ADVERTENTIEBLAD NIEUWS- EN Uit de Raadzaal. X BOLSWARO EN WONSER ADEEL i Hst Koor iep St Martinikerk r ij 1889. Twintigste Jaargang. Acht en No. 42. BUITENLAND TC? VOOR dat blijkens het ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ^XXXXXXXXX XXXXXX XX X^i DONDERDAG 17 OCTOBER. '^XXXXXXXXX^XXXXXXXXX^ I ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. grootste gedeelte de zijden van het koor zijn ver sierd, is uit de Broerekerk al het oude hekwerk, dat vroeger in deze behoorde weer teruggebracht en zijn een viertal banken tot het ameublement dier kerk behoorende, insgelijks herwaarts over gebracht. Het eerste had op den vochtigen bodem erg geleden, het bestond bovendien uit onderscheiden brokstukken en zag er treurig uit. Het plan be stond om te zien er een afsluithek van temaken langs het verhoogde gedeelte waar vroeger het hoofdaltaar stond Gelukkig bleek, dat er juist ge noeg was voor de gansche lengte, dat het daarbij in zijn tegenwoordigen vorm zooveel te hoog was, dat wegvallen kon, wat te veel geleden had en zoo is dan nu een massief hek. met zeer goed pa neelwerk en gedraaide kolommen, de scheiding tusschen de kunst uit het tijdperk der gothiek en die uit twee latere eeuwen. De banken toch uit de Broerekerk, nu links en rechts langs de wanden van dit verhoogde gedeelte geplaatst, zijn twee aan twee uit de helft der zeventiende en der achttiende eeuw. Alle vier zijn van echt wagenschot eikenhout vervaar digd, op onderscheiden wijze bewerkt en, hoewel niet te vergelijken met de beschreven koorheer- banken, toch zeer bezienswaard. De kopstukken, in den stijl Louis XV, op die uit de achttiende eeuw, zijn vlug gesneden, de houding der beeld jes is zelfs zeer los. Deze banken zijn weer met fijn hekwerk aan elkander verbonden en achter tegen den Oostelijken wand staat de nu in eere herstelde antieke kast, die honderde jaren verbor gen stond tegen een muur in het halfdonker der sacristy. Bedenkt men nu, dat mede in dit koor eenige grafzerken liggen, die eene onschatbare kunst waarde hebben, van welke ik een tweetal, die van de geslachten Heeroma, Monsma e. a. in mijn bovengenoemd werk beschreefdat gij boven den ingang van het koor, voor gij dit verlaat, een „grauwtje van de Wit” moet bewonderen, omdat de teekening zoo uiterst fraai is en ’t is alsof de beeldjes op ’t doek zijn gebeeldhouwd, dan zult gij gaarne erkennen, dat dit koor, in veelsoortig opzicht, ons veel te leeren, te genieten, te be wonderen geeft. Toch is nog achter het witte pleister verborgen, wat deze plek nog belangwekkender zou maken. Links en rechts zijn muurschilderingen, in 1846 door Jhr. Mr. M. de Haan Hettema gezien en beschreven!*), die ons verlangend doen uitzien naar den tijd, dat zij weer van onder de kalk- laag te voorschijn treden en evenzoo zien wij met een vorschenden blik omhoog, omdat gebleken is, dat de steen in de bogen van het gewelf is beschilderd en al de bogen zijn afgezet met grijze zerksteen. Zal nog eens, ook al dit schoone voor het menschelijk oog zichtbaar worden Laat ons de toekomst niet vooruit loopen, het verledene bereidde menige verrassing, het tegen woordige geeft veel kunstgenot, waarop wij voor eenige jaren niet hadden durven hopen, er staan mannen aan het hoofd van het beheer dezer kerk, die blijk geven de kunst te erkennen en te waar- deeren. Wij verblijden ons grootelijks in hetgeen wij nu reeds bezitten en de toevloed van vreem delingen uit ons gansche land, uit Duitschland, Engeland, Schotland, Amerika, is een bewijs, dat algemeene belangstelling is gewekt en zich meer en meer openbaart. M. E. van der MEULEN. De Redactie behoudt zich voor, dat dit artikel niet door andere bladen wordt overgenomen zon der toestemming van den schrijver. De Fransche Minister heeft vastgesteld, dat de Parijsche Tentoonstelling den 6en November wordt gesloten. Donderdagochtend vroeg vond men aan den ingang der Duitsche ambassade te Parijs een pakje met het adres „Aan den beer ambassadeur van Duitschl.nd, Rijselsche straat, Parijs”. Graaf von Münster zond het ongeopend naar een com missaris van politie en deze deed het naar het stedelijk laboratorium brengen. Toen het om hulsel was weggenomen, zegt de XlXe Siècle, kwam een houten kistje te voorschijn met het adres: „Aan Z. M. den Keizer van Duitschland Wilhelm II”, welk kistje zes in zijdepapier ge wikkelde scherpe revolverpatronen bevatte, be nevens een tweemaal gevouwen papier met de woorden „Hierbij een vriendschapsbewijs voor u van een Fransch vaderlander.” De patronen bleken geene bijzondere ontplofbare stof te be helzen. De politie houdt de zaak voor cene flauwe aardigheid, maar doet ijverig naar de daders zoeken. Daar de XlXe Siècle door beambten van het laboratorium van de zaak kennis kreeg, heeft de prefect van politie den eersten schei kundige en twee bureaulisten wegens misbruik van vertrouwen ontslagen. De Keizer van Rusland heeft Berlijn weder verlaten. Zaterdag toog hij met den Duitsehen Keizer ter jacht, welk vermaak een geheelen dag in beslag nam. De Berlijnsche bladen van gezag spreken zeer verschillend omtrent de houding van den Czaar aan het gala-diner van Vrijdag. De Reichsan- zeiger weet te verhalen, dat de Czaar drukke Maandagavond werd alhier eene raadsverga dering gehouden, waarbij 10 leden tegenwoordig waren. De heer IJ. T. de Boer was absent. Ingekomen was een adres van J. W. Feenstra kastelein te Tirns, die, eigenaar zijnde van do lijnbaan langs den stadswal bij de Sneekerpoort, deze, voor hij haar aan particulieren overdoet, aan de stad presenteert voor f 800. Dit adres werd ter visie gelegd, om het met advies van het dagelijksch bestuur in een vol gende vergadering te behandelen. De punten van behandeling waren ditmaal 6 in getal. Het eerste behelsde het procesverbaal van kas verificatie over het 3e kwartaal, en hieruit bleek dat de inkomsten waren f -18,346,23 de uitgaven - 39,187,655 Zoodat in kas, was f 9,158,575 Het tweede punt was de behandeling van het adres van K. Westerhuis, die gelijk men weet, een gedeelte stadsstreng wenscht te koopen om daar oen scheepstimmerwerf te stichten. Volgens advies van het dagelijksch bestuur wordt hierop afwijzend beschikt, en wel met algemeene stem men. Daarna kwam aan de orde de behandeling van het bestek enz. van het nieuw te stichten school gebouw. De heer Vos merkt op, dat blijkens het bestek, voor netheid is gezorgd, en het draagt dan ook zijn goedkeuring weg. Hij wenscht echter dat ook in de localen de lambriseeringen met witte tegeltjes worden bekleed, gelijk dit in de R. K. School is geschied. Hij vreest, dat portlandsche cement spoedig beschadigd en be vlekt wordt, waarop de Voorzitter antwoordt, dat in het bestek nog een paar wijzigingen zijn aangebracht, namelijk dat de bekapping van vu renhout gemaakt mag worden, en in de localen geen gestucadoorde plafonds komen, doch de architect, waarmee ook omtrent deze tegelbe- kleeding is gesproken, heeft dit niet voorge schreven, wijl dit de aannemingssom aanzienlijk zal verhoogen. De heer Eisma vroeg of het ook bekend is. wat verschil dit geeft, doch den Voorzitter is geen cijfer genoemd. De heer Vos zou toch witte tegeltjes, gelijk in den gang zijn voorgeschreven, ook in de lo calen van groot belang achten. In de school van den heer Ridder voldoet dit best. De Voorzitter geeft nu in overweging om dan omtrent deze zaak later te beslissen. De heer Eerdmans heeft gezien, dat het ge bouw 30 Junia.s. moet worden opgeleverd. Daar het echter vóór de zomervacantle toch wel niet in gebruik gesteld zal worden, vindt hij 30 Juli beter, wijl de aannemer dan wat langer tijd heeft. De Voorzitter antwoordt, dat zoodra mogelijk de aanbesteding zal plaats hebben, maar hij is niet tegen deze verlenging van termijn. Met algemeene stemmen wordt dan ook alzoo besloten, en daarop het geheele bouwplan, voor- behoudens do muurbekleeding in de localen, even eens goedgckeuid. Het vierde punt was de benoeming van een LIL BOI.SWARl) in 1HM9. Het jaar 1889 zal in de geschiedenis der in richting van dit koor een zeer merkwaardig tijd perk verdienen genaamd te worden. Vijf en dertig jaren geleden is met forsche hand de eikenhouten betimmering rondom de kolom men in het middenschip der kerk weggebroken en voor het meerendeel verkocht voor brandhout. Geen burger had er hart voor, geen oudheidkun dige had er oog voor. Het massieve eikenhouten hek, met zijn gedraaide kolommen, dat het vier kant uitmaakte rondom de prachtige preekstoel, werd met nog enkele stukken vervoerd naar het vochtige koor der toen reeds in verval zijnde hoofd der herhalingsschool. Burgemeester en wethouders adviseeren den heer H. Groenier, de oudste onderwijzer, en tevens hoofd der teeken- school, te benoemen. Nadat de Voorzitter den heer Eisma had toe gelicht dat de onderwijzers op zich hebben ge nomen de herhalingsschool te bedienen, zonder ver- hooging van salaris, en den heer Vos, dat de benoeming van den heer Groenier tot onderwij zer aan het Weeshuis deze functie niet in den weg staat, wordt de heer Groenier benoemd met algemeene stemmen. Ten vijfden wordt van burgemeester en wet houders een voorstel ingediend in zake de ver goeding voor het luiden der klokken van den St. Martinitoren. Burgemeester en wethouders hebben, krach tens opdracht van een vroeger raadsbesluit, aan H.H. Kerkvoogden het voorstel gedaan, dat zij jaarlijks f50 vergoeding zullen geven voor het luiden dier klokken. H.H. Kerkvoogden stellen echter voor, dat zij voor het onderhoud der touwen zullen zorgen of jaarlijks f 30 zullen be talen. Burgemeester en wethouders vinden f50 echter een billijke som, en adviseeren den raad deze som te bepalen. Hieromtrent zal in een volgen de vergadering beslist worden. Eindelijk het zesde punt, de behandeling der gemeente-begrooting, de millioenen-speech zou een minister zeggen. De meeste posten gingen met een eenvoudigen hamerslag de revue pas- seeren, doch bij enkelen ontstond eenige discus sie, en bij een paar posten geraakten enkele tongen zelfs geducht in beweging, en werden de discus- siën daardoor zeer uitvoerig. De commissie die de begrooting onderzocht, de heeren Vos, P. J. de Boer en Jelgersma, hadden enkele op- en aanmerkingen, die door burgemeester en weth. schriftelijk beantwoord werden. Kortheidshalve zal hiervan alleen bij de respectieve posten melding gemaakt worden. De heer Eerdmans merkt op, dat hij het rap port der commissie van middag heeft ingezien en geen bezwaar heeft, nu de begrooting te be handelen, maar dat de gewone usantie is, dat rapport met antwoord ter visie te leggen, en hij vindt niet goed, dat men die usantie laat ver vallen. De Voorzitter stemt toe, dat heden van den gewonen regel is afgeweken. Omdat echter door onvoorziene omstandigheden de behandeling der begrooting reeds vertraagd is, en de opmerkin gen der commissie geen belangrijke strijdvragen betreffen, meende het dagelijksch bestuur dit maal zoo te mogen handelen. De begrootingen van de Schutterij, het Alg Stadsarmenhuis en die van den weg:Bolsward Harlingen, waaromtrent de commissie geen aan merkingen had, werden achtereenvolgens met algemeene stemmen goedgekeurd. De behandeling der eigenlijke gemeente-be grooting ving aan met de uitgaven. Het salaris van den gemeenteontvanger werd voorgesteld op fSOO d.i. f100 meer dan voor heen, wijl zijne werkzaamheden vermeerderd zijn. Dit wordt met 9 stemmen goedgekeurd, de heer Oosterbaan tegen. Bij den postsalaris der klerken van de se cretarie kwam in behandeling het adres van J. Andela om veihooging. De commissie stelde voor, deze verhooging op f50 te bepalen. De heer Eisma wenschte, dat die verhooging f100 zou zijn, met het oog op zijne werkzaam heden en zijn leeftijd, waarop de heer P. J. de Boer antwoordde, dat de commissie het salaris niet hooger dan f200 had gesteld, omdat zij meen de, dat men het evenals vroeger, met één klerk en een jongmaatje wel kan stellen, wat ech ter door andere leden betwijfeld wordt. Met 7 tegen 3 stemmen (de leden der com missie) wordt bet voorstel Ëisma aangenomen. Voor restauratie van het Stadhuis is uitgetrok ken f200. De Voorzitter deelt mede dat van den betrokken Minister antwoord is ontvangen, dat dit jaar nog op geen rijkssubsidie kan wor den gerekend. De heer Eisma wenscht dat toch in het noodzakelijkste wordt voorzien, daar er dringend verbetering noodig is. De Voorzitter is ook van dit gevoelen, en zal inlichtingen daar omtrent in winnen. Voorloopig blijft toch het gewone onderhoud bepaald op f200. Bij het hoofdstuk onderhoud van straten en wallen, had de commissie de opmerking, dat de Rjjksstraat nog noodig dit jaar diende verbeterd. Burgemeester en wethouders hebben hierop ge antwoord, dat zij een volgend jaar hierin zullen voorzien, doch nu alleen het ergste wat willen bijhelpen. De commissie kan zich hiermede vereenigen. Ook heeft de commissie voorgesteld op het nieuwe marktplein een betere verlichting aan te brengen. Burgemeester en wethouders willen hieromtrent liever met een voorstel komen, wijl de gascommissie dient gehoord te worden, en dit vindt algemeene goedkeuring. Voor het plantsoen is uitgetrokken f 600 d. is f 200 meer dan het vorige jaar. De commissie vindt dit goed, mits het terrein bij den Harlingerweg dan ook opgeknapt wordt, wat juist de bedoeling van burgemeester en wethouders was. De heer Eerdmans is wel voor nette wandel wegen, doch vindt dat het al genoeg kost, en voor f 400 voldoende in orde kan. Hij is tegen verhooging dezer som. De heer P. J. de Boer merkt op, dat die f 200 Broere-Kerk. Twee koorbanken ontsnapten aan het vonnis der verwoesting en werden het begin der verza meling van kunstschatten, die nu dit koor maakt tot een waar museum van snij- en beeldhouw kunst. Sints Victor de Stuers in 1879 1) van boven genoemde banken eene zoo uitnemende beschrij ving gaf, is de algemeene aandacht meer op deze kunststukken gevestigd, lokten zij tal van bezoe kers en bewonderaars en gingen de oogen open van kunstkenners. Wie goed onderzocht vond nog een aantal stijlen en traceeringen, binnen in eene dier banken, onder de breede lessenaar, stel lig het nog gespaarde overschot van een afge broken koctrbank, alles even schoon en in den- zelfden stijl gesneden. Voorts was een zeer groot deel van den zuidelijken muur nog bedekt met fragmenten van allerlei aard, alles aaneengetim- merd, zonder eenigen samenhang. Twee brok stukken waren het van koorheerbauken, zonder achterbesehot, akelig vervallen. Op de plaats waar de frontalen en het beschot hadden moeten zitten, zag men een hekwerk met een menigte spiraalvormig besneden kolommen. Tusschen deze banken was een gestoelte, met lompe vierkante zitting, daarboven een vierkant klankbord, dat rustte op afgezaagde, goed besneden stukken hout, die eenmaal, wie weet waarvoor, gediend hebben. Dit alles was overdekt met een dikke laag vuile groene verf. Overigens diende het koor tot bergplaats van allerlei en was er geen kunstsnijwerk voorhanden. In 1883 kwam allereerst, de met zooveel moeite en kosten tot een schoon geheel herstelde koor- heerbank uit de Broerekerk, die ik beschreven heb in „Bolsward’s kunst- en kunstgeschiedenis”. Zij werd geplaatst tegen den Noordermuur en is gelukkig gered van het verderf, waaraan zij sints eeuwen ten prooi was. Door deze herstelling waren de eerste schreden gezet op den weg des behouds en der herstelling van het verwaarloosde. In 1889 echter heeft eindelijk eene algeheele hervorming der inrichting van dit koor plaats ge had. Het was nog altijd een bergplaats gebleven met een zonderling geheel van aaneengetimmerde brokstukken van banken, waarin een drietal kunst stukken veler aandacht trok. Nu echter is alles verwijderd, wat daar niet be hoort en is het een Museum geworden van oude kunst, uit verschillende eeuwen, dat, als slechts uit twee gebouwen bijeen gebracht, zijn weergade niet licht vinden zal. Het hoofddenkbeeld is vastgehouden, om der gothiek hare afzonderlijke eereplaats te laten en zoo is het, en dit mag wel in de voornaamste plaats worden meegedeeld, gelukt om, na de meerver- melde betimmering van den zuidmuur geheel te hebben weggebroken, daarvoor in de plaats te stellen eene gothieke bank met zes zitplaatsen, een rugbetimmering met de frontalen en traceerin gen versierd, die zoolang geen dienst gedaan hadden terwijl zij bleken juist aan elkander te passen en voor zes vakken voldoende te zijn. De beste klap- banken met kraagstukken, die uitstekend gesne den zijn, zijn genomen, de breede lessenaars zijn gemaakt uit paneelen van oude eikenhouten deuren en zoo is geenerlei nieuw materieel gebruikt en een vierde koorheerbank ontstaan, die gerust de vergelijking kan doorstaan met de overige. Dit een en ander zou intusschen nooit hebben kunnen geschieden, indien men niet te beschikken had gehad over een paar uitnemende werklieden, G. Flameling en W. Brandenburg die de aange geven denkbeelden terstond begrepen en met groote kunstvaardigheid uitvoerden. Daarenboven kwam ons zeer te stade „De verfoplosser (2) eerst on langs in gebruik gekomen, die, bij goede bewer king. waarvan genoemde werklieden geheel op de hoogte zijn, in korten tijd, de koppigste verflaag doet verdwijnen en de heerlijke schakeeringen van het oude hout in al haar schilderachtigheid doet te voorschijn komen. In dezelfde ruimte van het koor staat bij een antieke tafel een zitbank met keurig gesneden rug en daarboven prijkt de reeks gedraaide zuil tjes, die nu van de verflaag ontdaan, blijken spi raalsgewijs zeer kunstig gesneden te zijn, terwijl de grootste verscheidenheid is in acht genomen en bijna ieder kolommetje naar eene andere teeke ning is uitgevoerd. Terwijl met bovenomschreven banken voor het gesprekken voerdede Nordd. Allg. Zeit. ver nam, dat hij zich bepaalde tot een gesprek „met de oogen”, dus tot het lijntjes trekken. Het officieele blad wist eerst niets woordelijks uit den dronk van den Czaar mede te deelen, omdat, zooals later bleek, de woorden met zeer zwakke stem werden gesproken. Blijkbaar was de Keizer aller Russen volstrekt niet op zijn gemak. Hij mompelde meer dan hij sprak en was blijde, dat hij ten slotte „A la santé de Sa Majesté l'Empereur et le Roiverstaanbaar kon uitbrengen. Later gaf de Reichsanzeiger eene aanvullug. Z. M. had gezegd „Je remer- cie votre Majesté de vos bonnes paroles et je partage entièrement les sentiments que vous venez d’exprimer”, enz. Dat hij Fransch sprak, wordt door enkele bladen „vreemd” gevonden. Het Fransch is in tusschen nog altijd de diplomatieke taal, zoodat de Czaar in dit opzicht zich aan de vormen heeft gehouden. Omtrent de financieele schandalen in Italië is iets naders uitgelekt. Uit het rapport betreffende de provinciale administratie van Napels over de laatste tien jaar blijkt, dat in dat tijdsverloop 3,000,000 lires uitgegeven zijn voor het aanleggen en onder houden van straatwegen, die bijna alle reeds lang geleden werden aangelegd en geen provin ciale, doch gemeentewegen waren 800,000 lires werden uitgegeven aan buitengewone gratifica tiën aan beambten, terwijl op het budget van 1880 verschillende baten tot een gezamenlijk bedrag van 3,600,000 lires tot slechts 350,000 werd teruggebracht, deels door het zonder eenige reden kwijtschelden van schulden, door verschil lende gemeenten verschuldigd, deels door het aannemen van verklaringen van onvermogen, ook van als vermogend bekende personen. Een raadsheer had een contract met een gefortuneer- den aannemer. De straatwegen, die aangenomen moesten worden, hadden twee verschillende leng ten de kortste de ware, voor den aannemer en de andere voor den Raad, die de kosten goed moest keuren, enz. enz. De zaak wordt vervolgd. Bolswardselie Courant, De Vrije Fries 1847. 1) Kunstbode No. 15. 2) Van deze verfoplosser”, is de heer 11 Boersma te Bols ward, de uitsluitende verkooper voor de Noordelijke Provin ciën

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1889 | | pagina 1