NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD i I De Tentoonstelling Aangifte openstaattotlMeiM waarvoor aanvraagbilletten bij den Secretaris J. R. A. DONKER te Bolsward verkrijgbaar zijn. BERICHT. TENTOONSTELLING OLSWARD EN WONSERADEEl. Twintigste Jaargang. J BOLSWARD, van 613 Augustus 1889. f? 1889. No. 17. Acht en DONDERDAG 25 APRIL. VOOR B I N N E N L A N D- INGEZONDEN. Correspondentie. BOLSWARD, voor het BAKKERSVAK en de ZUIVEL BEREIDING en verder van Voorwerpen van Nijverheid, Kunst en Algemeen Belang te houden van den 6 tot den 13 Au gustus 1889. I? Bolsward, April 1889. de ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents, Plaatsgebrek noopt ons ’t Buitenlandsch Over zicht voor dit nommer achterwege te laten. r J. lerpstra H. K. Nauta) W. P. Visser J. J. Kroon Beetgum. Arum. Leeuwarden. Kimswerd. Dongjum. r®; i r - ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. verder warm willen maken, over eene zaak die mij steeds koud laat, zeg ook ikbasta 1 Ik dank U, M. de R. voor de afgestane ruimte. M. F ALKENA. ^XXXXXXXXXXXXXXXXXX$ Inzenders worden attent ge maakt, dat de In dit no. wordt een aan vang gemaakt met een nieuw feuilleton getiteld öe Graaf GambiOonte-fcrva. Mijnheer de Redacteur! Ik heb het door mij gepubliceerd schrijven van de Heeren Bölger en Schievink „kleingeestig” ge noemd, omdat ik zulke brieven niet verwachtte van mannen, die beiden bekend staan als beslist liberaal. Immers, zij vragen mij verantwoording van mijn doen en laten en ik ben hen, in geen enkel opzicht, eenige verantwoording schuldig. Zij dreigen zelfs Dat is immers niet liberaal Neenwat die Heeren ook mogen zeggen, ik blijf hun brief „kleingeestig zelfs onbescheiden, noemen En toen ik het artikel van den heer C. W. Eisma, in „do Handelsvriend” d.d. 30 Maart, las, waarin sprake is van verbieden bijna van dwang - dacht ik (de Heer Eisma zal mij dit ten goede houden’t is misschien verschil van gevoelen) nu, dat is ook alles behalve liberaal. Maar dat daar gelaten. Ik vraag van U, M. de R.meer eene kleine plaatsruimte naar aanleiding van het door de Heeren Bölger en Schievink, in Uw nommer van 18 April, geplaatste artikel. Ik ga hunne bespiegelingen voorbij, want ik voel mij volstrekt niet geroepen om de coöperatie in het algemeen en „Eigen Hulp in het bijzonder, te verdedigen of te bestrijden. Ik zal voortgaan, met hetgeen ik tot nu toe deed, n.l. in de eerste plaats, mijne stadgenooten te begunstigen. Wat de Heeren Bölger en Schievink willen, met hunne zinspeling, dat ik hen van uege de Utrechtsche Br. waarb. Mij., moest antwoorden, is mij niet duidelijk. Hun schrijven van 21 Maart, gold mij immers persoonlijk. Misschien dat ’t aan mij ligt, dat ik hen in dat opzicht niet begrijp. Ik moet echter opkomen tegen hetgeen zij vooraf laten gaan „Men” heeft gezegd en niet ten onrechte (zoo verkondigen de Heeren Bölger en Schievink) dat ik „den 18 Maart eene groote mand met winkel waren uit den coöperatieven winkel te Leeuwarden ontvangen heb”. Wie de „men” van de Heeren Bölger en Schievink ook moge zijn, ik kan ver zekeren, dat die „men”, een bepaalde onwaar heid gesproken heeft, want ik heb, noch op den 18 Maart, noch op een anderen dag van ditjaar, eene mand met winkelwaren van elders ontvangen. Wel, werd mij, op gezegden datum, een geheel gesloten kistje mi Leeuwarden toegezonden. Moch ten de Heeren Bölger en Schievink, den inhoud van die kist willen kennen, met alle genoegen laat hen dan de moeite doen, om even ten mijnent te komen. Aangenaam was het mij, de openlijke verkla ring van de Heeren Bölger en Schievink te ver nemen dat zij niet kunnen ontkennen, dat ik hen begunstig. Ik nam daarvan goede nota. Die ver klaring toch, ontzenuwt vrij wel hunne oorspron kelijke beschuldiging „dat ik mijne winkelwaren betrek uit den coöperatieven winkel”. Dat de Heeren Bölger en Schievink niet vree- zen „voor dezulken welke nu en dan iets uit Parijs of elders ontbieden” geloof ik gaarne. Zoodanige bestellingen toch gelden artikelen welke door hen niet verhandeld worden. En hiermede, genoeg Waar de Heeren Bölger en Schievink zich niet manieren menigmaal de lachspieren van db toe hoorders in beweging. Wij kunnen niet nalaten, alvoren dit artikel te eindigen een woord van dank te brengen aan de Rederijkerskamer „Gijsbert Japicx” voor den genoegelijken avond (die met een zeer geanimeerd bal, als afscheid van den winter, besloten werd) welke zij ons verschafte. Verder brengen wij hulde aan de werkende leden voor hun uitstekend spel, met aansporing zich steeds meer en meer in de zoo nuttige ui ter lijke welsprekendheid te oefenen en deze zooveel mogelijk door bijeenkomsten als anderszins te bevorderen, hetgeen tevens den band nauwer zal toehalen, dien alle leden aan elkander bindt en eene weder-instorting der Kamer minder moge lijk maken zal; terwijl op deze vergaderingen ook ten zeerste zal bevorderd worden dat voort aan bij de voorstellingen de uitspraak correct is, provincialismen en dialecten vermeden worden en de taal slechts in zuiver Nederlandsch ge sproken wordt. Ten slotte zwaaien wij het ijverige Bestuur lof toe, voor de ferme wijze waarop het in de aanvulling van de ontbrekende werkkrachten voorzag en wenschen wij èn werkende èn kunst lievende leden geluk met de keuze, die het Be stuur in deze deed. Dat het voorbeeld van deze nieuwe leden meer en meer gevolgd mag worden tot bloei van onze „Gysbert Japicx” hopen wij van harte. Bij de aanbesteding van een stoom-zuivel- talen nog ganschelijk niet uitgestorven zijn, ter wijl de bearbeiding van de kostelijke Friesche wol zekerlijk hier op zulk een hoogte staat, dat we daarvan schoone proeven hebben te wachten. Zal echter eene tentoonstelling in werkelijkheid slagen, dan moet er aan twee voorwaarden vol daan zijn Er moet geld wezen en er moet vol doende ruimte zijn. Gelukkig hebben in dat opzicht het Bestuur der Vereeniging ter Bevordering van Handel en Nijverheid en de regelingscommissie alle reden tot tevredenheid. Zoowel in onze stad, als in heel het land is, naar wij vernemen, een goed aantal aandeelen genomen en heeft men aan vankelijk over voldoende geldmiddelen te beschik ken, al blijft het wenschelijk, dat de sympathie, ook in dit opzicht, zich nog steeds meer openbare. En wat de ruimte betreft, zoowel van het ker kelijk beheer der Hervormde gemeente als van het Gemeentebestuur is welwillende medewerking betoond, liet gebouw, weleer als Broerekerk gebruikt, is voor kerk- en eeredienst sinds lang onbruikbaar, voor eene tentoonstelling echter, is die ruimte, zijn die hooge gewelven bij uitnemend heid geschikt en kosteloos is het aan de commis sie afgestaan, die het met dankbaarheid heeft aan vaard. Het plein daarvoor, dat, zooals het nu daar ligt, de stad op treurige wijï’e ontsiert en op een nadere bestemming wacht, is juist in dezen toestand, voor het tegenwoordig doel bij uitnemendheid geschikt en ook dit heeft de Gemeenteraad kosteloos ter beschikking gesteld. Moge het der Commissie gelukken, dit op smaak volle wijze met het kerkgebouw tot een schoon geheel te maken, tot een aantrekkingspunt, waar heen honderden en duizenden in de feestdagen der tentoonstelling samenvloeien. Dan zal deze ten toonstelling niet slechts voor vele neringdoenden geldelijk tot voordeel zijn, voor heel de burgerij een feestweek opleveren, maar ook voor volgende jaren zal zij in menig opzicht ten nutte zijn voor landbouw, handel en nijverheid. Mogen maar Bestuur en Commissie kunnen re kenen op de voortdurende medewerking van gansch de burgerij, dan eerst zal hun loffelijk streven, door een schitterenden uitslag bekroond kunnen worden. fabriek voor den heer J. v. d. WAL Kzn. te Witmarsum, werd ingeschreven als Franeker, Makkum, Kimswerd, Joh. Steensma Witmarsum, P. Westra Arum, R. Y. Bosch ma Pingjum, E. Feenstra Makkum, R. v. d. Weide Wons, Tj. 8. Bangma Witmarsum, Bolsward. Nadat in de vergadering der liberale kiesvereeniging „Vooruitgang” alhier be sloten was, dat het bestuur trachten zou eene centrale vergadering in het kiesdistrict Franeker voor de verkiezing van leden voor de Provinciale Staten bijeen te roepen, zijn als voorloopige can- didaten gekozen de heeren W. A. Peereboom en A. Draisma de Vries, aftredende leden, en in plaats van de heeren H. Oosterloo, P. Lycklama aNyeholten L. Hannema, de hh. C. W. Eisma, J. van de Wal en Y. O. Faber. Bij de bespre kingen waren twee stromingen. Aan de eene zijde werd opgemerkt, dat men, zonder bepaalde bezwaren te hebben tegen sommige aftredenden, het verkieslijk achtte liberale mannen uit het eigen district af te vaardigen. Daartegenover werd er op gewezen, dat, al moge in gewone omstandigheden voor deze zienswijze iets te zeg gen zijn, en terwijl men tegen de gestelde can- didaten geen bezwaar heeft, bij deze periodieke aftreding het nationaal belang boven het dis- trictsbelang moest staan en met gesloten gelede ren tegenover de oppositie moest optreden. De ze laatste zienswijze vond bij de meerderheid wel instemming, doch men meende dat er bij de herstemming gelegenheid genoeg zal zijn, om de liberale candidaten te doen zegevieren. Bij ééne candidatuur schijnen persoonlijke overwegingen geweest te zijn, want het aftredend, niet herko zen lid, de heer L. Hannema en het nu geko zene, de heer Y. O. Faber, wonen beiden in Harlingen. Bolsward. Het waren aangename uren, die wjj Maandagavond doorbrachten in de sociëteit „de Doele”, om aldaar de voorjaarsvoorstelling van de Rederijkerskamer „Gysbert Japicx” bij te wonen. Ze waren des te genoegelijker, omdat wij de ervaring opdeden, dat waar deze kamer eenigen tijd een kwijnend bestaan voortsleepte, door gebrek aan de noodige werkende krachten, zij nu weder geheel opgeleefd is, dank zij de toetreding van vele nieuwe werkende leden. Het was dan ook voor een groot deel aan deze laatstbedoelde dames en heeren te danken dat het bestuur der Kamer, in staat was„de Hond van den Tuinman” en „het Gansje van Lindenhof” met zooveel succes te doen opvoeren, welk succes zich kenbaar maakte in vele luide en welgemeende toejuichingen, waarmede een ieder als om strijd instemde. Om hier ieder in zijn rol te beschrijven, zou slechts overbodig zijn, daar de meeste van de leden der Kamer ons in hun spel bekend zijn en ons oordeel daarover niet anders dan gunstig kan zijn. Ook nu weder werden beide stukken uitstekend afgespeeld, ieder was van het begin tot bet einde zeer rolvast en de wijze waarop No. 1 en No. 2 werd ten tooneele gevoerd, be wees dat men de stukken zeer goed begreep. Het spel van de nieuwe werkende leden gat ons de overtuiging, dat de Kamer, door de on vermoeide pogingen van het Bestuur om nieuwe krachten te winnen, een grooten aanwinst in hen heeft verkregen. Wij zouden ons zeer vergissen als de rol van Mevrouw van Bergenheim Meihof in beter han den had gelegd kunnen worden. Hoe bevallig geëmancipeerd wist deze nieuwe rederijkster zich te vertoonen, hoe goed wist zij de dame der groote wereld na te bootsen, die hare moederlijke en huis houdelijke plichten vergetende, zich slechts bezig houdt met zaken, die der vrouwelijke kunneniet passen en haar geheel en al vervreemden van den taak, dien iedere vrouw en moeder aan huishou ding en kindeien is opgelegd. Ook Mevrouw van Meer veld was in haar rol „de rechte persoon op de rechte plaats.” Na tuurlijk was zij in het strijden van den strijd tusschen de opvolging der dwaze raadge vingen van hare vriendin of van hare plichten tegenover haar ziek kind. Het afwisselend wedergeven der moederlijke bezorgdheid, de vreug de na het overwinnen in haren strijd, van den twist dien zij met haren echtgenoot voerde, enz. maakten haar rol niet tot een van de lichtste en toch kunnen wij ons niet onthouden hulde te brengen aan haar goed spel. Het Gansje van Lindenhof (dat waarlijk geen gansje was) bewees ook eene uitstekende kracht voor „Gijsbert Japicx” te zijn. Haar spel was na tuurlijk en lokte van menige zijde de opmerking uit, dat zij zich geheel in haar rol thuis gevoel de. Als verwend kindje van hare grootouders, die haar op handen droegen, alles voor haar de den tot zelfs denken toe, wist zij toch zeer goed met die scherpzinnigheid, die zelfs de eenvoudig ste vrouw eigen is, haar juisten minnaar te kie zen uit het tweetal dat om hare hand dong. Deze beide minnaars, eveneens nieuwe wer kende leden, vertolkten hun rol ook zeer goed en brachten door hunne dwaze zetten en geblaseerde volgt f6499. - 5249. - 4924. - 4924. - 4642. - 4636. - 4628. - 4568. - 4500. Aan den laagsten inschrijver is het werk gegund. Op de, den 22 April ’89 gehouden verga dering van de Centrale van afdeelingen voorden bond van algemeen kies- en stemrecht in het kiesdistrict Franeker, zijn tot candidaten voorde provinciale staten gekozen, de Heeren Jurjen Bergstra, C. W. C. T. Visser, O. Stellingwerf. K. Postma, T. B. Wassenaar, In de tweede helft der maand Juni zal ons land waarschijnlijk een bezoek ontvangen van den Shah van Perzië. ’t Is zeker een zeer vereerend vooruitzicht, dat de „Zon der wereld” of hoe de Shab zich be titelt, aan ons land een bezoek brengt. Wij zijn door de gekroonde hoofden van Europa niet ver wend en moeten dus reeds erkentelijk zijn, wan neer er een uit Azië ten onzent verschijnt. Maar wel zoo aangenaam zou het toch wezen, wanneer ook vorsten met minder Aziatische zeden, dan deze beheerseher van Perzië, hun aanschijn over ons lichten deden, want die zeden zijn wel min of meer een inconvenient. De heer Stork (machinefabriek van Gebr. Stork en Co.) te Hengelo, heeft besloten weer f 4000 te schenken aan het pensioenfonds der werklieden (dat nu f74,985 bezit) boven de f 4993, die de firma in 1888 reeds bijdroeg in de weke- lijksche contributie voor 347 arbeiders. Het fonds bestaat nu acht jaren. Op het fort Vechten heeft men de proef genomen of de telephoon bij hevig vuren bruik baar was. De opgedane ondervinding is in vol komen overeenstemming met hetgeen ieder, die zich van een telephoon bedient, heeft kunnen ervaren, wanneer er in huis getimmerd wordt of op straat zware wagens rijden of zelfs een fan farecorps zich doet hooren. Daartegen is Bell niet opgewasschen. Aan den Kerkeraad der Ned. Herv. ge meente te Sliedrecht is door 75 mank lidmaten een acte van beschuldiging ingezonden tegen den aldaar beroepen predikant Dr. J. W. Lief rink te Rauwerd, met aanzoek deze acte met de daarbij overgélegde stukken onverwijld op te zenden aan het Class. Best, van het ressort dier gemeente. „Waarom modern?” en „Vooriederen dag.” geschreven door Dr. L., en ook uit „Onze godsdienstprediking,” onder redactie van Prof, van Manen te Leiden en Dr. L. lu deze acte wordt aangetoond uit deze aanhalingen, dat ge noemde predikant blijk geeft niet te staan op het terrein der Christelijke Kerk in ’t algemeen en der Herv. in ’t bijzonder, waar hij loochent de Godheid des Zaligmakers, de verzoenende kracht van Zijn lichamelijke opstanding. Om deze redenen betwisten zij dan ook uit drukkelijk, dat de beroepene het Evangelie be dient en beschuldigen hem van de verkondiging van leeringen, die strijden met de Schriften van het O. en N. Testament en de daarin vervatte volkomen leer der zaligheid. De luchtreiziger Grais, die Zaterdag voor de tweede maal te Amsterdam met een lucht ballon zou opstijgen, om met een valscherm neer te vallen, heeft het waagstuk niet kunnen vol brengen. Toen de ballon gevuld was barstte *Ü- Het was eene gelukkige gedachte van een aan tal kloeke burgers, om pogingen in het werk te stellen, ten einde in de stad onzer inwoning eene drievoudige tentoonstelling in het leven te roepen. Reeds den vorigen zomer werd het plan geopperd; naarmate het meer besproken werd, vond het toenemende belangstelling en ondersteuning. Nog scheiden ons ruim drie maanden van de opening en reeds kunnen wij zeggen, dat de goede uitslag bijna zeker is. Nu alle gerezen moeilijkheden, door den vol hardenden ijver van het bestuur der zuivelschool overwonnen zijn en het eerste gebouw in Neder land, voor dit vakonderwijs bestemd, ter dezer stede verrijzen zal, is het van groote beteekenis, dat een belangrijk deel der tentoonstelling zal ge wijd zijn aan alles wat op de zuivelbereiding be trekking heeft. De algemeene vergadering der Nederlandsche bakkersvereeniging zal in diezelfde dagen alhier gehouden worden en dit geeft, gelijk vanzelf spreekt aanleiding, dat een groote menigte van zaken hierheen zullen worden gezonden, die op dit voor de voeding zoo hoogst belangrijke vak be trekking hebben. De heer van Marken van Delft heeft dan ook reeds sinds lang eene hoogst aan zienlijke ruimte aangevraagd, om alles wat met de gistbereiding in verband staat, aanschouwelijk voor te stellen. Twee bakkerijen zullen naar wij vernemen worden opgericht, waarin ongetwijfeld de nieuwste toepassingen der werktuigkunde ons bewijzen zullen, wat zij vermogen om op de beste wijze ons voedzaam brood en uitgezóchte lekker nijen te leveren. Maar bovendien, hoe talloos vele onderdeden op dit gebied zullen kunnen worden aangevoerd en ons doen zien, hoe kunde en kunst ook hier moeten samenwerken om velerlei uit alle oorden der wereld ons te verschaffen en voor ons te verwerken. In dit tweeledig opzicht belooft de tentoonstel ling nationaal en gedeeltelijk internationaal te worden en voorzeker dit alles zal meer dan vol doende zijn, om duizenden belangstellenden en belanghebbenden herwaarts te lokken en ’t zal, vertrouwen wij, onweersprekelijk blijken, dat de zuivelbereiders uit dezen omtrek en de nijveren en handelaars in onze stad met goed gevolg kun nen meedingen met de velen, die van elders zul len komen om mede te doen aan den edelen wedstrijd. Het was echter goed gezien van de verschillen de commissiën, dat men bij dit nationale, ook aan onze nijveren, onze handwerkslieden de gelegen heid wilde bieden, om op verschillend gebied proeven te geven van hun vaardigheid, hun werk kracht, hun kunstzin en al moest men zich hier bij natuurlijk beperken tot de stad onzer inwoning en hare naaste omgeving, omdat er geen plaats ruimte wezen zou, als men zich ook hier tot heel het Vaderland richtte, toch moge juist dat plaat selijke een prikkel wezen voor menigen industri eel, voor menigen werkman, om zich met alle kracht, inspanning en geestdrift aan te gorden, om het beste wat hij kan vervaardigen aan te bieden, opdat wij toonen mogen, wat ook in dat opzicht onze kleine stad kan opleveren. Het moge blijken dat de kunstzin en kunst, vaardigheid, waardoor in vorige eeuwen Bols, ward’s nijveren zoozeer hebben uitgemunt, bij d bewerking van hout, steen en verschillende me. Bolswardsche Courant 1 ■ffl - - IN TE

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1889 | | pagina 1