NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD letSWABÖ EN WONSERADEEL I EEN NIEUWE BOND. Een bezoek aan Amsterdam. OOM BOBlfS een beproefd Huisgezin. Zeven en Twintigste Jaargang. No. 49. VOOR DONDERDAG 6 DECEMBER. BINNENLAND. BUITENLAND. I L e> u ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents, ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. I Verder berichten we, dat het Raadsverslag DER GEMEENTE WONSERADEEL, evenals tot nu toe, ook in 1889 bij de Courant zal worden uitgegeven in ’t zelfde formaat. We denken echter maatregelen te nemen, waardoor de verschijning dan thans kan geschieden. gewonen winkel. Derhalve moet de winkel van Eigen Hulp op gelijken voet als een gewonen winkel gedreven worden, en dan ligt Eigen Hulp altijd achter bij den gewonen winkelier, altijd onder deze voor waarde, dat hij zijn zaken versta en niet al te hooge winsten rekene. Doet hij dit laatste, dan kan Eigen Hulp hem overvleugelen, maar dan heeft de winkelier ook geen gegronde reden om daarover te klagen. Doch verstaat hij zijn zaken wel en rekent hij niet te hoog, dan moet het hem gemakkelijk vallen Eigen Hulp den loef af te steken. Want Of de winkels van Eigen Hulp worden gedre ven door heeren, die heel geen kennis van het vak hebben, en dan is het toch duidelijk, dat de wel zaakkundige winkelier beter kanalen weet op te sporen dan de liefhebbers in zijn vak, en dus niet alleen betere waar tegen lager prijs, maar vooral waar, meer naar den smaak zijner afnemers zal weten te verkrijgen Of de winkel wordt gehouden door een des kundig winkelhouder, maar dan moet die man toch ook een bestaan vinden in den winkel, ter wijl zoon aangestelde, hoe ijverig hij ook zijn moge’ er toch nooit die toewijding voor hebben kan dan de man die zijn eigen zaak voor zijn eigen voor deel drijft. Toch is Eigen Hulp dikwijls goedkooper, of geeft het, tegen prijzen die met de prijzen der andere winkels overeenkomen, grootere winsten, beweert men wellicht. Dat kan wel zijn, want Eigen Hulp past een stelsel toe, dat onze winkeliers, om, wij weten niet welke reden, niet aan willen, of niet aan durven, dat der dadelijke betaling. Wij behoe ven dat nu niet nader te ontwikkelenwij hebben dat meer dan eens gedaan. Zoo er kracht, wezen lijke kracht zit in de mededinging van Parijs en van Eigen Hulp, dan is die gelegen in de dadelijke betaling, waardoor zij minder bedrijf kapitaal be hoeven, minder renteverlies lijden en minder kwade posten hebben. Niemand zal het den winkeliers kwalijk nemen, als zij zich in hun bestaan meenen bedreigd te zien, dat zij in aaneensluiting kracht tot weder stand zoeken. Wij althans niet. Niet alleen om-, dat de plicht van zelfbehoud hen daartoe drijft, maar ook omdat het maatschappelijk belang met de instandhouding van den winkelstand betrok ken is. Wij vreezen echter, dat men een geoorloofd doel met verkeerde middelen nastreeft, en dat men in stede van middelen aan te wenden, die, het doel nader brengende, de maatschappelijke belangen dienen, op middelen zint, die den winkeliers niet baten zullen en haat en nijd wek ken in onze toch al zoo verdeelde maatschappij 1 Franeker Courant. presentiegeld aangedrongen. De Italiaansche de mocratie heeft zich hiertegen lang verzet, maar thans schijnt zij in te zien, dat als de afgevaar digden geene vergoeding ontvangen, alleen de rijken een mandaat kunnen aannemen en trouw hunne plichten vervullen. Reeds in Maart 1882 heeft de tegenwoordige Minister-president voorgesteld aan de afgevaar digden gedurende den tijd der zitting eene scha devergoeding van 25 lire per dag toe te kennen en hun bij het begin en het einde der zitting vrij vervoer per spoorweg van of naar hun woon plaats toe te staan. Ook voor het ontwerp tot verhooging der gewone ontvangsten wordt de urgentie voorge steld en door de Kamer aangenomen. In den slag, die Zondag te Parijs is gele verd tusschen de republikeinen en de Boulangisten, werden de troepen, door de eersten in ’t veld gebracht, gedecimeerd zonder dat een droppel bloede vloeide of een arrestatie behoefde plaats te hebben. De anti-Boulangisten zouden eene betooging op reusachtige schaal bij Père Lachaise houden, bij Baudin’s graf of bij een afgietsel van Baudin’s buste, maar dat deed er minder toeden aan hangers van den generaal moest getoond worden, dat zij te Parijs tegenover eene overweldigende meerderheid stonden. En hoe was de uitkomst? In stede van tweemaal honderdduizend betoo- gers er werd Zaterdag zelfs al van 2 a 300,000 gesproken zijn er twintig duizend geweest, waaronder nog velen van elders. De Boulangisten hadden aangekondigd dat zij zich zouden onthouden, en zij hebben ook geen poging aangewend om wanorde te stichten voor zooverre althans de berichten luiden. Zij zullen thans eenig recht hebben om het mis lukken der betooging aan hun invloed toe te schrijven. Het 40jarig regeerings-jubileum van Keizer Frans Jozef is door de keizerlijke familie in stille teruggetrokkenheid gevierd op het heerlijk ge legen slot Miramar aan de Adriatische Zee. In het Oostenrijksche Huis van Afgevaardigden, zoo wel als in het Heerenhuis werd Zaterdag hulde gebracht aan het Habsburger Huis en daaraan vastgeknoopt de verklaring, dat Frans Jozef de Monarchie tot een machtigen en gewaardeerden bondgenoot heeft gemaakt, op wiens trouw men rekenen mag. Voor het Hongaarsche Huis van Afgevaardigden schijnt de merkwaardige dag on opgemerkt voorbij te zullen gaan, tenzij het daar beter werd geacht, eerot na afloop de beteekenis ervan in het licht te stellen. Wonseradeel, 1 Dec. In de heden gehou den Raadsvergadering is benoemd tot armvoogd de heer S. T. de Vries te Parrega. De Raad hield zich voorts bezig met de be handeling van den suppletoiren staat van wa terstaatswerken en van de daartegen ingebrachte bezwaarschriften. Op het bezwaarschrift tegen het schrappen van de Tjerkwerderzijlroede werd afwijzend beschikt en over het afvoeren van den staat van een gedeelte der Schraardervaart ên van eene brug en opvaart te Exmorra staakten de stemmen, zoodat daarover in de volgende vergadering opnieuw moet worden gestemd. Naar aanleiding van een verzoek tot herstel van de passage over een voetpad van Tjerkwerd naar Veldhuizen en Aaksens, worden Burgem. en Weth. gemachtigd, de noodige maatregelen te nemen tot herplaatsing van eene draai over de zijlroede, die door de betrokken landeigenaar weggenomen is. Meermalen wordt, en terecht, de scherpzin nigheid geprezen van postambtenaren, die de be teekenis weten te ontraadselen van de geheim zinnigste adressen. Te Amsterdam schijnt men in dit opzicht echter wel wat al te ver te gaan. Een brief van mr. Fles, rechter aldaar, aan het Weekblad van het Recht gericht, werd door het postkantoor aan het blad Recht voor Allen bezorgd. Wat er wel in het gemoed van de redactie van dit blad moet zijn omgegaan toen zij een artikel van een geacht medeburger ontving? De Zutphensche Crt. verneemt, dat de Minister van Buitenlandsche Zaken zich tot onzen gezant te Berlijn heeft gewend, om weder den onbelemmerden invoer van ons vee van de Duitsche Regeering te verkrijgen. Het resultaat van die bemoeiingen is, dat voor het oogenblik het verbod „beperkt is tot herkomsten uit Gelder land”, m. a. w. dus, dat het Nederlandsche vee in Duitschland mag ingevoerd worden, wanneer dit niet uit Gelderland afkomstig is. Het verbruik van gedistilleerd a 50 pct. per hoofd in Nederland, gedurende het jaar 1886, onlangs door de Regeering bekend gemaakt, was over het geheele Rijk ö.99. Verder was het te Amsterdam 15.12, Arnhem 16.82, Breda 14.88, Delft 14.72, Dordrecht 13.56, ’s-Gravenhage 15.34, Haarlem 13.96, ’s-Hertogenbosch 15.39, Maastricht 3.35, Nijmegen 15 53, Rotterdam 14.55, Schiedam 6.72, Tilburg 9.42, Utrecht 16.35, Zwolle 17.48. Het nieuwsblad de Vlieger, dat tot heden driemaal per week verscheen, zal met 2 Januari a, s, dagelijks verschijnen onder den naam van Rotterdamsch Dagblad, Wederom is in ons aan bonden en vereenigin- gen zoo rijke Vaderland een bond opgericht, en wel om een anderen bond te vernietigen. Onder den naam van „maatschappelijk belang" is een vereeniging opgericht, die de toepassing der coöperatie in Eigen Hulp, de verkeerde toepas sing n. I. wil te keer gaan. Ons dunkt, dat in die zaak veel misverstand heerscht, en dat men zich, zoowel bij het bevor deren, als bij het bestrijden van Eigen Hulp, op een verkeerd standpunt plaatst. Wat is de oorspronkelijke gedachte geweest bij de oprichting van Eigen Hulp Deze, dat men den winkelier te veel betaalde, dat deze niet de beste waren leverde, en dat het daarom voor menschen met kleine inkomens aanbeveling ver diende, te trachten door het gezamenlijk aankoo- pen van hunne benoodigdheden uit de eerste hand, ze niet alleen goedkooper, maar ook deugdelijker te erlangen. Dat streven was volkomen gewettigd en kan ook tot het gewenschte gevolg leiden. De oprichters van den nieuwen bond verklaren dan ook, daar niet tegen te hebben. Waar zij tegen opkomen is de verkeerde toepassing der coöperatie, is dat aanzienlijke mannen, die niet zoo bijzonder op hun voordeel behoeven uit te zijn, ook tot Eigen Hulp toetreden en dat de winkels, die ook voor en door die aanzienlijke heeren gehouden worden, voor het publiek open staan, dat zij dus met den winkel stand in mededinging treden. Dat is zeker eene verkeerde toepassing van het goede denkbeeld, eene afwijking van het aanvan kelijk toegejuichte plan. Maar is het zoo gevaar lijk Ons dunkt van neen. Of lieverzóó het gevaarlijk mocht zijn, dan zou de noodzakelijkheid er van bewezen zijn, want dan zou het blijken dat de winkeliers inderdaad te hooge prijzen of te slechte waren geleverd hadden. Wij zullen ons nader verklarenwij kunnen aannemen, dat menschen, die alles zuinig moeten overleggen, met elkander een wagonlading steen kolen ontbieden of aardappels, of eene hoeveelheid boonen of erwten, en dat, als die steenkolen goed branden, en die aardappels van goede hoedanig heid, of de boonen en erwten goed in de kook zijn, als die menschen tevreden zijn, wanneer ze aldus iets minder behoeven uit te geven. Doch reeds voor die artikelen zal de meer vermogende niet altijd tevreden zijn met wat eene commissie, of een bestuur of wie ook voor hem koopt of aanschaft. Doch als wij nu komen in andere warenin koffie en thee, in tabak, in gort, rijst en dergelijke dingen, waarin men zooveel soorten heeft, en de smaken zoo verschillen, daar moet de winkel van Eigen Hulp er een keua op na houden als een Wij achten het niet ongeschikt onze lezers in deze week iets te doen hooren van de St Nico- laas drukte in Amsterdam. Is het maar een kleine schets, toch krijgt men een klein idee van de groote drukte in onze hoofdstad vóór St. Nicolaas. Het allereerst dan de Kalverstraat door. Wij provincialen hebben zoo geen begrip van wat in zulk een straat uren achtereen zich al beweegt en met welk eene gemakkelijkheid. Alles maakt een grootschen indruk. Hier ziet gij spiegelruiten, breeder dan de gevel van menig pand ten onzent en daarachter een keur van voorwerpen van weelde en smaak om van te watertanden, ginds baadt zich een winkel in een zee van licht, dat duizendvoudig in blinkende reflectors opgevangen en weerkaatst, de nacht verandert in dag, als wil het der zon toonen, dat het desnoods met haar durft concurreeren en dat de mensch toch niet in donker zal be hoeven te zitten wanneer ooit de voorspelling bewaarheid mocht worden, dat wij de Nova- zemblasche temperatuur eenmaal de onze zullen noemen. Inderdaad een aangenaam vooruit zicht, om met een paar ijsbeeren uit wandelen te gaan. De fijne uitstallingen der winkelkasten ten einde de St. Nicolaaskoopers te lokken hadden in werkelijkheid veel meer menschen dan anders op de been gebracht. Welk eene verscheiden heid en toch ook weder, welk eene overeenstem ming. Dank zij de groote meegaandheid, welke het Amsterdamsche on tegen zeggelijk kenmerkt boven dat van vele andere groote gemeenten van ons vaderland, loopen hier de menschen, naar gelang zij de eene of andere kant op moetenv Zij die zich met 1 Ja- nuari a. s. op dit Blad abonneeren, ontvangen de nog ver schijnende nos. gratis. Met het oog op de boeiende feuilleton getiteld Novelle door J. Duparc Jr., waarmede in dit no. een begin wordt gemaakt, maken wij op bovenstaande bizonder attent. In de zitting van Zaterdag van de Itali aansche Kamer van Afgevaardigden heeft de Minister van Financiën de begrooting voor 1889/90 ingediend. De buitengewone begrooting voor Oorlog bedraagt 109 millioen, de buitengewone begrooting voor Marine 36,850,000. De Minister vraagt de urgentie en verzending aan de com missie voor het budget. Dit voorstel werd aan genomen. In Italië wordt in den laatsten tijd weder sterk geklaagd over het wegblijven der afge vaardigden uit de zitting, zoodat dikwijls geene besluiten kunnen worden genomen. Als een middel daartegen wordt op het toekennen van rechts of links, zoodat de zeer groote menschen- massa die onophoudelijk in lange reien door de Kalverstraat trok, maar zelden met elkaar in botsing komt. Het is een gejoel en gelach zonder einde. Nu eens vormen een partijtje jongens, die met een soort van trommel gewapend zijn een slinger, waarvoor alles wijkt, dan weder maakt men queue voor een opzichtig geschilderd voertuig dat met twee forsche paarden bespannen zich onhoorbaar een weg baant over de asphalt be strating. Maar of men stilstaat of voortgaat, het type van den stijven Hollander zoekt men hier tevergeefsde menschen zijn opgewekt en laten het blijken ook. De ooren suizen van het geschreeuw van de menschen die hunne waren aan den man trachten te brengen. Daar loopt iemand met bordpapieren kasteelen, hel verlicht door een eindje kaars en biedt al die grootheid te koop aan voor een dubbeltje of tien cent; een eind verder klinkt een schor geluid dat op eentonigen dreun „Recht voor Allen” afnemers tracht te bezorgen. En als de voortbrenger van dat geluid ons nadert, zien wij een kerel met terugstootend uiterlijk, met een bonten beeren- muts op in een martiale houding rustig zijn weg vervolgen, zonder zich te bekommeren om de liefelijkheden die nu en dan zijn oor moeten treffen. Ge hebt geen oogen genoeg om alles op te merken en laat U leiden door den volksdrom, die U eer gij het zelf weet op den Dam voert. Of gij u te huis gevoelt. Ik voor mij in de eerste oogenblikken niet. Het is daar al te druk en gij weet u niet te bergen voor al die rijtui gen en trams die onophoudelijk af en aan rollen, maar toch gij begint er reeds aan te wennen en geeft uwe oogen den kost. Links ziet gij het kolossale bouwstuk, de vroe gere zetel van Amstel’s trotsche burgemeesteren, op den achtergrond de toren der zoogenaamde nieuwe kerk, die echter reeds zoo oud is, dat tien dames welke te zamen gelijk verdeeld haar jaren telden, ongaarne naar hun leeftijd zouden gevraagd worden, voor u uit den Nieuwendijk en de prachtige kantoren van de Collignon, nog verder het leelijk beursgebouw en het zooge naamde commandantshuis, dat reeds meermalen van bestemming veranderde, als ik het van huid zou willen doen. Ik steek den Dam gelukkig over en sta te peinzen waar nu heen te gaan, toen mij ter juister ure het denkbeeld invalt om eens naar Kras te gaan. Ik zou het waarlijk haast ver geten hebben en dat zou toch al te erg zijn. Reeds van verre toont het electrische licht ons waar wij moeten zijn, zoodat het al ware men onbekend, toch niet moeielijk kon zijn den weg te vinden. Zijt gij binnen getreden dan is de eerste indruk werkelijk overweldigend. Ge weet niet wat het meest te bewonderen. De fraaie vestibule welke gij moet door loopen om de zalen te bereiken, of wel die zalen zelf, die alle even flink en kranig ingericht u iets te aanschouwen geven wat gij overal elders, zelfs in de grootste wereldsteden niet vinden zult. Welk een gezellige leeszaal, wat fraai billard- lokaal, maar bovenal welk eene eleganten winter tuin, waar electrisch licht, door blauwe ballons getemperd een aangename kleur verspreidt over alles, waar tal van gloeilichtjes op ontelbare plaatsen aangebracht met hun geel licht het effect verhoogen, waar tal van planten, wier bladeren u doen denken aan de tropen, met hun eeuwig frisch groen zij zijn uitstekend geverfd aan het geheel een werkelijk tuinachtig aanzien geeft. En dan welk een menschenmenigte komend en gaand, zich neervleijend aan tafeltjes, zich vermakend onder het genot van spijs en drank, zich niet bekommerend om anderen, doende wat men denkt dat voor het oogenblik het aange naamste is. Rustig en kalm gaan de bedienden hun gang, geen oorverdoovend en hinderlijk ge schreeuw aanheffend, telkens wanneer een der bezoekers iets bestelt. Uren zou ik daar hebben kunnen zitten en kijken, zonder mij te vervelen, daar altijd en altijd weer opnieuw andere figuren de aandacht komen vragen, hier de schoone gestalte eener vrouw, daar de artistieke kop van een kunste naar, elders het misselijk figuur van den nage- maakten Engelschman, wiens korte pantalon en nauw jasje u onwillekeurig op het denkbeeld brengen dat hij de kleerkast van zijn jongeren broeder heeft geplunderd. Maar de tijd vloog om, en ik spoedde mij daarom door de inmiddels lediger geworden straten naar mijn hotel. Bolswardsche Courant ,1 I OF

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1888 | | pagina 1