ADVERTENTIEBLAD
NIEUWS- EN
BOLSWARD EN WeNSERADEEL
MA ©1
mus.
Acht en
No. 36.
Twintigste Jaargang.
1889.
B l N N EN LA NI).
BU IT EN LAND.
DONDERDAG 5 SEPTEMBER.
EI
•^8^» jg
^x xxxxxxxx: ;xxxxxxxxx^
X
X
X
X
ii
VOOR
r*
Brigitte, de kamenier, en vooral mo-
hun uiter-
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
spel te boeien.
vrouw, (eerst opgedragen
hovende lieer) werd
xxxx x/x xxxfè
Z. K. H. prins
Parijs, hoofd
zelfs
monar-
tegen dat verbod bezwaren bestaan.
Mej. Juliette Roos, de zooveel belovende
jeugdige tooneelspeelster aan een der Amster-
damscho tooneelen, is in het huwelijk getreden
met den heer Gerard Muller, kunstschilder. Zij
heeft het tooneel vaarwelgezegd.
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
En nu is dat alles achter den rugDe lieele
kermis bestaat nog slechts in onze herinnering!
We gelooven echter dat, als we onze gedachten
in tweeën konden deelen, één helft voor aangena
me zaken en de andere voor minder aangename,
dan zou de gepasseerde kermis voorzeker een
plaatsje in eerstgenoemde helft kunnen worden in
geruimd. Want, niet waar, de kermis was pret
tig, er was veel te genieten en we hebben kun
nen profiteeren, want het weer leende zich er
uitstekend voor en is slechts de eerste dag oor
zaak geweest dat wij thuis moesten blijven. De
volgende dagen genoten wij heerlijk weder, een
vriendelijk zonnetje bescheen steeds onze feest
vierende stad en had zeer zeker een grcoten
en goeden invloed op onze feeststemming gehad.
We gaan nu weer een kalmer tijd tegemoet.de
wintervermakelijkheden zijn nog veraf, alle gele
genheid hebben wjj dus om over deze kermis
nog eens kalm na te denken, te spreken en nog
eens te spréken, we kunnen al hetgenotenn dan
nog eens do revue laten passeeren in onze ge
dachten en dan zal iedereen begrijpen en hot met
ons eens zijn dat wij de kermis van 1889 bij haar
afscheid van Bolsward een hartelijk tot weer
ziens toegeroepen hebben.
Het bondgenootschap van
Louis Philippe Albert, graaf van
der Fransehe koninklijke familie, met Georges
Ernest Boulanger, ontslagen soldaat, complottee-
rend generaal, als minister overtuigd van ver
duistering van 's lands gelden, en nu voort
vluchtig, is door den eerstgenoemde openlijk af-
gekondigd.
In een manifest wordt een vergelijking ge
maakt tusschon don rcpubliekoinschen regoeiings-
vorm en het koningschap-: de eerste dompelt
Frankrijk in een zee van rampspoeden, het laat
ste zal het land met weldaden overladen Frank
rijk is verloren, als bij de verkiezing op 22 Sep
tember de Republiek gehandhaafd wordt, het is
gered als de Monarchie wordt hersteld. Zulke
uitingen zijn zeer begrijpelijk en volkomen op
hun plaats in den mond van een pretendent.
Doch het merkwaardigste is wel de houding
die de graaf aanneemt, opzichtens den avonturier
van Portland-Placeniet dat die houding iemand
verrastte, men was er op voorbereid. De taal
van de aanhangers van den graaf, hun handelin
gen bij onderscheidene gelegenheden en zelfs
uitingen van den graaf, zorgvuldig door
chale bladen verzameld en verspreid, hadden ook
den laatsten twijfel omtrent die houding wegge
vaagd. Toch waren er nog eerlijke lieden in
Frankrijk, die hoopten, dat de graaf van Parijs
de nobele voorbeelden zou volgen, hem gegeven
door den graaf van Chambord en den hertog
van Aumale doch hun verwachting is niet
verwezenlijkt. Het manifest te Sheen-House op
gesteld, proclameert niet slechts de vereeniging
der Bonapartisten met de Orleanistenniet te
vreden zich te verbroederen met de Cassagnac,
reikt de pretendent voor het koningschap de
hand aan Boulanger en Rochefort, stelt hij de
candidatuur van Mermcix, en roept hij de con
servatieven op om te stemmen op de „eerlijke”
republikeinen, om met hun hulp de Republiek
te kunnen omverwerpen. Ieder werktuig, hoe
laag geplaatst en dat zijne handen bezoedelt bij
het aanraken, is hem welkom, als hij „er maar
komt’’. Hij zelf verklaart het in zijn manifest
Het is misschien niet onnoodig hiernaast een
nobel woord van Aumale te plaatsen toen er
voor de eerste maai toenadering tusschen con
servatieven en boulangisten plaats had, zéide de
hertog: „Het kan nuttig zijn, eervol is het niet.”
En deze woorden hebben na de uitspraak van
het Hooggerechtshof, een nog dieper beteekenis
gekregen.
Door dit manifest is aan het monarchaal be
ginsel in Frankrijk, op den vooravond der ver
kiezingen, een doodelijke slag toebracht. En het
is de vertegenwoordiger der monarchie, die het
beginsel onverlet moest bewaren en de vaan on
besmet hoog houden, die dezen slag toebrengt
dienstelijke wijze werd opgevoerd. De heer van
Kuyk in de rol van Jean Paul Bergen, vertolkte
haar uitstekend en wist het publiek door zijn
van Margaretha. zijne
aan Mevrouw Wester-
nu ook goed vervuld.
Mejuffrouw Rentmeester was op hare plaats in
de rol van Brigitte, de kamenier, en vooral mo
gen we niet onvermeld laten het spel van Mevr.
Verweert, die als moeder Theresa, waardig op
trad.
Vrijdag werd een groot publiek naarden schouw
burg getrokken, daartoe uitgelokt door de be
kendmaking dat dien avond zou worden opge
voerd Hoc/er de Geschandvlekte een beroemd en
grootendeels gunstig bekend drama. Hoewel wij
vermoeden, dat er in dit stuk veel is omgewerkt
en veranderd, (wellicht om met het personeel toe
te kunnen), iets dat ons minder aangenaam stem
de, zoo kunnen wij ons toch niet een woord van
lof onthouden aangaande de opvoering en die
nen wij in ’t bijzonder te wijzen op het uitste
kende spel van den heer Barendsen, die in de
titelrol optrad, op Mevr, van Kuyk, die als zijne
vrouw, zoo juist de moeder en echtgenoote ver
tolkte en in ’t bijzonder op de lieve jonge juf
frouw Hens, die zoo lief en ongekunsteld in haar
spel was als de dochter van Roger, dat een op
recht gemeend applaus zich telkenmale bij haar
spel deed hooien.
Richard III, Koning en Hofnar, was het boei
ende drama dat Zondag ten tooneele is gevoerd
geworden. Evenals vorige avonden werd hier
ook weder waar kunstgenot gesmaakt. Vooral
de Heer van Kuyk in de titelrol en Mevr. Wester-
hovende Heer als de Koningin schonken menig
aangrijpend oogenblik en werden, evenals de an
dere leden van het gezelschap, die zeer verdien
stelijk speelden, herhaaldelijk teruggeroepen on
der warm applaus.
Tusschen bovenomschreven drama’s werden
twee blijspelen gespeeld, van welks opvoering wij
niet anders dan met lof kunnen gewagen.
Een talrijk publiek, aangetrokken door het
feit dat de beste, alreeds zoo gunstig beken
de krachten zouden optreden, woonden de voor
stellingen bij van De gevolgen van een Studen-
streek en Jan Dwars of een lastige Schoonvader
welke beide stukken uitstekend en vlug werden
afgespeeld.
De overige stukken mochten evenveel bijval
ondervinden en we gelooven zeker temogen zijn
dat de heer van Kuyk over zijn ontvangst, en
het publiek over de komst van dat gezelschap
tevreden zal zijn en hopen dat deze troep, die
zulk een gunstigen indruk bij ons achterliet, een
volgend jaar met vreugde zal worden begroet wan
neer de tent hier weder wordt opgeslagen.
Omtrent de eerste voorstelling in het circus
Schuitenvoerder hebben wij reeds in ’t vorig num
mer niets anders dan gunstigs kunnen zeggen.
Het is ons nu aangenaam hierbij te kunnen voe
gen, dat de heer Schuitenvoerder de volgende
avonden evenveel bezoek trok en zich kon ver
heugen, dat na iedere opvoeiing het publiek im
mer ten volle bevredigd naar huis ging. Ook
de kindervoorstelling, die Woensdag 1,1. werd ge
geven, trok veel toeschouwers.
Aangenomen plaats in de Lemmer noodzaak
te den lieer Schuitenvoerder te vertrekken we
mogen echter gerust aannemen, dat dit tol zijn
en onzen spijt geschiedde.
Franekeradeel. Alhoewel de jagers bij
voortduring wel niet platzak van de jacht te
huis komen, levert toch dit jaar, wat de hoe
veelheid wild aanbelangt, een groot onderscheid
op met hot vorige jaar, toen een goedgevulde
weitasch steeds overvloediglijk de moeiten en
onkosten van den jager placht te beloonen. Toch
heeft ook nu een jeugdig jager in de nabijheid
van Harlingen dagen, dat hij een 25 stuks onder
schot weet te krijgen en te raken.
Dat erflaters bij het maken van
sten wil weinig denken aan de veranderde toe
standen der toeko nst blijkt weer uit de oproe
ping van den Minister van Financiën van recht
hebbenden op de beuis uit het bekende fonds
van Clara van Sparwoude. Deze dame in 1615
overleden, stelde f 150 jaarlijks beschikbaar voor
een jong tnensch, die voor het „predikambt” werd
opgeleid, maar voegde er de beperkende voor
waarde bij, dat men die beurs niet kan bekomen
wanneer het bedrag ervan met dat van andere
dergelijke uitkeeringen voor studie de f 400 te
boven ging. In 1615 nu was f 400 als jaargeld
voor een student voldoende. In onzen tijd zijn
er studenten die het geheele kapitaal van dit
fonds in één jaar verteren en jonggehuwden, die
het geheele kapitaal voor de huwelijksuitkeerin-
gen zouden noodig hebben om zich naar de eischen
van onzen tijd te installeeren.
De Minister van Buitenlandsche Zaken ves
tigt de aandacht op een bij hem ingekomen schrij
ven van den waarnemenden consul te Buenos-
Ayres, volgens hetwelk de landverhuizing naar
de Argentijnscbe Republiek in den laatsten tijd
zoozeer is toegenomen, dat het steeds moeilijker
wordt, allen emigranten plaatsing te bezorgen.
Zelfs zouden de eigenaren van koloniën reeds
weigeren, huisgezinnen aan te nemen met veel
kleine kinderen, die nog niet bij de werkzaam
heden behulpzaam kunnen zijn.
In eene vergadering, door de kiesvereeni-
ging „Amsterdam” gehouden, heeft eene uitvoe
rige gedachtenwisseling plaats gehad of de heer
Gerhard, soci ial-democraat zijnde, lid kan blij
ven van die vereeniging, die in hare statuten
heeft bepaald, dat zij geen sociaal-democraten
als leden gedoogt.
De heer Gerhard heeft zijn standpunt en hou
ding uitvoerig verdedigd De heer Treub drong
aan op handhaving der statuten. De beer Ger
hard verklaarde daarop zijn ontslag te nemen,
zoodat geene stemming noodig was
De vergadering was zeer onstuimig en ging
opgewonden uiteen zonder gesloten te zijn. De
heer Gerhard werd in jubel naar buiten geleid.
Te Haarlem zijn er, volgens een schrijven
aan de N. H. C., niet minder dan dertien hofjes,
Waar gezamenlijk ruim oen driehonderdtal oude
vrouwen een onderkomen vinden. Om in som
mige daarvan te worden opgenomen moet een
bepaald bedrag worden gestortvoor andere is
dit niet noodig. De regenten hebben beurtelings
het recht oen oude vrouw te doen opnemen en
van den regent, die aan de beurt is, staat de
bel niet stil, zegt de berichtgever.
Het kantmgcrecht te ’s-IIage veroordeelde
Wij mogen ons vleien in ons vorig no. niet
te veel gezegd te hebben, toen wij als onze mee-
ning uitspraken, dat de kermis van dit jaar een
aangenamen tijd zou zijn, waarin voor iedereen
volop te profiteeren viel. Wij gelooven, neen,
wij weten zeker, dat elkeen het vermaak niet
alleen gezocht, maar ook gevonden heeft, getui
ge hiervoor de groote menigte, die zich overdag
en vooral ’s avonds langs de straten bewoog om
de verschillende kramen te bezoeken en ook de
massa menschee, die men zich zag haasten om
een plaatsje in café-chantant, schouwburg of
paardenspel machtig te worden.
Nu in deze gelegenheden viel dan ook veel
goeds te genieten en we hebben dus met alle
recht verleden week aangereden toch niet te ver
zuimen alles te gaan zien, overal heen te gaan,
want al deze vermakelijkheden zouden bepaald
een goeden indruk achter laten.
Jammer dat het Hoogduitsche Operetten-Ge-
zelschap onder leiding van den heer H. Kie-
vits van Rotterdam, dat in de Sociëteit „de
Doele” zou optreden, niet met die krachten op
kwam, die in andere plaatsen zooveel succes in
oogstten en ons dus de verzekering gaven dat ook
wij een werkelijk goeden troop zouden hooren.
Door ziekte van een der hoofdpersonen is er
eene groote verandering gekomen in het perso
neel van den troep en moest men dus, daar men
de eenmaal geannonceerde operetten toch wilde
laten opvoeren, zich voor een groot gedeelte be
helpen met de zangers en zangeressen van het
café-chantant gezelschap, die natuurlijk hier niet
zoo op hunne plaats waren. Het publiek was
hierdoor natuurlijk min of meer teleurgesteld.
Het café-chantant in „de Doele” viel overigens
vrij wel in onzen smaakde zangers en zange
ressen waren tamelijk we), maar de komiek,
de heer Alexander, die met zijne vrouw duet
ten voordroeg, beviel ons minder. De „Arr
You’s hebben zeer goed den tact een publiek
bezig te houden en werden steeds gaarne op de
planken gezien. Hetgeen ze ons vertoonden was
wel de moeite waard, door hunne vlugheid en
behendigheid, hebben zij het in de goochelkunst
ver gebracht.
Het tweetal balletdanseressen, dat bij dezen
troep optrad vertoonde ons eenige ballet-diver
tissements en verwekten door hunne accurate dan
sen en gracieuse houdingen steeds een daverend
applaus.
Op Prinsessendag was het tooneel smaakvol
versierd met de portretten van II. H. M. M. den
Koning en de Koningin en II. K. 11. Prinses
Wilhelmina omlijst met de nationale kleuren en
groen, terwijl het repertoir dien avond gedeelte
lijk was ingericht om dezen nationalen feestdag
te herdenken. Door een der chanteuses, gekleed
in Zceuwsch costuum werden met hare volle
altstem, eenige vaderlandsche liederen gezongen,
welke voordrachten zoodanig de algemeene goed
keuring wegdroegen, dat later op den avond, te
midden van het bal, zij nogmaals moest optreden
om wederom het gezongene ten gehooie te bren
gen.
Het was jammer dat de stem van de Holland-
sche soubrette zich niet voor deze voordracht
leende, wij hadden liever van eene landgenoote
gehoord, wat wij nu van een Duitsche chanteuse
moesten hooren. Het. orkest was best.
„Nieuwenhuizen komt in Amicitia”. Aldus
kondigde de Directie aan welke troep gedurende
de kermis in hare sociëteit zou optreden. Met
deze, korte en bondige mededeeling wist de heer
II. wel te kunnen volstaan en wij veronderstel
len met alle bescheidenheid, dat hij dit wel wist.
Het gezelschaji van den heer Nieuwenhuizen
oogstte veel bijval in de heer N. trad grooten
deels op met geheel nieuwe krachten, had ook
gezorgd voor uitmuntende zangers en zangeressen
en heeft bepaald door zjjn optreden in dit jaar,
den goeden naam, dien hij steeds bij ons had, we
der bestendigd.
De operetten en duo’s, die ten gehoore werden
gebracht waren alleraardigst en muntten uit door
geestigheid en humor en vielen dan ook zeer in
den smaak.
Dok in „Amicitia” werd Prinsoejesdng zeer
gepast herdacht. In eene boeiende voordracht
herinnerde Mevrouw Nieuwenhuizen ons aan dat
zoo gewichtige feest, dat door geheel ons volk
telken jare met zooveel geestdrift wordt gevierd.
Het geheele personeel was dien avond met de
vaderlandsche driekleur getooid.
We veronderstellen dat de heer van Kuyk zich
niet zal beklagen zich met zijn gezelschap alhier
met de kermis gevestigd te hebben.
Het was alle avonden vol in de nette tent van
het Nederlandsch Sehonwburggezelschap. En
dat verwondert ons niet, want men wist, dat ons
wat goeds te wachten stond bij een bezoek aan
dit gezelschap, grootendeels bestaande uit uit
stekende krachten.
Hoezeer de inwoners onzer gemeente en daar
buiten eene goede tooneelvoorstelling op prijs
stellen, bewijst niet alleen de volle tent, maar
ook nog het feit dat wij verscheidene (om niet
te zeggen alle) avonden dezelfde personen onder
de toesehouwers opmerkten.
De liedelaarster of de Hoefsmid van Marien-
.berg was het gevierde drama waarmede de reeks
<v.an voorstellingen werd geopend en dut op ver-
gisteren de Scheveningsche vrouw, wegens over
treding der drankwet, in de veelbesproken be-
keuringszaak, tot tien gulden boete.
Men schrijft uit Apeldoorn: „Zaterdag is
hier het Prinsesse feest door goed weer begun
stigd, uitstekend van stapel geloopen. De vlie
gerwedstrijd kon wegens windstilte niet door
gaan. De hardrijderijen liepen goed af. Dé lucht
ballon steeg te drie uur op en daalde ongeveer
vier uur op een half uur afstands van „het Loo.”
De grootste hoogte die bereikt werd was 3000 M.
De concerten bij de hotels hadden ’s avonds plaats
en het vuurwerk te ongeveer half negen ontsto
ken, slaagde bij uitstek.”
Dat de leerplicht bij gelegenheid der thans
aanhangige wijziging in de onderwijswet zal wor
den opgenomen, is niet waarschijnlijk. Het gunstig
ste geval zou wezen, dat de Regeering eene toe
zegging deed om haar bij eene afzonderlijke wet
in te voeren. Er bestaat een schrik voor dien plicht,
niettegenstaande ieder erkent, dat het doen onder
wijzen zijner kinderen een zedelijke plicht is voor
elk ouder. In de meeste landen is dan ook die
zedelijke plicht tot een wettelijke verplichting ge
maakt.
Leerplicht bestaat in bijna alle Europeesche lan
den, België en Nederland uitgezonderd. In Italië
is het onderwijs alleen verplicht op acht- en ne
genjarigen leeftijdin Frankrijk en Beieren van
het zesde tot het dertiende jaar in Hongarije van
zes tot twaalf jaar in Pruisen van vijf tot der
tien; in Zweden en Wurtemburg begint hij op
zevenjarigen, in Noorwegen op achtjarigen leef
tijd.
Of nu in die andere landen, ondanks den leer
plicht, toch schoolverzuim bestaat, zullen wij niet
onderzoeken het wordt beweerdmaar zeker
zal het niet het cijfer bedragen, dat de heer Heldt
er voor ons land voor stelde72,000 van kinde
ren tusschen de zes en twaalf jaar. Is dit cijfer
juist, dan kan waarlijk de afgevaardigde voor Hel
mond, de heer Vermeulen, niet beweren dat het
niet „verontrustend groot” is, tenzij men de ge
rustheid nogal zeer ver uitstrekt. In ieder geval
gaf hij er de voorkeur aan boven „de inmenging
van de politie, of, nog erger, van den schoolmees
ter in het familieleven van den rustigen en wel-
gezinden staatsburger.
Het aanhangige wets mtwerp betreffende
het onderwijs vindt ook heftigen tegenstand bij
de Limburgsche Koerier. In haar jongste arti
kel gispt zij de houding van de Roomsch-kat-
hoiieke partij en ontzegt aan de Kamerleden
van die richting het recht om te beslissen of op
politiek gebied een strijd moet worden gestaakt
of niet. „Zou”, vraagt zij, „die beslissing niet
aan de kiezers staan Ons dunkt van ja.
Wat of wie zal den kiezers belerten slechts
dien candidaat ter tweede Kamer af te vaardi
gen, die belooft den strijd tegen de godiooze
school, door woord en daad, onbezweken voort
te zetten Niemand en niets
Integendeel, wij zijn van meening, dat plicht
en geweten alle godsdienstige kiezers vooral
diegenen wier kinderen gedwongen zijn eene
godiooze school te bezoeken bevelen geen
andere dan zulke afgevaardigden te kiezen.”
Na eene bestrijding van de Tf/d en het daarin,
voorkomende artikel van den heer van Gestel
roept de L. K. uit
„Wij herhalen, ten slotte, nog eens lezers, laat
u niet wijsmaken, dat deze wet voor het grootste
gedeelte van ’t land voordeelig is. Het tegen
overgestelde is waar: slechts éénige rijkere ge
meenten worden gebaat, en daar moet gij nog
van uwe armoede voor betalen.
Dus den strijd niet opgegeven! Weg met de
godiooze school! dat moet bij de stembus uwe
krijgsleuze blijven!’
Heel grappig vergelijkt de Standaard de
beschouwingen van de liberale leden der Tweede
Kamer met een kraantje-lek. Altoos door duurt
de woordendrup, nu hier, dan daar.
Wanneer de liberalen gezwegen hadden en
zich tegen artikelen of de wet verklaarden, zon
der de redenen daarvoor op te geven, wat zou
dan de Standaard wel recht hebben te zeggen
dat zij louter uit partijgeest stemden en niet eens
de gronden konden aangeven, waarop hunne stem
berustte.
Als men toch het consigne heeft ja te zeggen
is het wel zoo gemakkelijk om maar te zwijgen
dat is veiliger ook, want menig anti-liberaal lid
zou met de handen in het haar zitten als hij de
opmerkingen der tegenpartij moest beantwoorden.
Het blad ziet in dat zwijgen een bewijs, dat
de rechterzijde in „parlementairen tact vooruit
gaat.
Als tact en tucht woorden van dezelfde be
teekenis zijn, heeft het volkomen gelijk en bij
tucht is er van geen zelfstandigheid quaesiie.
Het „Ik hoor en gehoorzaam der Arabieren is
dan voldoende voor den Nederlandschen volks
vertegenwoordiger.
Naar het Hbl. verneemt, denkt men er in
Duitschland aan, den invoer van varkens uit
Nederland te gaan verbieden, omdat hier te
lande de varkensziekte heerscht. Reeds moet
de Duitsche Regeering onderzocht hebben, of er
Jean Paul Bergen, vertolkte
De rol
Bolswardsche Courant
K J
k «3