NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD 1 I DONKEREN HEMEL. s Lichtstrepen No. 12. Achten Twintigste Jaargang. VOOR BUITENLAND. INGEZONDEN. DONDERDAG 21 MAART. B 1 N N EN L A N D. 1889. zou zeggen ABONNEMENTSPRIJS: 80 Centsper 3 tanden. Franco per post 95 Gen, ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. F' Na den avond van gisteren zij het mij vergund met een kort woord lucht te geven aan mijn gemoed. Mij werden van alle zijden zoovele blijken van belangstelling gegeven, dat ik my verplicht ge voel een zeer groot deel daarvan terug te wjjzen zich krullend voor den boeg; de zephyrs dartelen en het scheepjen zeilt vroolijk op de aangewezen haven aan. Nergens dreigt gevaarhet is alles rust. In dat derde deel komen verschillende mo tieven voor, o. a. iets luchtigs en iets heroïeks, welke elementen zich bij afwisseling doen hooren, om aan het slot van het stuk samen te smelten in een krachtigen climax. Ziedaar den indruk geschetst dien het stuk op ons maakte. Een woord van dank mag niet onthouden worden aan den geachten stadgenoot, die door het afstaan van zijne uitstekende vleugelpiano tot het wel slagen der uitvoering het zijne heeft bijgedragen. Zeker stemde het Publiek ten volle in met de hulde door den Heer Cremer gebracht aan het drietal Adema, De Vries, Van der Want. Den Heer Van der Want roepen we een hartelijk „tot weerzienstoe. De nommers voor solo violoncel en voor clarinet en hoorn werden alsmede zeer verdienstelijk ten gehoore gebracht en bewijzen, dat de Muziekvereeniging „Bolsward” over zeer te waardeeren krachten beschikken kan. Moge zij met haren Directeur aan het hoofd op den in geslagen weg voortgaan en de kunst blijven die nen en eeren op de heeren, die mijne Sonate hebben uitge voerd. Ik wil mij niet vermeten het edele spel van den heer Van der Want, de violist, te beoordeelen. Het spreekt tot mij als de vertolking van wilden hartstocht,- of als de zonnige uiting van geluk en liefde, en in mij, daar trilt het en popelt het van dankbaarheid voor zooveel schoons en edels. In mijne Sonate voor klavier en viool, komt de violist alleen in het Sondante tot zijn volle recht, en daarom breng ik hem te meer mijn warmen dank voor zijne zeer schoone ver tolking. Het Sondante had ik mij, zóó schoon gespeeld, niet kunnen droomen. De technische moeielijkheden van de klavier- partij van den heer de Vries zijn van dien aard, dat deze partij niet op ’t gebied van banale kunstemakerijen, maar opdat van thematischen arbeid en bolijphonie wellicht tot de zwaarste behoort, die geschreven zijn. Ik heb eveneens niets dan warmen lof voor het prachtige spel van den heer de Vries, die juist opdat gebied mijn geheimste intentiën heeft begrepen in een woord, zijn spel was niet prachtig het was enorm ik weet er waarlijk geen ander woord voor te vinden. Deze beide heeren mijn diep gevoelden dank, en het leeuwenaandeel van het succes mijner Sonate. En het publiek Het is al te mild geweest met zijne betuigingen van deelneming. De heer de la Lande Cremer, bracht ons, uitvoerder en componist, die warme gevoelens over, en wenschte mij een verder welslagen toe op het doornige pad der kunst. Het leven van den kunstenaar is dikwijls vol onverdiende misken ning, maar wat later mijn lot ook moge zijn, de avond van den 18en Maart zal voor mij steeds een schoone herinnering blijven. Nog een woord van hartelijken dank aan haar, die door het in gebruik geven van een prachti- gen concertvleugel de uitvoering der Sonate mo gelijk maakte, en een wensch voor de toekomst op muzikaal gebied in Bolsward. „Ken u zel- ven en werk” zij steeds het devies der Muziek- vereeninging, en dan twijfel ik niet of met de buitengewone krachten, die zij in zich bevat, zal voor haar een schoon morgenrood aanbreken. Moge zij met haren begaafden President steeds werkzaam zijn tot ontwikkeling van den kunst smaak voor het ware, het eenige schoone. Dat zij zoo Bolsward, 19 Maart 1889. J. HORA ADEMA. Het is te voorzien, dat de Franse,he Re- geering moeielijkheden zal ondervinden als ge volg van het besluit van den heer Antoine, die als Elzasser tot lid van den Duitschen Rijksdag werd gekozen, maar zijn mandaat als zoodanig heeft neergelegd en nu weder Fransch burger wil worden. Men zal zich herinneren, dat Antoine ten vorigen jare uit het Rijksland werd verbannensedert woonde hij te Grevenmacher in Luxemburg. Dat de heer Antoine weder Franschman wil worden, zal niemand hem euvel duidenmaar de Duitsche Regeering zal zich zeer ontstemd toonen, indien de Fransche Re geering den man aanmoedigt, die in zijn afscheid van zijne dierbare landslieden de Elzas-Lo- tharingers o. a. zegtAchttien jaren lang hebben wij gezamenlijk gestreden en geleden. Gij hebt mij alle mandaten toevertrouwddat voor de Distriktsvergadering, de Landscomtnissie voor Elzas-Lotharingen, voor den Rijksdag en ik heb altijd en overal getrouw uwe rechten verdedigd en uwe belangen voorgestaan. Voor uwe zaak heb ik processen, gevangenisstraf en verbanning verdragen met den ernst, die het plichtbesef oplegt. Thans acht ik mijn taak in Elzas-Lotharingen voor geëindigdik keer naar Frankrijk terug, werwaarts nieuwe plichten in het belang van dit land en van Elzas-Lotha ringen mij roepen. Ik dank u voor zoovele be wijzen van vertrouwen en sympathie, waarmede gij mij hebt overstelptook op een ander ar beidsveld blijft mijne toewijding u verzekerd. Laat mij de hoop medenemen, dat gij mijn op volger zult kiezen onder de mannen, die de waardigheid en de onafhankelijkheid van ons ongelukkig land verknocht blijven. Dat zij mijne belooning en de band tusschen u en mij, die door niets verbroken kan worden. De heer Antoine begint met te verklaren dat nieuwe plichten ook in het belang van het Rijks tand hem naar Frankrijk roepen, waar hij na tuurlijk zoo spoedig als dat na zijne naturali satie kan tot lid der Kamer zal worden gekozen. Deze verklaring zal zijn optreden in Frankrijk onderstreepen, telkens wanneer hij zich over iets uitlaat, dat in de oogen van Duitschland recht streeks is gericht tegen de rust in het gean nexeerde gebied, ook al zou de bedoeling van Antoine niet verder gaan dan die van menig woord, dat thans geschreven en gesproken wordt in Frankrijk. Zwitserland wendt zich tot de Regeeringen van alle industrieele Staten in Europa om haar te vragen, of zij deel willen nemen aan eene beraadslaging over verschillende vraagstukken, betreffende fabriek- en werklieden-bescherming, om zoodanige punten vast te stellen, wier uit voering bij internationale overeenkomst wensche- lijk wordt geacht. Volgens de Figaro is besloten tot eene ont moeting tusschen Koningin Cristina van Spanje en Koningin Victoria van Engeland en zal die waarschijnlijk plaats hebben te San-Sepastian. Te Parijs is zekere Pothier, in hechtenis genomen, beschuldigd van effecten gesloten en vervalscht te hebben. By eene huiszoeking werd I men tevens verrast door het vinden van een me nigte fraaie valsche tienfrancsstukken en al het noodige om valsch geld te maken. Pothier is gehuwd en leefde op grooten voet. Hij hield paard en rijtuig, bewoonde weelderig gemeubelde ap partementen en bezit een groot landgoed in Sei- ne-en-Marne. Zijn medeplichtige, een draaier, Battelot genaamd, is mede in hechtenis genomen. Ook bij dezen vond men voor 20,000 francs aan vervalschte effecten, gereed om aan den man ge bracht te worden. -- Een’ avond van waarachtig kunstgenot smaak- i van de Muziekvereeniging Bolsward’’. Het hoofdmoment van den avond was zeker dat van de uitvoering der Sonate voor en viool van den Heer Hora Adema. We hadden het zeldzame voorrecht den componist zelf ook tegenwoordig te zien. Hij kon in de eerste plaats beoordeelen, of zijn gewrocht goed was ver tolkt en hij was daarover alleszins tevreden. Nu, waar twee mannen als de heeren de Vries en van der Want als vertolkers van een kunstgewrocht als dit optreden, daar zal het niemand verwonde ren, die beide heeren kent, dat de voordracht uit stekend was. Onwillekeurig vraagt men zich af: „wat is de grondgedachte geweest van den componist Als men nu bedenkt, dat tal van zeer uiteen - loopende explicaties zijn gegeven van sommige Sonates van Beethoven en wel door mannen, van wie men denken zou, dat zij het konden weten, dan begrijpt men. hoe moeielijk het voor een ander dan voor den componist zelf is, te zeggendat is het gronddenkbeeld. Bovendien, muziek, zoo bij uitnemendheid de taal van het gemoed, is niet altijd tevens het voer tuig van in woorden uit te drukkeu gedachten. Toch willen we het wagen den indruk in vluch tige trekken te schetsen, dien de Sonate op ons maakte. Het geheel deed ons denken aan een menschelijk gemoed vergeleken bij zee, zooals ze zich onder verschillende omstandigheden vertoont. Wild en woest verheffen zich de baren, bruischend en schuimend en zwalpend rollen zij voort in wilde rijenals spelend met hun slachtoffer zwalkende op den oceaan, werpen zij hem nu hemelwaarts, I doen hem dan neerploffen als in een afgrondzijn ziel vergaat van angst, maar toch blijft hij met vaste hand de roerp m van zijn vaartuig omklem men en het is als gevoelde hij dat hij niet vergaan zal, als hij den moed niet laat varen. Daar is het tweede gedeelte der sonate, dat ons alweer een beeld geeft van de zee, maar nu strekt zich onder een onbewolkten hemel het watervlak, effen en kalm uitalles ademt rust alles ademt vredede rimpeltjes van het water weer glinsteren in den zonneglans, het is of nym- phen en tritons opdoemen uit den boezem der zee en spelemeien aan de oppervlakten van het vloei baar elementhet is als wezen zij heen naar eene veilige haven. In het derde deel der sonate is die rustige rust verkeerd in eenige bewegingde golfjes verheffen om in het contract van samenwerking der ver bonden partijen, over dit punt te zwijgen, het stilzwijgen is verbroken en een aanzienlijk deel der Roomsch-Katholieken heeft zich nadrukkelijk tegen persoonlijken dienstplicht verklaard en daar- 1 tegenover hebben zich andere katholieken uit ver schillende kringen der maatschappij, afgevaardig- A1 aanstonds wil ik beginnen met de srken- den als Mr. Kolkman en Dr. Schaepman verklaard ning. dat de vergelijking, die ik maken ga,in een voor het beginsel te zijn, evenals de ook katho- ernstig opzicht mank gaat. Al de wolken die te lieke Minister van Oorlog Bergansius, van wien samen de zonne verduisteren, zijn, hetzij ze in een ontwerp tot afschaffing der plaatsvervanging regenstroomen neerdalen op het aardrijk ol door en invoering van persoonlijken dienstplicht ver- wrijving den donder doen ratelen en den bhkseirt wacht wordt. neerschieten, heerlijke verschijnselen der volschoone De macht van den Dictator Kuyper, wankelt. schepping. Daar is geen innerlijke tweestrijd, daar In het geheim is hij te Dordrecht wel aan het is alleen zuivere harmonie. kuipen, voorzeker om de duigen in dat kiesdistrict De wolkenmassa echter waardoor onze staat-tegen de aanstaande verkiezing zoo aaneen te kundige hemel is verduisterd, is samengesteld uit voegen, dat hij al de onderscheidene schakeeringen innerlijke tegenstrijdigheden, die slechts schijnbaar ten slotte weer samenpakt in één vat en niet on harmonisch samenwerken voor een korter of langer mogelijk gelukt het hem ook ditmaal, maar toch, wijle. Geen vruchtbaar makende dauw daalt uit de verschillende organen van het groote en zoo den hooge neder en in de wrijving der wolken kunstmatig samengestelde organisme, beginnen is het ons, als hoorden wij booze geesten, snoode al meer den moed te krijgen om zichzelf te zijn, plannen beramen, de dampkringslucht werd be- ’t Is niet meer de ééne volgzame bende, die op dorven. het machtwoord van den Opperbevelhebber te Doch het punt van overeenkomst is, dat er is wapen snelt. Dr. A. W. Bronsveld, en deze reeds een donkere hemel en dat er, gelijk dit sints eenige jaren, Dr. van Lingen, Dr. Hoede- telkens geschiedt in de natuur, zoo ook hier licht- maker, de Zaanbode”, het Doetinchemsch Week- strepen komen. Drie predikers van het Evangelie, een Calvi nist, eene Lutheraan, een Katholiek hadden schijn baar een verbond gesloten. De Zeeuw vergelijkt onzen politieken toe stand met een sjees, waarvan het eene wiel voor uit en het andere achteruit draait. Het vooruit draaiende wiel vertegenwoordigt in de beeldspraak van de Zeeuw de Tweede Kamer, het achteruit draaiende de Eerste Kamer, ’t Is maar de vraag wat men vooruit en wat achteruit noemt. Wij zullen daarover niet met de Zeeuw twisten, want eens zullen wij het wel niet worden. Alleen herinneren wij aan den tijd toen de Eerste Kamer behoudend en de Tweede Kamer vrijzinnig washeeft toen de vrijzinnige Regee ring eene enkele poging aangewend om de Eerste Kamer om te zetten, behalve de zeer rationeele poging om door hare daden de medewerking van dien anderen tak der Wetgevende Macht te verkrijgen Als deze Regeering denzelfden weg volgt, door verstandig beleid en door uitsluitend het alge meen belang des lands in het oog te houden en op den voorgrond te stellen, zal zij geen tegen werking van die zijde behoeven te vreezen. Arnh. Cour. Naar de Heraut mededeelt, zullen de kerken die zich doleerend noemden, voortaan eenvoudig heeten; „de Nederlandsche gereformeerde kerken”. Dr. Hoedemaker steekt geestig den draak met die naamwisseling. Hij herinnert, dat toen som mige kerken zich doleerende, rouwdragende gingen noemen, men eigenlijk niet precies wist wie rouwde en over wie gerouwd werd. De kerk heette het rouwdragende, volgens de booze wereld, onbestorven weeuwtje”. „Dezer dagen”, zoo zegt de heer Hoedemaker in de Gereformeerde kerk „werd het weeuwtje, evenwel, herinnerd, dat het hoog tijd voor haar werd „uit den rouw te gaan”. Men zegt, dat zij in stilte geëngageerd is en met haar gewaad doodverlegen wordt. Haar aanstaande verstaat op dit punt geen gekheid en, ofschoon zij hem altijd ontmoet in een passend kleedje, dat op een atelier te Kampen moet vervaardigd zijn, wil hij abso luut, alvorens het engagement publiek wordt, dat zij naar dat deel van het Apostolisch voorschrift zal handelen, dat ons leert: de vrouw zie hoe zij den man zal behagen”. Kortom, zij gaat uit den rouw. De Heraut heeft het gezegd. De Haagsche afdeeling van de Nederland sche Vereeniging tot bevordering van Zondags rust blijft onvermoeid voor het doel, dat zij be oogt, ijveren. Het volgende strooibiljet is daar nl. Zaterdag verspreid „Indien gjj voor morgen Zondag nog inkoopen hebt te doen, bijv, van sigaren, wil die dan nog hedenavond doen. Waartoe zoudt gy, geheel noodeloos, de Zon dagsrust van anderen s'oren?" ook hier licht- maker, de blad van Ds. van Dijk, de „Banier”, het Vaandel” e. a. nemen ieder hun eigenaardig standpunt in en openbaren doordrongen te zijn van hun recht Hoe sterk waren en hun plicht, om soms in hoofdzaken at te wijken Kuyper, Domela Nieuwenhuis en Schaepman, drie van „Standaard en „Heraut reuzen in het denken, spreken, schrijven. Hun Dat zijn in mijn oog lichtstrepen aan den don geest peilt de diepten, hun woord roert de harten keren hemel, want zij toonen nadenken, de macht (de booze Uilenspiegel zou zeggen, de trom), hun der waarheid en al wat openbaar maakt is licht, pen, 't zij in alsem, ’t zij in honig gedoopt, prikkelt Het volk leest, vergelijkt, maakt zijn gevolgtrek- ten strijde of sleept mede. kingen en zal al minder en minder blindelings Men zou zeggen, de profetie is vervuld, de wolf volgen, geen genoegen nemen met schoonklinkende verkeert met het lam, de luipaard ligt neder bij leuzen, door geen machtspreuken zich laten leiden, den geitenbok, de jonge leeuw en het kalf zijn maar zelfstandig oordeelen en bij verkiezingen de te samen, een klein jongske zal ze drijven, het stem uitbrengen op hen, die blijken zullen waai- jiaradijs is op aarde. Vol geestdrift, gewillig of lijk Vaderlandslievende volksvrienden te zijn, gedwee, naar mate van der menschen aard, stroom- M. E. van der MEÜLEN. de het volk naar de stembus, het ongeloof werd verslagen, het geloof en de vrijheid triumfeeren, de meerderheid is verplaatst, eene regeering zdTursxojLmL. die het Vaderland redden zal wordt door den Koning gekozen. Twee der aanvoeders behoo- ren tot de 100 uitverkorenen die het volk ver- tegenwoordigen, de Christen-^taatsman bü uit- ten gister allen, die opgekomen waren, om de uit- nemendheid zit in het bewind, zal de koloniën n,^ i,,„ redden. Men zou zeggen„het licht daghet in het clavier Oosten”, de zon des vredes zal Nederland be schijnen. Zoo scheen het maar zoo was het niet. Toen de eerste jubelliederen gezongen waren, toen de oogen niet meer verbijsterd waren door het zonderling geflikker, toen bleek het, dat in den hooge zich donkere wolken samenpakten en dat men ademde in een ongezonden dampkring, veroorzaakt door eene verwarring van waarheid en leugen, van openhartigheid en achterhoudend heid, van valsche leuzen en ongemeende eenstem migheid. Toen geschiedde, wat Godlof! immer plaats heeft, als de Booze zich voordoet als een Engel des lichts, het masker werd hem afgerukt, het licht der waarheid breekt door de wolken heen op meer dan eene plaats, lichtstrepen worden waargenomen. De Sociaal-democraten vertoonen zich in den laatsten tijd meer in hun waar karakter Zij zijn nu eenmaal de meening toegedaan dat men, om de maatschappij te hervormen en op betere grond slagen te vestigen, de tegenwoordige orde der. dingen omverwerpen moet, den strijd tegen het kapitaal en dus tegen de kapitalisten, doorzetten- moet, den werkman tegen den werkgever opzetten moet, zoodat er geen gemeen overleg plaats heeft, maar de eerste, den laatsten de wet stelt en zij verkondigen dat in hun „Recht voor Allen” in hun toespraken tot het volk, en brengen het in beoefening in Appelscha en elders Al bepaalt Art. IbO der Grondwet, dat „alle Nederlanders daartoe in staat, verpligt zijn mede te werken tot handhaving der onafhankelijkheid van het Rijk en tot verdediging van zijn grond gebied”, en al is ten vorigenjare overeengekomen Bohwardsclie Courant 3. AAN EEN

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1889 | | pagina 1