NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
r
No. 44.
1
OIS PLANTSOEN.
1888.
Zevenen Twintigste Jaargang.
VOOR
DONDERDAG 1 NOVEMBER.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
W?'
I
ft
E
I
I
is aangebracht, in
I
w
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents,
ADVERTENTIEPRIJS 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
over
van
om.
M
Wie een onbevangen blik heeft voor natuur
schoon, de gave der opmerking bezit, om het
schoone in de schepping overal waar te nemen,
zal gaarne erkennen, dat onze heerlijke weiden,
bevolkt met kostelijk rund- en wolvee, liefelijk
zijn om aan te zien, dat de eentonigheid op ge
lukkige wijze wordt gebroken door de vele keurige
boerderijen, vaak in het lommer ten deele ver
scholen en de menigte kerken met hare spitsen
en massieve torens, die overal den wandelaar als
een onregelmatigen cirkel als ’t ware aan den
gezichteinder omringen.
Ook biedt onze stad, die niet als een platte
massa op een vlak veld daar nederligt, maar met
haar vele openbare gebouwen, gekroond met
vriendelijke, smaakvolle of kolossale torens in ge
broken lijnen, zich boven de iepen van het bol
werk en de stadsgrachten verheft, op menig punt
een schilderachtig geheel.
Toch zal het wel zonder bedenking waar zijn,
dat wij dit werkelijk bestaande natuurschoon, niet
afgewisseld door bouwvelden, bosch en heide, hoog
en laag, maar zelden buiten den omtrek onzer
stad kunnen genieten, door het boomlooze onzer
grindwegen en de weinige verscheidenheid onzer
wandeldreven. Wij zijn beperkt tot de krans die
onze stad omringt en die wij, op dichterlijke wijze,
gewoon zijn „ons plantsoen” te noemen.
Moge voor een aantal jaren ten onrechte ge
ijverd zijn tegen het afgraven van het grootste
deel van het bolwerk, immers lommerrijke lanen
beginnen zich reeds te slingeren rondom de grach
ten, toch is het wel degelijk te betreuren, dat
het toenmalig bestuur geen oog heeft gehad voor
’t geen zoo vlak voor de hand lag, om namelijk hier
en daar een heuvel uit te sparen, eenige golving
in het terrein aan te brengen, waardoor op som
mige plaatsen een zoo lief plantsoen had kunnen
worden aangelegd.
Dit echter is voorbij en wij waardeeren, dat
gansche rijen goede hoornen zijn geplant, ver
schillende perken met bloeiende heesters zijn aan
gelegd en sints 1883 een begin is gemaakt met
eenige wezenlijke zorg voor dat gedeelte der
eenige glooiing die wij bezitten en die voor 25
jaren met zooveel smaak is aangelegd. Wij ver
heugen ons, dat ons Dagelijksch Bestuur, op zeer
behoedzame wijze is begonnen het aangevangen
werk in wat breederen zin op te vatten. Het
had over zeer beperkte middelen te beschikken,
maar het wilde blijkbaar een proef nemen, of het
der burgerij welgevallig zou zijn en de goedkeu
ring wegdragen van den raad, als het overging
tot het met eenigen smaak verfraaien van dat ge
deelte, waarop reeds de aandacht gevestigd was
en dat zich uitstrekt langs de Sociëteit „Amicitia”
en het werkhuis.
Zelfs daar echter is de aanleg nog volstrekt
niet voltooid, het perk met bijna doode peppels
ontsiert het grootelijkser zijn boomgroepen, die
als wilde massa’s daar staan, boven wier kale
stammen zich alleen nog een bladerenkroon welft,
die eenige prachtige boomen dreigt voor goed te
belemmeren in hun groei; langs het werkhuis
wordt het oog onaangenaam aangedaan door den
kalen muur met zijn onhebbelijke steenen.
En overigens verkeert menige plek in allertreurig-
sten toestand. Tegen den zijgevel der gasfabriek
staat één vlierstronk, mist zelfs een weg van uit de
poort naar de vaart, de schoone rei iepen langs het
voorfront kunnen niet uitgroeien, omdat heesters,
die reeds voor 15 of 20 jaren hadden moeten zijn
gekapt en gesnoeid, onbeteugeld haar takken
slingeren door het iepenloof, terwijl ons oog alweer
op de kale onderstukken rust.
Bij de Harlingerbrug is het een tooneel van
ordeloosheid en verwaarloozing, dat ieder, die
eenigen smaak heeft en ook maar een half oog
voor natuurschoon, tot een voortdurende ergernis
is. Toch zijn er ook zachte glooiingen naar de
zijde der grachten, waar voor bloemperken uitne
mende plaats is. Een treurbeuk en een enkele
heester bij het water geplant, zouden een vrien-
delijken aanblik geven. Het Nannenhof is vaak
een modderpoel en altijd een onbehagelijke rechte
strook gronds, zonder eenige afwisseling van kleur,
in het aan zijn lot overgelaten gras.
Wonseradeel, 29 Oct. De groote aardappel-
hoopen, die zich verleden Herfst allerwege aan het
oog vertoonden, zijn nu bijna nergens te vinden, ze
nemen vrij wat bescheidener plaatsje in en doen nu
reeds zien, dat als de opgeslagen wintervoorraad
hier en daar geconsumeerd is, er volstrekt geen
vrees behoeft te bestaan, zooals dit voorjaar, dat de
boeren ze voor een appel en een ei van de hand
moeten doen. Algemeen hoort men zeggen, dat de
aardappelen, welke verleden jaar voor niet al te
best werden uitgekreten, nu heel goed genoemd
worden en nu haast driemaal zooveel opbrengen
per korf als toen de goede waar. Of de verbouwers
er thans zooveel te slechter aan toe zijn, is de
vraag, in allen gevalle hebben ze minder arbeids
loon uit te geven, daar de hoeveelheid minder
was, die gerooid moest worden.
Sneek, 29 Oct. Alhier heeft zich eene com
missie gevormd bestaande uit eenige leden van
het muziekcorps der d.d. schutterij, de kader-
vereeniging en de muziekvereeniging Apollo”,
tot het oprichten van een gedenkteeken ter eere
van den overleden kapelmeester den heer M.
Edzard Grefe.
Harlingen, 29 Oct. De telefoonverbinding
der Nederl. Tramwegmaatschappij met Bolsward
is tot stand gekomen, zoodat voortaan eenig
oponthoud van een trein niet meer noodzakelyk
het verkeer langs de geheele lijn stremt, gelijk
tot nu toe maar al te dikwijls, tot groot ongerief
van het publiek in hun dienst, gebeurde.
Heerenveen, 28 Oct. De directie der Neder-
landsche Tramwegmaatschappij gaat krachtig
voort met den aanleg van telefoonlijnen langs
hare wegen. Was dit tot nog toe het geval met
de lijn HeerenveenSneekHarlingen, gisteren
heeft men een aanvang gemaakt met de telefoonge-
leiding HeerenveenGorredijkDrachten. Daar
’t wellicht moeilijkheden zou baren, de ver-
bindingspalen in de kom dezer plaats te plaatsen,
gaat men van uit het Centraal-bureau (station)
de Fok langs de hoogere burgerschool en
daar door het weiland achter onze plaats
Bij de villa „Voormeer” van den heer mr.
M. Mz. van Heloma zal men op den weg naar
Drachten komen, zoodat in de plaats geene
palen zullen worden geplaatst. Dat ook op deze
lijn, met een druk verkeer, de verre spreker
goede diensten zal bewijzen, behoeft zeker geen
betoog.
De heer Geert de Jonge, redacteur van de
Bakkerscourant, geeft het denkbeeld aan om in
richtingen te vestigen, waarin zjj die geen voed
sel hebben, kosteloos brood met een eenvoudigen
drank kunnen bekomen. Als de behoefte gestild
is, moeten zij, die van de inrichting gebruik
maakten, zich weder verwijderen. De kosten
van dit voedsel en de verwarming der lokalen
zullen, naar de raming van den ontwerper, wel
niet zoo groot zijn, of zij kunnen gemakkelijk
door liefdegiften bijeengebracht worden.
Door den heer H. J. Justema te Rotterdam
is eene scheepswekkerklok uitgevonden, die, zoo-
dra er eene lekkage ontstaat en er ongeveer 2
centimeter water in het schip komt, terstond
waarschuwt, zoodat de opvarenden, al lagen zij
in de rust, voldoenden tijd hebben, om zich te
redden en veelal ook het schip voor zinken te
bewaren.
Vrijdagnamiddag weigerden naar de Tu-
banita meldt, de arbeiders aan de weverij van
de firma ter Kuile Morsman, aan den Park
weg te Enschede, aan hun werk te gaan, omdat
er den vorigen dag was aangeplakt, dat de vol
gende week voor een deel der arbeiders een
premiestelsel zou in werking treden, waardoor
de beste werklieden meer, de andere daarentegen
minder zouden verdienen, indien zij dan niet
meer stukken dan vroeger zouden inleveren.
Toen de patroons bij hunne komst de grieven
tegen dit stelsel vernamen, trokken zij het in,
waarna de arbeiders weer aan hun werk gingen.
Op het Lucasbolwerk te Utrecht werd Za
terdagmiddag een driejarig meisje dat aldaar on
der toezicht der moeder speelde, door een wiel
rijder aangereden, waardoor de kleine viel, doch
nagenoeg geen letsel bekwam. De moeder even
wel, haar kind ziende vallen, kreeg van schrik
een zenuwtoeval, waarbij zij met het hoofd tegen
een bank terecht kwam en verwond werd. We
der tot bewustzijn gebracht, werd zij door een
paar vrouwen huiswaarts geleid.
De heer Gerritsen, het radicale lid van den
Amsterdamschen gemeenteraad, heeft het denk
beeld geopperd, de betrekking van „adjunotwet-
houder” te creëerenv en die functie dan beurte-
Frankrijk. Door voorstanders van generaal
Boulanger is Zaterdagavond te Parijs een feest
maal van 800 couverts gehouden. De generaal
hield eene rede, waarin hij dezelfde denkbeelden
ontwikkelde als voor de commissie der grond
wetsherziening. Toen de gasten uiteengingen,
hoorde men eenige kreten en gefluit en werden
onderscheidene personen in hechtenis genomen.
Duitschland. De Keizer heeft aan de kan
selarij opgedragen de betuigingen zijner erken
telijkheid over te brengen aan de regeeringen
der landen, die hij doorreisd heeft.
In dat geschrift zou de Keizer tevens zijn vol
doening uitdrukken over de vredelievende bedoe
lingen, die men overal aan zijn reizen toeschreef.
Zondagmorgen hield de Keizer een rede, bij
het inwijden der nieuwe kerk van het Heilige
Kruishij zeide daarin, dat hij in alles het voor
beeld van zijn vader Frederik III zal volgen.
De Wurtembergsche Regeering heeft besloten
een vervolging tegen de Münchener Neueste Nach-
richten in te stellen, wegens het artikel in dit
blad, waarin de regeering, en vooral de geldelijke
administratie van nepotisme wordt beschuldigd.
Het zou niet zoo vreemd zijn, als de offi-
cieuse Berlijnsche bladen eene „rectificatie” ga
ven van een gedeelte van de redevoering, welke
Keizer Wilhelm Zaterdag heeft gehouden tot de
deputatie uit den gemeenteraad, die hem
kwam gelukwenschen met zijne behouden thuis
komst en van hem, ter herinnering aan zijne
reis, verlof verzocht om op het plein voor het
Paleis een monumentale fontein op te richten.
De Keizer toch heeft zich misschien niet juist
uitgedrukf, toen hij, zijn ernstig misnoegen er
over te kennen gevende dat tijdens zijne afwezig
heid een strijd was ontstaan over familie-aange-
legenheden zooals zich geen particulier persoon
zou hebben laten welgevallen, van de deputatie
zeidê te verwachteu, „an ihrem Theile dafür zu
sorgen, dass diese Ungehörigheit aufhöre”.
De heeren, die de deputatie uitmaakten, waren
de opperburgemeester von Forenbeck, de burge
meester Daucker, vier leden van de magistraat
en vijftien stedelijke afgevaardigden; deze zui
len, om de verwachting van den Keizer niet te
leur te stellen, moeten beginnen met persoonlijk
de scherpste censuur te gaan uitoefenen op alles
wat van de pers komt.
De Vorst van Bulgarije heeft de zitting der
Skuptchina met eene troonrede geopend, waarin
hij met voldoening wijst op het behoud van den
vrede, op de rust en orde, die in het land heev-
schen, en op het feit, dat de rechtvaardige zaak
van Bulgarije met den dag aan erkenning wint
en vastheid in zichzelve begint te krijgen.
Ook de Grieksche Kamers zijn Zaterdag ge
opend met eene troonrede, die nog al optimistisch
spreekt over den binnenlandschen toestand.
In Spanje is het niet zoo gunstig gesteld. In
het leger doet zich weer eene ernstige republi-
keinsche beweging gelden, welke de Regeering
zeer verontrust.
Rusland. Op last der Regeering hebben alle
vreemde Joden in het district Warschau last
gekregen binnen vier weken het Russisch grond
gebied te verlaten.
lings aan ieder der leden van den Raad op te
dragen, teneinde hen beter op de hoogte te bren
gen van de gemeente-zaken.
Dat dit denkbeeld, zoowel om de motieven als
wegens de toepassing, sensatie wekte, laat zich
denken.
Voor het beginsel om de raadsleden bij de
wethouders „in de leer te doen” is wel wat aan
te voeren, maar ook veel er tegen en de toepas
sing zou eveneens bezwaren opleveren. Maar zoo
het gevolg er van wezen mocht dat ook hier het
„qui tout sait tout pardoune” eene waarheid wierd,
dan zou er eene idyllische eendracht in onze ge
meenteraden ontstaan en de taak van een ge
meentebestuur, en vooral van een burgemeester,
wel zoo gemakkelijk worden.
Waarom schrijven de geneesheeren hunne
recepten, van wier juiste of onjuiste ontcijfering
dikwijls een menschenleven afhangt, zoo onlees
baar
Aan die vraag der Amsterdamsche Courant zou
zeker meer kracht worden bijgezet, indien ze ge
paard ging met eenig bewjjs, dat een zieke ten
gevolge van het onduidelijke schrift ernstig be
nadeeld was of gestorven. Als er soms verkeer
de geneesmiddelen werden verstrekt, was eene
vergissing van den apotheker daarvan oorzaak.
De vraag blijft intusschen onopgelost, tenzij
men als antwoord geven wilde, dat de doktoren
liever niet zien, dat de patiënten meepractiseeren,
wat door hunne hieroglyphen, zoo niet be
let, toch bemoeilijkt wordt.
In den Rotterdamschen Gemeenteraad heeft
de burgemeester geantwoord op eene opmerking
van een der leden, betreffende de onveiligheid,
welke daar des nachts heerscht. De burgemeester
zeide, dat de berichten in de dagbladen zeer
overdreven waren; in het geheele jaar waren nog
geen twintigtal zoogenaamde nachtelijke inbraken
in Rotterdam gepleegd. Die, welke hadden plaats
gevonden, geschiedden in onbewoonde gebouwen,
waarin men door middel van een valschen sleu
tel of het opschuiven van een van binnen niet
gesloten raam kon binnen dringen. Hij verklaarde
zich niet tegen eene aanvulling van de nacht-
politie, maar meende, dat de lichtvaardigheid der
ingezetenen zelven indirect schuld was van die
diefstallen.
Het gerucht is te Amsterdam verspreid,
als zou de moordenaar van Whitechapel aan den
hoofdcommissaris van politie een brief geschreven
hebben, dat hij naar Amsterdam zou komen, en
men vertelde er reeds bij, dat hij reeds daar was.
Dit praatje heeft zeer velen verontrusten voor
al in de buitenwijken niet weinig schrik onder
de dienstmeisjes gebracht. Van verschillende
families vernamen wij de klacht, dat ze ’s avonds
de meid de deur niet uit konden krijgen om een
boodschap, van wege den Wijtschappel”, zooals
zij den moordenaar noemen.
De dames uit de Warmoesstraat, de Nes en
het Oudekerksplein hebben waarschijnlijk nog
niets van het gerucht gehoord. Deze zouden
anders reden hebben, wat uit de voeten te blij
ven van wege den „Wijtschappel”. Amst. Cour.
De kerkeraad der Ned. Herv. gemeente te
Amsterdam heeft in zijne vergadering van 18
October besloten de volgende mededeeling in
het Predikbeurtenblad te plaatsen
„Het schijnt, dat er nog altoos zijn, die mee
nen de voorrechten der kerkgemeenschap te kun
nen genieten, zonder die gemeenschap zelve aan
te houden, hare lasten te dragen en aan hare
verordeningen te gehoorzamen.
De kerkeraad maakt bekend, d.at hij naar Gods
Woord en de beginselen onzer kerk die meening
niet kan deelen en in elk voorkomend geval
naar dien regel zal handelen.
Niemand kan tegelijkertijd lid van twee onder
scheidene kerkelijke gemeenten zijn.
Die hunne namen laten plaatsen op het „Dupli-
caat-Lidmatenboek” der Ned. Geref. gemeente
(doleerende), opgericht in den jare 1886, hebben
zich daardoor afgescheiden van de Ned. Herv.
gemeente, waartoe zij behoorden, en mitsdien
van de Ned. Herv. kerk.
Allen echter, die meenen tot de kerk, welke
zij verlieten, te moeten terugkeeren, zullen gaarne
opnieuw worden aangenomen, en zij hebben daar
toe niets anders te doen dan het schriftelijk ver
zoek bij den kerkeraad in te leveren, vergezeld
van het bewijs hunner inschrijving op het Dupli-
caat-lidmatenboek der „doleerende” gemeente.
Het adres daarvoor is aan de kosterij der Nieuwe
kerk op den Dam.
De kerkeraad wenscht door deze mededeeling
niemand te bewegen om tegen zijne overtuiging
in te handelen. Iedereen moet het voor den
alwetenden God verantwoorden, waarom hij in
de Ned. Herv. kerk blijft of haar verlaat.
Maar de kerkeraad kan en mag niet toelaten
dat men zich van die kerk afscheidt en toch in
voorkomende gevallen de rechten van haar lid
maatschap wil laten gelden. Daarom heeft hij
besloten allen, die het aangaat, nog eens nadruk
kelijk daarop te wijzen”.
Op last van den officier van justitie te Maas
tricht, is dezer dagen naar het krankzinnigen
gesticht te ’s-Hertogenbosch overgebracht eene
circa 50-jarige arme krankzinnige vrouw, die
zich sedert meer dan 10 jaren schuil hield in
een geheel verlaten en bouwvallig huis te Die*
pendaal-Epen. Haar toestand was in den laat
stee tjjd van dien aard, dat zij meer op een dier
geleek dan op een mensch. Het gemeentebe
stuur vau Wittem^ ofschoon met haren toestand
Ik stip maar het voornaamste aan en zwijg
van zoo menig plekje, dat met betrekkelijk weinig
kosten, te maken ware tot een vriendelijk rust
punt voor den wandelaar.
Wie nu geluisterd heeft naar de stemmen, die
opgingen uit de burgerij, zal er wel niet aan
twijfelen of de zwakke, arme, eerste beginselen
waarmee het Dagelijksch bestuur is aangevangen
en waarvoor den raad nooit een buitengewoon
crediet is gevraagd, droegen de goedkeuring van
bijna allen weg. Zelfs spreekt men op Werk-
mansbloei re eds met welwillende overdrijving van
„ons Oranjewoud” en waarlijk ’t is een genot, om
van uit die vriendelijke woningen het oog te slaan
op het eenigzins herschapen plekje, dat zich daar
over de gracht zoo gunstig voordoet.
Het is dus verklaarbaar, dat het Dagelijksch
Bestuur nu het oogenblik gekomen achtte, om
den raad te stellen voor de vraagvindt gij het
goed, dat wij op deze wijze voortgaan, wij vragen
u nu een post van f200,boven het gewone
onderhoud, want de verder gevraagde som is drin
gend noodig, om hetgeen nu
goeden stand te bewaren.
In de raadszitting, echter van den 23ste Octo
ber heeft de raad met 5 tegen 4 stemmen zijn
„veto” uitgesproken, zijn„tot hiertoe en niet
verder”.
Het Dagelijksch Bestuur en de minderheid moe
ten er zich bij neerleggen, de burgerij moet be
rusten in ’t geen dit vijftal harer vertegenwoor
digers heeft besloten. Maar duizenden voorzeker
zullen het betreuren, dat op eene gemeentebe-
grooting van omstreeks Tachtigduizend gulden,
geen f200,meer mag worden uitgegeven voor
eene zaak waarvan de gansche burgerij geniet,
dat men dit weinige niet bestemmen wil voor de
ontwikkeling van onzen smaak voor wat liefelijk
is en schoon op het gebied der natuur, dat men
ons dit onthoudt in eene stad en een oord, waar
wij voorwaar in dit opzicht niet rijkelijk zijn be
deeld.
Moge het Dagelijksch Bestuur niet afgeschrikt
worden en voor een volgend jaar een mildere
stemming de meerderheid der raadsleden bezielen.
M. E. van der MEULEN.
Bolswardsche Courant
seiswio vwssaABm
l|
F i