NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
le&SWABÖ 8N WONSER ADEEL
a
v5:w
S;
1889.
No. 25.
Achten Twintigste Jaargang.
F
VOOR
S3
BUITENLAND.
BINNENLAND.
ggffi UEF STIL PLEKJE.
l'J
M. E. van der MEULEN.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Zoover
ik in het
een
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents,
^X XXXXXXXXXXXXXXXXX^
DONDERDAG 20 JUNI.
^XXXXXXXXXXXXXXXXXX^
zijn terugkeer in Triëst werd ontvangen. Men
meldde, dat niet alleen een groote menigte hem
met gejoel en gejouw naar zijn hotel begeleidde,
maar dat zelfs een bom ontploft is in het consu
laat
Dat is zoo de gewoonte in dat land. Om iemand
zijn ontevredenheid te toonen, werpt men vuur
werk op zijn weg, dat bij ontploffing zeer veel
leven maakt, maar geen ongelukken veroorzaakt.
De bom, die in het consulaat ontplofte was van
dat soort. Er is dus geen sprake van een aanslag,
het was alleen een blijk van misnoegen voorden
consul. Dat daardoor vijf personen in hechtenis
genomen zijn, bewijst welke plannen de Oosten-
rijksche regeering met de Irredentisten heeft. En
dit schijnt nog niet alles te zijnreeds worden
maatregelen beraamd, om de regeeringspersonen
in Triëst en Trente, die zich voor de scheiding
uitlieten, af te zetten en door anderen te vervan
gen. Zoo zou baron de Pretis, stadhouder te
Triëst vervangen worden door baron Krauss,
thans stadhouder te Praag, die tevens van de
uitgebreidste volmachten zou voorzien worden.
Of dat alles dienen moet om deu band tusschen
de drie leden van den vredesbond nauwer aan
te halen en de Triple Alliantie in Italië popu
lair te maken
Zaterdag is de Fransche Regeering in de
Kamer van Afgevaardigden door den heer Basly
geïnterpelleerd over de werkstaking der koetsiers.
De interpellant betoogde, dat de schuld bij de
maatschappij moet worden gezocht en dat de
Regeering, die bevoegd is het tarief vast te stel
len, ook het recht heeft tusschen beiden te tre
den tot regeling van de verhouding tusschen het
kapitaal en den arbeid. Hij stelde eene motie voor,
luidende: De kamer, overwegende, dat het tarief
voor een rit door de administratie is vastgesteld
en dat de som, welke van de koetsiers geëischt
wordt, dezen in verzoeking brengt om van de
reizigers meer te vorderen dan het tarief heeft
bepaald, noodigt de regeering uit voor de ver
huurders van rijtuigen als maximum een tarief
vast te stellen in verhouding tot hetgeen de koet
siers van de reizigers kunnen eischen.
De Minister van Binnenlandsche Zaken, Con
stans antwoordde, dat hot in beginsel vaststaat
dat de openbare machten niet tusschenbeiden
kunnen komen in geschillen tusschen patroons
en werklieden, terwijl hij verder uiteenzette, dat
de grieven der koetsiers door de maatschappijen
worden weerlegd, zoodat beide partijen op een
standpunt staan, dat niet zonder onderzoek kan
worden goed- of afgekeurd. De Minister wil wel
werkzaam blijven, om eene schikking te bevor
deren, maar verder vermag hij niets tenzij het
krachtdadig tegengaan van ongeregeldheden. Al
kwam de heer Basly met 5 of 6000 koetsiers aan
het Ministerie, dit zou geen invloed op ’s Minis
ters houding hebben.
Een voorstel om over te gaan tot de eenvou
dige orde van den dag werd verworpen met 237
tegen 232 stemmen verscheidene moties deelden
hetzelfde lot totdat de volgende motie, voorge
steld door den heer Wickersheimer, met 297
tegen 235 stemmen werd aangenomen:
„De Kamer, kennis nemende van de verkla
ringen der Regeering en haar uitnoodigende hare
goede diensten voort te zetten, teneinde tot eene
oplossing van de moeilijkheden te geraken, gaat
over tot de orde van den dag.”
Of de pogingen van Constans om tot eene schik
king te geraken gelukt zijn, weten we nog niet.
Vrijdagavond besloot eene vergadering van 1200
koetsiers, de werkstaking vol te houden. Het is
intusschen niet denkbaar, dat Parijs gisteren, bij
gelegenheid van de wedrennen om den „grand
prix,” zou verstoken zijn gebleven van de duizen
den rijtuigen, die op zulke dagen voortdurend
bezet zijn.
België. De onaangenaamheden, die het Mi
nisterie van België door zijn al te vertrouwelij-
ken omgang met agents provocateurs zich heeft
op den hals gehaald, zijn nog niet ten einde.
Het gerechtshof van Namen heeft de invrijheid
stelling van den verklikker Pourbaix geweigerd
ofschoon hij volhoudt een „officieel agent der
Regeering” te zijn, en hij zal terechtstaan wegens
aanslagen tegen de veiligheid en den regeerings-
vorm van den Staat door geweldige middelen.
Een ander verklikker, Rouhette, die de werk
lieden tot afschuwelijke misdaden heeft aangezet
komt den 19 dezer.voor de gezworenen en een
derde, Cousaert, die tegelijk met Pourbaix bij
de Ministers is geweest, is ook gevangen genomen.
Zondag 23 Juni zal er aan de heeren Janson
en Graux, de twee liberale candidaten voor de
verkiezing van 3 Juni, en aan de heeren Frère-
Orban, Bara en Houzeau de la Haye, die de
schandalen, welke het proces te Bergen aan het
licht gebracht heeft, in de Kamer op de kaak
hebben gesteld, een groot feestmaal worden aan
geboden, hetwelk zal worden voorgezeten door
den heer Neujean, lid der Kamer voor Luik,
voorzitter der „Fédération libérale.”
Te Berlijn slaat men geen geloof aan het
gerucht, dat Rusland eene militaire conventie
met Servië tracht te sluiten. Alleen de Kreuz-
zeitung schept er vermaak in, het alarmeerende
nieuws verder te verspreiden als ernstig ge
meend. Dichter bij de waarheid staat waarschijn
lijk de National Zeit., die in het meerendeel der
verontrustende berichten van de laatste dagen
beursmanoeuvres ziet.
Het Journal de St.-Petersbourg betoogt, dat de
in de laatste dagen in de wereld gezondene, aan
Rusland vijandige berichten in het oogloopend
onwaarschijnlijk zijn. Het logenstraft de bewe
ring van de Standaard, dat de Servische metro
poliet Michael uit Rusland het programma eener
zoogenaamde Zuidslavische staatkunde zou mede
genomen hebben. Ook het gemelde over eene
zending van Wannowskjr en Annenkoff naar
Parijs is uit de lucht gegrepen. De laatstge
noemde is derwaarts gegaan, om de opneming
van zijnen zwager (J. M. de Vogué) in de Fransche
Academie bij te wonen. Wannowsky gaat waar
schijnlijk naar Ems. Van tegenstand van Rus-
land’s zijde tegen de conversie der Egyptische
schuld is geen sprake. Rusland wil alleen, dat
de te verkrijgen besparingen ten beste des lands
worden aangewend, en dat eene Europeesche
commissie daarvoor wake.
Oostenrijk. Tegenover de herleving van
het irredentisme in Triëst en Trente, schijnt de
Oostenrijksche regeering ernstige maatregelen te
willen nemen. Reeds werden de directeur en
vier redacteuren van het Italiaansche blad Inde
pendence gevangen genomen, onder voorwendsel,
dat zij door hun geschrift oorzaak waren van de
demonstraties, waarmede de consul Durands bij
38
Arum en Fingjum. Als proef wordt hier
door sommige landbouwers beetwortelen ver
bouwd. Dit gewas staat uitstekend en alles doet
een goede oogst verwachten.
Idsegahuizen. Ds. A. Jellema is tot pre
dikant te Sondel beroepen.
Heerenveen. 18 Juni. Gisteren had alhier,
tot besluit der kermis, op de Verlengde Dracht,
van wege den logementhouder R. K. van der Meer,
eene harddraverij met paard en chais plaats. Ne
gen flinke dravers waren voor den wedstrijd in
geschreven. Na vinnigeu strijd, vooral in ’t laatst,
werd de prijs van f60 gewonnen door den zwarten
ruin van den heer W. Anema te Ried, door den
eigenaar gereden. Het cadeau, een fraaie regu
lateur, viel ten deel aan den bruinen ruin, genaamd
Apollo, van den heer K. Hettinga te Sandfirden,
gereden door den pikeur Oneïdes.
De draverjj werd door een groot getal personen
bezocht en liep in de beste orde af.
Wolvega, 17 Juni. Heden morgen bij het
aanbreken van den dag heerschte in het naburige
Blesse een buitengewone beweging. Het huisge
zin van S. v. d. Wal werd op het onverwachtst
in rouw gedompeld, doordien hun beide zonen
laat thuis komende, twist kregen welke zoo hoog
liep, dat de jongste, Willem, zijn broeder in drift
een doodelijke wonde toebracht.
De Burgemeester met het geval in kennis ge
steld, begaf zich oogenblikkelijk derwaarts en
beval na gedaan onderzoek, onmiddelijke inhech
tenisneming, en werd dan ook heden avond ge.
noemde W. naar Heerenveen getransporteerd.
In Groningen wenden de landbouwers,
wier gewassen geleden hebben van den ver-
schrikkelijken hagel, pogingen aan, om onthef
fing van grondbelasting te verkrijgen voor hunne
verwoeste perceelen.
De buitengewoon plotselinge sterfgevallen
te Groningen baren veel onrust. lu weinige
dagen toch stierven een heer, die gezond en wel
uit huis ging, op de sociëteit, eene dienstbode, die
zonder hinder de kamer verliet en in de keuken
neerstortte, alsmede de echtgenoote van prof. H.
die om een boodschap gaande op 5 minuten af
stand van haar woning ineenzakte en onmidde-
lijk overleden was.
Te Oldeboorn is gebleken hoe groote ver
delgers de spreeuwen van de landrupsen zijn,
waarover de veehouders zich zoo ongerust maak
ten. Een spreeuwenpaar had zijn nest gemaakt
in een buis op de zaal van een logement, en
eiken dag vond de eigenaar op eene tafel in de
zaal onder de buis ongeveer 20 levende rupsen.
Men paste op en zag nu en dan, als ’t paar de
jongen voederde, een rups naar beneden viel, als
de spreeuwen met 4 a 5 rupsen in den mond
kwamen aanvliegen. Als men nu denkt aan het
groot getal spreeuwen, en de vele keeren, dat zij
per dag naar het nest vliegen met voedsel, dan
kan men begrijpen hoe groot het getal is der
rupsen, welke door de spreeuwen verdelgd wor
den. Een veehouder, die van het geval hoorde
en zelf ging kijken, zei: „elke spreeuw is f100
waard.”
Friesland wordt „bereist” door een „heer”
die zich voor „doopsgezind werkzoekende,” „so
cialist.” „zedelijk verbeterd gevangene” enz. enz.
uitgeeft, teneinde de goedgeloovigen van wat geld
af te helpen. Te Heerenveen arbeidde hij zon
der goeden uitslag.
Sedert eenige dagen leed Z. M. de Koning
aan hevige hoofdpijn, zoodat men het eindelijk
noodig oordeelde de heeren dr. Vinkhuizen uit
’s Hage en prof. Rozenstein uit Leiden te ont
bieden. Uit hun onderzoek is gebleken, dat er
geene aanleiding tot ongerustheid was, waarop
de geneesheeren het Loo weder hebben verlaten.
Naar men verneemt zal de voorbereiding
van de schoolwetwijziging en het overleg met
de regeering tegen 8 Juli afloopen en de Tweede
Kamer tegen 16 Juli bijeenkomen.
was het bovenstaande geschreven toen
Nieuws van den Dag" van 17 Juni
keurig artikel las met het opschrift „Lieve
plekjes in Nederland”, waarin de S. juist ook de
aandacht vestigt op ’t zelfde oord waarheen ik
de aandacht wil leiden der lezers van ons blad,
het Oranjewoud nam. bij Heerenveen. De lezers
van het N. v. d. D. mogen het mij ten goede hou
den, als ik mijn plan toch doorzet en begin met mijn
sympathie te betuigen aan L. den mij onbekenden
schrijver, die blijkbaar, evenals ik, er behagen in
schept, de opmerkzaamheid te vestigen op dat ver
borgen schoon, dat hier en daar in ons te vaak
miskende land en gewest wordt aangetroffen.
Zelfs noodig ik den welwillenden lezer van dit
artikel uit, dat van het N. v. d. D. vooral niet
ongelezen te laten, want daarin treffen wij eene
waarlijk dichterlijke beschrijving van het zoo prach
tige landgoed „Oranjewoud”, toebehoorende aan
Mr. H. W. de Blocq van Scheltinga en een be
zoek aan de hoenderkweekerij „Aurora” van den
heer E. Peaux, der lezing overwaard, dat ik mij
ontslagen acht daarvan hier eenige mededeeling
te doen. Alleen wijs ik den bloemenliefhebber,
die eerstdaags naar dat schoone oord een tochtje
mocht willen ondernemen, op de zeldzaam rijke
verzameling van 25 soorten gloccinea’s, die hij
aantreffen zal in de prachtige bloemenkas van
„Oranjewoud”, waarvan L. niet spreekt.
Voorts onderschrijf ik ten volle, wat „L” meldt
omtrent het Hotel „de Tent” van den heer B. van
de Pol, want niet alleen dat men daar tal van
lieve, schaduwrijke plekjes aantreft en een keurig
terras, maar ook onder een breed rustiek afdak
Eene eigenaardigheid van onze provincie is, dat
bijna al haar groote wegen u voeren langs lom-
merlooze, waterrijke streken, langs onafzienbare
weiden. Die aan deze laatste, vooral zooals wij
haar nu zien, met haar heerlijk, groen grastapeet,
haar krachtig, geurig hooi, dat in vollen over
vloed ligt uitgespreid, wordt opgetast en wegge
reden, met haar vroolijk, dartel jongvee, haar
kostelijke melkbeesten, haar volronde vetweiders,
haar stevige schapen en lammeren, haar keurige
boerderijen en dorpen, natuurschoon ontzegt, is
minstens eenzijdig in dit opzicht ontwikkeld en
mist den blik op dit weelderige deel der schepping.
Toch is het verklaarbaar, dat bijkans alle vreem
delingen en de meeste provinciegenooten zelfs,
vast overtuigd zijn, dat Friesland op zijn best
een paradijs is voor koeien, maar dat men als
mensch, in den zomer dreigt geblakerd te worden
door de zon en in den winter te verzinken in de
plassen.
Praat daartegen zooveel ge wilt, men ziet u
even verbaasd aan, als wanneer gij zegt dat er
in deze provincie koortsvrije menschen wonen en
dat er Friezen gevonden worden, die niet ver
kouden zijn.
Dat alles is verklaarbaar, om velerlei redenen,
ook behalve de in den aan vang opgegevene.
Wel lezen - de menschen van Friesche tarwe,
Friesche jammen, Friesch koolzaad, Friesch tal-
of telhout, maar ik geloof zeker dat er velen ge
vonden worden, die meenen dat dit alles slechts
als legende bestaat uit den tijd toen ’t rijke vrouwtje
van Stavoren nog leefde, toen ’t Vrouwenzand er
nog niet was. Een voorname oorzaak van het
feit, dat verre de meeste menschen zulk een oor
deel over Friesland vellen en meenen dat deze
provincie geenerlei afwisseling heeft van natuur
schoon, is vooral hierin gelegen, dat bijna alle
bouwstreken, alle boschrijke oorden, de met kunst
aangelegde buitenplaatsen, als bedeesde schoonen,
zich bescheidenlijk terugtrekken in oorden, waar
de gewone reiziger niet komt. Zij vertoonen zich
niet als ’t ware op de straten, zij liggen niet aan
de openbare wegen, men moet ze zoeken, maar
wie daartoe den moed heeft, vindt zijne moeite
rijkelijk beloond. Men ziet dan golvende graan
velden, prachtige bouwakkers, fiere eiken, statige
beukenlanen, hectaren vol akkermaalshout, geurige
dennenbosschen, men hoort het vogelengekweel
en den nachtegaalslag, men ziet prachtige bloem
bedden en weelderige bloemenkassen.
in een ruime besloten tent en vooral in het zoo
keurig en smaakvol hotel zet men zich met wel
gevallen neder en met billijken prijs vereenigt zich
nette bediening, terwijl een kundige kok zorgt
voor een degelijken en smakelijken maaltijd.
Ik bepaal mij echter ditmaal tot eene opwek
king, om, als men, hetzij voor eenige uren, hetzij
voor eenige dagen in dit rustig, vriendelijk oord
toeft, toch vooral niet te vergeten „Oranjestein”
te gaan zien, waar Mevrouw de Wed. J. Bieruma
Oosting eene bezitting heeft, die volstrekt niet den
indruk maakt van het „Prinselijk Oranjewoud”,
maar die, door aankoop in de laatste jaren van
het leven van den heer Oosting eene uitgestrekt
heid heeft erlangd van 25 A 26 hectare en waar
voor men dus gerust een paar uren mag rekenen,
als men het goed bezichtigen wil.
Het groote, vierkante woonhuis, met zijn niet
zeer ruim voorplein schuilt als ’t ware weg, onder
de majestueuse lanen van eiken en linden, geen
breede oprij weg maakt den indruk van een groot
goed, maar als gij terzijde het rasterwerk volgt,
dan vindt gij eerst een lieve woning met bloemen
omringd en meenende, dat hier de hovenier zal
wonen, meldt gij u aan, doch bemerkt dat dit keu
rig huis voor den koetsier is bestemdgij vervolgt
een gansch eind uw weg onder het geboomte,
daar ontdekt gij een lieve villa. Een oogenblik
aarzelt gij, maar het blijkt, dat ze op Oranjestein
gebouwd is en dat de tuinbaas er woont, die, er
juist uittredend, met een verklaarbaar welbehagen
u verzekert: „ik heb hier een best leven, heeren”.
De onderbaas had ons reeds ontmoet bij het hek
en wilde ons gaarne geleiden. Hij deed dit onder
vriendelijken kout en voortdurendem lof der men
schen, die hij meer dan 25 jaren diende en nadat
wij een gansch eind met hem waren gegaan, zagen
wij alweer een allerliefste woning, onder ’t lommer
verscholen, met weide en moezerij, dat was zijn
paradijsje en als ge voortwandelt dan ....ja,dan
raakt ge onder een soort van betoovering. ’t Is
hier een liefelijk Arcadie. Eerst waart ge in een
grootsche Oranjerie, met kolossale palmen, de
bodem voor een deel met bloemperken voor den
zomer bedekt, ge zaagt een serre van verbazende
lengte, in drie afdeelingen verdeeld, die u door
voeren tot in de tropische gewesten, totdat de
schitterende kleuren en de liefelijke geuren en
de grillige orchideeën en de stijgende warmte u
bijna oog en hoofd benevelen en gij teruggekeerd,
den frisschen wind u om de slapen laat waaien
en ’t bij een atmosfeer van omstreeks 70% lek
ker frisch vindt. Daarna gaat gij door koele bos-
schen, over hoog en laag, door ravijnen, wier
wanden uit boomstronken en wortels zijn gefor
meerd trotsche waterpartijen met in ’t wild
groeiende bosschages van Rhododendrons trekken
uw oog, een prachtige hertenkamp verrast u,
maaiers zijn langs grashellingen aan ’t maaien,
hooiers tassen elders hooiwagens vol, hier is ’t een
boomengroep, waar een statige den beschermd
wordt door een stellig een eeuw oude accacia en
ginds hebt ge perken met 't liefelijkst bloemhout,
i e. w. ’t is een tooverwereld, waar het sombere
en het vroolijke, de rustigste rust en de woeligste
beweging, het zachte en het forsche elkaar afwis
selen en als ge straks met de tram door de
kale weidestreken naar Sneek stoomt, dan is ’t
u wonderlijk te moede en kunt ge u moeielijk
voorstellen, dat ge een paar uren geleden dat alles
in Friesland doorleefdet en aanschouwd hebt.
Niet lang geleden waren aan zulk een tocht
vele bezwaren, vele vermoeienissen, vele kosten
verbonden. Nu ontbijt gij kalmpjes te huis, gij
vraagt den dag te voren voor 4 personen aan het
station alhier een biljet le klasse en betaalt 1,50
heen en terug of voor 8 personen een biljet 2e
klasse en geeft voor ieder, ook heen en terug ƒ0,95,
dan gaat ge 8,35 van hier naar Heerenveen, tramt
nog even naar Veensluis en wandelt in 20 minu
ten naar „de Tent”; des avonds laat ge u per roei
boot halen en vaart langs een kalme vaart naar
Heerenveen terug en als ’t tien uursklokje luidt,
zit ge weer rustig thuis, dankbaar en voldaan,
daar ben ik zeker van.
■M|
Bolswardsche Courant
f