NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OLSWAR» EN WONSEH ADEEL
TENTOONSTELLING
No. 15.
1889.
Achten Twintigste Jaargang.
3 JLZPZRITj 1889.
VOOR
INGEZONDEN.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
DONDERDAG 11 APRIL.
BOLSWARD,
e>
wel de wensch zijn
M. F ALKENA.
M. E. van dek MEULEN.
Uw
De Vaderlanden
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents,
Daarop
gen d e:
(get.) B. BöLGER.
Hs. SCHIEVINK.
Nu lag het volstrekt niet in mijne bedoeling,
om dadelijk van het door mij voorbehouden regt
tot publicatie, gebruik te maken, maar ik doe het
thans, omdat bij mij bezorgd werd (door of van wien,
is mij niet bekend) een exemplaar van „de Han-
delsvriend” d.d. 30 Maart 11. Ik las daarin een
artikel van den Heer C. W. Eisma, die zijne
zienswijze duidelijk tracht te maken, dat het n.l.
aan ambtenaren en hunne ondergeschikten, niet
geoorloofd is, zich te mengen-in de „Coöperatie,
die zich thans nog hoofdzakelijk oplost in de win
kels van Eigen Hulp Hij zegt o a.„Een notaris
„b.v. heeft belang bij de handelsbeweging: hij krijgt
„er grootendeels zijne clientele door en behoort
„daarom zoo erkentelijk te zijn, dat hij zijne be-
„dienden verbiedt te doen, wat hem zelf verboden
„is en voor hem schadelijk werken kan”.
Het is tengevolge het door den Heer Eisma
bijgebragte voorbeeld, dat ik de bovenstaande
correspondentie publiek maak, want ik ben no
tarisklerk en (ik schroom niet om ^ulks te er»
Inzenders worden attent ge
maakt, dat de
waarvoor aanvraagbilletten bij den Secretaris
J. R. A. DONKER te Bolsward verkrijgbaar
zijn.
Een aanzienlijke menigte was Zaterdagmid
dag om en op het terrein van de Amsterdam-
sche Sportclub te zamen gestroomd om de op
stijging van den Amerikaan G. Grais met zijn
ballon-parachute bij te wonen.
Deze ballon bevat ongeveer 350 M3 gas en is
dus berekend voor de zwaarte van één persoon.
Een schuit bevindt er zich niet onder. Als de
ballon de vereischte hoogte bereikt heeft, snijdt
de luchtreiziger, die in touwwerk onder het ge
vaarte gezeten is, de terzijde afhangende para
chute af, welke zich onmiddellijk ontplooit, en
daalt daarmede langzaam naar omlaag. De bal
lon, welke geen gasklep heeft, wordt, zoodra de
reiziger er zich van bevrijd heeft, door middel
van een van boven aangebrachte looden plaat
topzwaar, kantelt en laat door de dan bovenge
komen onderopening het gas ontsnappen en komt
zoodoende eveneens naar beneden.
De opstijging heeft echter niet plaats gehad.
Het zij dat men te laat begonnen was met den
aanvoer van het gas, het zij dat een voldoende
hoeveelheid daarvan niet verkregen kon worden,
om zes uur was de ballon nog zoo weinig ge
vuld, dat de luchtreiziger zich er niet mede om
hoog durfde begeven.
Hij zag toen van zijn plan af tot niet geringe
teleurstelling van een groot gedeelte van het
publiek, dat na ettelijke uren wachtens, in den
regen, nu ook waar voor zijn geld wilde hebben.
De politie had een oogenblik moeite om dade
lijkheden te voorkomen, daar van alle kanten
teruggave van de entrée geëischt werd en som
mige erg ontevredenen den Amerikaan te lijf
wilden.
Hij kwam echter met zijn ballon behouden
van net terrein af, waarna zich de menigte ver
spreidde.
De opstijging is nu bepaald op Zaterdag 13
April te 3*/2 uur precies op het sportterrein.
In de Standaard, stond onder het opschrift
Nog eens „de Wageninger” het volgende te lezen
„Tamelijk algemeen liep onlangs het gerucht,
dat de redactie van de Wageninger overgegaan
was in handen van twee Kamerleden.
Nu de Wageninger verklaarde zich niet als
orgaan beschouwd te willen zien van het staande
leger der antirevolutionaire partij, dat georgani
seerd in zijn Kiesvereenigingen optreedt; op de
Deputaten Vergadering draagt; het Program
vaststelde, en dan ook alleen wijzigen kanen
in verband staat met de Club maar te willen
gerekend worden tot de ongeregelde troepen die
buiten elk verband met het Kader, op eigen
gelegenheid hun guerilla voeren, kan dit gerucht
niet waar zijn”.
„Alle Kamerleden toch, die onder den antire
volutionairen wimpel gekozen zijn wierden can-
didaat gesteld door ééue oer aangeslotene Kies-
vereenigingenhebben, zooveel nog noodig, aan
die Kiesvereeniging een declaratie van gevoelens
verstrekten zijn toegetreden tot het Clubverband.
Wat niet kan en uitteraard, heel de party
onderstboven zou werpen is het aantasten vau
do organisatie als zoodanig”.
Uit deze regelen bhjkt, in welk een verband
de antirevolutionaire Kamerleden staan tot de
partij. Wie lid wordt der Kamerclub is zijn vrij
heid kwijt.
kennen) ik ben lid van ‘„Eigen Hulp”en dat ik
lid van die vereeniging ben, was aan mijn Patroon,
tot nu toe, onbekend. Ik weet echter, dat hij,
zijne bedienden volkomen vrij laat, zoowel in hun
ne particuliere zaken als in hunne politieke be
ginselen.
Mijn lidmaatschap van „Eigen Hulp” doet mij
echter niet uit het oog verliezen, de verpligtingen
die ik heb tegenover de maatschappij, want ik
ben geen lid van „Eigen Hulp” geworden met Act
doel, om mijne waren in de eerste plaats uit een
winkel van die vereeniging te betrekkeno neen 1
mijne stadgenooten zijn het, die ik hoofdzakelijk
begunstig. Ik doe dus niet, gelijk menig particu
lier en handelsman, die hunne vrouwen toestaan,
om artikelen uit Parijs, Brussel en andere plaat
sen te ontbieden, ten einde zelf de voordeelen te
genieten, die anders aan hunne medeingezetenen
(leveranciers) ten goede zouden komen.
Waarom ik dan, lid ben geworden van „Eigen
Hulp” Enkel en alleen, met het oog op de af
deeling „zekerheidstelling”. Die verbindt n.l.
inschrijvingen op de Grootboeken der Nationale
schuld, ten behoeve van borgtochtpligtige ambte
naren en beambten, leden zijnde der vereeniging
„Eigen Hulp”. Daarvoor betaal ik gaarne de eene
gulden, jaarlijksche contributie.
Immers, heb ik thans van die afdeeling geene
hulp noodig, wie weet wat de toekomst kan baren
Het zou toch kunnen zijn, dat ik, of een mijner
kinderen, te eeniger tijd borgtochtpligtig ambte
naar of beambte werd, en wanneer ik dan zelf
de noodige gelden niet beschikbaar mogt hebben
om inschnj vingen op het Grootboek aan te koopen,
zou er dan één van de handelaren genegen zijn
om mij te steunen? Zeer zeker, met. Welnu,
I dan is de genoemde afdeeling van „Eigen Hulp”
daar, om mij te helpen.
Bolsward, April 1889.
Mijnheer de Redacteur
Verzoeke voor onderstaande een plaatsje
Ik ontving een sc hr ij ven van de
zen inhoud:
Bolsward, 21 Maart 1889.
MijnheerVan vertrouwbare zijde vernemen
wij dat Gij Uwe winkelwaren (men zegt dat Gij
het ook voor anderen doet) uit den Coöperatieven
winkel betrekt. Is dit waar, dan zeggen wij door
deze onze verzekering bij de Utrechtsche Alge-
meene Brandwaarborgmaatschappij op, om te ein
digen volgens reglement; is het niet waar, dan
zal het ons aangenaam zijn dit binnen acht dagen
te vernemen.
voor het BAKKERSVAK en de ZUIVEL
BEREIDING en verder van Voorwerpen
van Nijverheid, Kunst en Algemeen
Belang te houden van den 6 tot den 13 Au
gustus 1889.
Deze dag zal in de jaarboeken der geschiedenis I
onzes Vaderlands aangeteekend worden als een I
dag van groote rouwe.
Nadat de geneesheeren maanden lang alle mid- I
delen van wetenschap en kunst hadden aange- I
wend, om in den smartelijken toestand van Z. M. I
onzen geërbiedigden en geliefden Koning niet I
alleen eenige lichamelijke verademing te brengen, I
maar vooral, kon het zijn, zijn geestvermogens I
helder te houden, opdat hij tot zijnen dood regee- I
ringsdaden mocht kunnen uitoefenen, hebben zij I
zich ten laatste verplicht gezien, daartoe uitge- I
noodigd, aan den raad van Ministers, de „offi- I
ciëele verklaring af te leggen, dat het Hoofd van I
den Staat op dit oogenblik niet bij machte is zich I
met Staatszaken bezig te houden en dat volgens I
medische ondervinding en wetenschap, in de naaste I
toekomst zeker geen verandering hierin is te I
wachten”.
Na deze verklaring heeft zich eene commissie I
uit den Ministerraad persoonlijk op het Loo ver- I
gewist van ’s Konings toestand en is haar daarbij I
overtuigd gebleken, dat aan eene hervatting der I
werkzaamheden niet kon gedacht worden” en be- I
sloten de Ministers den 25sten Maart „eenparig I
van oordeel te zijn, dat Zijne Majesteit buiten I
staat geraakt is de regeering waar te nemen”. I
Ingevolge Art. 38 der Grondwet werd alsnu I
het advies gevraagd van den Raad van State en I
deze oordeelde, na zooveel noodig, een hernieuwd I
onderzoek, dat „zonder uitstel de Staten-Generaal I
in vereenigde zitting behooren te worden samen- I
geroepen om verslag te ontvangen van het voor- I
handen geval, onder overlegging van dit advies, I
ten einde die vergadering het besluit moge nemen, I
bedoeld bij Art. 40 der Grondwet”.
In de vereenigde zitting der Staten-Generaal I
op den 2den April zijn al de desbetreffende be- I
scheiden voorgelezen en den daaraanvolgenden I
dag des namiddags ten 2 ure waren weder op I
enkele uitzonderingen na, al de leden der 1ste en
2de Kamer bijeen met de hoofden der Departe
menten en eene talrijke schare mannen en vrouwen
op de tribunes.
Toen las de Voorzitter met bewogen stem het
1ste gedeelte voor van Art. 38 der Grondwet, ’t
welk luidt:
„Het Koninklijk gezag wordt mede aan eenen
Regent opgedragen, ingeval de Koning buiten
staat geraakt de regering waar te nemen”.
Hij riep al de stemmen der leden achtereenvol
gens opmet algemeene stemmen verklaarden
deze, dat dit Art. van toepassing is op Z. M.
Koning Willem III en terwijl allen van hunne
zitplaatsen oprezen, werd deze verklaring door den
Voorzitter uitgesproken. Toen hernamen allen
hunne zetels, werd het besluit genomen deze ver
klaring mede te deelen aan den Raad van State
en de Hoofden der Ministeriën en sloot de Voor
zitter deze hoogst ernstige zitting met de woorden
God behoede ons Koninklijk huis!
Zwijgend en onder den diepen indruk van het
geen er geschied was, verheten daarop deze ruim
159 mannen de zaal.
Een Goddankeenig feit in de historie van het
Nederlandsche volk heeft plaats gehad. Een Vorst,
die binnen enkele weken het veertigjarig tijdperk
zijner kroning zou vieren, is niet bezweken, neen,
zijn de beraadslagingen voorloopig gestaakt, daar
eenige leden nieuwe instructies bij hun Regee-
ringen moesten aanvragen. Hieruit wordt de
gevolgtrekking gemaakt, dat het ontwerp door
den Bondsraad niet gunstig is ontvangen en in
geen geval zonder wijziging bij den Rijksdag
zal worden ingediend. Vóór Paschen zal de
nieuwe wet dus zeker niet in den Rijksdag in
behandeling kunnen komen.
Hertog Adolf van Nassau zal, zoo wordt
reeds verzekerd, teneinde te doen uitkomen
dat de verzoening tusschen hem en het Hof te
Berlijn volkomen is, terstond na zijne troonsbe
stijging te Luxemburg een bezoek aan den
Duitschen Keizer te Berlijn brengen.
Wederom heeft in het Kanaal eene aanva
ring plaats gehadhet stoomschip „Noordland”,
behoorende tot de Red. Star Line van Antwer
pen naar Nieuw-York, kwam te Southampton
aan, nadat het om 8 uur, des avonds, in botsing
was geweest met de goelet „Carrie Dingle”,
thuis behoorende te Liverpool. De „Noordland”
heeft zware schade bekomen en de „Carrie
Dingle” is gezonken, doch de bemanning gered.
hij leeft, maar, bij zijn lichamelijk lijden, is zijn
geestestoestand zoodanig, dat hij niet meer in staat
is de teugels des bewinds te voeren.
Nederland heeft geen regeerenden Koning meer.
De Raad van State regeert tijdelijk. Binnen
eene maand moet hij een ontwerp van wet indie
nen bij de vereenigde Kamers, ter benoeming van
eenen Regent.
Mocht de Koning blijven leven, dan zal het
van alle Nederlanders, dat
H. M. de Koningin tot Regentes moge worden
benoemd, de vrouw, groot bij het ziekbed van
den lijdenden Vorst, groot in liefde voor haar
nieuwe Vaderland, geliefd bij al haar onderdanen.
Hoe diep treurig toch het moge wezen, dat de
laatste mannelijke telg uit het huis van Oranje-
Nassau, op zulke wijze zijne regeering ziet eindi
gen, verheven is het schouwspel, ’t welk die ver
eenigde zitting der Staten-Generaal heeft opge
leverd, toen onder plechtige stilte al die mannen
hun oordeel uitspraken en de Voorzitter de zitting
met eene bede sloot.
Een volk dat zoo zijn Vorst en het Vorsten
huis eert, dat zoo de wet eerbiedigt, dat zoo zijn
twist en tweedracht vergeet, om in hoogere een
heid, als één man te staan rondom den troon van
zijn Koning en zich te buigen voor den Koning
der Koningen, is geen stervende natie. Zij heeft
een grootsche toekomst en het is een begeerlijke
taak voor onze jonge Prinses, om onder leiding
harer doorluchtige moeder opgeleid te worden tot
Koningin van zulk een volk.
antwoordde ik het v o 1-
De Fransche Ministerraad heeft besloten, het I
besluit van den President der Republiek, waarbij I
de Senaat als hoogste gerechtshof wordt opge- I
roepen, den Senaat mede te deelen. Eerst daarna I
zal het in het officieele blad verschijnen. Bon- I
langer en allen, die blijkens het onderzoek in
diens aangelegenheid zijn gewikkeld, worden
voor den Senaat gedaagd.
Het Openbaar Ministerie zal door Quesnay
de Beaurepaire worden waargenomen.
Het trekt de aandacht, dat blijkens het ver
slag in de Gazette des Tribunaux bij de instal
latie van den nieuwen procureur-generaal Ques
nay de Beaurepaire, aan het hof te Parijs niet
de minste plichtpleging tusschen hem en den
advocaat-generaal gewisseld werd, zooals anders
gebruik isbewijs genoeg, zoo oordeelt men, hoe
in het Paleis van Justitie over zijne benoeming
gedacht wordt.
De Parijsche rechtbank heeft uitspraak gedaan
in het proces tegen de Ligue des Patriotes.
Het vonnis is uitvoerig gemotiveerd. Alle aan
geklaagden waren tegenwoordig. De rechtbank
sprak hen allen vrij van de beschuldiging, dat
zij behoorden tot eene geheime vereeniging, maai1
veroordeelde hen tot eene boete van 100 francs
en de kosten, omdat zij eene niet geautoriseerde
vereeniging hadden gevormd. Het vonnis werd
begroet met de kretenLeve de Republiek
Leve Boulanger
Henri Rochefort heeft, nu Thiébaud zich los
heeft gemaakt van Boulanger en van het comité
der „nationale republikeinsche partij”, verklaard,
dat Thiébaud maandelijks eene toelage van 100U
fr. van graaf Dillon heelt ontvangen, dat hij een
handlanger der politie is, en al sinds lang niet
meer te vertrouwen. Thiébaud heeft deswege
Rochefort tot een tweegevecht uitgedaagd.
De Kamer heeft beraadslaagd over het
ontwerp, waarbij bepaald wordt lo. dat voor den
duur der tentoonstelling de te Parijs gevestigde
ambtenaren, wier bezoldiging geen 2400 fr. te
boven gaat, en het dienstdoend personeel der
tentoonstelling eene verhooging van 10 pet. hun
ner bezoldiging zullen ontvangen2o. dat aan
den president der republiek eene som van
500,000 fr. voor representatiekosten zal worden
I toegestaan, en aan de Ministers en den prefect
der Seine insgelijks zekere somaan den voor
zitter van den Ministerraad en den Minister van
Buitenlandsche Zaken, elk 250,000 fr. aan ieder
der overige Ministers 100,000 fr. en aan den
prefect der Seine 50,000 fr.
I Een amendement om den ambtenaren, wier
traktement 2500 fr. niet te boven gaat, 10 pet.
I hunner bezoldiging als verhooging toe te kennen,
I werd aangenomen, ofschoon dat tot eene rneer-
I deie uitgave van 6(1,000 fr. leidt.
I Na eenige discussie over de representatie-
I gelden ten behoeve der Ministers, werd het ge-
I heele voorstel, gewijzigd in bovenvermelden zin,
I aangenomen met 395 tegen 95 stemmen.
I Ook het voorstel, om een millioen te bestem-
I men voor de feesten, werd goedgekeurd en wel
I met 364 tegen 172 stemmen.
j De Duitsche Bondsraad heeft nog geen besluit
I genomen over het ontwerp, dat Pruisen tot ver-
I vunging der socialistenwet heeft mgediend. Zelfs
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Bolsward, 21 Maart 1889.
M. H.Ik had de eer te ontvangen den Uwen,
d.d. heden. Het schrijven van zulke brieven, door
twee van de eerste kooplieden in onze stad, noem
ik (zachter uitdrukking kan ik er niet voor vinden)
zeer kleingeestig. Mijne eerste opwelling was dan
ook, om niet te antwoorden, maar bij nadenken,
kwam ik tot de conclusie dat het onbeleefd zou
zijn, Uw schrijven eenvoudig ter zijde te leggen,
en aan onbeleefdheid M. H.wil ik mij niet schul
dig maken. Ziedaar dan de reden, waarom ik U
wel antwoordniet, om mij te verdedigen, o neen
want aan niemand (allerminst aan hen, die door
mijne tusschenkomst eene assurantie sluiten) ken
ik het regt toe, om zich te mengen in de zaken
van mijne huishoudingmaar ik wil U eenvoudig
doen weten: 1° dat ik het nog nimmer als
mijne roeping heb beschouwd om als commissionair
op' te treden in zaken als door U bedoeld worden;
wat „men” dienaangaande zegt, laat mij koud.
„Men” toch, kan ieder, straffeloos laten optreden,
2°. dat ik geregeld (ofschoon onverpligt, want ik
ben vrij) de door mij benoodigde waren, betrek
van degenen, die in de Utrechtsche Brandwaar
borgmaatschappij, verzekerd zijn: de HeerBölger
weet althans kan weten, dat hij trouw begun
stigd wordt. Ook de Heer Schievink, ofschoon
meer uit de buurt, wordt niet vergeten.
Het slot van Uw schrijven, laat mij alweder,
volkomen koudimmers, het zal toch wel waar
zijn, dat Gij, zeer zeker niet in mijn belang, maar
in Uw eigen belang, verzekeringen tegen brand
schade hebt gesloten bij de Utrechtsche maat
schappij. Mogt Gij het dus thans, in Uw belang
achten, om Uwe verzekeringen op te zeggen, dan
moet Gij M. H.dat om mij niet nalaten. Ik
mag aan Uwe assurantieposten te zamen, jaar-
lijksch drie gulden verdienendus doe, wat Gij
in Uw belang, meent te moeten doen. Ik zal daarom
U mijne begunstiging niet onthouden.
Ik behoud M. H.mij het regt voor, om
en mijn schrijven, te publiceer en.
(get.) M. F ALKENA.
Bolswardsclie Courant
f
f
TE
dra