NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD 80ESWARD EN WONSERADEEE No? 8. 1889. x N l LANDVERHUIZING. r Achten Twintigste Jaargang. VOOR DONDERDAG 21 FEBRUARI. BINNENLAND. BUITENLAND. ZUIVELSCHOOL. raad te geven, maar dit ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents, ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. S N| Engeland. Tengevolge van het afkondigen van den kleinen staat van beleg in het graaf schap Donegal, zijn te Londonderry troepen- atdeelingen aangekomen. Chamberlain hield een redevoering in de Aca demie van St. Andrews in Schotland. Hij be streed de lersche staatkunde van Gladstone, en sprak met lof over die van de tegenwoordige regeering. Vooral prees hij de houding en de toewijding van den heer Balfour. Volgens Cham berlain hebben Gladstone en zijn aanhangers het recht verloren zich strijders voor het liberalisme te noemen, sinds zij gemeene zaak maakten met een partij, die regeerings- en ordeloosheid in haar programma voert. Duitschland. De Münchener Heuste Nach- richten deelt mede, dat Dr. Geffcken een werk schrijft, dat tot titel dragen zalBismarck en het Hooge Gerechtshof. Bovendien verneemt het blad, dat Geffcken een aanklacht heeft ingediend tegen den Keizerlijken Procureur, wegens het schenden van briefgeheim en het doen drukken van geschriften, zonder toestemming der eigenaars. De liberale bladen zijn niet voldaan met het Witte Boek, dat aan den Rijksdag is verzonden. De algemeene indruk is, dat de Duitsche consuls, de hun gegeven orders niet hebben begrepen, evenmin als de staatkundige denkbeelden van den kanselier. Het is dwaas, zeggen zij, dat de kanselarjj de fouten moet verbeteren, die dè con suls beginnen. Oostenrij k-Hongarije. Het is nog verre van rustig in Buda-Pesth. In de zitting der Kamer van Zaterdag kondigde de Afgevaardigde Poloni tegen Zondag een betooging aan, waarbij, naar hij zeide, de grootste orde zou heerschen doch tevens stelde hij Tisza verantwoordelijk voor de gevolgen, indien de politie door ruwheid de goede orde verstoorde. De minister antwoordde, dat het hem genoegen deed op te merken, dat men verlangde naar het einde der ongeregeldheden. Wat hem aangaat, hij zal de beambten weten te straffen, die te veel ijver in de uitoefening van hun ambt toonen maar tevens mag hij geen vage beschuldigingen die voor ’t meerendeel onjuist zijn tegen zijne ambtenaren hooren inbrengen. Van deze verklaring nam de Kamer acte Zondag werd de groote betooging gehouden, waaraan door 70,000 personen werd deelgenomen. Ordelijk trok de stoet de hoofdstraten door, onder het zingen van vrijheidsliederen, terwijl de kreten Leve de Koning 1 Weg met Tisza '.gehoord werden. Politie was niet te zien. Bol sward, 14 Februari. Het bestuur van Wonseradeels Zuiderzeedijken heeft aanbesteed a. De levering van greenen paalhout, als 700 stuks palen a 62, 800 stuks a 53, 425 stuks a 41 en 300 stuks a 35l/2 decim., waarop ie in geschreven doorWed. Sleeswijk Visser, Lemmer, f9150; Hubert Jans Co, Harlingen, f8999; Fontein Tjallingii, Harlingen, f8900; T. W. Overmeer Zoon, Leeuwarden, f8797. b. 40 zware, 40 ligte en 22 ondermaatsche eiken gordingen, waarop is ingeschreven door: J. ten Sijthof Zn., Deventer, f 860Tjebbe Visser, Workum, f739; A. en 8. Wijma, Apel doorn, f 677,60 F. H. van Eerden, Aalten, 627,60. c. 120 stère riviergrint (op den wal), wraarop is ingeschreven doorB. G. Steensma, Lemmer, f 3,45H. J. v. d. Vecht, Hasselt, f 3,44 A. D. IJsga, Gaast, f3,25, A. Bakker, Gaast, 2,90; J. Weener Az., Hasselt, f2,67 per stère. Aan de laagste inschrijvers de levering gegund. t Heden had door de Commissie van beheer over den weg BolswardHarlingen de aanbe steding plaats van het leveren van 520 stère riviergrint. Ingekomen acht biljetten. Laagste inschrijver de heer J. Weener Az. te Hasselt voor f2.46 in massa (op den wal). Naar men verneemt zou het verkrijgen van een terrein tot stichting eener vakschool voor zuivelbereiding te Bolsward zoo vele bezwaren ontmoeten, dat bij ’t Bestuur der Vereeniging de mogelijkheid tot vestiging dier vakschool in eene andere gemeente wordt overwogen. Bovenstaande lazen we in de Mededeelingen en Berichten van de Friesche Maatschappij van Landbouw en Veeteelt. Van harte hopen we dat het bericht niet bewaarheid mag worden. Pingjum, 16 Febr. Het alhier bestaande reciteer-collegie „Uitspanning door Inspanning” hield j.l. Donderdag avond eene buitengewone vergadering ten huize van de Wed. IJntema. Door het uitreiken van een aantal gratis ver strekte toegangsbewijzen waren velen in staat gesteld een recht genoegelijken avond door te brengen. Een achttal sprekers toch vergastte het aandachtig gehoor op eenige uitgelezen stuk ken, die op eene keurige wijze werden voorge dragen. De muziekvereeniging „Harmonie” luisterde deze vergadering uitnemend op. „Uitspanning door Inspanning” kan voorzeker met voldoening op haar werk terugzien, want ieder keerde hoogst voldaan huiswaarts, haar in zijn hart een „tot weêrziens” toeroepende. Volgens een schrijven van geachte zijde aan het Vaderland is het nu weder wèl in orde met het Spaansche grootkruis, hetwelk jhr. Hartsen aannam. Volgens diplomatiek gebruik worden ge decoreerd de Ministers die bij de uitwisseling der ratificatiën aan het bewind zijn, en in dat geval verkeerde de heer Hartsen, evenals indertijd de heeren van der Does de Willebois, Sprenger van Eyck en Weitzel. Bij uitzondering wordt van dat gebruik wel eens afgeweken, en zoo kreeg ook de heer Grobbee de decoratie in plaats van den heer Bloem. Maar dit zijn uitzonderingen en de heer Hartsen kreeg zijn grootkruis volgens den regel. Alzoo zijn alle dingen in orde geschied. De moraal van deze geschiedenis is, dat ook zulke buitenlandsche grootkruizen, waarmede hoogge- I plaatste staatslieden in dienst of in ruste pronken I of prijken bij officieele gelegenheden en feesten, I vaak niet de minste waarde hebben in betrek- I king tot hen, die ze dragen. De vooruitzichten omtrent den oogst op het I eiland Curasao zijn* volgens een partiouleir schrij- V Ongegronde opmerkingen. Volgens de kieswet, in 1850 tot stand geko men, zijn de stembureaux geopend, des zomers van 9 tot 5 en des winters van 9 tot 4 uren. Men zou meenen dat dit in overeenstemming was met de maatschappelijke gewoonten het zijn de uren, waarop de kantoren geopend zijn en zaken worden gedaan. De Standaard echter kent een anderen oor sprong aan die tijdsbepaling toe Zij is het uit vloeisel van de enghartige oligarchie waaraan Thorbecke ons overleverde. De bourgoisie satis- faite is pas laat bij de hand, eet om vijf uren en moet na het eten naar concert en komedie Zoolang de 100,009 kiezers stemden kon men met deze periode volstaanmaar nu er 350,000 kiezers zijn, vindt men daar duizenden onder, die tusschen negen en vier uren „ónmogelijk” kunnen stemmen. Daarom moet die „aristocratische, echt oligar chische bepaling” de kieswet uit. Als men nagaat hoe luttel bij de jongste ver kiezingen het aantal was van hen die niet stem den, dan is die bewering van de Standaard, dat er duizenden zijn welke in dat tijdsbestek ón mogelijk kunnen stemmen, eene loutere onwaar heid, Maar al mocht, wegens de vermeerdering van het getal kiezers, verlenging van den tijd om te stemmen wenschelijk zijn, dan zou een man wien het om de zaak te doen is, hierop kunnen aan dringen, maar de redacteur van de Standaard kan ook thans niet nalaten toe te geven aan zijn hartstocht om den kastenhaat aan te blazen en de schuld te werpen op de boirgeoisie satisfaite en hare enghartige, oligarchische, aristocratische neigingen. Die lust om te schelden en op te zetten heb ben tegen hen die iets hooger op de maatschap pelijke ladder zijn geplaatst, straalt door in het geen hetzelfde blad zegt omtrent het prostitutie- congres. „De heeren, die de prostitutie hebben in te perken, vinden niet zelden een te ingeperkte prostitutie niet naar den smaakvooral met het oog op hun zonen, neefs en pupillen 1” Is dat nu waarlijk de reden, waarom vele be voegde deskundigen niet voor het congres zijn De Standaard meent voorts dat het prostitutie- congres meer zou beloven als men de dames had thuis gelaten. Nu kan men niet alles zeggen. Waarom niet? Nu de dames zich met de zaak der prostitutie bemoeien, moeten zij ook bestand zijn om de dingen bij hun naam te hooren noe men. Als zij bang zijn voor de woorden, laten ze zich dan ook buiten de zaak houden. Voor Landverhuizers. Terwijl vele landgenooten op grond der mede deelingen van agenten, zich naar Argentinië be gaven, waaromtrent niet zeer gunstige, in ieder geval tegenstrijdige berichten ontvangen worden, schijnt Paraguay betere kansen op te leveren, Onze consul in Zuid-Amerika, de heer van Riet, geeft van de toestanden in die hemelstreken in de Staatscourant een uitvoerig verslag. Omtrent de immigratie naar Paraguay, deelt de heer van Riet o. a. het volgende mede De regeering der Republiek heeft het groote belang van immigratie in de laatste jaren ten volle begrepen, en kent aan landverhuizers grootere voordeelen toe dan in de meeste andere Staten het geval is. Alle immigranten zijn in de eerste plaats gerechtigd op vrije passage van Buenos-Ayres of Montevideo naar Asuncion, op kosteloos verblijf en onderhoud gedurende de eerste vijf dagen na aan komst in Paraguay en op vrij vervoer van Asun cion naar dat punt der Republiek, waar zij zich willen vestigen. Hunne landbouwgereedschappen, meubelen, kleederen en een jachtgeweer zijn vrij gesteld van invoerrechten. Aan de ter vestiging I in de Staatskolonie bestemde huisgezinnen, dat zijn I dezulken, welke bestaan uit ten minste 3 volwas- I senen of met inbegrip van kinderen, uitöperso- I nen, en die een bewijs overleggen van goed gedrag I en kennis van den landbouw, wordt bovendien I verstrekt vrije overtocht van Europa naar de la I Plata, het noodige landbouwgereedschap, zaden, I eene melkkoe met kalf en een of twee trekossen, I alsmede een perceel land ter grootte van 16 vier- I kante cuadras, gelijk aan 12 hectaren. Na verloop van vijf jaren, gedurende welke dit land door de I immigranten moet bewerkt worden, verkrijgen zij I daarvan de definitieve bewijzen van eigendom. I Vóór dien tijd mogen zij het land noch het vee verkoopen. Zij zijn daarentegen gerechtigd tot I verderen aankoop van land en wel van nog drie I perceelen tot den prijs van 1 doll, per cuadra. I Gedurende de eerste 10 jaren zijn de kolonisten I van alle directe belastingen vrijgesteld. i Deze vrijgevige bepalingen hebben wel-is-waar I naar Paraguay jaarlijks nog niet zooveel hon- I derden landverhuizers gelokt als er duizenden I naar Argentinië gaan, maar met immigratie is I toch eindelijk een begin gemaaktzij beliep in I de eerste helft van lb88 ongeveer 500 personen, I De landverhuizerskoloniën in deze Republiek be- I ginnen thans goede uitkomsten af te werpen. De I kolonisten hebben er wel-is-waar geen fortuinen I verworven, maar zij genieten toch in ’t algemeen I eene grootere welvaart dan waarop zij ooit in I hun vaderland hadden durven hopen. Er bestaan I tegenwoordig drie koloniën, te weten de Staats- I koloniën Villa Hayes en San Bernardino, en de I kolonie Nueva Germania, eene particuliere on- I derneming. j Voorts wijst de heer van Riet den Nederland- I schen handel op een aantal voortbrengselen van I invoer, waarmede hij goede zaken zou kunnen I maken. ven van daar, zeer treurig. Wegens de voort durende droogte, die zelfs in den gewonen regen tijd aanhield, was alle plantengroei mislukt. Dientengevolge waren de levensmiddelen reeds veel in prijs gestegen. Het maïsmeel, het hoofd- voedsel van het grootste deel der bevolking, steeg van 20 c. tot 25 c., per kan, en de hoeveelheid regenwater, die men in gewone tijden bekwam, voor 5 c. a 7'/2 c., kostte nu 50 c. Tal van inge zetenen vertrokken naar Venezuela, om daar werk en brood te zoeken. „Grau, lieber Freund, ist jede Theorie.” De Minister van Oorlog is tegen coöperatie en hij heeft zijn beginsel nu ook van toepassing ge maakt op de militaire cantines. De gehuwde militairen, die zich waarlijk niet in overvloed baden, konden in de cantines koopen wat zij voor hunne huishoudelijke behoeften noodig hadden en de voordeelen van de goedkoope prjjzen trekken. Voortaan is dit verboden. De kleine winkeliers der residentie zullen het voordeel genieten, maar zeer zeker staat dit niet in verhouding tot het nadeel, dat de militaire gezinnen lijden zullen. Maar de theorie is gehandhaafd 1 De tachtigste verjaardag van JanGoever- neur is te Groningen met plechtigheid her dacht. Eene commissie maakte bij den grijsaard hare opwachting en bood hem een fraai album aan met een honderdtal portretten. Op het titel blad is eene teekening in sapverf van Alexander Verhuell, terwijl P. Louwerse in een hartelijk vloeiend gedicht hem hulde brengt. Bij het album is een lezenaar gevoegd en een gemakkelijke leunstoel. Zaterdag 16 Februari is ’t eerste nummer verschenen van De Sigarenmaker, orgaan van den Nederl. Sigarenmakers- en Tabakbewerkersbond. ’t Blad stelt zich volgens titel en inhoud ten doel, te waken voor ’t belang der sigarenmakers. Volgens het verschenen tijdschrift der Ne- derlandsche Heidemaatschappij, telde de maat schappij op 20 Januari jl. 85 begunstigers en 1383 leden. Een cijfer dat, om te beginnen, reeds iets te beteekenen heeft, doch indien de maatschappij hare bestemming bereiken zal wel vertiendubbeld verdient te worden. Bij de marine kunnen, tengevolge eener nieuwe bepaling, ook onbevaren jongelingen tus schen 17 en 24 j aar oud, als lichtmatroos in dienst treden. Men schrijft aan de N. R. Ct. „Dezer dagen in Baarderadeel toevende, be speurde ik, hoe het bijgeloof ook daar nog niet de wereld uit is. Men verhaalde mij van een man, die eene kwaal had, hetgeen door een ander, „die wat meer wist dan een gewoon mensch”, was toegeschreven aan het feit, dat hij in den laatsten tijd te veel gebraden, aardappels had gegeten. Dit was kras, want de man had in geen jaar gebraden aardappels gehad. Is dit staaltje ver makelijk, betreurenswaard is zeker het volgende Eene vrouw te Cubaard moest die plaats met terwoon verlaten, omdat zij aldaar voor eene heks werd aangezien. Zij ging naar Spannum, maar ook daar had zij last van dat bijgeloof, tot dat zij eindelijk te Winsum eene woonplaats vond, waar de menschen haar met vrede la ten. Deze vrouw is de oude dienstbode van een vroegeren Doopsgezinden predikant in de buurt, dien ze jaren lang trouw gediend heeft, zoodat zij dan ook thans leeft van een legaat, door hem aan haar vermaakt. Dezen winter zijn er aan de kusten der Zui derzee, nabij Wieringerwaard, nog geen rotgan zen gezien. Thans worden op eenigen afstand groote getallen waargenomenzij blijven echter op de in zee zijnde wiervelden, zoodat van den dijk af nog geen jacht hierop kan worden ge maakt. Vorige winters wisten de visschers met slagnetten, die van den dijk af werden neêrge- slagen, groote getallen te bemachtigen. Voor enkele jaren vertrok uit eene friesche gemeente eene inwoner met stille trom naar Amerika. Hij liet heel wat kennissen achter, die om „klinkende” redenen zijn vertrek betreurden terwijl ook de gemeente een vrij aanzienlijk be drag van hem te vorderen had. Dezer dagen is hij in zijne geboorteplaats teruggekeerd om af te rekenen. De meeste zijner schuldeischers heeft hij betaald, aan de gemeente heeft hij het grootste gedeelte van het haar toekomende uitgekeerd en hij heeft beloofd, zoodra hij daartoe in staat is, het overige af te lossen. Naar men aan het U. D. mededeelt, doet de heer Dudok de Wit, de bekende voetreiziger, die geheel Java doorwandelde en eenige eilan den der Molukken, China, Japan en herhaalde malen in Noord-Amerika tochten deed, later van Amsterdam naar Parijs en nog eens van Am sterdam naar Weenen wandelde, nu weder een, volgens hem kleine wandeling. Dinsdag wandelde hij van zijn buitenplaats bij Breukelen naar Utrecht, hield zich daar even op om drie heeren te ontmoeten, die hem een eindweegs uitgeleide wilden doen en verliet Dins dagnacht te 12 uren het „Haagsche koffiehuis”, om verder te wandelen over Kuilenburg, Bom mel enz. naar Noord-Brabanthij zou daar even een 94-jarigen vriend de hand gaan drukken en dezen aldus een klein bewijs geven dat zijnkuit- spieren nog normaal zijn. Hij denkt in het ge heel 16 uren te moeten wandelen om zijn doel te bereiken, en plus minus 150,000 voetstappen I te moeten doen, welke hij kan tellen door een I pedometer* dien hij bij aich draagt. Landverhuizing op groote schaal is bijna steeds een onloochenbaar teeken van achteruitgang en toenemende armoede van een volk. Een vader, die ’t in zijn vaderland eenigzins kan plooien, komt er niet spoedig toe het te verlaten, om in den vreemde een onzekere toekomst tegemoet te gaan. Is er geen brood meer te vinden hoe gaarne hij ook wil werken, dan is de man echter wel verplicht het laatste hulpmiddel aan te grijpen om zich en de zijnen een bestaan te verzekeren en hij trekt met bloedend hart, maar vol moed, naar het groote Amerika, waar duizenden von den hetgeen zij zochten, terwijl honderd duizen den er onder gingen, zonder dat men ooit hoorde hoe zij hun einde gevonden hadden. Landverhuizing zoude men kunnen toejuichen als ’t een middel was om zich te ontdoen van de personen, die steeds werkeloos zijn en zullen blijven omdat zij niets leerden en geen vak be oefenen. Deze echter begrijpen zeer goed, in het vaderland nog meer de kans te hebben op hulp en onderstand dan in den vreemde. Neen, zij die gaan, behooren veelal tot de beste krachten, de moedigste mannen, die geen gevaren en moeie- lijkheden duchten om vooruit te komen in de wereld. Juist omdat een land zooveel burgers verliest, op wier blijven hoogen prijs gesteld moet worden, rust op eene regeering de taak, er tegen te waken dat men de landverhuizers allerlei ver halen opdischt, die gouden bergen beloven. Meer malen is gezegd, dat onze regeering uitmuntende inlichtingen zou kunnen verschaffen, omtrent de toestanden in de Argentijnsche republiek waar heen reeds een duizendtal onzer landgenooten vertrokken, maar waarom, zoo vragen wij, laat zij dan op hare kosten geen werk uitgeven, dat als raadsman zou kunnen dienen voor de men schen, die slechts noode het land verlaten. Het is waar, te ’s Gravenhage is men aan de buree- len van het ministerie van buitenlandsche zaken zeer gaarne bereid om is niet voldoende. In de eerste plaats behoort men publiek te maken hetgeen men weet en in de tweede plaats moet men door kundige personen een onderzoek doen instellen naar hetgeen men niet weet. Verlokt door schoone aanbiedingen, vrijen over tocht, voorschot, hooge loonen, trokken ze weg de landverhuizers, zonder eenige zekerheid te zullen vinden van hetgeen hen beloofd was. Neen sterker, met de zekerheid dat de voorstel ling die men gaf te schoon was, maar zonder de minste bewustheid van hetgeen zij daar werke lijk zouden vinden. In België, nog sterker dan in ons land, neemt de landverhuizing toe. Uit verschillende pro vinciën stroomen dood-arme arbeiders naar Ant werpen, die aangeworven worden door geweten- looze agenten die per hoofd dat zij aanbrengen voor de Argentijnsche Republiek, eenige guldens ontvangen. De armen verhuizen ten einde de grenzelooze ellende in hun vaderland te ontgaan om, in de meeste gevallen, nog grooter nood te vinden aan gene zijde des Oceaans. N. M. C. Bolswardsche Courant i ■I w «un»8S

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1889 | | pagina 1