NIEÜWS- EN ADVERTENTIEBLAD B0XSWAR0 EN WRNSEaAÖEEE „DeSchoolwetincEersteKamer”. 1889. Twintigste Jaargang. Acht en No. 44. BUITEN LAND. BINNENLAND. Prof. R. FRUIN DONDERDAG 31 OCTOBER. 4 3 VOOR ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Zaterdag is op het parket van den officier van justitie te Heerenveen, krachtens een bevel schrift van de rechtbank aldaar, gevangengeno men de notaris M. de V., van Munnikeburen, tegen wien onlangs rechtsingang was verleend wegens verduistering van een bedrag van om streeks f 1500 ten nadeele van een te Munster wonenden persoon, wien die gelden als de op brengst van door dien notaris verkocht onroerend goed toekwamen. N. R. C. Zondagvoormiddag bemerkte men, dat in het wisselkantoor der firma B. te Venlo inge broken, de brandkast verbrijzeld en eene aan zienlijke som geld ontvreemd was. ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. A Nu weder is in het Fransche departement der Rhone eene werkstaking onder de wevers uitgebroken, welke zich uitbreidt over de streek tusschen Roanne en Abresles. De werkstakers bleven totnogtoe, ondanks het aansporen van de Kamers van Arbeid, rustig. Te Cours zijn in den slottuin dynamietbommen geworpen, die vrij- wat schade berokkenden; maar ’t is te betwij felen, dat grèvisten de daders zijn. De Duitsche Keizer en zijne gemalin zul- ’len reeds den Sisten Athene weder verlaten, om zich naar Konstantinopel te begeven, waar zij den 2den November kunnen aankomen. Bepaalde berichten omtrent de terugkomst des Keizers te Berlijn zijn nog niet ontvangen, maar waarschijn lijk is dat niet vóór 12 November. Te Athene heeft Prinses Sophie door hare lief talligheid aller harten gewonnen. Haar antwoord in het Grieksch op de rede van den burgemees ter heeft natuurlijk de Hellenen doen juichen. De socialisten in den Rijksdag hebben, in vereeniging met de vrijzinnigen, een wetsontwerp ingediend tot afschaffing van het invoerrecht op granen en peulvruchten, boter, kunstboter, vleesch, dood wild, dood gevogelte, vleeschextract, tafel- bouillon, haring en andere visch. meel, reuzel, stearine, eieren, fok en slachtvee, alles tegen 1 April 1890. Van steeds goed ingelichte zijde schrijft men aan de Haagsche Ct. over de jongensgevangenis „de Kruisberg”. „Met innig leedwezen moet ik u mededeelen, dat de jammerlijke toestanden in die inrichting nog steeds gehandhaafd blevende dieven en dronkaards zijn nog altijd in functie, tot schande voor de Nederlandsche Regeering en Volksver tegenwoordiging, die dit toelaten.” Ons dunkt, de Minister Ruys kan dit niet we ten. Hij toch is wel de man om dat varken eens schoon te wasschen. Maar waarom deelde de afgevaardigde van Doetichem dit nooit eens aan den Minister mede Heel Dinxperloo is in beweging over het verdwijnen van een gewichtig stuk uit het „archief.” Er is een schoollijst weg, welke ook nog eenige aanteekeningen van wethouders bevatte. Het schijnt, dat de burgemeester die lijst niet de moeite van bewaren achtte, maar de wethouders en de Raad denken er anders over, en te meer, wijl tusschen den Raad en zijn voorzitter al sinds ge- ruimen tijd een felle strijd gaande is. Om te be ginnen heeft de Raad zich gewend tot den Mi nister en bij dezen zijn beklag over den burge meester ingediend. De Minister heeft met veel diplomatie er zich toe bepaald den burgemeester uit te noodigen zoo spoedig mogelijk een nieuwe lijst te maken. Dit was den Raad evenwel niet voldoende. In de jongste vergadering is een besluit genomen, ’t welk, na tal van krasse overwegingen, waar bij van burgemeester en schoolmeester als van „dubbele individuën” gesproken wordt, eindigt met een verzoek aan den Minister, om „wel te willen bevorderen, dat öf de Raad tijdelijk van zijne verantwoordelijkheid worde ontlast of dat gene geschiede, wat zal blijken noodig te zijn, opdat voortaan weer goede trouw, eerlijkheid en gerechtigheid in de vergaderingen en in het be stuur der gemeente kunnen voorzitten.” Het gerucht loopt, dat de Kon. Vereeniging „Het Ned. Tooneel” bij het afloopen (in April 1891) van haar contract met de gemeente Am sterdam, voor het bespelen van den Stadsschouw burg niet meer geneigd is de onderneming ver der voort te zetten. Zij moet n.l. van oordeel zijn, dat met hetgeen door haar is verricht, zij haar plicht voor de op heffing of verheffing van het Nederlandsch Too neel heeft gedaan. Meer dan anderhalve ton gouds toch moet bereids door haar op het altaar der kunst zijn geofferd. Men spreekt reeds van eene combinatie Stumpff- Bouwmeester-Kreukniet. D.) De gratis brood- en kofiieuitdeeling, waar van in den vorigen winter te Amsterdam door zoovelen een gretig gebruik werd gemaakt, zal ook dezen winter weder plaats vinden. Naar alle waarschijnlijkheid zullen dezelfde heeren zich ook ditmaal er aan het hoofd van stellen, terwijl het voornemen bestaat een of meerdere lokalen in het begin van December voor de uitdeeling te openen. De Haagsche briefschrijver der Zwolsche Ct. deelt mede, dat de grijze hofdocter, de heer Vink- huyzen, zijne functiën wil neerlegen. De waardige man, 76 jaar oud, kan niet meer altijd vaardig zijn om bij draadopbod naar het Loo te reizen. Meestal was dat ’s morgens ten 61/* en dit valt den geachten grijsaard te zwaar. Zeer zeker mag dr. Vinkhuyzen met voldoening terugzien op een beproefde trouw, aan zijn vorst en zijn land be toond. Wie de opvolger zijn zal is onbekend. De ko ningin stelt groot vertrouwen in dr. Van Tien- hoven, den geneesk. direct, van het ziekenhuis te ’s Hage. Of dit ambt echter vereenigbaar is met dat van hofarts, valt te betwijfelen. Naar de Sum. Ct. meldt loopen er geruch ten dat onze stelling in groot Atjeh feitelijk nauw omringd zou zijn door tal van Atjehsche verster kingen, zoodat wij feitelijk evenals Sedan en Pa rijs in 1870 en 1871 zouden ingesloten zijn be houdens den uitweg Oleh leh. Op 25 Augustus hebben de Atjehers een spoor trein tusschen Lamreng en Lamsajoen op de baan zelve aangevallen en beschoten, zoodat de trein haastig terug moest stoomen. Twee dagen later hebben zij door het laten spingen van een granaat, op het oogenblik dat de trein van Lambaroe passeerde, de spoorweg brug van Lamsajoen geheel vernield en onbruik baar gemaakt. De heer Riedé, afdeelingschef van de spoorwegen, die zich om het ongeluk op te nemen ter plaatse begaf, werd beschoten en kreeg een kogelgelukkig slechts door zijn hoed. Men ziet hoe wij in Atjeh vooruit gaan In den nacht van Vrijdag op Zaterdag heeft men te Oosterbeek op twee plaatsen gepoogd in te breken. Het is den dader gelukt in het bene- dendorp een raam open te schuiven en hg is daar door binnen gekomen. Hij heeft uit die kamer verschillende voorwerpen gestolen, alsmede een zilveren horloge uit de bedstede, waarin de be woonster lag te slapen. De politie doet onderzoek. Het echtpaar te Utrecht, dat, Dinsdag jl. kort na elkander overleed, werd Zaterdag ter aarde besteld. Tijdens de begrafenis, brak de as van den lijk wagen, waardoor deze kantelde en de kisten op straat vielen. Een hoogst treurige indruk maakte dit op de in grooten getale aanwezige belangstel lenden. Vrijdagavond trok te Dordrecht weder een aantal jongens, die een tijdig vergeefs voor bet lokaaal van den Schildersbond aan de Cornells de Wittstraat hadden gewacht op het uiteengaan der bijeenkomst van het Leger des Heils (welke echter, met het oog op het Donderdagavond ge beurde, niet plaats had), zingende door de stad naar de Vleeschhouwerstraat, waar de heilsolda ten wonen en maakte het daar der politie zoo lastig, dat deze zich weer genoodzaakt zag de onruststokers met de blanke sabel uiteen te drij ven. Gedurende de eerste dagen zullen geene bijeenkomsten worden gehouden. Omtrent de Perzische ridderorden, die in de laatste dagen zijn verleend, verneemt men, dat de Shah van Perzié tijdens zij n ver blijf hier te lande enkele Nederlanders had gedecoreerd, maar bij zijn vertrek den Minister van Buitenlandsche Zaken, den heer Hartsen, verzocht om eene lijst aan te bieden, waarop al de personen stonden, die voor eene onderschei ding in aanmerking kwamen. De Minister Hartsen heeft daarop aan de ove rige Ministers gevraagd, wie volgens hun gevoe len moesten gedecoreerd worden, en hiervan eene lijst opgemaakt, die aan den Sbah is gezonden. Als gevolg van de goedkeuring dezer voordracht zijn de decoratiën toegekend. Meerendeels zijn ambtenaren in staats- en ge meentedienst, benevens officieren voor eene rid derorde voorgedragen, terwijl niet-ambtlijke land genoten, die tot de luisterrijke en gastvrije ont vangst van den Perzischen Vorst het hunne heb ben bijgedragen, en dit deden niet op last of daardoor verplicht door hun ambt, maar uit vrije beweging, op de lijst worden gemist. Trouwens op de wijze, zooals er nu met deze ridderorden is gesold, heeft het bezit er van nagenoeg alle zedelijke waarde verloren. Ook in den Haag is, in navolging van Utrecht, een bond zonder band opgericht, om niet meer te groeten door het afnemen van den hoed. Het denkbeeld is misschien zeer mooi, maar het is te verwachten, dat nog menige verkoud heid zal worden opgedaan dit toch is de oor zaak van den bond eer onze dames er toe zullen overgaan om een heer, die haar toeknikt, terug te groeten of velen het toewuiven met de hand van een winkelbediende of van hun oppas ser zullen beantwoorden. Het automatisch photografietoestel, dat op de Parijsche tentoonstelling aanwezig was, zal binnenkort op de spoorwegperrons worden ge plaatst, evenals zulks thans plaats heeft met weeg- en andere automatische machines. Uit Ouderkerk aan den Amstel wordt ge meld, dat de wet tegen de dolle honden aldaar op eigenaardige wijze toegepast wordt. De ge meenteveldwachter zou namelijk bij herhaling, volgens zijn zeggen op last van den burgemees ter dier gemeente, honden die binnenshuis, zelfs in de woonkamers van ingezetenen ongemuilband lagen, hebben medegenomen om hen af te ma ken. Dinsdag jl. is zulks, volgns het Hdbl., bij den heer v. 8. gebeurd, in bijzijn van verschei dene getuigen. De heer v. 8. heeft zich daarop tot den officier van justitie gewend. Een der beklaagden, die dezer dagen voor de rechtbank te Middelburg op het schuldigen bankje moest plaats nemen, had, voor hij zoover was gekomen, zegt de Midd. Ct. te Goes een eigenaardig avontuur. Het was de 25-jarige A. B., wonende te Wachtebeke (België,) thans ge detineerd te Goes, en beklaagd van jachtover- treding en poging tot doodslag. Door denrijks- veldwachter Aarts van de gevangenis naar den trein te Goes gebracht, vroeg hij aan het station verlof om aan eene natuurlijke behoefte te vol doen, wat zijn geleider hem toestand echter niet zonder hem bij den boeiketting goed vast te Met ontroering las ik en zullen velen met mij gelezen hebben, het artikel dat prof. Fruin ge schreven heeft, onder den titel „De schoolwet in de Eerste Kamer” en dat opgenomen is in het 2e Blad der Nieuwe Rotterdamsche Courant van 26 Oct. jl. Het treft diep als een man van zoo groote beteekenis zijne stem doet hooren en dat doet in geheel tegenovergestelden zin, als men ver moedde dat geschieden zou. Hoe vast men overtuigd zij, dat zijn eigen oordeel, na rijp beraad gevormd, op goede gron den steunt, men voelt zich geschokt in niet ge ringe mate, als zulk een wijze, zulk een beza digde, zulk een kenner der historie, een vlak tegenovergesteld gevoelen uitspreekt. Dat dringt tot kalm en ernstig onderzoek, en dit te meer, omdat het niet geldt een persoonlijk gevoelen, hoe veelbeteekenend op zichzelf, maar omdat hetgeen hier geschreven staat, „het ge voelen is van de meesten zijner bekenden” eene schare dus zeker van zeer bekwame, zeer ont wikkelde mannen. „Deze zullen zich verheugen indien de Eerste Kamer, waarin de liberalen de groote meerder heid uitmaken, vrijheid mag vinden om het ont werp, gelijk het in de Tweede Kamer is gewij zigd, aan te nemen.” Met aandacht heb ik dus het artikel gelezen en herlezen, den inhoud overdacht. Gansch verklaarbaar in dezen geleerde, worden wij al zeer spoedig gewezen op den treurigen partijstrijd „in de vorige eeuw gevoerd tusschen de Franschgezinde patriotten en de Engelsch- gezinde stadhouderlijken”, die ten slotte Neer land met den ondergang bedreigde. Gelukkig is die ramp nu niet te duchten. Als het gaat om vaderland en vorst, om vorst en vaderland, dan is heel Neerland één. Dat bewijzen alle nationale feesten. De kleine anti-koningsgezinde partij, die nog nooit een beteren regeeringsvorm heeft aan de hand gedaan, zal in dit opzicht wel geen gewicht in de schaal leggen. Met het oog op die toekomst zal dus verwerping, even min als de aanneming, eenig kwaad doen. Voorts zal wel moeten erkend worden, dat de liberale partij in de Tweede Kamer het regeeren gansch niet onmogelijk maakt en van den beginne plicht matige welwillendheid in acht genomen heeft. Dat er niet meer is tot stand gebracht, zal wel niet wezen door haar schuld. Afgescheiden van die gevolgen dus, geldt, naar het mij voorkomt, alleen de vraag: mogen de liberalen, wie en waar ook, helpen dit wetsont werp aan te nemen Hoe kalmer en ernstiger ik er over nadenk, des te beslister zeg ikneen. Prof. Fküin zegt hetzelfde, wat het ontwerp zelf betreft. „Het valt moeielijk”, zoo schrijft hij, „het aannemen van een wetsontwerp te verzoe ken, hetwelk wij, op zichzelf beschouwd, veeleer afkeurenswaardig achten. Voor het openbaar on derwijs wachten wij van de voorgestelde wets veranderingen weinig goeds en veel meer nadeel. Ons ondanks zien wij zulk eene wijziging in den bestaanden toestand voornemen. Wij zijn tot die concessie genegen om redenen buiten het wets ontwerp.” De hoogleeraar wil, terwijl hij het wetsont werp afkeurt, eene „transactie”. Mag dat? In sommige gevallen zeker, maar waar het het groote beginsel van het volksonderwijs betreft, gelijk het in Nederland sinds 80 jaren in toepassing is gebracht, mag het daar? Zeker, naar „barre, overdreven taal” behoeft men niet te luisteren, doch a's ernstige mannen en vrouwen, vereenigingen als Volksonderwijs, de Maatschappij tot nut van ’t algemeen, kiesver- eenigingen enz. van liberale zijde; een tijdschrift als Waarheid en Vrede, een weekblad als De Banier, eene vereeniging Marnix van rechtzin- nigen kant, op degelijke gronden zich tegen het ontwerp doen hooren, zijn dat geen „gematigden” in den lande, is dat „barre, overdreven taal Mag hier van transactie sprake zijn, geldt hier geen principiis obsta, een beginsel waarmee wij staan of vallen Geldt het hier niet een eerste schrede, die met het lager onderwijs begint en met het hooger eindigt Geldt het hier niet den grooten kamp, die gestreden wordt op zoo me nig gebied Is het alleen de vraag om wat zil ver en goud uit de staatskas, wie heeft daarvoor niet een of twee mihoen over Men make eene regeling mogelijk, men brenge een post op de begrooting, de gansche liberale partij stemme voor maar de staat w e 11 i g e de secteschool niet, zij breke met eigen hand de staatsschool niet af. Leert Belgie ons nietsis daar vrede geko men Door de aanneming van dit wetsontwerp zal hier te lande de strijd veel heftiger juist worden maar mag men tot eiken prijs vrede koopen, als hij ware te verkrijgen mag dat, ook ten koste der verloochening van ons beginsel Voorwaar, er is geen zweem van iets „bars” in onze ziel, ook ons drijft, evenzeer als prof. Fruin, alleen liefde voor ons volk, ’t Is het hart dat tot getuigen dringt. M. E. van der MEULEN. houden. B. wist zich echter los te rakken, sprong in het water en trachtte door over te zwemmen te ontvluchten. Hij werd echter aan de overzijde door een persoon en den inmiddels aansnellenden Aarts gevat. De laatste en de beklaagde wer den bij de worsteling aan de polsen verwond. Een heusche spookhistorie bracht de hartjes en hoofdjes der „breiwichter” van den heer A. Schmidt, te Wildervank, dezer dagen bij herha ling in onrust en op hol. Bijna eiken avond als het goed en wel donker was geworden, verscheen er een spook, eene witte gedaante, in den tuin van den heer 8. en mocht dan de voldoening smaken, dat de meisjes telkens zoodra ze de verschijning ontdekten, met een hevigen gil ver schrikt weer in huis vlogen. Men zocht naar licht in de duistere zaak en men vond dit. Tegen Woensdagavond werd door een paar moedige jongelui afgesproken om het monster op te wach ten en zoo mogelijk krijgsgevangen te maken of op de vlucht te jagen. Zoo gezegd, zoo gedaan. Tegen den tijd dat het spook gewoon was te verschijnen, ging men op post staan, en jawel, daar dook het uit den nevel opmen liet het eerst wat nader bijkomen, doch trad toen kloek moedig op en mocht er in slagen het op de vlucht te jagen. Voort ging het, door heggenen struiken, totdat de zoo gevreesde gedaante op eens verdween in den mestbak (die toevallig juist leeggemaakt was) van een der buren. Daar lag het spook niet hulpeloos en weerloos. Men had nu al den tijd om het wat van naderbij te kunnen bezien en herkende den papa van een meisje, dat ook op de brei-inrichting had gegaan, doch voor eenige dagen daarvan verwijderd was. De beide personen, eene juffrouw en een jongeling, die in het begin dezer maand te Haar lem van een dollen hond beten hadden ontvangen en zich vervolgens te Parijs onder behandeling hebben gesteld van prof. Pasteur, zijn terugge keerd. Hunne gezondheid laat niets te wenschen over. Door B. en W. van ’s-Gravenhage is voor gesteld om in de bestekken bij gemeentewerken „verplichte” verzekering der werklieden, in ge val van ongeluk voor te schrijven. Het comité der bakkersgezellen te Rotter dam heeft van de directiën der broodfabrieken aan den Hofdijk en de Korenaar te Oud-Delfs- haven bericht ontvangen, dat zij aan de kenbaar gemaakte wenschen zullen voldoen, zoodat de arbeid op Zondag, voor zooveel het brood op dien dag zelf wordt afgeleverd, zal afgeschaft worden. Te beginnen met 1 November zal op Zondag aan geen depot meer brood worden geleverd. Voor den Zondagsarbeid, voor zooveel het brood be treft, dat voor Maandag bestemd is, zal voor 40 cent per uur worden betaald het gewone week geld zal gelden voor 78 uur, en voor overwerk zal 20 cent per uur betaald worden. De andere patroons vergadetden Zaterdagavond om over de zaak te raadplegen. Mocht niet aan het verlangen der knechts voldaan worden, dan zou Zondagavond het werk gestaakt worden. Nadat in de Zondag gehouden vergadering der bakkersgezellen was medegedeeld, dat wel vele patroons, maar niet allen hadden toegegeven aan de eischen der gezellen, trok gisteren-avond eene bende door de stad. Bij de patroons, die hadden ingewilligd, werden ovaties gebracht. Bij ande ren werden de gezellen, die werkten, gedwongen het Zondagswcrk te staken. In de bakkerij van Rossmulder in de Molensteeg werden zelfs rui ten ingeworpen. De verbittering tegen Rossmulder was ontstaan door het gerucht, dat hij Duitschers had laten komen om te werken. Alle bakkers moeten, zoo meldt men ons na der, thans hebben toegegeven, ook Rossmulder. Zaterdagavond ontstond te Rotterdam een ernstige brand in het Hotel Weimar aan de Spaansche kade. Al dadelijk had de brand een zeer ernstig aanzien snel grepen de vlammen om zich heen. De brandweer, die spoedig met verscheidene handspuiten op het terrein aanwe zig was, had eene zware taak te vervullen, maar kweet zich daarvan loffelijk. Ook eene stoom- brandspuit werd in werking gebracht. Het duur de ongeveer 1% uur, vóórdat men de vlammen meester was. Het achtergedeelte der tweede en derde verdieping is geheel uitgebrand. De brand is ontstaan doordien eene dienstbo de eene lamp liet vallen. Ook de kleederen van dit meisje geraakten in brand. Een der logeer gasten kwam haar te hulp en doofde de vlam, waarbij hij ernstige brandwonden aan een zijner handen bekwam. Middelerwijl tastten in het vertrek de vlammen meubelen en houtwerk aan. EN Bolswardsche Courant.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1889 | | pagina 1