NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
tftSWAR» EN WOHS8«A.»8R1
a
f
I
I
.4
I
I
1888.
No. 47.
I
Zevenen Twintigste Jaargang.
VOOR
KEOI!A nVE2ES_
BINNENLAND.
BUITEN LAND.
DONDERDAG 22 NOVEMBER.
I
J
1
F
^xxxxxxxxxxxxxxxxxx^
ll
•’r-
'i
J
JS
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents,
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
1
E
F
Turkije. Hoe ouder hoe gekker, mag men
wel zeggen of denken, als men hoort dat de
Porte heeft verzochtof ze ook een poosje
mee mocht gaan blokkeeren aan de kust van
Zanzibar.
Men twijfelt er evenwel niet aan, of de mogend
heden zullen dat aanbod des zieken mans, met
heel beleefde woorden natuurlijk, „wijzen van de
hand”.
i
4
I
M
Engeland. Lord Salisbury heeft Vrijdag
eene deputatie van lersche pachters bjj zich ont
vangen, om te verzoeken, dat de voordeelen der
in ’t vorigejaar aangenomen Landacte worden
uitgebreid over alle pachters zonder uitzondering.
De eerste minister gaf op dit verzoek ten ant
woord, dat de Regeering geen terugwerkende
kracht aan eene wet kan verleenen, doch dat
misschien in eene volgende zitting die kwestie
zal worden ter hand genomen.
Lord Salisbury deed verder opmerken, dat ’t
Parlement eerstdaags het wetsvoorstel van Rus
sell, waarin den landheeren opnieuw belangrijke
concession worden opgelegd, zal worden behandeld.
Duitschland. De Keizer is van zijn uit
stapje naar Breslau teruggekeerd. Z. M. heeft zich
in die laatste stad uitstekend geamuseerd en op
’t grondgebied van den graaf Tscherschky Renard
op herten en wat dies meer zij gejaagd. Zondag
5 uur stoomde hij Berlijn weer binnen.
De correspondent der Indépendance Beige heeft
een nieuwtje opgesnord omtrent de zaak tegen
den dokter Geffken.
De huiszoeking bij von Roggenbach, gedaan
moet voor den beschuldigde eene verrassende
uitkomst hebben gehad. Men heeft een geschrift
gevonden van Frederik III, waarin deze aan dokter
Geffken verzoekt, zorg te dragen, dat zijn Tage-
buch gemeen goed der Duitsche natie worde. Dit
laatste spreekt duidelijk den wensch uit van den
overledene, om zijne gedenkschriften te doen uit
geven.
Het gerucht loopt, dat er onderhandelingen
worden gevoerd, die kunnen leiden tot eene
samenkomst der drie Keizers. Dit gerucht is on
gegrond, zegt de Indépendance. De betrekkingen
tusschen Berlijn en St.-Petersburg zjjn op dit
oogenblik zelfs niet zeer vriendelijk, terwijl Oos
tenrijk zich zeer ongerust maakt over de troe
penbeweging in Rusland.
Ten slotte houden de Duitsche bladen zich
nog steeds bezig met de Russische leening, welke
oorlogzuchtige plannen achter zich verbergt, zoo-
als zij meenen.
De Berlijnsche markt geraakte door die lee
ning in schommeling de Russische fondsen
gaan erg naar benedende Post schrijft, zegt
le Temps, bijna dagelijks een artikel over die
gewraakte leening, en de Vossische Zeitung komt
eindelijk met het verrassend nieuws voor den
dag, dat er nog drie Berlijnsche bankiers zijn,
die aan deze leening hebben deelgenomen.
Erg vriendschappelijk is de verhouding tusschen
Rusland en de buurtjes dus niet.
Italië. In de Kamer van afgevaardigden is
de wet op de openbare veiligheid nog steeds aan
de orde. Bij het artikel, waarbij aan de regee
ring het recht wordt toegekend om, in het belang
der openbare orde, eiken vreemdeling het land
uit te zetten, heeft de minister president het
woord genomen om het nadrukkelijk te verdedi
gen tegen de aanmerkingen van eenige voormalige
staatkundige vrienden des ministers, die beweer
den dat met deze bepaling vrij spel gelaten wordt
aan de politie, Het artikel werd ten slotte goed-
I gekeurd,
In de Gemeente Weststellingwerf heeft zich het I
zonderlinge verschijnsel voorgedaan dat de twee I
nieuwe leden zich bij herhaling verzetten tegen I
het behandelen der reclames tegen den hoofdelijken I
omslag in geheime zitting, terwijl één der oudere I
leden slechts nog die reclames in besloten ver- I
gadering wilde zien behandeld, welke vóór de I
laatste vergadering waren ingekomen, om in ’t I
vervolg over te gaan tot ’t bespreken der reclames I
in ’t publiek. Met redenen heeft dit laatste lid I
zijne zienswijze niet omkleed. Wel deed een der I
erstgenoemden het, die als motieven aanvoerde: I
’t aantal reclames, de slechte grondslag waarop I
vooral veehouders worden aangeslagen en de slechte I
c ntróle.
Artikel 43 der Gemeentewet van 1851 bepaalt: I
„De vergadering wordt in het openbaar ge- I
houden
„De deuren worden gesloten, wanneer het, in I
gemeenten beneden de 20,000 zielen door drie, in I
de overige gemeenten door een vijfde der aan- I
wezige leden wordt gevorderd, of de voorzitter I
het noodig keurtI
„De vergadering beslist of met gesloten deuren I
zal worden beraadslaagd."
Telkens dus wanneer de Voorzitter oi 3 leden I
(of ’t deel) het verlangt, dat de deur gesloten I
wordt, moet eerst de Raad zijn oordeel vellen. I
Die alleen heeft de beslissing in handen. De mee- I
ning over dit punt is echter reeds zoo gevestigd, I
dat stilzwijgend op ’t voorstel des Voorzitters
„Reclames tegen den hoofdelijken omslagIk I
stel voor ze te behandelen in besloten vergade- I
ring," wordt ingegaan. Onzes inziens terecht!
Een belastingschuldige is te hoog aangeslagen, I
te hoog voor zijne krachten. De heeren in de I
raadzaal hebben besloten, dat hij zooveel guldens I
waard is voor de gemeentekas en hij gaat I
zitten rekenen. Alle uitgaven worden bij elkaar I
geteld, er wordt niets verzwegen, afgetrokken I
van zijn ruw inkomen en gij houdt een batig slot,
zijn zuiver inkomen over, veel kleiner dan dat,
waarop de Raad de goedheid heeft gehad hem te
schatten. Dat de billijkheid eischt, dat alleen het
zuiver inkomen wordt belast, behoeft zeker geen
betoog. Onze vriend gaat reclameeren en legt
zijn staatje van inkomsten en uitgaven daarbij
over, waarbij den Raad blijkt, dat ’t ja, helaas,
weer alles geen goud is, wat er blinkt en dat hij,
door den schijn misleid, den belastingschuldige te
hoog heeft aangeslagen. En deze zal met een ge
rust geweten zijne beurs voor de heeren open
leggen. Immers, hij is zeker, dat, wat onthul
lingen hij omtrent zich zelf ook doet, die onthul
lingen niet verder zullen gaan dan de deur der
raadzaal. Is die gesloten, dan zijn ook zijne ge
heimen achter slot gegrendeld, want art. 43 der
Gemeentewet zegt duidelijk„De Raad kan
omtrent het in besloten vergadering behandelde
aan allen, die daarbij tegenwoordig waren, de ge
heimhouding opleggen." Hij zal dus niet aan ’t
gevaar bloot staan, dat zijne zaken een punt uit
maken der beschouwingen van ingezetenen en bu
ren, die in den regel nog al vrij sterk zijn in ’t
be(ver)oordeelen en in ’t maken van gewaagde
gevolgtrekkingen. Wie daarom van de geheim
houding niet zeker is en eene uitgaaf op zijne
rekening heeft staan, welke hij liefst niet aan in
gezetenen en buurtjes wil doen kennen, zal de
wijste partij kiezen en zwijgen. Éénmaal te hoog
aangeslagen zal hij te hoog aangeslagen blijven,
hoe zwaar de lasten hem ook mogen drukken.
Dit nadeel zal niet alleen hen drukken, die
„geheime" schulden hebben (hypotheek, uitkee-
ringen, enz.,) ook de handelsman zal er het bittere
van proeven. Hij toch zal ongaarne zijne boeken
bloot leggen voor ’t publiek, of lang en breed
verhalen wat hij debet is, tenzij hij van de striktste
geheimhouding is verzekerd. Vroeger crediet-
waardig, zou hij gemakkelijk na zijn reclame tot
de „wrakken" kunnen worden gerekend, en zijn
crediet, het halve leven van een koopman, was
verdwenen, terwijl hij zich anders misschien nog
had kunnen herstellen. Liever dan zijn crediet
te verspelen zal ook hij de te zware lasten dragen
en blijven dragen.
Doch ’t regent reclamesEn om dat regenen
te doen verminderen, daarvoor zou publiciteit
een uitstekend middel zijn. Maar men vergete
niet, dat de hoofdelijke omslag is en blijft een
tasten in den blinde, ’t Gaat zoo moeilijk, iemand
in de gesloten beurs of brandkast te zien en
louter tceval zal het zijn wanneer iemand’s in
komen op het juiste bedrag wordt geschat. Voor
al wanneer zoo’n belasting progressief wordt
geheven zal ’t lang duren, jaren misschien, vóór
en aleer men tot de juiste heffing komt. En juist
door de menigte van reclames zal dit in de
hand worden gewerkt. Iedere reclame verte
genwoordigt eene onbillijkheid (in den regel) en
hoe meer reclames, hoe meer onbillijkheden, uit
den weg zullen worden geruimd. Publiciteit nu
zou de reclames verminderen en daardoor juist
de heffing der belastingen onzuiver doen blijven.
Een der voorstanders van publiciteit in den
Raad der gemeente Weststellingwerf beriep zich
op te zware drukking der landbouwers en vee
houders, omdat de zuivere opbrengst van ééne
koe wordt gerekend op 60, 70 of 80 gulden. Is
die grondslag valsch, welnu laat men het bepa
len van dien grondslag in ’t publiek doen. Nie
mand zal er door worden gekwetst. En billijk
vinden wij ’t, dat een landbouwer en veehouder
weet, waarop zijn vee wordt getaxeerd. Hij al
léén kan ovqr de juiste waarde oordeelen.
s
9
Bols ward. Woensdagavond den 14den dezer
had in de Sociëteit „de Doele” eene zang- en
muziekuitvoering plaats door Weezen van Neer-
bosch, afgewisseld door mededeelingen van den
arbeid onder de Weezen door den Directeur, den
Heer J. van ’t Lindenhout.
Er was uit wijden omtrek een verbazend tal
rijk publiek opgekomen.
Dertig weezen maakten een tocht van Neer-
bosch, over Leeuwarden, Sneek, Bolsward en
Heerenveen. Het doel was eene som geld bijeen
te brengen, teneinde de stichting van een nieuw
weeshuis tot stand te brengen, daar er nog 300
aanvragen voor plaatsing van weezen zijn. Aan
deze alle zal misschien niet kunnen worden vol
daan, daar het plan bestaat bij den Directeur
om de stichting niet verder dan tot 1000 uit te
breiden. Daar er echter gerekend wordt dat bij
dit eindcijfer, jaarlijks 200 de stichting verlaten,
’t geen op 18 jarigen leeftijd plaats heeft, zullen
waarschijnlijk de meesten wel kunnen worden
opgenomen. Op dit oogenblik zijn er 867.
Het spreekt vanzelf, dat men niet uit mocht
gaan van de verwachting, dat men hier iets zou
hooren, dat aan alle strenge eiscben der kunst
zou voldoen. Ontegenzeggelijk echter maakten
de muziekuitvoeringen der 13 jeugdige hoornis
ten en de vierstemmige zanguitvoeringen een
zeer liefelijken indruk. De beer Sneep, als vaste
muziekonderwijzer aan de stichting verbonden,
is blijkbaar een degelijk directeur. Harmonisch
klinken de tonen, zuiver en maatvast werd er
gezongen. De meeste liederen waren koraalge
zang, maar ook andere melodiën werden voor
gedragen. Een bijzonder aangenamen indruk
maakten No. 6 en 9 van het programma, „De
Reddingsboot” en de „Kerkklokstonen”. De solo’s
werden gesteund door het zachte zingen binnen
’s monds der wijs van het lied door het koor,
dat den indruk maakte als ruischten op liefelijke
wijze de tonen van een seraphineorgel en op
wekkend viel telkens het koor tusschen de solo’s
in. Voorzeker, ieder die in goede stemming her
waarts kwam, zal voldaan geweest zijn over het
gehoorde en ingestemd hebben met het woord van
dank aan den Directeur gebracht en de zegenbede
over de stichting, uitgesproken door Dr. Ph. J.
Hoedemaker van Nieuwland.
Evenals voor omstreeks negen jaren, toen de
heer van ’t Lindenhout voor ’t eerst met eenige
weezen onze stad bezocht, gaven ook nu de blo
zende kleur, de gezonde tint, de nette kleeding,
geen eenvormige, de blijken, dat deze jongens
en meisjes in een gezond oord leven, goed ge
voed worden en verzorgd en dat een flinke hand
deze groote huishouding bestiert. Uit alles blijkt,
dat wij hier niet te doen hebben met een „wee-
zen-kazerne”, maar met een „weezen-dorp”, zoo-
als de Directeur terecht zeide.
25 jaren heeft nu de inrichting bestaan, ont
zaglijk is zij uitgebreid, maar altijd wordt er
naar gestreefd, om den huiselijken toon en geest
te bewaren, evenals toen in den aanvang de heer
van ’t Lindenhout met zijne echtgenoote, de eerste
weezen in zijn eigen woning herbergde. Alle
verjaardagen worden gevierd, op zulk een dag
komt iedere wees aan de woning van den Direc
teur, als bij zijn vader en moeder en ontvangt
eene versnapering. De oudere meisjes vieren haar
verjaarfeest te zamen. Is het hoofd eener afdeeling
jarig dan viert heel de afdeeling feest; geldt het den
Directeur of zijne echtgenoote, dan doet dit heel
de inrichting. Eiken Zondagavond komt men bijeen
in de kapel en wordt daar verhaald en gezongen.
Voorts zijn er 8 onderwijzers, die hun leerlingen
dagelijks vergaderen, zijn er 14 werkplaatsen
enz. waar onderscheidenen hun opleiding ont
vangen; voor land- en tuinbouw, voor timmeren
en metselen, voor kleermaker enz. wordt men
opgeleider zijn stoompersen en dus drukkers
gezellen, het boekbinden wordt onderwezen, voor
de huishouding worden de meisjes opgeleid en
gebezigd en na den arbeid en aan tien avond
vereenigen allen zich aan den disch en in de
gezelschapszalen. Door al deze zoo verschillen
de inrichtingen is er natuurlijk alle aanleiding,
om den onderscheiden aanleg te leeren kennen
en verre de meesten kiezen zich dan ook het
vak, waarvoor zij de meeste neiging gevoelen.
Er heerscht een gezellige toon, de omgang van
jongens en meisjes is zeer vrij, en aangenaam
was het op te merken, hoe gemakkelijk en vrij
moedig, doch tevens bescheiden, de weezen ant
woordden op eenige vragen en een gesprek wis
ten te voeren. Dat er een streng toezicht heerscht
is verklaarbaar en noodzakelijk. Soms moeten
I enkele onverbeterlijken worden verwijderd, wat
geen wonder is, als men bedenkt, uit welke
I krotten en stegen er hier worden opgenomen,
maar over het geheel is de toestand der zede*
I lykheid zeer bevredigend.
Een godsdienstige geest heerscht in de stich-
I ting, en moge de richting de practisch-ortho*
I doxe zijn, van een confessioneel streven is geen
I sprake» De nadruk wordt veel meer gelegd op
het leven, dan op de leer. Daardoor juist kan
deze weezen-inrichting tot een rijken zegen zijn
en verdient zij den steun van allen, die niet
meenen, dat alleen bij eigen richting heil is te
vinden.
De opbrengst der uitvoering alhier heeft on
getwijfeld aan de verwachting beantwoord, daar
zij ruim f 400,bedroeg.
Hiervan wordt de collecte die p. m. f90 be
droeg, bestemd voor den bouw van het nieuwe
gedeelte, terwijl ruim f30 tot de drukkerij be
hoort. Het overige komt ten goede der alge-
meene kas.
De politie te Amsterdam had Zondag het
geluk, een jongen Duitscher te snappen, op ’t
oogenblik dat hij van plan was met een aantal
koffers, inhoudende verschillende goederen door
hem bij een aantal winkeliers aldaar op
een valschen naam gekocht en natuurlijk niet
betaald, naar „Sein Heimath” te vertrekken.
Dat heertje, huurde, telkens van naam ver
wisselend, kamers bij voorkeur op goeden stand,
en deed allerlei inkoopen. Enkele winkeliers
leverden, anderen waren wijzer.
Een van de personen bij wien onze oplichter
zijn slag wilde slaan kende toevallig den firmant
voor wiens broeder en representant de slimme
Duitscher zich uitgaf en schreef om inlichtingen.
Als antwoord daarop ontving de hoofdcommissa
ris spoedig een telegram met de noodige ophel
dering en in minder dan geen tijd was de vogel
achter slot gebracht.
Men schrijft uit Apeldoorn aan het U. D
„Het is thans vast bepaald, dat Z. M. de
Koning met gezin dezen winter op het paleis
het Loo zal blijven vertoeven. De gezondheids
toestand van Z. M. blijft gelukkig voortdurend
zeer bevredigend”.
De groote internationale hardrijderijen op
schaatsen, uitgeschreven door den Nederland-
schen Schaatsenrijdersbond, zullen dezen winter te
Heerenveen gehouden worden.
De wedstrijd zal zijn een om het meester
schap van Nederland, op een baan van circa
1609 meter, waarvoor vier prijzen uitgeloofd zijn,
nl. van f 600 met diploma en gouden medaille,
f 300, f 60 en f 30, met diploma.
Voor den wedstrijd om het meesterschap van
Nederland voor heeren liefhebbers, op een baan
van gelijken afstand, worden uitgeloofd een gou
den, zilveren en twee bronzen medailles.
De Texelsche blazerschuiten, die nabjj de
oostkust door het ijs waren ingesloten zijn Vrijdag
vlot geworden en terstond in veiligheid gebracht.
Schade van beteekenis werd door geen der vaar
tuigen geleden.
Maandagmorgen vertrokken van den Helder
een tiental personen, meest ambachtslieden, naar
de Transvaal, om daar hun geluk te beproeven.
De equipage van de Engelsche bark Guyton,
die op de Pannekoek bij den Helder is gestrand
en thans geheel verloren is, is van het Nieuwe-
diep naar hun land teruggegaan. Van de Engel
sche stoomboot die in de Noorderhaak zit, zijn
vier man met een bootje op Texel geland, de
negen anderen, waaronder de kapitein zijn ver
moedelijk verdronken.
Men meldt uit Utrecht ’t volgende
„In een der sociëteiten alhier wilden zich dezer
dagen de dienstboden ter ruste begeven, maar
wie beschrijft hun schrik en ontsteltenis, toen
zij in hun bed een veld-artillerist zagen liggen.
Zij vlogen ijlings naar beneden en riepen den
kastelein en een paar bedienden, die juist nog bij
de hand waren, te hulp. Onmiddelijk verscheen,
de door hen met de geschiedenis in kennis ge
stelde patrouille, door wie deze onwelkome en
ver boven zijn theewater zijnde onverwachte
logé werd wakker geschud en medegenomen.
Hoe onze vriend er toe kwam om de sociëteit,
in plaats van de kazerne tot nachtverblijf te
kiezen, blijft een raadsel, te meer nog daar de
bewuste kamer niet was te bereiken dan na
drie trappen te beklimmen”.
Zaterdagmorgen strandde op de Noorder-
gronden bij Texel, de Duitsche bark Apollo met
gezaagd hout. De sleepboot Hercules vertrok
met de reddingboot naar de strandingsplaats,
doch de equipage weigerde op twee man na in
de reddingboot te stappen. Bij een tweede tocht
bracht men de twaalf opvarenden mede. Het
schip zit hoog en zal vermoedelijk verloren zijn.
„Als een vrouw ’s nachts iets hoort, trekt
zij het beddegoed over haar ooren, zegt dat zij
dood is van den schrik en valt zij heel gauw
weder in slaap,” zegt iemand die het weet. „Met
een man is dat een heel ander geval. Die zegt,
dat hij volstrekt niet bang is, schuift het bedde
goed halverwege weg, gaat rechtop in bed zitten
en spitst zijn ooren op elk geluid eerst na een
goed uur begint hij te twijfelen of hij ook ge
droomd heeft en tracht hjj den slaap weder te
pakken.” (Zw Ct.)
Een bediende in eene bierhalle, in deVee-
nestraat te ’s-Hage, moet met eene som gelds,
men zegt f 700, toebehoorende aan den koffie
huishouder, op den loop gegaan zjjn.
Zaterdagnacht jl. werden door de politie te
Rotterdam, in de Jonkerfransstraat, op heeter-
daad betrapt een man en eene vrouw, die bezig
waren onaangestoken illumineerglazen te stelen.
Er werden een groot aantal glazen bij hen be«
vonden»
„Zeer velen toch" sprak hetzelfde raadslid,
„waar de fiscus aanklopt, schromen niet, zich
armer voor te doen dan zij zijn." Dit is,
zal men volmondig moeten bekennen, helaas
waar. Smokkelen is geen stelen en belasting
ontduiken evenmin, want wie wordt er door
benadeeld Zoo redeneeren er nog velen, niet
alleen onontwikkelden maar ook zij, die wat
boos zouden zijn, wanneer men hen tot die cate
gorie ging rekenen.
Niemand ziet er dan ook veel kwaad in, zijn
inkomen, wanneer „de fiscus aan de deur klopt”,
lager op te geven dan het werkelijk is. De
Raad, die het kohier van den hoofdelijken om
slag moet opmaken gelooft de goede trouw van
den aangeslagene zoolang hij niet van zijne
kwade trouw overtuigd is. En toch benadeelt
hij, die zijn inkomen te laag aangeeft, de inge
zetenen, die wat hij te weinig betaalt, moeten
aanzuiveren, want het benoodigde geld moet er
komen. Wel is waar wordt de schade slechts
weinig gevoeld, omdat ze door zoovelen wordt
gedeeld, doch zij bestaat, en met die weten
schap voor oogen mag niemand, de rijkste zoo
min als de minder rijke, zich bevoordeelen, door
zijne medeburgers zijn tekort te laten bijpassen.
Hoe weinig dat denkbeeld van belastingontdui
king nog ingang heeft gevonden, bleek zoo dui
delijk eenigen tijd geleden, toen een inwoner
van Zeeland, naar wij meenen, als een groot
miraculeus voorbeeld van eerlijkheid werd aan
gehaald, omdat hij te kennen had gegeven,
dat zijne inkomsten te laag waren geschat.
Over smokkelaars durft men de staf te breken,
zoover zijn velen al gekomen, doch willens en
wetens te weinig in de lands- of gemeentekas
te storten, wordt als zoo’n algemeene kwaal be
schouwd, dat hij een wonder van eerlijkhid
wordt geheeten, die toch niets anders heeft ge
daan dan zijn plicht hem voorschrijft.
Zal echter dat kwaad minder worden, wan
neer de behandelingen der reclames in ’t open
baar geschiedt? Wij durven dat betwijfelen.
In ’t geheim of openbaar, altijd zal men moeten
aannemen, dat de belastingschuldige eerlijk zijn
inkomen zal aangeven.
H. Adv. Bl. B. R. A. M.
BolswarcLsche Courant
I
4
I
v