NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OLSWAR® EN W0KSÏ84D8J1
12 13 MSI AK
I
I
I
L
,111
A. Draisma de Vries.
buitenland.
w De stembus is geopend van s
morgens 9 tot 's namiddags 5 uur.
De Verkiezingen van 14 Mei.
J
W. A. Peereboom,
P. Lycklama a Nyeholt,
Y. Oosterloo,
L Hannema
1889.
No. 19.
VOOR
INGEZONDEN.
B I N N E N L A N D.
Achten Twintigste Jaargang.
DONDERDAG 9 MEI.
1
M
a
I
I
dat de
Bolsward, 6 Mei 1889.
Dit nommer wordt aan
VELE Kiezers in het
Hoofdkiesdistrict Frane-
ker toegezonden.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents,
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Uw Dn.,
C. W. EISMA.
I
■i
Mijnheer de Redacteur
Het komt mij goed voor kortelijk mede te
deelen, dat de volkspartij zich genoodzaakt heeft
gezien, mijne candidatuur voor lid van de Prov.
Staten in te trekken, nu gebleken is dat ik geen
volkomen instemming kan betuigen met hare sta
tuten, waar zij bij art. 2 alinea l directe invoe
ring van algemeen kiesrecht beoogt.
Ik wensch eerst leerplicht, arbeidswetgeving
enz. tot stoffelijke en moreele verheffing des volks,
om daarna het volk in algemeenen zin kies- en
stemrecht te geven. Dadelijk geve men het aan
wien het toeyertrouwd kan wordenhet tegen
woordig beperkte kiesrecht is mij te min.
De volkspartij redeneert precies in een tegen
overgestelde richting.
Zij ziet in alg. kies- en stemrecht een oorzaak
voor verbeteringen.
Zij oordeelt dat de geschiedenis der volken en
ook de ervaring der laatste jaren ons leert, dat
wij geen grondige verbeteringen van bovenaf
hebben te verwachten.
Waarschijnlijk heeft zij gelijk, vooralsnog kan
ik echter niet in alle opzichten met haar méé
gaan.
Intusschen wensch ik niet beschouwd te heb
ben, dat ik mij oin de een of andere reden daar
buiten gelegen, teruggetrokken heb, want dit is
zoo niet.
Ik hoop steeds op overeenstemming en samen
werking in het belang der geestverwanten.
Met achting,
Bolsward. In de vorige week is de heer
Mr. P. Peereboom alhier, beëedigd als advocaat
en procureur bij het Hof te Leeuwarden.
Eene nieuwe boerenplaats aan den Zeedijk
tusschen Pingjum en Zurich, toebehoorende aan
den heer van Ringh van Pingjum en bij den
landbouwer J. Blanksma in gebruik, is Zondag
avond door den bliksem in brand geslagen en
geheel afgebrand.
Te Schettens sloeg de bliksem in de boeren-
huizinge van J. B. Jansen, zonder brand te ver
oorzaken. Eene vrouw geraakte door den schrik
geheel verstijfd, zoodat geneeskundige hulp moest
worden ingeroepen.
Bij het slot „Jongema-State” te Rauwerd werd
eene koe van den landbouwer G. Bottema door
den bliksem gedood.
Een Schaap van den landbouwer F. H. v. d.
Veen te Tietjerk is in de weide door het hemel
vuur doodgeslagen.
Hoe de leden der Staten-Generaal dachten
over het voorstel der Regeering om te besluiten
tot het geval voorzien bij art. 38 der Grondwet,
is slechts voor de beoefening van het staatsrecht
nog van belang, nu overeenkomstig het voorstel
reeds is besloten. Het verslag, dat van de ge
dachtenwisseling in de afdeelingen is opgemaakt
betreft bijna uitsluitend bespiegelingen over de
quaestie van den vorm, waarin de Grondwet niet
heeft voorzien omdat in het geval zelf niet voor
zien is. De eenige meer practische opmerking,
welke er in gemaakt wordt, komt voor aan het
slot, waarin de wensch van eenige leden wordt
uitgesproken, dat een wetsontwerp mocht worden
ingediend tot voorziening in het Regentschap
voor het geval, dat de Koning wederom tijdelijk
buiten staat mocht geraken de Regeering waar
te nemen.
De Synode van het Hervormde Kerkge
nootschap heeft aanbevolen des Konings herstel
in de kerken te gedenken. Van regeeringswege
is geen wenk in dien zin gegeven. Dit is ook
niet noodigieder kan voor zich zelven op zijne
wijze, ook door het gebed, zijne dankbaarheid
uiten voor deze gelukkige gebeurtenis. Maar wel
moet het eenige bevreemding wekken, dat van
hoogerhand eene algemeene bedestond niet wordt
aanbevolen, wanneer men zich herinnert, dat in
de Staatscourant eene opwekking daartoe voor
kwam, toen het gold de zeereis van den nieuw-
benoemden Gouverneur-Generaal van Neder-
landsch-Indië.
Het Weekblad van Ned.-Indië, dat sedert 5
maanden ongeveer bestaat, meldt in eene cor
respondentie uit Buitenzorg o. a. het volgende
„Het is nu nog wat stiller dan het al was.
Des Konings toestand trekt Hordijk zich nogal
aan, want hij is een oprechte Oranjeklant en
om die reden is alle pret ten paleize geschorst.
Z. E. treurt echter niet in de binnen kameren,
want als ’t weer maar eenigszins deugt gaat hij
uit wandelen, doodeenvoudig en meestal alleen.
Mevrouw Hordijk toert meer.
Z. E. werkt kolossaal veel af en vele beschik
kingen zijn bijna geheel uitgewerkt. De secretarie
heeft daarom ook geen achterstand dan die on
vermijdelijk is. Die toestand is ongekend gun
stig, maar kan nog beter worden als de resi
denten en directeuren per keerende antwoorden.”
In het Rott. NbL wordt van het gerucht
melding gemaakt, dat de Koning, alvorens Hij
naar het buitenland mocht vertrekken, een be
zoek zal brengen aan Amsterdam.
De Duitsche Keizer en zijne gemalin be
vinden zich sedert Zondag te Kiel, waar zij bij
de doopplechtigheid van den zoon van Prins
Hendrik tegenwoordig waren. De Keizer hield
zijn petekind ten doop. De Vorsten van Hessen-
Meiningen en Mecklenburg waren mede aan
wezig.
Volgens den Berlijnschen correspondent van
de Glasgow Herald, heeft Keizer Willem het
verlangen geuit, öij zijn bezoek aan Engeland
persoonlijk kennis te maken met een aantal der
voornaamste staatslieden, generaals en admiraals,
teneinde daardoor dezen den indruk te benemen,
als zouden hij en zijn Gouvernement jegens Groot-
Britannie onvriendschappelijke gevoelens koes
teren.
De Eiffeltoren zal eerst den 15 Mei voor
het publiek opengesteld worden.
President Carnot heeft een bezoek gebracht
aan eene studentensociëteit in de Rue de Ecoles
te Parijs. Hij werd er ontvangen door den Mi
nister van Onderwijs, den heer Fallières en an
dere autoriteiten van de universiteit. De voor
zitter van het comité van de vereeniging der
studenten betuigde den heer Carnot dank voor
het bezoek. „Ik heb sinds lang beloofd, ant
woordde de President, u een bezoek te brengen.
Thans volbreng ik mijne belofte. Het verheugt
mij de jongelingschap te zien, die ik acht, die
ik liefheb, en die de toekomst van Frankrijk
en de Republiek is.” De heer Carnot bezocht
nu eenige zalen eu verscheidene boekerijen, ge
volgd onder anderen door studenten. Daarna
heeft hij zich begeven naar het tweede vereeni-
gingsgebouw. Daar werd hem, ter herinnering
aan zijn bezoek, uit naam der vereeniging een
prachtwerk, gebonden in wit satijn, aangeboden,
bevattende de cursussen van alle Parijsche fa
culteiten en eene menigte voor de studenten
wetenswaardige bijzonderheden. Toen hem werd
verzocht zijne handteekening te zetten onder
zijn photografisch portret, schreef hij„Aan mijne
jeugdige vrienden, Carnot 3 Mei 1889”. En
hij voegde er mondeling bij„Ik zie met ge
noegen, dat gijlieden goed ingericht zijt voor de
studie. Uwe vereeniging gelijkt op een bijen
korf in volle werkzaamheid’Vervolgens werd
hem een Hongaar voorgesteld, student aan de
hoogeschool te Pest, die naar Parijs gekomen
was om zijn accademiebroeders een bezoek te
brengen. „Ik ben overtuigd”, dat gij welwil
lend voor iiem zult zijn en voor de andere vreem
de studenten, gelijk zij onlangs voor u zijn ge
weest.” De President der Republiek verliet het
gebouw onder luide toejuichingen. Zijne komst
had hij doen voorafgaan door een geschenk van
het werk in vijftig deelen, schitterend gebonden
„Les grands Ecrivains de Ia France.”
Zondagmiddag om 12 uur, op het oog;enblik.
dat de President der Fransche Republiek het
Elysée verliet, om zich naar Versailles te be
geven, drong een persoon door de menigte heen,
die een pistoolschot op Carnot loste. Dit schot
kon den President, wiens rijtuig zijn weg ver
volgde, niet deren, want het bleek, dat de on
middellijk in hechtenis genomen persoon slechts
comedie had gespeeld: zijn vuurwapen was met
los kruit geladen hij verklaarde de aandacht
op zich te hebben willen vestigen, omdat hij het
slachtoffer was eener onrechtvaardigheid en zich
zoo diep ongelukkig gevoelde.
President Carnot, geëscorteerd door cavalerie,
reed door en werd door de menigte luide toege
juicht. Langs den weg dien hij door Sèvres af
legde waren alle woningen feestelijk getooid. Om
2 uur kwam hij te Versailles aan, waar de bur
gemeester dier stad hem verwelkomde. De troepen
van het garnizoen waren voor het Hotel des
Menus Plaisirs opgesteld.
EEN NATIONAAL BELANG.
-----
Jaren aanéén hebben de periodieke verkiezin
gen van de helft der leden van de Staten der
verschillende provinciën, voornamelijk een ge-
v, estelijk, vaak en terecht, een districtsbelang
gehad.
Het was zeer juist gezien van Thorbecke, dat
in iedere provincie een zelfstandig bestuur moest
zijn, waarin niet in de eerste plaats staatsman
nen behoeven zitting te nemen, maar vooral de
zoodanigen, die met de verschillende toestanden
bekend zijn in de districten, die hen afvaardigen.
Als regel moet dus ook bij periodieke verkie
zingen het provinciaal belang en mag vaak ook
het districtsbelang, op den voorgrond treden.
Volgens Art. 82 echter der Grondwet worden
de leden der Eerste Kamer van de Staten-
Met groot genoegen vernemen wij,
dagen van 12 en 13 Mei a.s.
ook in onze stad op ernstige en zoo
veel mogelijk feestelijke wijze zullen
worden doorleefd. Op den Zondag
zullen in de verschillende kerkgebou
wen dankgebeden worden opgezonden,
om God te loven voor het onverwacht
herstel van onzen g-eëerbiedigden Ko-
ning en het voorrecht aan Z. M. en
het Nederlandsche volk geschonken,
dat onder zijne regeering een veertig
jarig tijdperk van vrede en welvaart
is mogen worden doorleefd En den
volgenden dag zal het feest zijn voor
de kinderen van heel de burgerij. Op
voorstel van den Burgemeester heeft
de Raad met algemeene stemmen be
sloten hiertoe eene som beschikbaar
te stellen en ditzelfde is geschied door
de Voogden van het St. Anthonie Gast
huis. Wij achten het een zeer geluk
kig denkbeeld, om op deze wijze aan
ouders en kinderen een feestdag te
bereiden, waar de tijd geheel ontbrak
voor de regeling van verdere feeste
lijkheden. Neerlands jeugd, het volk
der toekomst, zal alzoo een indruk
kunnen ontvangen van de eenheid
van heel het volk, waar het zich schaart
rondom den troon van zijn Vorst, van
den zegen dien God schenkt, aan ons
kleine, maar zoo gelukkige land, met
zijn schoon verleden en zijn belang
rijke toekomst.
Ongetwijfeld zullen alle burgers, zoo
veel in hun vermogen is, gaarne willen
voldoen aan de uitnoodiging van den
Burgemeester, om op beide die dagen
de nationale driekleur en den oranje
wimpel te laten wapperen uit hunne
woningen.
Laat den volgenden dag een ern-
stige strijd aan de stembus gestreden
worden, ook die zal met eerbiediging
van recht en orde worden doorleefd,
maar vooraf moge het blijken, dat op
Neerlands dierb’ren grond, een volk
leeft, „van vreemde smetten vrij",
eene natie, de vrijheid waard, die hier,
als nergens elders, wordt genoten.
misschien liever een ander candidaat zag, het
geldt ditmaal alleen de personen, inzoover zij
vertegenwoordigers zijn van het liberale begin
sel. In dit opzicht nu verdienen, naar ons oor
deel, de aftredenden ons volle vertrouwen en
terwijl wij eiken kiezer aansporen, getrouwelijk
zijn plicht te vervullen, bevelen wij ten sterkste
de herkiezing aan der aftredende leden
Generaal door dit Provinciaal Bestuur gekozen
en al treedt dit deel van zijn taak gewoonlijk
wat op den achtergrond, bij de aanstaande ver
kiezing is dit zoo sterk mogelijk op den voor
grond geplaatst.
In Maart ’88 is de Tweede Kamer „om” ge
gaan in Mei '89 moeten de Provinciale Staten
zooveel mogelijk „om”, want in de Eerste Kamer
moet de meerderheid verplaatst worden van de
linker- naar de rechterzijde.
Heeft het vorig jaar Friesland den doorslag
gegeven, ook nu zijn veler oogen op dit gewest
gevestigd.
Eu in deze provincie heeft de verkiezing in
het district Franeker groote beteekenis. Vallen
hier de vijf liberale candidaten, dat geeft een
verschil van tien stemmen”.
Met recht schrijft Het Vaandel met het oog
op den 14den Mei. „Het zal een dag van groote
gevolgen zijn. De strijd zal uiterst fel zijn.
Daarom kiezers! Weest op uwe hoede, laat u
niet misleiden, dat er geen politieke belangen
in het spel zijn, maar alleen provinciale”.
„De strijd op 14 Mei a.s.,” zoo laat het Roomsch-
Katholiek Nieuwsblad voor Gelderland „De Post'’
zich hooren, „het kan niet genoeg herhaald wor
den, zal een gevecht zijn op leven en dood tus
schen liberalen en antiliberalen”.
Reeds tijdens de indiening der kiestabel door
de Regeering schreef het Venloosch Weekblad,
met het oog op de omzetting der Eerste Kamer
„In plaats van er jaren mee te tobben, willen
wij er korte metten mee maken, want er is haast
bij”.
Bij de keuze van 14 Mei moet ditmaal het
nationaal belang op den voorgrond treden boven
het provinciale en dat van het district.
Persoonlijke en plaatselijke overwegingen moe
ten op den achtergrond staan.
Niet de liberalen hebben dit gewild, allerminst
de Eerste Kamer.
Met prijzenswaardige gematigdheid, met wel
willendheid zelfs is zij het Ministerie tegemoet
getreden. En waarlijk ook van de tegenpartij
in de tweede heeft de regeering meer steun dan
tegenwerking ondervonden.
Doch ter onzaliger ure heeft de Minister van
Binnenlandsche zaken eerst eene poging gedaan
om de kiesdistricten voor de Provinciale staten
te veranderen. Dit moge voorgesteld zijn als
de onschuldigste zaak der wereld. Wie kan
gelooven, dat de regeering zoo naief, zoo on-
noozel zou zijn geweest? En in de tweede
plaats wordt juist enkele dagen vóór deze ver
kiezing een ontwerp ingediend tot wijziging der
wet op het lager onderwijs.
Zou ook dit louter toeval zijn
Het Vaandel en zooveel andere bladen, weten
wel beter.
„Ook voor ons,” schrijft genoemd blad, „zal
dit wetsontwerp op den voorgrond treden. De
schatkist moet niet meer uitgemergeld worden
voor eene school, die het ongeloof aan de natie
oplegt. Daarom juichen wij het toe, dat nu juist
vlak voor de verkiezingen deze wet van ’s Mi
nisters bureau kwam.”
Kan het verband duidelijker blijken
Maar gelijk het „zeer natuurlijk heet, dat de
anti-revolutionairen met de Roomsch-Katholieken
samenwerken om een eind te maken aan de
liberale overheersching”, zoo zou het zeer
onnatuurlijk zijn, indien nu ook niet al wat van
liberalen huize is, zich aansloot als een eenig
man, in heel het land en in ons district. Aan
de overzijde dweept men voorwaar niet met el
kanders candidaten. integendeel men laat elkaar
soms bitter-zoete liefelijkheden hooren, maar in
de stembus staan zij, „als zonen van hetzelfde
huis, die als broeders samenwonen”, heel gezel
lig op één stembrief, al wordt later „’t liefde
vuur wel weer verdoofd”.
Het zou treurig zijn, indien de zege verloren
ging door gekibbel van de liberalen onderling.
Mogen radicalen en volkspartij (waaraan ont
leent deze het monopolie van dien naam?) toch
begrijpen, dat wij gegroeid zijn uit één stam.
Volgen wij niet het voorbeeld der sociaal-demo-
craten, die der tegenpartij de overwinning be
zorgen, om de ellende te verwekken of grooter
te maken. Vrage men niet of deze en gene
'l*4
k.
Bolswardsche Courant
rj