NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOtSWAR» EN WONSEB AOEEL
I
HetkoopenvanNIanufacturenenz.
ij
3
1888.
No. 33.
1
ÉKI
BR
Zeven en Twintigste Jaargang.
VOOR
DONDERDAG 16 AUGUSTUS.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
PARIJSCHE MODEMAGAZIJNEN.
C DONDERDAG 16 AUGUSTUS.
1
u
3!
Mi
n. et»)
ill
B.
&.S. 'Vliegerwedstrijd,
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
1
I
Frankrijk. De gemeenteraad van Algiers
heeft 200 frs. toegestaan voor de werkstakers te
Parijs.
De bom, die 8 dezer geworpen is voor den
politiepost der mairie in het elfde arrondissement
van Parijs en voor de voeten van den commis
saris van politie Moquin is gevallen, is scheikun
dig onderzocht in het gemeentelijk laboratorium.
Het is gebleken, dat zij gevuld was met eene
ontplofbare stof, overeenkomende met nitro-gly-
cerine, en met eene hoeveelheid spijkers, stukjes
ijzer, lood, enz., zoodat zij een soort van schroot
vormden.
Aan het bovengedeelte van de bom bevonden
zich twee kleine, glazen buisjes, gevuld met een
andere zelfstandigheid, wier vermenging met de
eerste de uitbarsting ten gevolge moest hebben,
als de glazen buisjes, door de kracht van den
worp, gebroken zouden zijn.
De ontploffing zou dan ook niet achterwege
zijn gebleven, ware het niet dat het schroot in
de bom vermengd was geweest met papier en
lapjes, zoodat deze als het ware een prop vorm
den, die de kracht van den schok heeft gebro
ken en aldus de ontploffing tegengegaan.
De sigarenmaaksters te Rijssel, 700 in getal,
hadden het werk gestaakt, doch na eenige con
cessies verkregen te hebben, hebben de Rijssel-
sche dames het werk hervat.
Duitschland. De Nordd. Allg. Zeit. meldt,
dat in welingelichte kringen verzekerd wordt,
dat de Keizer geen plan heeft naar Straatsburg
of Metz te gaan.
Men meldt uit Berlijn, dat prins Alfred van
Solms, ex-maarschalk van het Keizerlijk hof,
zich zelf gedood heeft.
De Hertog Max van Beieren viert in Septem
ber zijn diamanten bruiloft op het kasteel van
Tegernsee. De kinderen en de kleinkinderen
van den Hertog, o. a. de Keizer en de Keizerin
van Oostenrijk, worden bij die gelegenheid daar
verwacht. De Hertogin is de eenige nog levende
zuster van Koning Lode wijk I.
Men zegt, dat Herbert Bismarck Keizer Wil
helm naar Rome en Weenen zal vergezellen.
Het gerucht dat Keizer Wil hem eerst een
bezoek van Koning Humbert te Berlijn wenscht
te ontvangen alvorens naar Rome op reis te
gaan, is van allen grond ontbloot.
Wij kunnen aan belangstellenden mededeelen,
dat de Commissie voor den Vliegerwedstrijd op
31 Augustus a.s. te houden, besloten heeft ook
jongens van buiten deze Gemeente te laten me
dedingen aan den wedstrijd, doch van deze me
dedingers een geheel afzonderlijke categorie te
maken, waarin aan den fraaisten en op een na
den fraaisten vlieger respectievelijk een prijs en
een premie zullen worden toegekend.
Alzoo zullen zes prijzen en even zooveel pre-
miën aanwijzen wie als overwinnaars uit dezen
wedstrijd treden, die verdeeld is als volgt
a. Hoogvliegers,
b. Fraaie vliegers,
c. Vreemde vliegers,
d. Groote
e. Fraaie vliegers door vreemden in te brengen,
terwijl de zesde prijs en premie uitgeloofd wordt
aan hen, die de schoonste vliegers ter opluiste
ring hebben ingezonden.
Verder dient het volgende nog bekend gemaakt
te worden
Aan den wedstrijd zullen mogen deelnemen
alleen eigengemaakte vliegersgekochte zullen
ten strengste worden geweerd.
Als mededingers worden toegelaten jongens
van 1016 jaar, die zich ieder van één hel
per mogen voorzien.
Den 27en Augustus (Maandag) van’s morgens
11 tot ’s namiddags 5 uur moeten de deelnemers
hunne vliegers inleveren bij de commissie, die
dien dag op genoemde uren zitting houdt in de
sociëteit „de Doele”. Bij de inlevering moet
worden opgegeven aan welk punt van den wed
strijd men wil deelnemen.
De inlevering gesloten zijnde, worden de vlie
gers door de Commissie en de J ury gerangschikt
in een der zalen van „de Doele”, en zullen zij
voor het publiek te bezichtigen zijn de drie daar
aanvolgende dagen tegen een entrée van 10 cents
de persoon.
Den 31en Augustus des morgens tusschen 10
en 12 uur moeten de mededingers hunne vlie
gers, ieder voor zich zelf, naar het terrein buiten
de St. Janspoort brengen en aldaar deponeeren
in de aanwezige tent.
Dienzelfden dag 's middags 2 uur, aantreden
ter plaatse waar de Kaatsvereeniging zich vej-
eenigt (dit later door genoemde vereenigiug be*
het ten minste hoogst indelicaat dat zij dezen
Prins, die in elk geval een Duitsche Prins is,
zonder relatie tot het Nederlandsche volk, niet
zoo moesten naloopen met bedelpartijen en ver
zoeken, om zuiver Nederlandsche inrichtingen en
ondernemingen te steunen. Ook in het waar
borgfonds van onze tentoonstelling is Prins Al
brecht deelhebber. Dit alles komt mij verkeerd
voor. Niet dat ik vrees dat de Prins ons land
op een kwaden dag zal annexeeren en voor de
voeten van Bismarck leggen, maar ik vrees voor
eene toekomstige Prussificatie van onze dynastie.
Al is onze Prinses en toekomstige Koningin
pas acht jaren oud, men herinnere zich dat de
quaestie der Spaansche huwelijken ook met zeer
jonge prinssessen werd gemoveerd. Wanneer
onze Nederlandsche ministers, staatslieden en
heeren van hooge coterieën, waaronder zelf jour
nalisten geteld worden, zich zoo gemakkelijk tot
hovelingen en tafelvrienden laten maken van
een Pruisisch Prins, die hier te lande meer en
meer vasten voet krijgt en zoons heeft, die een
carrière te maken hebben, zou ik vreezen, dat
hun oordeel niet geheel vrij meer zal zijn, wan
neer de gewichtige quaestie van een huwelijk
der regeerende Koningin van Nederland op het
tapijt komt.”
De Haarlemsche correspondent
Amst. Crt. schrijft dd. 11 Augustus:
„Ook onze kermis begint aan bloedarmoede te
lijden. Die ziekte bespeurt men het best, als
men ’s avonds na twaalf de straat nog eens op
gaat, het is wat drukker dan in gewone tijden,
maar van kermisdrukte geen sprake. En ware
het nu dat er geen gelegenheid tot uitgaan was,
dan zou het te begrijpen wezen, dat het zoo stil
bleef, doch integendeel is er dit jaar een gele
genheid tot profiteeren, zooals we in geen jaren
hebben gehad. Alleen de artisten van het Park
schouwburg ten uwent en die van het Ned. Too-
neel maken uitmuntende zaken. Donderdag was
er geen plaatsje bij die twee Vereenigingen on
bezet, maar nu was Donderdag ook een van de
drukste dagen. Wat wel aardig is bij ons, po
litie ziet men met de kermis niet. Loopt er
iemand nu juist niet heel recht ter been, zoo
ten minste, dat hij in gewone omstandigheid zou
worden ingerukt, met de kermis ziet men dat
niet gebeuren, maar komt er ergens quaestie
dan is het of de agenten uit den grond oprijzen,
zoo vlug zijn zij er bij. Steeds wordt bij die
gelegenheid met den meesten tact opgetreden,
zoodat vaak erger wordt voorkomen. De politie
verdient hiervoor ten volle een woord van lof.
De aandacht der Soerabaja Ct. werd getrok
ken door het bericht, dat te Padang is aange
komen een schip met A menkaansch timmerhout
voor den dienst der Staatsspoorwegen op Suma
tra en dat er nog meer ladingen van dat hout
worden verwacht.
„Op dit punt zouden wij weleens wat naders
willen vernemen,” zegt het blad. „Het wil er
bij ons niet in, dat Indië zelf zoo weinig goed
timmerhout zou opleveren, dat men voor den
bouw der Staatsspoorwegen in Indië zijne toevlucht
tot den vreemde zou moeten nemen, om in de
behoefte aan hout te voorzien.
„Tot nog toe hadden wij ons werkelijk gevleid,
dat er van zoo iets geen quaestie kon zijn. Daar
gelaten dan ons djatiehout, dat uitstekend ge
schikt is, zeker niet minder dan het „teak” uit
naburige koloniën, ook voor spoorwegbouw, wor
den er hier in Ned.-Indië werkelijk nog allerlei
kostbare houtsoorten aangetroffen, die slechts
wachten op de bjjl en de zaag van den hout-
exploitant. En dan zouden wij waarlijk voot
onze Staatsspoorwegen op Sumatra het timmer
hout bij scheepsladingen uit Amerika moeten ont
bieden Alweder dus het geld aan den vreem
deling schenken, dat wij zelven hier zoo goed
konden gebruiken en slechts voor het oprapen
hadden, naar het ons voorkomt.”
Het blad zou gaarne eens weten, hoe dit vreem
de verschijnsel te verklaren is. Wie een goede
verklaring te geven weet, zal het genoegen doen
met de mededeeling.
Zaterdagnacht, ongeveer te half een, is een
jongen van 19 jaren aan de Coolvest te Rotter
dam, uit brooddronkenheid te water gesprongen,
met het doel cm over te zwemmen. In het mid
den gekomen zonk hij echter. Een agent van po
litie had het geluk hem met eene dreg te grijpen
en op het droge te halen. Door toepassing der
voorgeschreven maatregelen voor drenkelingen
werd hij tot bewustzijn gebracht, waarna hij naar
het ziekenhuis aan de Coolsingel is gebracht, al
waar hij des nachts is overleden.
Dat onze zuivelproductie sedert de laatste
tien jaar sterk moet zijn afgenomen, blijkt o. a.
ook hieruit, dat het melkvee in ons land in 1875
933,000 stuks bedroeg en in 1884 890,000 stuks,
makende een verschil van 33,000 stuks, welke
we zijn achteruit geboerd. Gerekend nu elke
koe op een gemiddelde productie van 100 KG.
boter per jaar, alsook dat de kunstboterindustrie
’s jaars 20 a 25 millioen liter melk verwerkt, die
die dus evenals de 3,309,000 KG. boter, welke
we door het kleinere meikveebezit derven, aan
de zuivelbereiding onttrokken worden, dan be
hoeft men zich niet meer te verwonderen, dat de
oprichting van zuivelfabrieken een uiterst ge-
wenscht middel is, om dezen ziekeljjken tak van
ons aloud volksbestaan te doen herleven en al
dus opnieuw vooruit te gaan in deze belangrijke
nijverheid»
millioenen catalogussen, die in alle talen over
geheel Europa, een gedeelte van Azië en Amerika
verspreid worden, benevens de verdere uitgaven,
die ik globaal genomen, door iemand wel eens
op 3 a 4 ton heb hooren berekenen. En al
mochten nu in de catalogus, die U toegezonden
wordt, de artikelen iets goedkooper geprijsd zijn
dan hier, dan zult ge toch steeds bij de ontvangst
de ervaring hebben opgedaan dat de emballage,
franceerkosten en inkomende rechten dat vermeen
de winstje geheel hebben opgezwolgen en dat ge
of duurder of, op zijn mooist, even duur zijt uit
geweest.
Uit bovenstaande zult ge bemerken dat er met
geen mogelijkheid een antwoord op te geven is,
wanneer men U vraagt „waarom toch bestelt ge
Uw artikel uit Parijs?” Mocht ik mij echter
vergissen en kan iemand er een juist antwoord op
geven, dan zal het mij een waar genoegen zijn
dit te vernemen en zal ik mij haasten het ten
spoedigste aan alle winkeliers mede te deelen,
opdat zij, wanneer de schuld werkelijk aan hen
ligt dat ge Uw modeartikelen niet bij hen koopt,
zich kunnen beteren of ten minste zoo inrichten
dat ge naar Uw zin bediend wordt. Waarlijk,
ze zullen U dankbaar zijn voor Uwe vinger
wijzing.
Het is toch zeer zeker bijzonder onaangenaam
voor iederen winkelier, die dag aan dag zwoegt
om 1° voor zich en zijn gezin zijn dagelijksch
brood te verdienen en 2° veel moet verkoopen
om zijn dikwerf zoo hooge belastingen op te
brengen, te bespeuren dat men zijn winkel voor
bijgaat, omdat men zegt dat het in Parijs beter
te verkrijgen is. Het is hard voor hem wanneer
hij ervaart dat verscheidene Rijks- en Gemeente
ambtenaren, aan wier inkomsten hij toch ook
zijn deel bijdraagt, hunne kleederen buitenaf koo-
pen, instede dat zij ook bij hem, evenals bij ieder
ander winkelier op hun beurt het benoodigde
bestellen. Het is een onverdiend lot, dat zij zelf
niet veranderen kunnen en dat slechts dan ver
anderen kan, wanneer zij, die hun afnemers
kunnen zijn, beter gaan inzien dat zij aan hun
Land en hun Gemeente verplicht zijn elke con
currentie van buiten te weren.
Over geheel ons land vinden wij menschen die
in de Parijsche modemagazijnen, gelokt door ver
leidelijke catalogussen, hunne artikelen bestellen.
Bolsward is dus niet uitgezonderd. Ik hoop ech
ter dat het getal afnemers dier magazijnen niet
groot zal zijn, dat zij, die daar vandaan bestellen,
zullen beseffen welke schade zij daarmede doen
aan de alhier gevestigde winkeliers, die hen even
goed, even soliede en even goedkoop of duur elk
artikel kunnen bezorgen, dat zij de eendracht
die ieder Bolswarder bezielt en hem steeds doet
opkomen voor de welvaart van zijne gemeente
en hare bewoners, ook nu weer zullen bewijzen,
hetgeen het beste en tastbaarste kan geschieden
door eene voortdurende vermindering van de be
gunstigers en begunstigsters van Parijs.
Dat zij zoo
van de
Franeker, 13 Aug. Gisteren had alhier voor
de eerste maal een wielerwedstrijd plaats bij het
„Stations-koffiehuis”, op bicycles en veiligheids-
wielers. Deze wedstrijd was den vorigen Zon
dag tengevolge van het ongunstige weder niet
doorgegaan. Opnieuw uitgeschreven hadden zich
nu aangemeld voor langzaam rijden 15, voor
kunstrijden 5 en voor snelrijden 14 deelnemers.
De prijzen werden behaald als volgt: no 1.
langzaam rijden op een baan van pl. m. 40 me
ters, door S. de Witte te Bolsward eene zilveren
medaille; no. 2. kunstrijden, door G. Dijkstra
R. Hz. te Leeuwarden eene zilv. medaille. Mede
werd eene zilv. medaille, niet uitgeloofd, toege
kend aan W. van der Woude te Harlingen, die
evenzeer bij het kunstrijden had uitgemunt. No.
3. snelrijden op een ongeveer ronde baan van
600 meters, door C. J. Wolfman te Heerenveen
de prijs, eene gouden medaille, en door P. Bok-
ma te Leeuwarden de premie eene zilveren me
daille. Twee deelnemers hadden het ongeluk
onder het rijden te vallen, een doordat hij met
den voet in het wiel geraakte en een doordat de
baan, wegens het passeeren van een paard en
rijtuig, niet vrij bleef. Beiden bezeerden zich
nog al ernstig aan hoofd of handen, zoodat zij
verder zich van mededinging moesten onthou
den. Na afloop was er ’s avonds ongeveer 9 uur
prijsuitdeeling in den tuin van het „Stations-koffie
huis bij verlichting a giorno, waarna, begunstigd
door een schoonen zomeravond, een geanimeerd
bal champêtre plaats had.
De Haagsche briefschrijver der Arnh. Crt.
schrijft onder anderen over het bezoek van Prins
Albrecht van Pruisen en zegt daarvan o. m.:
8lk vind dat mijne stadgenooten wel eenige
voorzichtigheid konden in acht nemen, en acht
kend te maken) en met hen naar het terrein
van den wedstrijd te marcheeren.
Om 3 uur moeten alle vliegers zijn opgelaten,
zijnde dit het uur waarop de wedstrijd aanvangt.
Het touw door de jongens, onverschillig waar
aan te schaffen, moet een lengte hebben van juist
300 Meter. Van de prijswinnaars, wordt het touw
gemeten vóór het uitreiken der prijzen, die zullen
worden ingehouden zoo het de vereischte lengte
niet bezit.
Iedere vlieger, onverschillig of men mededingt
in a., b., c., d. of e., hierboven genoemd, moet
aan zijn doel beantwoorden en op den gestelden
tijd opgelaten zijn.
Een vlieger die hinderlijk is voor de anderen
moet onmiddelijk worden ingehaald.
Wij vermeenen hiermede de voornaamste re
gels te hebben opgenoemd waaraan de deelne
mers zich hebben te onderwerpen en nemen voor-
loopig afscheid van dezen wedstrijd na de deel
nemers te hebben toegewenscht „veel pleizier”
en vooral „mooi weer”.
„Wel Mevrouw Dinges, ik moet U mijn com
pliment maken over de prachtige japon die U
daar aanheeft Wat een aardig ruitje is dat
en wat mooi goed. Zeker uit Parijs, niet waar
„Natuurlijk, beste vriendin, sinds die mode
magazijnen daar ons hun waren zoo goedkoop
en zoo soliede leveren, denk ik er niet meer aan
hier wat te koopen, men kan daar veel beter
terecht. Mijn man kocht er zich een prachtig
fantaisiecostuum en de zomertoiletten voor ons
allen heb ik daar ook gekocht. En dan is alles
zoo goedkoop, spotgoedkoop! neen, als het
niet hoog noodig is, dan koop ik hier niets meer,
mij bevalt het daar oneindig beter”.
Dergelijke en natuurlijk bij onze dames veel
langere gesprekken, hoort men tegenwoordig veel
voeren en ongelukkig den winkelier in dames- of
heerenkleedingstukken, ja zelfs die in galante-
riën, die zulks bij toeval hoort. Hij moet het
aanhooren en doet in den regel het best te zwij
gen totdat hij thuis is of een zijner collega’s
spreekt, bij wien bijzijn hart kan luchten. Want
sprak hij, trok hij te velde tegen de gewoonte
om tegenwoordig liefst niets uit eigen land of
stad te koopen, maar alles van buiten te laten
komen, dan liep hij alle gevaar om dat weinigje
dat Mevrouw Dinges c. s. slechts bij hem zou
koopen „als het hoog noodig” was, ook niet meer
te leveren.
En al hoort de winkelier nu juist niet alles,
toch bemerkt hij het dat zijne waren geen aftrek
vinden, dat ze moeten wijken voor artikelen af
komstig van magazijnen uit den vreemde, hij ziet
een en ander dragen en vraagt zich te vergeefs
af waarom ze niet bij hem of een ander gekocht
worden en wat er dan toch aan zijne waren ha
pert. Ik zegte vergeefs vraagt hij zich dat af
en ik geloof dat, al richte hij deze vraag tot een
ander, niemand, zelfs niet zij, die de Parijzer
artikelen verkiezen boven de zijne, hem hier een
antwoord op konden geven.
Waarom kan daar niemand op antwoorden
Doodeenvoudig omdat er geen behoorlijk ant
woord op te geven is. Het eenige wat men zeg
gen kan is„Ja maar het is zeer chique om
zijne kleedingstukken uit Parijs te laten komen,
en men is daar veel beter met de mode op de
hoogte”. Op het eerste gedeelte wil ik nu niet
antwoorden, ik haal daar slechts mijn schouders
voor op; het laatste gedeelte moet ik nadrukke
lijk tegenspreken, want zij, die zich steeds gaarne
naar de laatste mode kleeden, kunnen even goed
in de plaats hunner inwoning, als elders terecht.
Gelukkig zijn er in iedere plaats ook nog men
schen te vinden, die nog niet behebt zijn met de
Parijzer bestelmanie en voor deze lieden houden
de winkeliers zich steeds op de hoogte van iedere
verandering, die de grillige dame „Mode” ver
kiest aan te nemen en zorgen zij dus ook dat
zij altijd voldoenden voorraad van den laatsten
smaak in hunne magazijnen voorhanden hebben
om hun klanten te bedienen. Wil men zich al
zoo naar de mode kleeden, dan behoeft men wer
kelijk niet uit de stad te gaan, maar kan men
daar best zijne gading vinden, en waar dit niet
het geval mocht zijn, daar zal de winkelier wel
steeds zorgen dat ge binnen enkele dagen dat op
zicht hebt, wat ge mocht verlangen.
Zij, die dus bovenstaand motief aanvoeren om
zich te verontschuldigen, kunnen gerust naar een
ander gaan zoeken, want dit gaat niet op. Wat
zal nu dat andere zijn Laat ons eens beden
ken Wacht, ik heb wat„Houdt het
goed vast” roept een van de Parijzer bestellers,
in de hoop iets te zullen hooren, dat hem tot
verdediging kan strekken. Vasthouden zal ik
het en antwoorden zal ik U ook. Ge kunt nu
antwoorden„Alles wat we uit Parijs ontbieden
is veel goedkooper”. Non-sens, antwoord ik U,
(vergeef me deze pertinente uitdrukking, die ik
echter bestendig), dat zei Mevrouw Dinges ook,
maar ik zou wel eens willen weten waarom het-
gene dat van Parijs hier naar toe komt goed
kooper is. „Omdat het daar op veel grooter
schaal verkocht wordt en men zich met een kleine
winst tevreden stelt,” zegt ge weer. Heele
mooie phrasen uit de boekjes, die twee- a drie
maal per jaar aan ons worden toegezonden, het
zijn echter maar phrasen en niets dan phrasen.
Als ge slechts zoo af en toe in de couranten
leest, welke prachtige gebouwen de meest be
kende der Parijsche magazijnen, de Louvre,
Printemps, Bon Marché en St. Dénis, zijn, als
ge hoort met hoe’n personeel aan die magazijnen
gearbeid wordt, zoowel op de ateliers, in de win
kels en op de administratie bureaux en welke
kolossale week- en jaarloonen daar worden uit
betaald en, last not least, als ge U slechts even
herinneren wilt hoe’n fabelachtige som Madame
Boucicault, de onlangs overleden eigenares van
een dezer magazijnen, bij haar sterven naliet, en
magazijnen ook wel zooveel of ongeveer
„1 X1 _1__*X
dan zult ge met me instemmen moeten, dat het
zoo duidelijk als de dag is dat men zich niet met
kleine winsten vergenoegt en dat daar dus niet
jwmde nu nog niet eens de drukloonen van die
s
Boucicault, de onlangs overleden eigenares
gelooven wil dat ieder dér eigenaars van de an
dere i
zooveel munt zal slaan uit de zuivere winsten,
ijk als de dag is dat men zich niet met
goedkooper als elders kan verkocht worden. Ik
Bolswarilsclie Courant
I
F
UIT
y
i