klagen, ten minste wat
hare finantiën betrof, zij schijnt beter dan menig
burger, de tering naar de nering te kunnen zet
ten. Ofschoon zij slechts een inkomen van nog
geen f 900 had, kan zij hiervan toch flink f 200
overhouden.
Volgens rooster werden de heeren Eerdmans,
van Ringh en Oosterbaan aangewezen, om te
onderzoeken of de samenstelling in orde is.
In de derde plaats werd het adres van S. S.
van der Weij behandeld om voor zijn tuin twee
uitgangen (of ingangen dat is nog de vraag) aan
den stadswal te bekomen. De heer P. J. de Boer
vroeg inlichting of het ingekomen adres van „de
Kerkelijke Kas”, waarin grond wordt gevraagd,
hiermede ook in betrekking of in verband kan
komen. Hoewel de Voorzitter dit niet kan in
zien, wordt toch door den heer Vos het voorstel
gedaan om dit punt te verdagen, opdat burge
meester en wethouders eerst omtrent het andere
adres ook hun advies uitbrengen. Dit voorstel
wordt door den heer v. d. Weij ondersteund en
met 7 stemmen aangenomen. De heer Cremer
en de Voorzitter stemden tegen.
Vervolgens werd behandeld het adres van de
commissie voor teekenonderwjjs om in den aan
staanden winter de stadsteekenschool te mogen
gebruiken. Burgemeester en wethouders advi-
seeren, dit adres in te willigen, maar omdat dit
locaal aan den heer Poederbach in den winter
tot wederopzeggens is afgestaan op Maandag-,
Woensdag- en Vrijdagavond, zal men dus beur
telings moeten werken, en deze commissie Dins
dag-, Donderdag- en Zaterdagavonds hare lessen
moeten geven.
Met algemeene stemmen is dit toegestaan.
In het laatste punt nam men de „Brouwers-
post” onder handen. De heer Vos oordeelt de
herstelling noodig, en vindt ook heel goed dat
er trapjes gemaakt worden als bjj de „Driekro-
nenbrug”, maar wenscht de glooiing een weinig
geleidelijker dan thans, wat ook de heer Eerd
mans goed vindtdeze wil echter gaarne weten
of er nieuwe leuningen komen, of dat de tegen
woordige nog goed zijn. De Voorzitter merkte
daarop aan dat bij langere helling de reed smal
ler wordt, en dat bij het dagelijksch bestuur plan
bestaat, nieuwe houten leuningen te nemen. Tus-
schen den heer Eerdmans en den Voorz. ontstond
nu nog eenige discussie over houten of ijzeren,
en over oude- en nieuwe leuningen, tot zij het
eens werden, dat ingeval er nieuwe noodig zijn,
er dan eerst een voorstel daaromtrent bij den
raad zal komen. Toen de heer Oosterbaan daarop
de vraag stelde, of men ook plan had, deze brug
te verlagen, gelijk het vorig jaar met de „Zwaan-
tjespost” geschied was, werden de discussiën op
nieuw levendig en merkte de een op dat een
goed voer hooi er niet onder door kon en terug
moest, een ander had gezien dat een voer hooi
er wel onder door konde meesten betoogden
dat nu één brug verlaagd was, de anderen bij
herstellingen ook verlaagd dienden te worden.
Een en ander had tengevolge, dat men besloot,
de behandeling te verdagen, opdat het dagelijksch
bestuur den raad omtrent helling, leuningen en
hoogte op de hoogte kan helpen.
Frankrijk. Twee botsingen van vrij ernsti-
gen aard hebben Zaterdag te La Villete plaats
gehad tusschen de polderwerkers, die den arbeid
staakten en de politie. Een agent werd in het
kanaal geworpen, doch is gered. Verscheidene
werkstakers zjjn gewond en een vijftigtal perso
nen werden in hechtenis genomen. Alle vreemde
werkstakers zullen weggezonden worden.
Duitschland. Het schijnt dat de keizer er
een oogenblik aan gedacht heeft naar Berlijn, in
plaats van naar Kopenhagen te gaan. Maar de
goede tijdingen die hem omtrent de keizerin en
den jongen prins gewerden, hebben hem van dat
voornemen doen afzien.
Te Berlijn ging reeds het gerucht, dat de kei
zer op de terugreis was. Aanleiding hiertoe
schijnt een depêche te zijn, die de hertogin van
Sleeswjjk-Holstein hem zond en waarin zij meldde
bezwaar kan er dus bij hen bestaan om dezen
post te aanvaarden In staat zijn ze er toe, dat
is vast. De belangen van de plaats hunner in
woning te bevorderen, willen zij, dat weet ik.
Den koophandel en nijverheid steunen, dat moe
ten zij, want ’t staat in hun banier en verdeeld
heid onderling te weeg te brengen, willen zij
niet, naar ik meen te mogen veronderstellen.
Maar al willen zij dit laatste niet, toch doen
zij het, want door hunne weigering heeft dc
iresident der vereeniging geweigerd verder over- het gebouw de vereischte grootte te kunnen geven
iet aanhangige onderwerp te willen spreken en 11 1-1 1
reeft hij den volgenden dag zijn ontslag ingediend.
Om echter tot onze tentoonstelling terug te
keerenZou zij nu door de weigering van deze
heeren blijken eene illusie te zijn of zouden de
andere leden van II. en N. nu toch de noodige
maatregelen nemen om haar levensvatbaarheid
te geven Ik hoop het laatste en vertrouw ook
wel dat dit zal geschieden, dat zich spoedig eene
nieuwe commissie zal vormen, die meer moed
heeft de regeling van de zaak op zich te nemen
en die aan Bolsward toonen zal, dat al brengt
hun taak hare eigenaardige moeielijkheden en
bezwaren mede, zij die willen en zullen over
winnen, begrijpende dat zij als leden van H. en N.
dit ook aan handel én nijverheid in ’t algemeen
en als inwoners van Bolsward dit aan hunne
gemeente in ’t bizonder verplicht zijnB.
Witmarsum, 28 Juli. Bij de door het ge
meentebestuur van Wonseradeel gehouden aan
besteding zijn aannemer geworden van
a. het bouwen van bewaarplaatsen voor de
brandspuiten te Burgwerd en Tjerkwerd F. Ham
burg te Bolsward, voor f 499
b. het vervangen van keibestrating in de
Kerkstraat te Arum door klinkertbestrating, J.
J. van der Lejj aldaar, voor f 265
c. het maken van 294 cA. bestrating te Schet-
tens, K. Roedema te Longerhouw, voor f 498
d. het maken van 69 cA. bestrating te Parrega
S. T. de Vries aldaar, voor f 148.
Ook de Haagsche correspondent, van de Zw.
Ct. is van oordeel, dat de voogdij wet vlug zou
worden behandeld en zonder interruptie tot stand
zou komen. Terwijl er toch geen redelijke twij
fel bestaat omtrent de aanneming, had men mo
gen verwachten, dat de vereenigde Kamers een
beknopt en zakelijk verslag voldoende zouden
geacht hebben tot voorbereiding der openbare
behandeling.
„Eenige leden, zoo zegt die berichtgever, zijn
aan het uitpluizen en snuffelen gegaan, alsof ’t
hier een liefhebberij-proces gold, waarin een knap
advocaat zijn handigheid en sophistische gevat
heid mag doen schitteren. Zoo zal er dus een
uitvoerig uitgewerkt verslag verschijnen, dat na
tuurlijk een memorie van antwoord van zekeren
omvang zal vorderen en waarbij vrjjwat tijd ver
loren gaat. Inmiddels gaan de Staten-Generaal
weer uiteen, en kan het onderwerp eerst tegen
October wet worden. Zonder eenig wezenlijk
nut, want verwerping is niet denkbaar en zeer
ingrijpende veranderingen zal de Regeering niet
toelaten.
„Wij verheugen ons, dat er goede hoop be
staat op een nog lang uit.bljjven van den zwaren
schok, dien het vaderland wacht als het zijn
Vorst verliest, maar wij hebben recht om het
scherp af te keuren, dat sommigen in ’s lands
raadzaal de verwarring braveeren, die den Staat
zou worden berokkend, indien aan zjjn hoofd de
broosheid des levens moest worden geopenbaard.”
De „nationale wedstrijd in het schrijven”,
te Amsterdam uitgeschreven, is uitgesteld tot
een nader te bepalen tijdstip.
Dezer dagen werd in een der bladen be
richt, dat de afgevaardigde uit Wolvega, de heer
Okma, na de laatste bijeenkomst der Kamer zijn
ontslag zou nemen als lid van de Tweede Ka
mer. Wjj vernemen echter, dat de heer Okma
er niet aan denkt, zjjn mandaat neer te leggen.
(Fad.)
Nooit gedachtNu het verminderen der
salarissen van in betrekking zjjnde onderwjjzers
door gedep. Staten veelal wordt tegengegaan,
slaan onwillige gemeentebesturen ’t geval is
voorgenomen te Montfoort een anderen weg
in. Zjj geven hun onderwjjzers eenvoudig eer
vol ontslag (de wet kan daaraan niets verande
ren) en benoemen, op lager jaarwedden, anderen.
Een Rotterdamsche klerk is zjjn vrouw en
kind achterlatende, stil naar Amerika vertrokken.
Een tentoonstelling te Bolsward! Van wat,
hoe lang, wanneer en nog meer vragen, die van
Uwe belangstelling getuigen, hoor ik U doen. Ik
wenschte U daar antwoord op te kunnen geven,
maar, tot mijn spijt, moet ik het nu gedeeltelijk
schuldig blijvenik hoop mij echter binnen niet
al te langen tjjd van mijn schuld te kunnen kwjj-
ten en U den datum der tentoonstelling te kunnen
mededeelen.
„Vergeef ons onze nieuwsgierigheid” zegt een
Uwer.
Er is geen denken aan dat U zich moet ver
ontschuldigen, integendeel ik verheug mjj in die
nieuwsgierigheid (zooals ge het zelf noemt)ik
zou het een heel anderen naam geven, ik zou
zeggen dat gjj allen, die met zooveel aandrang
meer van het tentoonstellingsplan wilde weten,
niet nieuwsgierig, maar integendeel zeer belang
stellend zijt in alles wat onze goede stad Bolsward
tot voordeel kan verstrekken. Ik ben met U allen
(hé ik vergis me helaasik zeide „allen”, maar
ik bedoel „velen”) dezelfde meening toegedaan,
dat eene tentoonstelling voor eene plaats zeer
voordeelig is, onverschillig op welk gebied zij ge
houden wordt. Eene tentoonstelling toch maakt
dat vele vreemdelingen zich voor korteren of lan-
geren tjjd hier ophouden, maakt dat de verschil
lende industriëelen zich beter op de hoogte kun
nen stellen van wat hunne collega’s van elders
fabriceeren en leert hen de verbeteringen en noo
dige wjjzigingen die zjj in hunne artikelen bren
gen, geeft, om het zoo maar eens uit te drukken,
leven in de brouwerij; in één woord heeft zooveel
nuttigs en voordeeligs, dat het plan, dat bjj II an-
del en Njjverheid” rees om eene tentoonstelling
te houden, aller steun verdient en door een ieder
moet worden toegejuicht.
Ja, de vereeniging „Handel en Nijverheid” op
perde het plan om eene tentoonstelling alhier te
doen houden op industrieel gebied en vond dade
lijk steun in de Bolswarder Bakkersvereeniging,
die zich gaarne bij haar aansloot, met het doel
om tegeljjkertjjd een vaktentoonstelling uit te
schrijven, waaraan konden deelnemen hunne vak-
genooten uit Friesland of uit de drie Noordeljjke
provinciën zooi Is later zou worden bepaald.
Hoe kranig leek dit alles en wie durfde aan den
goeden afloop twijfelen toen Donderdag 1.1. ge
noemde vereeniging, benevens eene commissie der
Bakkersvereeniging vergaderde, om uit hun mid
den eene commissie voor deze tentoonstelling in
spé te kiezen. Wie kon denken, dat deze ver
gadering uit elkaar zoude gaan zonder eene com
missie daargesteld te hebben Een ieder die de
leden van H.en N. kent, twjjfelde niet, een ieder, die
als uit overtuiging denkt, dat de leden slechts men-
schen zjjn die industrie, handel en volksbelang
met hand en tand voorstaan, die was verzekerd,
dat deze vergadering den beslissenden stoot moest
geven.
Edoch, een ieder die zooveel vertrouwen in de
leden van H. en N. stelde, die vergiste zich
Luister slechts
Toen de vergadering door den Voorzitter ge
opend was, toen door hem op duideljjke wjjze
was aangetoond welk belang het houden van een
tentoonstelling op industrieel en plaatseljjk gebied
had, toen werd voorgesteld over te gaan tot het
benoemen van een commissie. Dit geschiedde,
nadat eerst nog in negatieven zin was geant
woord op het voorstel van een der leden om het
bestuur der vereeniging te benoemen als commis
sieleden. Er moest op dit voorstel, dat ontegen-
zeggeljjk spreekt van waardeering van het be
stuur. afwjjzend beschikt worden, omdat het be
stuur tjjdens de tentoonstelling andere functiën
zou te vervullen hebben, die bepaald belemmering
zouden ondervinden, wanneer men ook als com
missie moest optreden. De te benoemen commis
sarissen konden echter steeds rekenen door het
bestuur, met raad en daad te worden bjjgestaan
en hadden slechts te vragen wanneer ze hiervan
wilden profiteeren. Wat wilden ze meer?
Toen de stemming was afgeloopen bleek het
dat de heeren Plantinga, Donker, de la Lande
Cremer, v.d Werf, Eerdmans en Boersmade meeste
stemmen op zich vereenigd hadden en aldus door
de leden als Commissarissen gekozen waren.
„Echte Bolswarders heeft men hiertoe uitge
zócht, het blijkt dat de vergadering mannen wil
die op elk gebied thuis zjjn, die reeds lang de
toestanden alhier kennen, die ieder zich meer
bizonder op een tak van handel of industrie toe
legden, in één woord, mannen, van wie men kon
verwachten, dat ze zich veel moeite zullen ge
troosten om de tentoonstelling naar wensch te
doen slagen, hoor ik U weder zeggen.
Eilieve, zoover is het nog niet! We weten
nog niet of de heeren het blijk van vertrouwen
der vergadering aannamen, of ze zich beschikbaar
stelden voor de hen opgedragen functie.
Dit moet nog in rondvraag worden gebracht.
Hoor naar den afloopDe heer Plantinga, ge
voelig voor het geschonken vertrouwen, bedankt
en allen volgden met hetzelfde antwoord
Waarom?? Wie begrijpt het? Ik niet. Een
antwoord zou mij hierop zeer welkom zijn. Zelfs
kan ik hiervoor geen veronderstellingen maken,
want ieder kent de bedoelde heeren als heldere
mannen aan wie men gerust kon toevertrouwen
de taak van tenteonstellingacommiasie, Welk
Schaepman-Nieuwenliuis.
Dr. Schaepman verweet den heer Nieuwenhuis
dat hjj zich aan verzuim van den nationalen tjjd
schuldig maakte, door niet regelmatig ter ver
gadering te verschjjnen waar de landsbelangen
worden besproken. De heer Nieuwenhuis ver
meent dat hjj daarover geen verantwoording
schuldig is, noch aan Schaepman nog aan iemand
anders. Het moge waar zjjn dat de heer Nieu
wenhuis niet door de wet tot plichtsvervulling
is te dwingen in de onderwerpeljjke quaestie,
toch komt aan den heer Schaepman een woord
van lof toe, dat hjj niet heeft geschroomd om
zjjn hartstochteljjk medelid op nette en zeer
ernstige wjjze op zjjnen plicht te wjjzen. Erkent
de heer Nieuwenhuis geen plichten, dat hjj dan
zjjn mandaat ter beschikking van de kiezers van
Schoterland stelle
Ik neem aan dat er burgers zjjn, speciaal
onder de geestverwanten van den heer Nieuwen
huis, die het hunnen leider als eene verdienste
toerekenen, dat hjj op grove wijze „opdondert”,
maar, dat ernstige mannen ook slechts voor een
moment zouden denken, dat er practische nut
tigheid zoude kunnen ontspruiten uit grofheden,
gezocht om te beleedigen, is moeilijk te ver
onderstellen. Zoo de heer Nieuwenhuis zjjne
gunstige positie om nut te stichten thans ver
waarloost en te grabbel gooit uit lust om door
grofheden uit te munten, dan voorwaar heeft
hij weinig besef van de levenstaak, die hjj
zich, althans schjjnbaar, ten doel heeft gesteld.
Gaat Nieuwenhuis consequent voort op eene
wjjze als hjj in de kamer is begonnen, dan staat
te vreezen, dat zjjne ideën, zoowel goede als
slechte, worden gebojjcot.
De heer Nieuwenhuis mag in hartstochteljjke
opgewondenheid niet vergeten, dat niemand de
waarheid in pacht heeft. Allen zjjn feilbaar,
voor Nieuwenhuis bestaat daarvoor geen uitzon
dering. ZjjuEd. wete dan, dat men met azijn
geen vliegen vangt.
Waar op bezadigden toon verkeerds wordt
aangewezen, daar steunt de kracht der waarheid
den spreker, en in dat geval kan één tellen
voor honderdechter, waar men een nobele
gedachtengang onder grofheden begraaft, daar
bestaat schier geen hope op een gunstige ont
kieming en pleegt men een soort van moord op
het gebied des geestes. X.
I
Bolswardsclie Courant
V
1
i:
I