NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWA.BB WOORAMB
1813-1888.
4
i
J'
1888.
Zevenen Twintigste Jaargang.
No. 46.
H
DONDERDAG 15 NOVEMBER.
BUITEN LAND.
BINNENLAND.
VOOR
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7regels. Ver-
nog geen gevolg
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
om ook niet
rijke klasse
I I
eene gezegende moge zijn voor ons land en volk.
Laat ons geen vrijheidsboomen weer gaan plan
ten, die later toch worden omgehakt, in onze
grondwet is het beginsel der vrijheid nedergelegd,
wij hebben het slechts door te voeren en moeten
niet weer achteruit op dien weg, zooals sommigen
willen, maar vooruit, met behoud van orde.
De één en ondeelbaarheid der Bataafsche repu
bliek, vastgesteld den 23ste April 1798 en be
krachtigd in al de grondwetten van het „Koning
rijk der Nederlanden14, blijve ons allen heilig,
’t Is één grondgebied14gelijk de laatste grond
wet het noemt, dat wij verdedigen zullen tegen
alle vreemde inmenging, niet met nationale be
krompenheid, maar met nationale fierheid.
Geen „groote woorden”, zooals Napoleon met
eenig recht, maar met booze bedoelingen, de leuze
noemde, „vrijheid, gelijkheid, broederschap14, doch
groote en edele daden, zijn het, die wij wachten
van het volk.
Vroom, vrij, vroed, zoo zij onze natie, dan kan
zij eenmaal het eeuwfeest hater onafhankelijkheid
met vollen luister vieren en haar naam zal in
eere blijven bij de volkeren der aarde.
M. E. van der MEULEN.
Engeland. Gladstone zou Zaterdag te Wol
verhampton spreken, maar kon zich niet ver
staanbaar maken en moest eindigen. Het gedrang
was zoo groot, dat een groot aantal mannen en
vrouwen flauw zijn gevallen.
Van Wolverhampton is hij naar Oxford vertrok
ken waar hij door de studenten op een vijandige
betooging werd onthaald. In tegenstelling met
hun Spaansche collega’s zijn de Engelsche studen
ten bjna allen conservatief.
Vrijdag werd de zitting van het internationaal
werklieden congres voortgezet. De discussie was
vreeselijk verward, vooral daar de Engelsche af
gevaardigden zich hielden alsof zij de vertrek
kende voorstellingen en mededeelingen hunner
collega’s van het vasteland niet begrepen. Einde
lijk komt de afgevaardigde Parnell met een voor
stel, waarin staatshulp wordt gevraagd ter ver
krijging van een normalen arbeidsdag. De lezing
van dit voorstel werkte op de lachspieren der
Engelsche afgevaardigden. Parnell wil zijn voor
stel in behandeling genomen zien. De voorzitter,
de heer Shipton, verlaat zijn zetel, na de zitting
tot 10 uur Zaterdag verdaagd te hebben. Som
migen willen 9 uur; na een verwarde discussie
zonder voorzitter, besluiten de v teemde afgevaar
digden om 9 uur bijeen te komen.
Frankrijk. Terwijl op het arbeiderscongres
te Londen de afgevaardigde Burt over de ont
wapening stond te spreken, vergaderde de Fran-
sche Kamer om het budget van Oorlog te be
handelen. In die zitting zeide de Minister van
Oorlog, de Freycinet, dat de hoop op verminde
ring der begroeting hersenschimmig was.
Men moest zich veeleer voorbereiden op nog
grooter krachtsinspanning voor de verdediging des
lands. Een groot land moet op zich zelf ver
trouwen en bij de beveiliging zijner eer op zich
zelf kunnen steunen. Zoolang in den algemeenen
toestand geen verandering komt mag men niet
verwachten, dat het budget beneden 550 millioen
zal dalen. Met deze uitgaven stelt men zich geen
aanvallend doel voor. Maar niemand zal zich ver
wonderen, dat Frankrijk zijn onafhankelijkheid
voor geheel Europa zal verzekeren.
Vereenigde Staten. Men gelooft, dat de
nieuwe president, generaal Harrison, tot secre
taris van Staat zal benoemen, den bekenden repu
blikein Blaine. Deze benoeming zal door vele
republikeinen met leede oogen worden gezien.
De berichten over den katoenoogst in October
waren gunstig uit het Zuidwesten en vrij gunstig
uit de Atlantische Staten.
De gemiddelde opbrengst zal gelijk zijn aan
die van 1887, maar de kwaliteit is minder.
De maïsoogst zal gelijk staan met die van 1885
en ongeveer 200 millioen bushels bedragen.
Harlingen, 10 Nov. Eergisteren had alhier
een ongeval plaats, dat schromelijke gevolgen
had kunnen hebben. Een meisje van buiten,
leerlinge van de Bijz. Chr. school alhier, begaf
zich na het eten der boterham, die zij in de
school gebruikt zij gaat ’s middags niet naar
huis naar de straat om te gaan spelen. Daar
schijnt zij op de een of andere wijze, hoe is on
bekend, met vuur in aanraking gekomen te zijn,
althans in een oogenblik vatten hare kleederen
vlam. Gelukkig kwam er spoedig hulp opdagen
en werd de vlam gebluscht, zoodat het kind,
hoewel gewond aan’ beenen en aangezicht, er
nog betrekkelijk goed afkwam.
In de Staatscourant kwam voor eenige
dagen het verslag van de Postspaarbank voor
dat thans ook afzonderlijk het licht heelt gezien
bij de gebroeders van Cleef.
In deze afzonderlijke uitgave zijn ook eenige
Velen zullen zich nog herinneren, met hoeveel
opgewektheid, algemeene deelneming en geest
drift, het 50-jarig feest is gevierd, ter herdenking
van Neêrlands onafhankelijkheid.
Ook in onze stad hebben oud en jong, arm en
rijk, zich toen te zamen vereenigd en ik herinner
mij nog menig goed en waardig woord, dat van
warme liefde getuigde voor Vaderland en Vorst.
25 jaren zijn sedert verloopen en weldra is 17
November weer daar, de dag, waarop voor 75
jaren van Limburg Stirum, die met van der Duyn
van Maasdam, op aansporing van Gysbert Karei
van Hogendorp, de grondslagen gelegd had der
herstelling onzer onafhankelijkheid, met de pro
clamatie: „Holland is vrij”, door den Haag trok.
„Hij was bezield, zoo schrijft van Hogendorp,
van eene edele geestdriftalles gehoorzaamde op
zijne wenkenmet slaande trom en vliegend vaan
del trok hij den Haag door, onder het uitroepen
van den Prins van Oranje en het afkondigen der
Publicatie. Van alle zijden kwam de Oranje-kleur
voor den dag en Den Haag vlagde als bij eene
overwinning”.
Het plan bestaat in eenige gemeenten, als de
gezondheidstoestand van onzen geëerbiedigden
Koning het toelaat, om op dien of een anderen
datum dezer maand, ook nu een min of meer
luisterrijk volksfeest te vieren.
Van een algemeen volksfeest echter zal wel
geen sprake zijnook in de stad onzer inwoning
zal die dag vrij zeker in alle kalmte voorbijgaan.
Verschillende oorzaken werken samen om aan
dien datum ditmaal geen feestelijk karakter te
geven. De opgewekte viering, ook hier, van den
70sten jaardag van onzen Koning in het vorig
jaar, de herdenking van het aanstaande 40-jarige
kroningsfeest, als God onzen Vorst in het leven
spaart, de wankele toestand zijner gezondheid in
deze dagen, dit een en ander en wellicht nog
meer dragen daartoe bij.
Indien nu maar niet die dag en deze maand
in onverschilligheid wordt doorleefd. Indien de
lessen der historie maar niet verloren gaan.
Zij toch, de geschiedenis, heeft ons zóóveel te
zeggen.
Allereerst worde één woord uit de proclamatie,
als eene vermaning, gehoord en overdacht„Alle
partijschap heeft opgehouden’’.
De drie vernederende, bijna vernietigende jaren
van het keizerrijk hadden meer gedaan, om de
Unie onzer provinciën tot stand te brengen, dan
de twee eeuwen, die er aan waren voorafgegaan.
De provinciën beschouwden elkander nu niet meer,
als „Vreemde mogendheden”, gelijk in de dagen
des voorspoeds zoo vaak geschiedde. In smart en
onspoed, in verdrukking en benauwdheid, had men
geleerd elkander te waardeeren. De onderlinge
naijver der gewesten, de overheerschende dwinge
landij der regenten, waren gebroken, ’t Werd
één volk, onder één vorst.
En nu
Weer dreigen, zij het op ander gebied, in ge-
wijzigden vorm, partijschappen ons te verdeelen,
onze kracht te verlammen, den innerlijken vrede
te verstoren. Ellendige volksmisleiders hitsen aan
tot haat. In naam van de vroomheid zoeken eenige
eerzuchtigen eigen eere en stoken twist tusschen
broeders van één huis. Valsche vrienden hebben
het op onzen ondergang gemunt en zoo wordt er
overal tweedracht gezaaid.
Moge het niet noodig zijn, dat wij weer door smar
telijke ervaringen zullen moeten leeren, dat alleen
„Eendracht macht maakt”, moge onze eeuw niet
weer voor Nederland in bloed en tranen ondergaan.
Nog zijn wij geëerd bij alle volken en natiën.
Nog zijn wij een koloniale mogendheid van hoogen
rang. En al denken wij met diepe smart, aan
het wellicht spoedig sterven van den laatsten
Koning der Nederlanden, wij hopen bewaard te
blijven voor de ellendige familieregeeringen uit
de dagen onzer republiek en verblijden ons, dat
er weer eene Prinses Wilhelmina in Nederland
is maar die wij niet verjagen zullen als haar
voorzaat in 1795, neen, om welke wij ons scharen
moeten, als zij, onder de waardige leiding harer
Moeder, tot eene echte vorstin, tot eene edele
Christin wordt opgevoed, die ah eene „Victoria’
graphische voorstellingen opgenomen omtrent de
werking dier instelling in verschillende provin
ciën. Uit alles blijkt, dat van de Postspaarbank
een veelvuldig gebruik wordt gemaakt en dat
gebruik voortdurend toeneemt. Ook als middel
tot geldbelegging voor scholieren, door middel
van postzegels, doet zij goeden dienst en neemt,
blijkens de statistische opgaven, deze belegging
toe. Het voornemen bestaat, om eene speciale
afdeeling voor de zeemacht te maken. Aan
het plan, om gerechtelijk geconsigneerde gelden
rentegevend te beleggen, is nog geen gevolg
gegeven kunnen worden.
Nog eene bijzonderheid verdient vermelding,
dat van de rijkspostspaarbank vooral gebruik
wordt gemaakt door de maatschappelijke klasse,
ten wier behoeve de instelling hoofdzakelijk in
het leven werd geroepen.
Eenige figuranten, verbonden aan den
Grooten Schouwburg te Amsterdam, hebben
zich tot den Minister van Oorlog gewend, om
hunne bezwaren in te brengen tegen het ge
bruik maken van militairen als figuranten, waar
door zij zich benadeeld achten in den tak van
hun bestaan.
’s Ministers antwoord daarop is nog niet ver
nomen.
Men schrijft aan de Tijd: „Nu aanstaan
den Zondag de verschillende besturen van spoor
wegdiensten enz. te ’s-Hage zullen beraadslagen
over beperkten Zondagsdienst, is het zeker van
belang den hoofddirecteur der posterijen er op
te wijzen, dat de avondbestelling op Zondag in
groote gemeenten gevoegelijk kan vervallen, daar
toch de brieven, welke Zondagsavonds besteld
worden, in den regel niet vóór Maandagochtend
worden afgedaan. Mocht men hiertoe kunnen
overgaan, dan zouden de brievenbestellers in be
doelde gemeenten daarmede ten zeerste gebaat
zijn, daar zij dan, als zij geen kantoordienst
hebben, den geheelen namiddag en avond in den
schoot van hun familie kunnen doorbrengen.”
Wij ondersteunen den wensch van de Tijd
met allen aandrang. Als er eene enquête werd
ingesteld zou wij twijfelen er niet aan
blijken, dat de Zondagavond-post bijna voor nie
mand groote waarde heeft, en die enkelen kon
den gebaat worden, wanneer de voor hen be
stemde brieven enkele uren vroeger werden
verzonden.
Er worden zoo vele enquêtes gehouden, waar
om ook niet voor deze zaak, waarbij eene tal
rijke klasse van burgers zulk een overwegend
belang hebben. Misschien zou van deze enquête
nog iets te wachten zijn wat andere niet ople
verden een practisch resultaat.
Binnenkort zal van Staatswege worden
verkocht de niet meer gebruikt wordende spoor-
weglijn van Zevenbergen naar Moerdijk, met de
daarbij behoorende gebouwen.
Hoe een koe een haas vangt is een vraag
stuk, waarvoor geen stellige oplossing te vinden
is. Dat een koe een drenkeling kan redden,
bleek dezer dagen in Noord-Brabant.
Bij het overzetten van het Oude Maasje werd
iemand uit Kaatsheuvel, die met eene koe in
de pont stond, door verscheidede koeien derwijze
opgedrongen, dat hij met zijne koe overboord
werd geworpen. Weldra was hij in de diepte
verdwenen en hij zou zeker verdronken zijn, in
dien de koe, die hij bleef vasthouden, niet met
hem voortgezwommen was, waardoor hij na
eenige oogenblikken weder boven kwam en ge
red kon worden. De koe, die onder de pont
doorzwom, heeft alzoo den drenkeling gered
Blijkens het bijschrift zijner gift van
f 100, beschouwt de heer Domela Nieuwenhuis
de schadeloosstelling voor reis- en verblijfkosten
aan de leden der Tweede Kamer gegeven als
„traktement”.
Daarin ligt misschien de verklaring, waarom
de heer Domela Nieuwenhuis zoo weinig deel
neemt aan den parlementairen arbeid voor zoo’n
klein traktementje behoeft men niet zoo veel
werk te geven.
Bij het scheep brengen van suikerbieten te
Dremmel, werd, zooals gewoonlijk geschiedt, uit
den aangevoerden voorraad een zak aangewezen
om te worden gewogen en onderzocht, ten einde
daarnaar de qualiteit van al het overige te be-
oordeelen. Terwijl nu die zak nauwkeurig geïn
specteerd werd, trof men er een biet aan, die in
een gouden kettinkje met medaillon was vastge
groeid, Ongetwijfeld was dit kleinood vroeger
op dien akker verloren geraakt of bij de bemes
ting er op gebracht, en heeft de plant in haren
groei geënterd.
Opmerkelijk is het, dat te Zaandijk even
als te Koog a/d. Zaan, samen tellende nagenoeg
5000 inwoners gedurende drie maanden, geen
enkel sterfgeval is voorgekomen.
Door de Haarlemsche politie moest in de
maand October van dit jaar 31 processen-verbaal
worden' opgemaakt, wegens openbare dronken
schap op straat. In dezelfde maand van het
vorige jaar was dat aantal 48, dus 17 meer.
Vrijdag strandde op de Kreupel bij Enk-
huizen eene met hout geladen kof, tehuis be
hoorende te Pekela, nu uit de Oostzee bestemd
naar Zwolle. De bemanning kwam met de jol
te Oosterdijk aan land en ging den volgenden
dag met een afgehuurden botter naar het schip
om er de tuigage van te bergen,
De Maatschappij tel exploitatie van Staats
spoorwegen heeft bepaald dat retourkaarten, welke
Zaterdag den 22en December worden genomen,
geldig zullen zijn tot Donderdag 27 December.
Zeker zal die regeling door zeer velen op prijs
worden gesteld.
Daardoor is de wensch van allen vervuld.
Waarschijnlijk zullen nu andere spoorwegmaat
schappijen eveneens dergelijken maatregel nemen.
Uit Haarlem schrijft men
„Zaterdagnamiddag waagden zich een viertal
kinderen op het broze ijs van de Leidschevaart,
alhier, met het ongelukkig gevolg, dat allen er
door zakten. Drie werden al dadelijk gered, doch
met het vierde duurde dat langer. Wel waren
de levensgeesten nog niet geheel geweken, toen
hij werd op het droge gebracht, maar noch de
goede behandeling van den officier van gezondhei
Meyboom, uoch de pogingen van de familie Renaud
waren in staat den knaap in het leven te be
houden. De ouders, spoedig aanwezig, waren
troosteloos.”
Zaterdag had op een der spoorweglijnen in
het noorden des lands de volgende wraakneming
door een passagier plaats. Een heer wilde onder
weg het raampje laten zakken. Dit ging wat
gemakkelijk, want nadat hij even de afsluiting
had aangeraakt, viel het raam plotseling neer
met een schok, welke de ruit deed breken. Onze
reiziger werd gedwongen de ruit te betalen. Den
volgenden dag echter, toen hij langs denzelfden
weg terugging, trof hij een vast raam dat stevig
zat en niet dan met inspanning kon geopend
worden. Na een half uur gestoomd te hebben,
verbrak hij het zegel van den noodremtoestel,
draaide aan de kruk en de trein stond stil. On
middellijk was de conducteur bij hem. De reiziger
slaakte een zucht van verlichting en zeide „ge
lukkig dat ik versche lucht krijg, ik dreigde te
stikken!’ De conducteur merkte op dat het
raam wel te openen was en voegde de daad bij
het woord. „Je bent sterker dan ik, vriendje
was het antwoord van den reiziger. De conducteur
maakte wel proces-verbaal op, maardaar
bleef het bij.
Niet minder dan 20 paartjes stapten Woens
dag te Utrecht het huwelijksbootje in, om te za
men door de woelende huwelijkszee telaveeren.
Na afloop der plechtigheid op het stadhuis, deed
zich het vermakelijk geval voor, dat een echt
paar het verkeerde rijtuig instapte, wat zeer den
lachlust der vele toeschouwers opwekte.
De een meende er „een voorteeken” in te zien,
een ander zei„dat ze nou al in de’n olie zijn,”
en na veel draaien en wenden mochten de over
treders „de koets” verlaten, om hun plaats voor
een ander gelukkig gemaakt paar in te ruimen.
„’t Is wel niet erg prettig voor den bruigom14,
merkte een leeperd aan, „maar in elk geval toch
nog beter in het verkeerde rijtuig gestapt, dan
de verkeerde vrouw getrouwd, zooals mij ge
beurd is.44 (Rott. Nbl.)
De booten van de Harlinger Stoomboot
maatschappij, varende tusschen Amsterdam en
Harlingen, hebben den dienst gestaakt.
De Minister Fock, die nog beproeven wilde
Amsterdam te bereiken, is niet ver van Enkhui-
zen aan den grond geraakt. De passagiers zijn
met een bootje afgehaald en konden de reis nog
per spoor voortzetten.
Het is velen bekend, dat hier en daar de
westkust van ons land geweldig door de zee te
lijden heeft. Dit is ook het geval met het eiland
Rottum. Aan de westzijde wordt het kleiner,
aan de oostzijde wordt het grooter. Volgens
meting van den strandvoogd had het onlangs in
14 dagen 9'/2 meter verloren. De woning van
den voogd is nauwelijks verplaatst, of de fonda
menten der laatste woning worden weder door
het zeewater bespoeld.
De Haagsche correspondent der Arnh. Ct.
schrijft
„Nu de toestand van den Koning echter geen
reden tot oogenblikkelijke ongerustheid geeft, wil
ik eene opmerking maken, die ik verleden week
terughield, omdat ze mij in de omstandigheden
van dat oogenblik minder gepast scheen. Zij be
treft de benoeming van leden van den Raad
van Voogdij, eene daad niet van Z M. persoon
lijk want dan zou ik er over zwijgen, maar
eene Regeeringsdaad, in overleg met den Raad
van State en onder de verantwoordelijkheid der
Ministers verricht. Waren er, afgescheiden van
de gekozen personen, dan alleen baronnen en
jonkheeren voor dit eer-ambt te vinden Is er
geen enkel commoner in ons land, die om zijn
karakter en de hem geschonken algemeene ach
ting zulk eene onderscheiding ten volle waardig
is De namen trillen mij in de pen, maar het
zou niet kiesch zijn die te noemen indien ik ze
echter noemde, dan zou iedereen erkennen, dat
de dragers in alle opzichten met de gekozenen
minstens gelijkstaan, alleen niet in den krulnaam.
In strijd met alles wat wjj elkander dag aan dag
vertellen, in strijd met hetgeen een groote hon
derd politieke heeren nog onlangs in de Grond
wet geschreven hebben, schijnt er in de oogen
van de officiëele klingen van onze hofstad nog
altoos een adellijke stand als politiek lichaam te
bestaan, welker leden uitsluitend verkiesbaar zijn
voor sommige hooge betrekkingen. Zie, wanneer
de over de groote openbare werken strijdende
Haagsche elementen zich nu eens vereenigdeu
om dit dwaalbegrip en wanbegrip uit te roeien,
dan zouden ze inderdaad een groot en een goed
werk tot stand brengen, dat werkelyk zou zjju
van algemeen belang.’*
Bols ward sch e Courant
4
I
1
r
1