NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
aeiSWAB» £N WONSERADEEL
RAADSVERSLAG
I
«El HiNDELOOPEB HUIS.
JL Gentleman.
W Huil. CE NEVER.
I
I
I
8
I
I
I
Ka
I
No. 3.
Achten Twintigste Jaargang.
1889.
VOOR
BUITENLAND.
BINaNENLAND.
5 DONDERDAG 17 JANUARI.
T. H. RITMAN. m er K:
V
I
I
I
3
"W onsera. deel.
Heer KOOS HIEMSTRA, Rykstraat 147.
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ze
w
zc
al
le
n<
lo
w
m
"1
g<
d.
m
e
d
V.
V
b
n
v
p>
in
v:
I.
f Onovertroffen, Oude, Zachte
Verkrijgbaar te Bols ward byrjef <]00I- Keizer Frederik aan vorst Bismarck
I de firma H. DONKER.
--J N.B. De echtheid wordt
-1 gegarandeerd door den naam
-T- r der Firma T. H. Ritman op
XjEUDKJST- kurk en flesch.
-
Tle deur dan is ontsloten^wij vergeten de eeuw
waarin wij leven, zien niet meer de vervallen
stad, die wij doorwandelden, wij denken ons
honderd en tweehonderd jaren terug en overzien,
hoe vluchtig dan ook. wat kunst en nijverheid,
wat vroomheid en ernst, wat huiselijkheid en
weelde hebben voortgebracht, uit binnen- en
buitenland, uit Europa en Azië. Wij bevinden
ons blijkbaar in het huis van een zeer vermogend,
bijbelsch-gereformeerd gezin van een Groot-Schip-
per, dien we dan ook straks boven in zijn „schrijf
kamer” zullen aantreffen, waar hij zich blijk
baar afzondert van het drukke gezin, dat we in
de woonkamer zullen vinden.
Doch we zijn eerst in het voorhuis. Van steen
of kalk is aan de wanden niets te bespeuren,
’t Is alles houten betimmering en het is aan een
Hindelooper schilder uitnemend gelukt, de wanden
op die eigenaardige wijze te beschilderen, als
vroeger zeer algemeen was. Op een witten grond
schetst hij in lichtblauw met vlugge hand, bladeren,
ranken, vogels, bloemen en al zou ik dit nu niet
op dezelfde wijze in onze woningen begeeren, toch is
het zekerlijk verre te verkiezen boven de kale,
witte kalkvlakken, die onze gangen en voorhuizen
een zoo doodsch aanzien geven. En zeer geluk
kig acht ik het, dat wij er meer en meer toe
overgaan, om onze gestucadoorde zolder- en muur
vlakken, met vriendelijke bloemstukken of op an
dere wijze een vroolijker aanzien te geven.
Halverwege aan de rechterzijde van het planken
beschot, gunt ons het glazen bovengedeelte eener
deur een blik in de straks reeds genoemde zijkamer
met haar schatten. We mogen er nu niet binnen
gaan en wijden alleen in dit voorhuis de aan
dacht, aan de drie groote diepe glazenkasten
die den linkerwand bedekken.
Daar vindt gij in de eerste eene verzameling
van verschillende soorten, meest bont, Japansch,
Chineesch, Fransch en Saksisch porselein, waar
onder enkele schotels van verbazenden omvang,
van welke iedere eene waarde vertegenwoordigt
van f 300,a f 400,In de tweede ziet ge
al de planken gevuld met glaswerk, kristal en
Delftsch aardewerk, terwijl de derde niets dan
blauw porselein bevat. In bijzonderheden treden,
is voor een vluchtig overzicht niet mogelyk, alleen
5
Evenals wij reeds in vorige nos.
kennis gaven, zal bovengenoemd Ver
slag gelijk vroeger in het bekende
doelmatige formaat door ons worden
uitgegeven bij de „Bolswardsche Cou
rant”.
De verschijning zal echter spoediger
plaats hebben.
de banden die het gevelvlak breken en die zelve
weder worden onderbroken door een of meer
raamkozijnen. Het huis had echter eene binnen-
betimmering, die het uitnemend geschikt maakt
voor het doel waartoe de familie het wilde in
richten, om nam. te worden een museum, waarin
zij zou plaatsen de schat, in kisten en koffers
sints jaren verborgen, die ons een blik zou doen
slaan in al wat er schoons en kostbaars, fijns en
smaakvols was in het rijke Hindeloopen van
DEPOT^te TJOLSW ARD, bij den Engeland. Zaterdag werd met het uitzet-
TT,r,,,r.^r, Bn lerschc pachters voortgegaan.
Op het landgoed van lord Lurgan was een
weerspannige aan de buurt. De gewapende macht
roest er aan te pas komen en kon eerst na hefti-
en tegenstand, waarbij 3 dooden vielen, tot de
itvoering van het vonnis overgaan.
Het hof te Killarney heeft Zaterdag 120 von-
issen gewezen, allen tegen achterstallige pach-
jrs, die nu weer „uitgezet” moesten worden.
Duitschland. De strijd tusschen den kan-
elier en de schim van Keizer Frederik wordt
oortgezet.
De Norddeutsche bevatte Zaterdagavond een
Wonseradeel, 12 Jan. De levering van grind
aan deze gemeente is gegund als volgt580
stère te Bolsward aan L. en N. v. d. Veen, tegen
f 3, 240 stère te Makkum aan denzelfden, tegen
f 3.10, 270 stère te Burg werd, op Hiemert en
aan de Hiemerterlaan aan R. van der Veen,
tegen f 2.95, 63 stèie te Pingjum aan J. H. de
Boer, tegen f 2.97, en 100 stère te Tjerkwerd
aan B. G. Steensma, tegen f 2.90 per stère.
De Haagsche correspondent van de N. Gr.
Ct. schrijft in zijn jongsten brief o. a. het vol
gende
„Het ontbieden naar het Loo van jhr. van
Capellen, ’s Konings adjudant-generaal en chef
van het militaire huis heeft zeer de aandacht ge
trokken om de gevolgtrekking, die de bladen er
uit gemaakt hebbenIk heb reden om ernstig
te betwijfelen of het doel, hetwelk diens bezoek
aan Z. M. volgens de dagbladen zou hebben ge
had, werkelijk is geweest te beraadslagen over
het benoemen van een opperbevelhebber des
legers. Zeer waarschijnlijk had de adjudant-
generaal andere gelegenheden te bespreken. Maar
de quaestie der benoeming van een opperbevel
hebber is niettemin aan de orde en in militaire
kringen is men natuurlijk in groote spanning.
Drie personen komen voor de hoogste militaire
positie in aanmerking: de drie luitenants-gene-
raal van der Schrieck, van der Star en Pfeiffer.
Naar hetgeen mij van welingelichte zijde is mee
gedeeld, zou Z. M. aan den gen. van der Star,
chef van den generalen staf, de voorkeur geven,
maar het valt niet te ontkennen, dat daardoor
de beide anderen, als den oudste en den inspec
teur van ’t hoofdwapen, zich gepasseerd zouden
kunnen achten. En nu moge het voorbijgaan
van den op non-activiteit zijnden gen. van der
Schrieck, het lid van de Tweede Kamer, die
langzamerhand vreemd aan den dienst geworden
is en die in zijn staatsmanscarriére voldoende
vergoeding vindt voor het gemis van een op
perbevel, gemakkelyk vallen ook omdat de
generaal, juist door zijn politieke rol, meer te
rug gekeerd is tot de positie van „subalterne”,
van een die gehoorzaamt, niet beveelt, met
den gen. Pfeiffer is het anders j hjj staat als een
der uitnemendste opperofficieren bekend, is een
nog jeugdig, krachtig, hoogst bekwaam en in
den dienst doorkneed man, wiens aanspraken
niet gering zijn te schatten. Dat Z. M. den
gen. van der Star persoonlijk prefereert schijnt
echter boven twijfelen terwijl deze een man
is van niet minder erkende verdiensten en hoog
aanzien, wordt de beslissing nogal moeielijk.
Men beweert dan ook, dat de Minister van Oor
log niet bijzonder gesticht is over den loop der
zaak en geheel onmogelijk zou het niet zijn, dat
de benoeming, die zich intusschen nog wel een
weinig zal laten wachten, een muisje werd met
een langen staart.”
De geestig gedachte plaat in het jongste
nommer van den Ned. Spectator stelt een reizi
ger voor, wien bij zijne aankomst een vijftal
gidsen hunne diensten aanbieden. De Gids wil
hem brengen naar het Hotel de Nederlanden;
de Katholieke Gids naar de Zeven Kerken van
Romede Indische Gids naar het Hotel des Indes;
de Militaire Gids naar de Maréchal de Turenne
de Nieuwe Gids vraagt: „zoekt uwes de retirade
De officier van justitie bij de rechtbank te
Haarlem heeft, na eene uitvoerige uiteenzetting
der feiten, gerequireerd voor F. W. Hoogerbeets
wegens a. poging tot moord b. poging tot dood
slag eene gevangenisstraf, van 5 jaar, in minde
ring gebracht met de preventieve hechtenis.
De verdediger, mr. Paap, hield een breed plei
dooi en eindigde de Rechtbank af te vragen of
het niet een noodlottig toeval is, dat H. hier
staat. Bedenk bij uw vonnis, zegt hij, dat het
zelfde noodlot gelukkig het herstel der slacht
offers heeft toegelaten. Wees zacht en barm
hartig in uw oordeel.
De beklaagde, na gevraagd te zijn of hij nog
iets te zeggen heeft, zegt dat hij niet ongestraft
zou willen wezen, doch een billijk vonnis wenscht.
Uitspraak over 14 dagen.
Nu de prijzen der remplaganten in de pro
vincie Drenthe, die vóór enkele jaren tot f 600
en daarboven liepen, tot f350 f 375 zyn gedaald,
begint de lust om zich als plaatsvervanger te
verbinden af te nemen, en neemt de emigratie
naar vreemde werelddeelen toe. Sommigen be
geven zich thans naar Amerika, om daar een
geldsom over te sparen. Een boerenknecht te
Roswinkel, die drie jaren in Noord-Amerika
doorbracht en dezer dagen terugkeerde, heeft on
geveer f700 overgespaard. Hij zal thans in ge
zelschap van een ander, nogmaals naar Amerika
vertrekken. Ook uit de gemeente Beilen zullen
eenige boerenknechts derwaarts gaan.
In Drenthe zijn proeven genomen met de
teelt van de Braziliaansche aartpeer, in welker
wortelen zich een ruim zetmeelgehalte bevindt.
Deze proeven hebben zoodanige uitkomsten op
geleverd, dat men de vrucht dit jaar op grooter
schaal wil verbouwen.
Door rechercheurs te Amsterdam zijn ge
arresteerd twee Duitschers, die zich geruimen
tijd in de nabijheid der Mozes-en Aaronskerk
hadden opgehouden, terwijl de eerste voorzien
was van een breekijzer, waaraan een touw, dat
hij achter het hek van de kerk wierp. Daarna
had hij zijn jas uitgetrokken en overgegeven aan
den tweeden persoon, vervolgens trachtte hij over
het hek te klimmen, hetgeen de rechercheurs
hem beletten, waarop de arrestatie volgde. Ge
noemde verdachten zijn in den afgeloopen nacht
door rechercheurs op verschillende plaatsen ach
tervolgd, daar hunne bewegingen verdacht voor
kwamen.
Het Kamerlid Okma begint het ander
maal kwaad te krijgen en nu wel met zijne
kiezers zelve. De antirevolutionair werd als
men weet door de hulp der volkspartij in ’t
district Wolvega tot lid der Tweede Kamer ge
kozen. Men had toen, naar „de Klok" doet op
merken, te kiezen tusschen twee kwaden en
koos het minst schadelijke, bouwende op de be
loften, d>e zonder voorbehoud door den heer
Okma werden afgelegd. Maar in de Kamer is
niets gebleken van trouw aan deze beloften.
De „man uit het volk”, die hij beloofd had te
zullen zijn, kwam niet voor den dag. Bij de
stemming zocht hij steeds naar de zijde der
„groote oomes”. En bij de stemming over de
belasting-motie van den heer Domela Nieuwen
huis bleef hij weg. Het artikel besluit als volgt
„Mijnheer Okma! Zoo gemakkelijk het voor
vroegere Kamerleden altijd moge geweest zijn de
oude kiezers onder de vorige Grondwet te ver
tegenwoordigen, zoo moeielijk is het nu en in
het vervolg afgevaardigde van de volkspartij te
zijn
„Het volk wil het kiesrecht, en gebruikt voor
een deel reeds nu het kiesrecht om met zijn
stembriefje wat te doen, en wat door zijn afge
vaardigden te laten doen in zijn direct belang.
„Doet zoo’n afgevaardigde niets of iets glad
verkeerds, dan roept het volk hem ter verant
woording.
„In naam der volkspartij roepen we thans
openlijk u ter verantwoording.
„Aan u de keuze of dit mondeling of schrif
telijk zal geschieden. Kunt ge u verantwoorden,
dan zyt ge onze man.
„Kunt of wilt ge niet, dan zullen we het u
zeer lastig maken. En al zyn we thans wat
uitvoerig geweest, dan is dit nog maar de in
leiding”.
We moeten zeggen, de heer Okma kan heter
voorloopig mee doen. Maar toch hoezeer we
in geen enkel opzicht met het kamerlid sym-
patbiseeren moeten we den mau een klei»
merk ik op, dat bij een eetservies verschillende
modellen de aandacht trokken en vooral vele
vischschotels met gratenschotels hoogst smaakvol
zijn. Doch wij moeten het voorhuis verlaten en
worden getrokken door een geheimzinnig ver
licht eikenhouten portaaltje, dat ons naar de
kamerdeur leidt, die een volgende keer ons in
het woonvertrek zal voeren.
M. E. van der MEULEN.
en 25en Maart 1838 geschreven, den dag waar
p het vijftig jaar geleden was, dat de kanselier
1 den militairen dienst trad.
In dien brief schrijft de Keizer Ik wil he
en niet in uitvoerige beschouwingen treden over
we verdiensten als staatsman, die uw naam voor
nmer zullen hechten aan onze geschiedenis. Doch
it wil ik hier doen uitkomenwanneer gehan-
eld werd over de verhooging onzer weerkracht,
ebt gij nooit geaarzeld den strijd te aanvaar-
jn en dien tot een goed einde te brengen. Het
ger dankt u het verkregen succes dat nooit zal
jrgeten worden, en de opperbevelhebber be-
ligt u daarvoor zijn hartelijken dank”.
De Norddeutsche wil uit dezen brief bewijzen,
if de zienswijze van keizer Frederik overeen-
wam met die van keizer Wilhelm, en dat de
'ijzinnigen onrecht hebben, als zegelooven, dat
rederik III een aanhanger hunner beginselen
as.
Over ’t algemeen is men van oordeel, dat de
•ief niets bewijst, dan dat de kanselier zeer ge-
ielig is voor de nederlagen, hem in de laat-
e dagen toegebracht. De brief des keizers is
vffits een dankbetuiging voor de diensten door
vorst Bismarck aan het leger bewezen.
Zaterdag had Bismarck een conferentie van
een uur met den keizer.
De Hannoversche Courier deelt mede, dat tien
klein-kaliber-kanonnen der bereden artillerie, met
toebehooren, die tot het artillerie-depöt te Han
nover behoorden, naar Wilhelmshaven zijn ge
bracht, om ingescheept te worden naar Oost-Afri-
ka. Deze stukken zullen ter beschikking wor
den gesteld van de koloniale troepen, onder be
vel van kapitein Wissmann.
’t Was een koude wintermorgen, toen ik met
een paar vrienden te voet den weg aflegde van
het station Hindeloopen naar het stedeke van
dien naam. De eenige medereiziger in onze af-
deeling van den trein, was voor Hindeloopen’s eer
opgekomen en had verklaard, dat er wel twee
rijtuigen aan het station gereed staan om steeds
de reizigers op te nemen. Toen wij echter op
het voorplein van het station rondzagen was er
niets te vinden, maar wel verklaarde de vriende
lijke koffiehuis-logementhouder, rijtuigverhuurder
en bakker, die ons later, toen wij doorendoor
verkleumd uit „het huis” kwamen, zoo verkwikte,
dat hij, als hij maar eenigzins had kunnen gissen,
dat zoo vroeg al drie reizigers zouden komen,
stellig met zijn wagen er zou geweest zijn. Blijk
baar was hij de eenige verbaasde niet; schuchter
gluurde meer dan eene vrouw of meisje om den
hoek van haar woning, om de drie zoo flink
doorstappende vreemdelingen te zien aankomen
en voorbijgaan, troepjes mannen behandelden
blijkbaar ‘t geval en de schoolkinderen, die op
gingen naar het flinke, ruime, volstrekt niet weel
derige schoolgebouw, dat het bloeiende Bolsward
tot eer zou verstrekken, zagen verwonderd naar
ons op.
Voor mijn geest rees het oude Hindeloopen op
uit de dagen van Schotanus, in de tweede helft
der 17de eeuw, toen „bij deze Nederlandsche
vrijheid ende fleur de stad wederom isse be
komen in rijkdom ende vermogen (na denbrand
nam. die omstreeks 1500 een groot deel der stad
had verwoest). Dit blijekt, schrijft hij, uyt veele
nieuwe huysen ende aanbouwing. Heeft als
Staveren een nieuwe Kerck en Toorn gesticht.
Daer is een groote menichte van Groot-Schippers
om Noorden en Oosten. En light de Stadtopeen
bequaeme landingh ende heeft een goede Ree
voor groote schepen, die daer aen aneker vrij
ligghen voor tempeesten ende onweder”
Die „Kerck en Toorn” staan er nog en de
laatste met hare drie omgangen verheft zich fier
omhoog, gelukkig goed onderhouden door het
nageslacht, als een gedenkteeken van de vroegere
fleur. Maar zij staan daar eenzaam, evenals het
stadhuis, nu buiten de bewoonde kom gelegen.
Waar zijn al de gebouwen, vroeger rondom het
Kerkplein geschaard, waar de straten, o. a. de
groote „wewersstraat”, die zich uitstrekten tot
aan den zeedijk?
Alles is verdwenen, er liggen geen schepen op
de ree, nauwelijks bespeurt men een enkele
vischersschuit, de huizen zijn afgebroken, de
straten zijn er niet meer, men wandelt nu over een
weide naar het strand. Het overgebleven be
bouwde gedeelte heeft over het algemeen een
vervallen aanzien, hierendaar ziet men door een
geopende deur nog een goed onderhouden ouder-
wetschen gang met beschilderd houten beschot,
een gedeelte der „Nieuwe Weyde”, eene straat
in den bloeitijd aangelegd, ziet er nog vriendelijk
en welvarend uit. Daar verheft zich de aan
zienlijke heerenhuizinge, die weder voor de familie
Rinia van Nauta in orde wordt gemaakt. Mede in
dat deel der stad heeft de heer F. Rinia van
Nauta eene woning gekocht, die uiterlijk zich niet
onderscheidt van de andere huizen in den ouden
stijl gebouwd. Alleen heeft ook deze puntgevel
Bolswardsche Courant
V
I
ui
V
b
VI
Zl
[j
IT 1 A r> i 1 1 -Lyo XV V/i>ut7C4«t-ötzZ€c uciaivc rjaiciuaga» vuu uvu
9
B Af lévennq Vèngoewen a ana aaq en; w
K ^WaschgtfederwHi^corUr'mj^^L fl