NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD OÏ.SWAR» EN WONSERADEEL I HEI HINDELOOPER HUIS. i I EINDELIJK ONTDEKT. fe fe Vijftig Centen. 1889. Achten Twintigste Jaargang. No. 5. BUITENLAND. i BINNENLAND. DONDERDAG 31 JANUARI. 4 N Aan onze _A.‘boxiné7s I VOOR I p I e de geest verzwakt I ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco' per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. S II. - 1 De lezer weet, dat wij door het voorhuis ge naderd waren, aan een geheimzinnig verlicht eiken hout portaaltje, dat naar de kamerdeur leidt. De oude Hinderloopers waren zoo wijs, dat ze de mindere houtsoorten beschilderden, maar aan de greenenhouten zoldering haar eigenaardige tint lieten en aan het heerlijk eikenhout recht lieten wedervaren met zijn onderscheiden schakeeringen, zijn nerven en vlammen. Vaak lieten zij het ge heel blank, de betimmeringen boenden zij, waar schijnlijk met olie en was. De kamerdeur wordt geopend en wij zijn aan den ingang van het vrij ruim, innig gezellig woon vertrek. Alleen hindert het 19de eeuwsch ijzeren hekje, dat een deel der kamer afsluit voor de een of andere onbescheiden handgreep. Wij ver geten dit en zien in ’t ronde, maar zijn eenigzins verbijsterd. Ons oog moet langzamerhand gewen nen aan al het vreemde, dat het aanschouwt. Verbeeldt u, als we even het portaaltje door- loopen, dat zich ook in de kamer nog een eind uitstrekt, en een vluchtigen blik in de kamer slaan, dan zien we, dat we ons bevinden te midden van een groot gezin, want negen personen, groot en klein zijn hier aanwezig, alleen grootvader zit boven, gelijk we reeds weten. De bedsdeuren zijn open en moeder, de kraam vrouw, ligt, rustig op zijde blijkbaar herstellend, met welgevallen het huiselijk tafereel aan te zien. Dit tafereel trekt ook ons, maar bovendien, hoe veel meer vraagt onze aandacht. W ij weten nau welijks waar te beginnen. We keeren op onze schreden terug naar het fraai besneden portaal. Het blijkt dat de deur op ongeveer der lengte is aangebracht en dat de muur, die de kamer van het voorhuis scheidt, bekleed is met de bekende blauwe tegels. Dit zijn histories”, d. z. allerlei voorstellingen aan O en N. Testament ontleend, waarvan de op vatting en teekening vaak zonderling zijn, terwijl we den rechter binnenwand in het vertrek be dekt zien met „springers ook blauwe tegels, met allerlei dieren, in beweging afgebeeld, die de pho- tograaf onzer dagen wellicht „instantanés” zou noemen. Links en rechts in het portaal zijn al- temaal deuren, verschillende kasten en in ’t mid den, aan de eene zijde de deur, die naar den kel der, aan de andere, die naar den zolder den toe gang ontsluit. Het houten beschot, de betimme ring boven de deur, de verschillende paneelen der deuren, ’t is alles met zorg bewerkt en in vele opzichten kunstig en smaakvol besneden. Als we nu weer in de kamer zelve komen, dan blijkt dat achter de straks genoemde Kasten ruimte is uitgespaard voor twee naast elkaar getimmerde bedsteden, die ruim een meter boven den grond zijn en die men dan ook langs aardig geschil derde losse trapjes (bodstroppen) bestijgt, 't Is waar lijk goed voor de dienstbode, dat daar de „bed- makersstok” aan den wand hangt, want hoe zou ze anders de dekens netjes instoppen kunnen. De eene i> gesloten en moeder de vrouw heeft er gelukkig niets tegen, dat we de geopende deu ren ook van haar legerstede bezien, want deze zijn dat waard. De benedenpaneelen nam. zijn alle beschilderd en de geliefde geschiedenis van Jozef gaf den schilder de onderwerpen aan ter be handeling. Hij ontleende ze aan Gen XXXV1I, XLI en XLII en zekerlijk in verband met de slaapsteden aan welke hij geroepen was zijne kunst te wijden, trokken hem vooral de droomen aan van Jozef en Pharao. Van eigenlijke kunstwaarde is hier geen sprake, al zijn ze niet onaardig, door den stadsschilder dier dagen bewerkt. De gelukkige moeder ligt in keurig bedtoilet, onder heerlijke dekens eh fijn linnen en ziet ver genoegd allereerst naar de baker, die haar stevig ingebakerd kindje, uit de wale oppe walesoalder (wieg, staande op den wiegezolder) welke mot een eigenaardig toestel in schommelende bewe ging wordt gebracht, heeft genomen en blijkbaar plan heeft naar de koffietafel te gaan. Deze staat midden in de kamer en daar zit de gelukkige vader genoegelijk zijn lange pijp te rooken, ter wijl de zuster der vrouw, die voor de bevalling een tijdje over is, gereed is, om uit de fijne geë mailleerde koperen koffietjettel in de blauw por seleinen kopjes het geurige mokka vocht te schen ken, dat de groot-schipper wellicht van een zijner J reizen zelf heeft meegebracht. Een jongske staat aan vader’s knie en twee meisjes staan bij haar speeltafeltje, waarop het skriiboad (schrijf- of school bord, een houten doos met schuifdeksel) en een aardige verzameling prenten uit die dagen. Ach ter in de kamer zit, in haar rustig hoekje, bij een der rondboogvensters met in lood gevatte ruitjes, waarvoor gebloemde gordijntjes hangen, aan haar spinweele grootmoeder, met de hand aan het vlas. Waarlijk, onze gids die de maker is van al deze houten figuren, heeft eer van zijn werk, om de natuurlijke houding waarin ze daar geplaatst zijn en de Vreeze, de portaalschilder van straks, toonde hier, dat hij ook aardig slag heeft, om in ons zekere illusie te wekken, zoodat we met grootje haast een praatje zouden gaan maken. Vooral echter gaven de dames Rinia van Nauta bewijzen van kennis en smaak in het kleeden der familie. Ieder begrijpt, dat het veel soortige. gebattikte Hindelooperbont hier voorkomt in allerlei kleuren en kleedingstukken. Geheel naar den aard draagt baker de wenke mei stieuwje zondook (het jak met langen schoot en gesteven hoofddoek), de zuster heeft een kassekeintje (gewoon jakje) aan en de meisjes zijn ient stroepsel en slappe zondook (’t jakje met slappen hoofddoek.) Dat vader in zijn rok zit met korte broek en lage schoenen verwacht ieder, maar dat ’t kleine ventje aan zijn knie, in soortgelijk stijf pak zit, benauwt me op ’t gezicht alleen en doet me onze jongens in hun losse matrozenpakjes gelukkig achten, tegenover de Hindelooper mannekes van weleer. Nadat we met de familie kennis gemaakt hebben laten we onzen blik nog eens door en langs de wanden van het vertrek weiden. Slechts vluchtig wijs ik op de schildpadden el, op de kleerborstel met zilveren beslag, op de zeer verdienstelijke pen- teekeningen, die ons de kleeding doen kennen op ’t land en in huis, of ons in binnenkamers van vroegere dagen binnenleiden, op de zilveren zwee- pen, die er op zouden moeten wijzen, dat onze groot-schipper ook zijn harddravers had, op den spiegel met schildpadden rand en dien anderen met glazen bewerkten rand, waaraan twee glazen armen zijn, bestemd om kaarsen te dragen, op de hang klok, die nog altijd rustig voortloopt, eindelijk op den boven opengewerkten koperen bed warmer, want waarlijk, als ik opklimmen moest in die bestede boven den kelder, om daar den nacht in door te brengen, dan zou ik, evenals onze toch waarlijk niet verwende voorouders, ook het bed wat laten stoven, om er de kilheid aan te ontnemen. Doch hier en daar moet ik wat langer verwijlen. Zie eerst naar de schouw, ’t Verbeeldt blijkbaar zomer, want ’t fierbankjen staat op ’t eazenboad (de plank (haardzolder), die 's zomers over de ijzeren haardplaat wordt gelegd). Op ’t vuur- bankje staat de fierwagen (de vuurwagen) en in de Hirdsherne (de hoek van den haard) staat het Hernboad (haardscherm). Alles glimt u tegen, geen vonkje, echter en geen kooltje, hoe wij, ver kleumende reizigers., ook naar een warme stoove mei test verlangden, want'in weerwil der matten, gaf de vloer met bruine en zwarte tegels ver schrikkelijk koud op. Dicht bij de schouw ligt op zijn lessenaar de deftige kwartijn, de Bijbel met zijn houten met leer bekleeden en met koper beslagen band, ’t Is een van 1652 van Pieter Rammezijn uit Gouda en voorzeker heeft vader of moeder hem menige malen geopend, om er voor zich en het gezin stichting en verstroosting uit te putten. Bovenal merkwaardig zijn twee meubelstukken uit het oogpunt van kunst. Het eene is een skreén op schommels (een kastje op schragen) en het andere is een keeft (groote kast) ook op schragen. De skreén is laag bij den grond, zóó dat men er boven op, als op onze étagères, porselein en snuiste rijen plaatst. Ze heeft twee openslaande deurtjes en is bestemd om van het Hindelooperbont of zijden doeken en schorten in te bergen. De keeft heeft twee verdiepingen en doet dienst als onze kabinetten. Deze beide meubels zijn van blank eikenhout hierendaar ingelegd met ebbenhout. Al het snijwerk echter, de deurpaneelen, het lijst werk, de friezen de schammelpooten, alles is even fijn bewerkt en kunstig besneden, zoodat zij eene waarde vertegenwoordigen van eenige honderde guldens en een sieraad zouden uitmaken in elk in renaissancestijl bewerkt vertrek. M. E. van der MEULEN. ving, onbewimpeld hebben verklaard, dat, zoo- dra er in den toestand van opgewondenheid, waarin Z. M. in de vorige week verkeerde, een wending kwam, de afloop spoediger zou zijn dan op dat oogenblik was te wachten. En die wen ding ze is helaas sedert Woensdagavond ge komen. Van toen af heeft de onrust des lijders voor een onheilspellende kalmte plaats gemaakt.” Te Zutphen werd aan het postkantoor een bankbiljet van 25 gulden in ontvangst genomen, waarvan de achterzijde geheel en al in beslag genomen was voor de advertentie van eenige radicale en socialistische bladen en voor de me- dedeeling van een stuk van het socialistische programma van actie. De Zutph. Ct. herinnert, dat in Duitschland een bankbiljet zijne geldigheid verliest, wanneer het op die manier tot circulaire ot reclamemid- del wordt ingericht. Wij meenden dat ook voor ons land nog niet zoo lang geleden een voorschrift van soortgelijke strekking was gegeven en dat het hieraan was te danken, dat onze banbiljetten in den laatsten tijd minder tot reclame kaarten hadden gediend. De stoombootlijn, die van Vlissingen uit ons land met Zuid-Afrika verbindt, is in ge noemde stad geopend door het vertrek der War wick Castle. Een dronk van den heer Donald Currie, president van de Castle line op Zuid- Afrika en de verbinding daarvan met het oude Moederland, werd beantwoord door den heer Charles Boissevain. De boot ging in zee met Hollandsche passa giers, waaronder vele landvernuizers en eene groote lading. Daaronder was een paardenspel. Charles V. Woerd, de bekende vervaardi ger der Waltham-horloges, is overleden in Cali- fornië, waar hij zich met ontginning van goud mijnen bezighield. Woerd was een Nederlander en 79 jaren oud. Vele uitvindingen in de uur- werk-nij verheid werden hem toegeschreven. Oirschot waar druk zout gesmokkeld wordt, gebeurde dezer dagen het volgendeEen welbe- laden bende smokkelaars nadert de grens en hoort zich eensklaps toeroepen„Halt, wij zjjn rijksambtenarenDe zoutzakken worden on middelijk op den gronde geworpen en de smok kelaars kiezen het hazenpad. Terstond daarop worden de zakken opgenomen en weggevoerd, doch niet door rjjksambtenaren maar door smok kelaars, die hun kameraden eens bij den neus hadden gehad. Omtrent het aanknoopen van handelsrela- tiën voor aan- en verkoop van vee in Argentinië, meldt men nog dat, op gezamenlijke kosten van enkele landbouwers te Haarlemmermeer eenige runderen naar het verre Westen zullen worden gezonden, hoofdzakelijk om aldaar te bate van toekomstige emigranten uit den boerenstand den veeteelt te beproeven en ten tweede, om bij wijze van reclame Hollandsch vee in te voeren. Het volgende ongeluk heeft zich Vrijdag middag voorgedaan aan boord van de schroef stoomboot de Nijverheid, van de Rotterdamsche schroefstoombootmaatschappij. Toen de boot omstreeks 3 uur Zalk genaderd was, vervoegde zich de twintigjarige stoker J. J. W. Boerkamp bij eenige passagiers, die op het dek met den stuurman stonden te praten. Men presenteerde een sigaar, waarop Boerkamp zich naar de machinekamer spoedde, om wat vuur te halen. Vlug liep hij over eenige vaten, doch struikelde en viel over boord. Een oogenblik klemde hij zich nog aan de verschansing vast. De machinist schoot onmiddelijk toe, greep hem, doch was niet bij machte hem vast te houden, zoodat de ongelukkige in het water stortte. Daar de boot in volle vaart was, liet men onmiddelijk stop pen en achteruit werken. De roeiboot werd ter stond te water gelaten. Men zag den drenkeling inmiddels boven water komen en pogingen aan wenden, om zich drijvende te houden. Uit alle macht roeide men naar hem toe, doch helaas, toen men niet ver meer van hem verwijderd was, zonk hij in de diepte, om niet weder boven te komen. Alle middelen, die aangewend werden, om hem te redden, bleken vruchteloos. Men stoom de naar Zalk, gaf van het voorgevallene kennis aan de politie en vervolgde onder groote versla genheid den tocht tot Kampen. Tevergeefs heeft men tot nog toe getracht het lijk van den dren keling te vinden. Uit Heemstede wordt geschreven „Dat eene koe eenen haas vangt, is zeker wel zeldzaam, maar wie heeft er ooit geboord dat een hond eenen zalm vangt En toch is dit hier gebeurd. Gisteren bevond zich een konijnenvan ger met zijne honden in de duinen onder Wes- ter-Schouwen. Een zijner honden missende, ging hij dien zoeken en vond hem. met eenen zalm in den bek, aan het strand. Het kostelijk dier schijnt door den vloed zóó hoog op het strand te zijn geworpen, dat terugzwemmen onmogelijk werd. Het dier was in volmaakt goeden staat en woog circa 30 pond.” „Niet steeds is de liefde bestendig van duur,” zou men kunnen zeggen bij het vernemen van wat te Haarlem is voorgevallen met een echtpaar, dat nog geen vfif weken geleden is gehuwd. Dit huwelijk is zóo gelukkig, dat de jonge vrouw het door haar uit de Maan gekeken mannetje weer van harte daarnaar terugwenscht en tot tjjd en wijle dit geschied zal zijn, voorloopig maar weder in de ouderlijke woning haar intrek heeft genomen» m het vermoedelijk spoedig einde, dat wel in ju zacht inslapen zal zijn gelegen. Het is waar, prof. Rosenstein de mogelijkheid van een G '~ngdurig ziekteproces heeft toegegeven, t on voorwaardelijkhij moet H. M. de hem na zijn laatste consult ont- Boulanger is te Parijs gekozen en het is in de woelzieke hoofdstad rustig gebleven. De meerderheid, waarmede Boulanger werd gekozen, is zóó groot meer dan tachtig dui zend stemmen dat de beteekenis er van niet kan verkleind noch verbloemd worden. Dit heeft ook het Kabinet-Floquet begrepen, dat in den Ministerraad die Zondagavond bijeen kwam en eerst den nacht om halftwee scheidde zich bereid verklaarde, af te treden, indien Car not, die presideerde, geloofde dat de moeielijk- heden gemakkelijker zullen kunnen overwonnen worden door een Ministerie, dat op breederen grondslag steunde en mannen van alle republi- keinsche richtingen in zich op nam. De 30ste verjaardag van den Duitschen Kei zer, die Zondag gevierd werd, heeft niets merk waardigs opgeleverdwèl de zitting van den Rijksdag van Zaterdag, toen daar het wetsontwerp betreffende Oost-Afrika aan de orde was. Bismarck heeft met alle kracht aangedrongen op het nemen van een definitief besluit, omdat men zelfs een uitstel van weinige dagen zou kunnen betreurenzijne vrienden ook de Bondscommissaris Wissmann betoogden het zelfde; toch vond de Rijksdag beter, het ontwerp commissoriaal te maken. De Duitsch-vrijzinnigen (Bamberger c.s.) en de socialisten (Bebel c.s.) verklaarden zich voor verwerping. Bebel verklaarde onder groote vroolijkheid van het Huis, dat hij o. a. hierom tegen het voorstel was, omdat de Afrikaansche slaven meestal een veel aangenamer leven hadden dan de Duitsche werklieden. De eersten bijv, hadden wekelijks twee feestdagen, de laatsten nauwelijks één. Uit een politiek oogpunt was het opmerkelijkst Bismarck’s herhaalde en nadrukkelijke verklaring, dat tusschen Duitschland en Engeland de beste verstandhouding bestaat, zoowel wat Zanzibar, alsook wat ook Samoa betreft (eene verklaring, die door het gansche Huis met levendigen bijval werd begroet)verder Bismarck’s verzekering, dat hij vast besloten was Duitschland’s verdere koloniale politiek zeer voorzichtig en alleen in volle vriendschap met Engeland voort te zetten. De toon der Engelsche bladen is intusschen nog verre van toeschietelijk. De Eiffeltoren, op het terrein der Parijscbe tentoonstelling, komt nog vóór April gereed. Twee trappen leiden naar den eersten omgang en vier van daar naar den tweeden. Ook zal men er met een hijschtoestel kunnen komen, dat 50 tot 100 personen bevatten en per uur 2400 menschen naar den eersten omgang vervoeren kan. Van den grond naar de tweede verdieping gaan twee „lifts”, die de hoogte van 112 meter in ééne minuut afleggen. Op het eerste plat vorm houden zij even op om reizigers op te nemen of af te zetten. De geheele reis naar den top zal vier minuten duren en per uur zullen 750 bezoekers naar boven kunnen worden gebracht. Voor den bouw der verschillende „palais” of hallen werd 20 millioen fres. toegestaan. Het „palais des beaux-arts” kost 6,372,484 fres., de hallen voor de machinerieën eischen 7,233,384 frs., de overige niet-particuliere gebouwen 5,786,406 fres., het bewerken van het terrein 524,847 fres. (De rekening schijnt bijzonder nauwkeurig door de administrateurs van den directeur Alphand te zijn opgemaakt. Alleen de halve centimes ontbreken hier). Het officieel bulletin van Maandag van het Loo luidtDe Koning bracht een goeden dag en een rustigen nacht door. De toestand blijft bevredigend. Voorloopig worden geen bulletins meer uitge geven. Omtrent den toestand des Konings deelt de Haagsche correspondent der N. Gr. Ct. het volgende mede: „De ziekte des Konings heeft het gewone ver loop. Tot nog toe nemen de krachten minder snel af dan men aanvankelijk vreesde, maar, al moge de Staatscourant schier eiken avond de natie in schijn geruststellen door de vermelding van de kalmte en rust van den hoogen lijder, ik meen wèl te doen met mijnerzijds tegen illu- i siën te waarschuwen. De phase van apathie, die reeds voor een dag of vier scheen te naderen, is nu werkelijk ingetreden. Z. M. slaapt veel, niet enkel ’s nachts, maar ook bij dag; ’t is de slaap der uitputting, niet de verkwikkende slui mering van den zieke, die, ontwakend, zich versterkt gevoelt. De eetlust blijft ook zeer ge ring en wat de officieele bulletins niet ver melden is de hoofdzaak de polsslag wordt allengs minder krachtig en de geest verzwakt voortdurend. Nu en dan is de Koning in de laatste dagen nog eens opgestaan, maar alleen voor weinige oogenblikkenhij teekent nog alle j stukken, maar werkt overigens niet meer in den eigenlijken zin des woords. De geneesheeren ont- I veinzen zich geen oogenblik het blijvend gevaar Tot 15 Februari a.s. wordt door ons de inteekening opengesteld op den prachtigen, rijk geïllustreerde!! Premie-roman Deze premie zal ditmaal worden afgeleverd, gebonden in keurig linnen stempel- b a n d, met zwart en goud. In het gewone geval kost zulk een boek ƒ3.Uitsluitend voor onze geabonneerden stellen wij het verkrijgbaar voor slechts Gelieve zoo spoedig mogelijk achterstaande BON uit te knippen en met bijvoeging van 50 centen aan ons Bureau in te zenden. Abonné’s buiten de stad ontvangen het boek franco per post tegen inzending van een postwissel van 65 cent. Begin Maart a.s. wordt deze premie aan alle inteekenaren verzonden DE UITGEVER. Bolswardsche Courant i L i l l r A

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1889 | | pagina 1