NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWARP EK WONSEBADEEL No. 9. 1889. Achten Twintigste Jaargang. VOOR DONDERDAG 28 FEBRÜAKI. BINNENLAND. BUIT EN LAIN D. DONDERDAG 28 FEBRUARI. I I alhier gehouden loting voor de Nationale Militie broederdienst. 34. gezicht. broederdienst. eenige zoon. gebreken. gebreken. I ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents, broederdienst. gezicht, eenige zoon. broederdienst. gebreken. broederdienst. gezicht. broederdienst. broederdienst. asthma. broederdienst. broederdienst. broederdienst. eigen dienst, borst. broederdienst. eenige zoon, broederdienst. eenige zoon, gezicht. gezicht en voet. broederdienst. broederdienst. eenige zoon. eenige zoon, broederdienst. borst. eenige zoon, voet. gezicht. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60. 61. 62. 63. 64. 65. 13. 14. 15. 16. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. gezicht, eigen dienst, eenige zoon, eenige zoon, in dienst. Terpstra Pieter, van der Meer Simme. van der Klei Sijbrandus. Vellinga Jan, f Lotstra Hijlke, Zijlstra Jacob, i Keilman Jacob, i Keur Jan, f Jelmersma Sijbren. IJpma Theodorus. Ferwerda Thomas, Andriesma Hendrik, Sneek. Dat de reizigers tegenwoordig steen en been klagen bij ’t uitstappen aan ons spoor station, vindt zijn oorzaak in de tallooze pakjes dragers, die als één man bij aankomst van eiken trein op hun prooi losstormen en deze niet eer loslaten, voor men overtuigd is, of er al dan niet iets is te halen. ’t Was meer dan wenschelijk dat autoriteiten er toe konden besluiten, den voor korten tijd ingetrokken politiepost bij het station weer te herstellen. Kimswerd, 21 Febr. Kon voor eenigen tijd van hier bericht worden, dat in 1888 slechts 2 personen waren overleden, thans kan gemeld worden, dat in dit jaar reeds een 5-tal ’t tijde lijke met ’t eeuwige heeft verwisseld. f Van 1 Mei 188912 Nov. 1892 zal de dorps- reiniging alhier geëxploiteerd worden door P. Westra van Arum. Leeuwarden, 26 Februari 1889. De Provinciale Staten hebben het ontwerp tot wijziging van de verdeeling der Provincie in kiesdistricten verzonden aan eene commissie bestaande uit de heeren Kingma, Van Hettinga Tromp, Huber, Binnerts en M. H. Tromp. De vergadering is verdaagd tot Maandag 11 Maart. Nopens het eerlang bij de Staten-Generaal in te dienen wetsontwerp op het lager onderwijs verneemt de N. R. Ct.dat het volkomen ge lijkstelling wil van openbaar en bijzonder onder wijs, wat betreft den geldelijken steun uit ’s Rijks kas. De uitkeering van 30 percent aan de ge meenten zou vervallen, en daarvoor in de plaats komen eene bijdrage van Rijkswege aan alle scholen, zoowel bijzondere als openbare, naaf den maatstaf van het getal der in dienst zjjnde on derwijzers in verband met het aantal schoolgaan de kinderen. Omtrent den officieelen toestand van den Koning seint men van het Loodat deze minder gunstig blijft en weinig verandertde krachten komen niet bij. Het denkbeeld, dat de Provinciale Staten niet rauwelijks en voetstoots de door de Regee- ring ontworpen kiestabel zullen aannemen, maar aan Gedeputeerde Staten zullen zenden tot het bekomen van praeadvies, noemt de Standaard obstructionisme. Huffman’s theorie om niet te I onderzoeken, slechts te stemmen, vindt dus indi rect een bondgenoot in de Standaard. De Staten, zegt zij, behoeven niet te overwegen ofdeindee- ling van elk dorp hun geschikt voorkomt* maar Voor een zeer groot deel der burgers van Bols- I ward is de Februari-vergadering van het alhier I gevestigde departement der Mi) tot Nut van ’t I Algemeen een genotvolle avond. De „Doele” zaal is dan gevuld met tal van I Nutsleden en hunne dames, maar vooral ook met I zeer vele belangstellenden uit alle kringen der I burgers onzer stad. Een tweede avond volgt ge- I woonlijk en zoo waren ér den 21sten, én den I 27sten dezer maand telkens omstreeks 200 men- I schen daar bijeen. Wat lokt zulk een groot en belangstellend pu- I bliek daarheen I De leerlingen der beide hoogste klassen van I de Nuts-zangschool geven dan eene uitvoering. Op verschillende wijzen is dit jarenlang ge- I schied, onder leiding van verschillende Directeuren I en zoover wij ons kunnen herinneren, immer met I bevredigende, vaak met uitstekende uitkomst. En, I al moge het waar zijn, wat de voorzitter van het I Departement in een slotwoord zeide, dat „lest ’t I best heugt”, toch was deze avond zeker een der I schoonste, die wij sints jaren doorleefden en de I commissie der zangschool, vooral haar talentvolle I directeur de heer B. de Vries mogen met groote I voldoening op deze uitvoering terugzien. Heel I het publiek was opgewekt, dankbaar, meer dan I voldaan. Allerlei werkte samen. In de eerste plaats, de keuze en de uitvoering van „Worp’s” schoone cantate„Een lentedag”, I dat kinderlijke, melodieuse, frissche lied vol af- I wisseling. Terwijl het sneeuwkleed de aarde nog I dekt, haar vlokken zachtkens nedervielen, terwijl I wij ons naar de samenkomst spoedden, slechts hier I en daar een sneeuwklokje schuchter zijn bloempje I boven de aardkorst laat wiegelen, doet het ons I zoo goed, in den geest, al zingend en jubelend I een lentedag te doorleven en met een kinderschaar naar beemd en hof en bosch te gaan. 1 En dan welk een kinderschaarEen koor van I 65 kinderen, waaronder er waren, die met veel belovende stemmen, als solisten zich deden hooren, I al trad deze en gene, zoo gansch natuurlijk, nog I wat schuchter op. De koren werden uitstekend I gezongen, zij waren maatvast, de stemmenver houding en samenwerking waren goed, er was I blijkbaar voortreffelijke leiding en veel oefening I geweest, het geheel „pakte”. I Hoe opgewekt klonk het „Goê morgen”, na de I vriendelijke „inleiding” en het „ochtendlied”wij zagen alles „bloeien”, de „blauwe lucht”wee- I moedig zacht riep de „koekoek”, vriendelijk en zuiver floot het „vinkje”, helder sloeg de „nachte gaal”, terwijl wij de „Meiregen” als hoorden vallen en het „Joechheissa, joechhei” van de „dansende” kinderen ons tot vroolijkheid stemde. Maar bovenal aangrijpend was het Afscheid aan bosch en veld. Eerst dat verheffend„O bosch en veld, wij loven U!”, dan die al zachter klinkende liederen van den „Zonsondergang”, het „avondlied” en het „slaap zacht”, totdat eindelijk het slotkoor, zoo keurig ineen gezet, zoo meesterlijk uitgevoerd, alle stemmen deed samenvloeien in het „Gode lof en eer” en het publiek eene sympathetische hulde bracht aan den waardigen directeur en het lieve kinderkoor. Hoewel deze zanguitvoering de hoofdschotel was van den avond, toch zou het genot veel ge ringer zijn geweest, indien wij niet door de zeer gewaardeerde medewerking der Orkestvereeniging, ook vergast waren geworden, niet alleen op den „Feestmarsch” en de „Wachtparade van Eilenberg, maar zelfs nog op een extra-nummer dat deze vereeniging ten beste gaf. Het flink bezette orkest gaf blijken van voortgezette studie; de keuze der stukken, die degelijk waren, maar ook voor dit gemengd publiek genietbaar, het op treden zelf der vereeniging, maakte een hoogst aangenamen indruk. De Zangschool had ’t druk. Eerst traden de meestgevorderden nog op en zongen op werkelijk zeer verdienstelijke wijze het „jagerkpor” vao Kücken en den „Avondzang” van Kreutzer en daarna een slot-apotheose, die de opgewekte stem ming ten top voerde, toen de „Fantasie in Marsch- yorm voor orkest en kinderkoor over de liederen; van den toestand niet. De tegenwoordige wet gevende vergadering heeft nog in tweeërlei op zicht eene belangrijke taak te vervullen, namelijk de begrooting voor 1890 vast te stellen en door eene. in ruimen zin verdraagzame en beleidvolle politiek het slagen der wereldtentoonstelling te verzekeren. De Regeering rekent er op, dat de in behan deling zijnde legerwet naar behooren zal worden afgedaan. De voornaamste taak van het Minis terie zal zijn voor alle republikeinen een gemeen- schappelijken grondslag te vinden, om daarop een stelsel van vrede en vooruitgang te bouwen en te bevestigen. Al zijne pogingen zullen tot doel hebben, het land in de gelegenheid te stel len in een tijdvak van kalmte zijne wenschen te doen kennen. Men kan staat maken op de Bolsward. De uitslag van de Maandag lichting 1889, is als volgt Swart Antoon, Adema Siebren. Keur Sipke, f Harkema Doeke, Oosterbaan Sietze, de Boer Douwe Jan, Bruinsma Petrus, Klom Gerrit, Wolthuizen Steffen. Vellinga Arend, van der Klei Pieter. 12. Bölger Taeke Cornells Arend, de Jong Jentje Mooy Pieter, f de Boer Siebren. van Ter wisga Jentje, Terpstra Sjoerd, Flapper Anne, Mooy Jentje. f Bonnet Pieter, Westerbaan Piet, Lammertsma O be, Piso Tjeerd, de Vries Gerrit, Bos Cornells. Wouters Douwe. Mulder Titus, Postma Hielke. Sloterdijk Nanne, Eisma Willem Arnoldus. Bosma Dirk. Vallinga Otte. de Haan Jan, i Dardenne Ankringa Nicolaas Jan, gezicht. Faber Arend, Terpstra Hendrik, Haitsma Cornells. IJpma Sjoerd, Faber Jacob, Dijkstra Sijbren. de Jong Uilke, de Jong Jelle, Vlagsma Broer, Posthnmus Age, Piso Siebren. Pietersma Sijbrandus. Visser Sjoerd, Huizinga Wijbren, Rosier Jan Otte, Vonk Douwe, van Dalen Jan, van der Feen Feike, Winkel Petrus Lam- bertus, broederdienst. eenige zoon. of er bezwaren bestaan tegen het systeem. Dit nu juist kunnen zij slechts beoordeelen, wanneer zij overwegen hoe het systeem werkt. Een stel sel kan in theorie heel goed schijnen, maar voor de toepassing groote bezwaren opleveren en dit kan slechts blijken door het onderzoek. Daar niet de Minister rechtstreeks met de Pro vinciale Staten in overleg kan treden, maar dit geschieden moet door tusschenkomst van de Com missarissen des Konings, ligt het op den weg der Provinciale Staten, om, in dit geval evenals in elk ander, het praeadvies van het college van Gedeputeerden te vragen. De Delftsche Courant zegt naar aanleiding van die overijling: „Wie gelooven haasten niet; zoo omgekeerd zij die haasten niet gelooven (in de deugdelijkheid van hetgeen zij beoogen), zou dit een veeg teeken zijn voor het Kabinet.” Er zijn plannen gevormd tot het in het leven roepen van een stoombootvaart van Kam pen via Urk naar Enkhuizen. De postschuit van Urk naar Kampen zou daardoor vervallen. De directe verbinding van deze streken met Hollands Noorderkwartier zou ongetwijfeld voor velen geen onverschillige zaak zijn. (Ztv. Ct.) Men vraagt altijd bescherming of althans steun en hulp van overheidswege voor handel en nijverheid. Maar wat baten die, wanneer hande laars en fabrikanten niet allereerst en bovenal zorgen dat hunne artikelen goed zijn en deugde lijk. Dat is eene eerste voorwaarde voor con currentie. Hoe er in den boterhandel en groen- tehandel geknoeid is door Hollanders, die daar door vaak en terecht hunne afnemers in het buitenland, met name in Engeland, verloren, is bekend. Nu vindt men een soortgelijk staaltje vermeld in een bericht van onzen consul te Bue- nos-Ayres aan het Departement van Buitenland- sche Zaken. Partijen van honderden vaten suiker worden uit Nederland aangevoerd, welke zeer ten achterstaan bij de Hollandsche suiker, die daar gewoonlijk wordt geïmporteerd en inferieur is aan het inlandsche product. Gaat men daar mede voort, zegt de consul, dan ontstaat het ge vaar, dat de voor ons thans nog zoo belangrijke suikermarkt aan den Rio de la Plata in de toe komst voor het Nederlandsche artikel verloren zal gaan. De consul herinnert er aan, dat ten gevolge van het afzenden van slechte partjjen suiker uit Nederland de importen voor Neder land zijn afgenomen en de aanvoeren van het Fradsche en Duitsche artikel zijn vermeerderde waakzaamheid der Regeering, die als een streng rechter het oog zal houden op alle fouten en zwakheden, en alle maatregelen nemen zal om de wettelijke orde te verzekeren en alle oproeri ge aanslagen te verijdelen. Men ziet het, ’t streven van het nieuwe Ka binet is even samengesteld als zijn karakter. De tentoonstelling moet gered wordendit in de eerste plaatsmaar ook de woelingen van de Boulangisten moet de Regeering kunnen verijde len. Deze beide doeleinden vullen elkander wel aan, maar in verband met den oorsprong van de crisis is het samengaan slechts toevallig. Ook de wijze, waarop het Ministerie is ineengezet, pleit er voor, dat er twee stroomingen werkzaam zijn, die, zooals dikwijls, óf elkander zullen krach teloos maken, óf tot scheuring aanleidinggeven. Opnieuw wordt de Turksche Regeering I door Rusland lastig gevallen over de betaling I der achterstallige oorlogsschatting. In 1882 werd die schadeloosstelling op 82072 millioen frcs. vastgesteld, waarvan jaarlijks 350,000 Turksche ponden (1 pond thans is 23 frcs.) zouden worden betaald. Tot half 1885 geschiedden de betalingen vrij geregeld, toen werd uitstel genomen en verleden jaar hielden zij ge heel op. Herhaaldelijk drong de Russische am bassadeur op afdoening aan, maar nooit zoo scherp als in de nota van 6 Febr., in welke wordt gezegd, dat het verlangen, dat een deel der laatste leening, of de van baron Hirsch ontvangen koopprijs voor een spoorweg, voor de aflossing wordt besteed, „vooral gegrond is, omdat leve- ringen van oorlogsmaterieel en vorderingen van andere vreemde onderdanen uit de leening zijn betaald en zelfs beloften van verdere betalingen zijn gedaan; terwijl de vorderingen van de Rus sische Regeering en hare onderdanen onvoldaan bleven.” In de nota wordt de hoop te kennen gegeven, dat de Porte deze opmerkingen zal ter harte nemen „en de Russische Regeering niet in de pijnlijke noodzakelijkheid brengen, ter bescher ming harer belangen een weg in te slaan, die niet zou strooken met de verhouding van twee bevriende Mogendheden.” De partij van den heer Stöcker wil van eene erfeljjke „Bismarck-dynastie” niets weten. Haar orgaan, Das Volk zegt: „Graaf.Herbert Bismarck heeft geenszins getoond een man van beteekenis te zijn als zijn vader. Hij biedt geen waarborgen, dat hij het Duitsche Rijk in de moeilijke dagen, die zonder twijfel zullen vol gen, van goeden raad zal kunnen dienen en de rijkspolitiek zal kunnen leiden. Want eene ge makkelijke taak zal dit, na den Rijkskanselier Otto von Bismarck, niet zijn.” De gewezen Vorst van Bulgarije, prins Alexander van Battenberg, wiens voorgenomen verloving met de zuster van den tegenwoordigen Keizer indertijd de groote Bismarck-crisis te voor- schjjn riep, staat, zooals van verschillende zijden gemeld wordt, thans op het punt, zich in den echt te begeven met eene zangeres van het Hof theater te Darmstadt, mej Leisinger. Deze jonge dame, uit Boheme geboortig, staat reeds sinds langen tijd met hem in nauwe betrekking. Zoo als men weet, nam de prins onlangs zijn ontslag uit het Duitsche leger. Van Prinses Victoria wordt gemeld dat zij zich weldra zal verloven met Prins Karei van Zweden. Het nieuwe Fransche Ministerie-Tirard heeft zijne „verklaring” afgelegd. Zaterdag werd zij in de Kamer van Afgevaardigden voorgelezen door den Minister-president zelfin den Senaat I geschiedde de voorlezing door den Minister van I Justitie Thévenot. I Het Ministerie ontveinst zich de moeihjkhede „Wij leven vrij” en „O schitt’rende kleuren van I Nederlands vlag” van den componist B. de Vries en onder diens bezielende begeleiding, den avond sloot. Vroolijk klonk het hoorngeschal, jubelend zong het kinderkoor, vol geestdrift klopte elk hart voor Vaderland en Vorst. De oranjesjerpen en de geliefde driekleur verhoogden den indruk. j Het was een dankbare taak voor den voorzitter van het Departement, om, na al het gehoorde en genotene, den dank van bestuur en vergadering over te brengen aan de commissie der zangschool, die een echte Uo/fazangschool is en moge blijven, aan haren on vermoeiden en taetvollen directeur, aan allen die deel genomen hadden, zoowel aan het vocaal- als instrumentaal gedeelte van den avond en te eindigen met te wijzen, op den nog steeds gespaarden grijzen Vorst, zijn trouwe ver zorgster, onze geliefde koningin, het jonge prin sesje, Neêrland’s hope, onze koninginne der toe komst, ons dierbaar vaderland, klein in omvang, maar groot als „Eendracht macht maakt” en dat we allen lief hebben, van wat richting of belijde nis we wezen mogen. Hartelijk stemde het pu bliek hiermee in, krachtig klonk het Wien Neer- landsch bloed”, dat de gansche kinderschaar aan hief, ernstig het „Bescherm o Godbewaak den grond”, dat door al de aanwezigen staande werd gezongen en toen ten slotte de hamer viel tot definitieve sluiting, ging voorzeker elkeen in de aangenaamste stemming huiswaarts, met den in druk, een avond te hebben doorgebracht vol rein genot. Terwijl dit blad wordt afgedrukt, is nog eene talrijke schare bijeen, door de zorg der commissie voor de volkszangschool en de welwillendheid der uitvoerenden, daartoe in staat gesteld. Moge ook zij een liefelyken avond doorleven en, gedachtig aan het door ons genotene, valt hier aan niet te twijfelen. Bolswardsche Courant t) 17. Lotingsno. f Tweelingbroeders. Lotingsno.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1889 | | pagina 1