NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BO1SWAB# EN WONSERADEEL
s
H
1
rs
I
WAARDEERING.
No. 47.
Achten Twintigste Jaargang.
1889.
BINNENLAND
BUITENLAND.
DONDERDAG 21 NOVEMBER,
ft
1
|M
VOOR
.-I
ADVERTENTIEPRIJS 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
4
^XXXXXXXXX^XXXXXXXXX^
^xxxxxxxxx^xxxxxxxxx^
V
I
MSB
Het Keizerrijk is in Brazilië omvergewor-
pen en de Republiek hersteld.
De wet van 13 Mei 1888, waarbij de slavernij
werd afgeschaft, is feitelijk de naaste oorzaak
van de omwenteling.
Er heerschte aanvankelijk het heele land door
vreugde over deze wet, maar de terugslag was
niet minder groot. De wet, uit een oogpunt van
menschelijkheid niet genoeg te verheerlijken, be
roofde duizenden welgestelde plantage-bezitters
van het grootste deel van hun vermogen. Men
had gemeend, dat de vroegere slaven aan den
arbeid zouden blijven tegen een matig loon maar
toen de oogst binnen was, verlieten zij in groote
scharen de fazenda’s en trokken naar de steden
andere plaatsen, waar zij slechts zoolang
i t i x i_i t 1 .1 ji 1 j
als deze was opgeteerd weder elders van
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Dat is te zeggenmen vergete niet, dat er een
machtig groot onderscheid bestaat tusschen „zelf
respect” en ijdelheid. Een ingebeelde nationale
trots is een van de treurigste eigenschappen die
een volk kan bezitten, en een doorgaand kenmerk
van nietigheid. Maar het daar tegenoverliggend
zwak hebben wij ook niet zelden ontmoeteen
aantal personen, die eens in hun leven het geluk
gehad hebben een mijl of wat over de grenzen te
komen, toonen hun „bereisdheid” door op Neder-
landsche toestanden te smalen en allerlei wonderen
uit te kramen over de inrichtingen in den Vreemde.
„Echt Hollandschheet het dan, als zij iets
meenen te ontdekken, dat stof tot critiek oplevert
in Duitschland vat men dat heel anders aan,”
en nu volgt er een relaas, honderdmaal misschien
reeds herhaald, waaronder gewoonlijk 60 percent
fictie schuilt.
Zulke lui hebben er veel schuld aan, dat we
ons soms over gebrek aan waardeering te be
klagen hebben.
We zouden over dat onderwerp nog heel wat
kunnen zeggenvoor ’t oogenblik evenwel
punctum.
van eene desbetreffende
In verband met de milde toekenning van
ridderorden bij gelegenheid der Parijsche tentoon
stelling, geeft de Figaro het denkbeeld aan, om
het kruis voortaan slechts te verleenen „pour
un acte de bravoure ou pour un mérite personel.”
Het werd ook totnutoe om geene andere reden
gegeven alleen omtrent de opvatting van de
verdienste bestond verschil van meening tus
schen de Regeering en niet met den gedeco
reerde maar met het publiek.
Alleen dan, wanneer de Regeering, de Fran-
sche en elke andere, verplicht was om den aard
der verdienste te vermelden, zou er menige rid
derorde achterwege blijven. Zoolang dit niet
plaats heeft, zullen de verdiende ridderorden op
dezelfde lijn worden gesteld met de niet ver
diende en men geneigd zijn het legioen en de
leeuwen, adelaars, olifanten, valken, draken enz.
naar denzelfden maatstaf te beoordeelen als de
Nichan Iftihar, het borstbeeld van Bolivar of de
Leeuw en de zon.
Het is al erg lang geleden, sedert de groote,
de geniale, de onsterfelijke Voltaire ons Vaderland
met een bezoek vereerde, en, op het punt van
vertrekken, de ontvangen indrukken teruggaf in
het bekende versje
„Adieu, canaux, canards, canaille,
Adieu grenouilles et marais
Vous n' avez rien qui me vaille,
Et je vous quitte sans regret."
Voor diegenen onder onze lezers, wierFransch
eenigszins in het vergeetboek mocht zijn geraakt,
vertalen wij het prachtig dichtstuk aldus„Vaart
wel, grachten, eenden, janhagel, kikkers en moe
rassen niets bezit ge, dat waarde voor mij heeft,
en ik verlaat u zonder spijt.”
Hoe menigmaal hebben later, niet alleen grap
penmakers van beroep; maar zelfs personen die
voor ernstig willen doorgaan, zich bewogen in
het vaarwater van Voltaire! Immers, wat hij
prees, moest wel overheerlijk, wat hij laakte,
wel hoogst berispelijk zijn, ’t Zou wezenlijk de
moeite loonen/als een verzamelaar eens een col
lectie bijeenbracht van al de smaadredenen, die
ons al naar het hoofd zijn geslingerd, sinds de
dagen van Voltaire tot en met dien waardigen
dagbladreporter, dien een Engelsche courant er
op had afgestuurd, die, met een flesch jenever
op zijn kamer opgesloten, de leelijkste dingen
vertelde van een feestviering, waarvan hij in zijn
halfdronken toestand geen sikkepit had gezien.
Doch ook van het tegenovergestelde hebben wij
ruim ons deel gehad. In onze jeugd lazen wij
met verrukking de geestdriftvolle woorden, waar
mede een vermaard Fransch prozaschrijver, de
burggraaf D’ Arlincourt, onze natie voorstelde als
het toonbeeld van alle mogelijke deugden en voor
treffelijkheden. Ieder weet, hoe groote lof bij
voorbeeld gebracht is aan ons schoolwezen tijdens
de Fransche overheersching, (een lof, tusschen
twee haakjes die ons soms leelijke parten heeft
gespeeld, door ons moedwillig blind te maken voor
grove gebreken). Ook behoeven wij ons niet te
verdiepen, in het verleden, wanneer we lofspraken
willen opvangen van vreemde lippen. De prachtige
bladzijden, die schrijvers als Amicis en Havard
aan ons volk hebben gewijd, zijn zeker nog niet
vergeten door hen, die ze gelezen hebben.
Maar, zal men zeggen, de genoemde hee-
ren waren dichters, en bij deze moet men ’t zoo
nauw niet nemen. Over ’t algemeen zijn zij even
uitbundig in hun lof als overdreven in hun blaam
hun woorden hebben slechts een betrekkelijke be-
teekenis. Daarenboven bij zulke heeren hangt er
ook veel af van de stemming waarin zij verkeeren,
zij bekijken de dingen door hun eigen bril en
beoordeelen die dan gunstig of ongunstig, naar
mate de brilleglazen niet of wel beslagen zijn.
Daar is niets van aan. Of gelooven wij, dat de
beruchte canaux-canaille ontboezeming wel achter
wege zou gebleven zijn, indien Voltaire op dat
oogenblik niet erg het land had gehad, omdat hij
den vorigen avond zijn maag overladen en dien
tengevolge slecht geslapen had, iets, dat ZEd.
wel meer gebeurde. Waar het ontstaan van een
meesterstuk al niet van afhangt!
Evenwel, ook zonder tusschenkomst van de
poëzie heeft men soms reden gevonden om ons
een pluim te geven. Herinnert u, welk figuur
ons Vaderland gemaakt heeft op de tentoonstel
lingen buitenlands.
Hoe dikwijls o. a hebben Ministers van andere
landen met waardeering gesproken over de in
richting van ons spoorwegwezen onze openbare
werken enz., enz.
of naar andere plaatsen, waar zjj slechts zoolang
werkten totdat zij een kleinigheid verdiend had
den, om als deze was opgeteerd weder elders van
voren afaan te beginnen. Het meerendeel der
vroegere slavenhouders is geruïneerd.
Het gevolg was, dat de verbittering en de haat
der „beroofden” zich keerden tegen de Kroon-
prinses-regentes en haren gemaal, den graaf van
Eu, dien zij voor den eigenlijken bewerker van
den maatregel hielden, en tegelijk tegen de
Monarchie.
Van deze stemming, die tegen het einde van
het vorige jaar opzette, maakten de republikeinen
gebruik om eene krachtiger republikeinsche be
weging te doen ontstaan dan ooit in Brazilië
werd waargenomen. Rondreizende woordvoerders
der republikeinsche partij hielden hot heele land
door voordrachten en stichtten vereenigingen.
Vooral in de provinciën Rio de Janeiro, Minas
Geraes en Sao Paulo kreeg men veel aanhang.
Een groot deel der gewezen slavenhouders liep
naar de republikeinsche partij over.
Als contra-beweging vormde zich te Rio Janeiro
uit vrijgeworden slaven eene guarda negra of
zwarte garde om den troon te beschermenmaar
dit middel werkte verkeerd. Toen den 30sten
December van het vorige jaar in een schouwburg
te Rio een republikeinsche voordracht werd ge
houden, overviel de zwarte garde het gebouw,
wondde vele republikeinen en maakte zich mees
ter van de zaal. Een andermaal schoten de zwar
ten op den woordvoerder der republikeinen en
weder dreven zij de vergadering uiteen. Nu brak
er een storm los in de pers en eene groote ver
gadering werd bijeengeroepen. Deze werd door
de overheid verbodende vonk was in het kruit
gevallen.
Met één slag werden alle bladen van Rio op
één na republikeinsch. Het recht van vergaderen
en de vrijheid van het woord waren aangerand.
De studenten en de kadetten werden rumoerig.
Den 30en April werd op een republikeinsch Con
gres te Sao Paulo de grondslag gelegd der gere
organiseerde republikeinsche partij en de redac
teur van de Paiz te Rio, Quintino Bocayuva,
tot hoofd der partij gekozen. Een manifest ver
scheen en steeds heftiger werd de agitatie. Open
lijk werd verkondigd, dat de val der Monarchie
onvermijdelijk was.
De openbare meening keerde zich meer en meer
onverholen tegen den graaf van Eu, die opper
bevelhebber van het Braziliaansche leger was.
Al diens daden werden in een scheef en hatelijk
daglicht gesteldopenlijk werd hij beleedigd en
tegengewerkt. Niemand kon twijfelen aan een
spoedig ophanden zijn der uitbarsting.
Hoe de loop der dingen is geweest, blijkt nog
niet voldoende uit de korte telegrammen. Het
schijnt gelukkig eene onbloedige omwenteling te
zijn. Dat de Minister van Marine is gedood, kan
de daad van enkele woestaards zijn geweest.
De Keizer heeft zich naar Europa ingescheept.
Te Konstantinopel zijn de Mohamedanen
intusschen geenszins tevreden met de uitwerkse
len van het bezoek des Duitschen Keizers. Zij
meenen, dat de Sultan zich van zijn plichten als
Padisjah heeft laten afbrengen. De Sultan heeft
in het openbaar een Christenvrouw aangeraakt
hij heeft namelijk de Keizerin zijn arm aangebo
den en is met baar in ’t zelfde open rijtuig gaan
zitten. Daar heeft men te Konstantinopel schan
de over geroepen. Sommigen dachten, dat de
vreemde Keizer „die vrouw” had medegebracht,
om haar den Sultan als geschenk te vereeren.
*1
M
P
beambten grooter behoeften had. De voorzitter
zeide, dat dit inhouden strekte om te voorkomen
dat die menschen zich ziek hielden en zag er
voor hen een prikkel in om spoedig hun werkkring
weer op te vatten. De heer Duij vis deelde mede,
dat hij reeds 32 jaar lang aan werklieden, die
ziek waren, het volle loon uitbetaalde en dat de
eerste keer nog komen moest, dat iemand zich
ziek meldt, die het niet is. De voorzitter zal
nu de zaak in overweging nemen.
Er is dan ook iets hards in en inconsequent
is het tevens, dat men hun, die kleine trakte
menten genieten en elke week betaald worden,
op hun loon kort, terwijl zij die jaarwedden ge
nieten, die maandelijks of driemaandelijks worden
voldaan, in het volle bezit er van laat. Als de
burgemeester een jaar lang ziek is, dan behoudt
hij zijn volle traktement en als de politieagent
een week lang te bed moet liggen, verliest hij
de helft.
Men schrijft uit Hoorn
„Gisterenavond had een onderzoek plaats naar
de geschiktheid der jongelieden, aanstaande mili
ciens, die zich hadden aangemeld om deel te
nemen aan den cursus ter opleiding van het
examen, bij voldoening waaraan zij, bij hunne
indiensttreding de bekende voorrechten genieten.
Ongeveer een twintigtal onderwierpen zich daar
aan, maar de resultaten waren meer dan bedroe
vend. Eenvoudige hoofdbewerkingen met ge-
heele getallen bleven voor het meerendeel onop
gelost. Een niet minder eenvoudig dictée wemel
de bij allen van spel- en taalfouten. Het lezen
was over het geheel zeer gebrekkig en in de
geschiedenis en aardrijkskunde waren de mee
sten totaal vreemdelingen. Aan een zeer beperkt
getal kon dan ook, met het oog op een eenigs
zins goeden uitslag het deelnemen aan den cur
sus worden toegestaan. Van genoten voldoend
lager onderwijs was bij geen der candidaten
sprake.
In haar nommer van heden bespreekt de
Standaard de kansen der aanhangige onderwijs
wet om door de Eerste Kamer te worden aan
genomen. Van de 50 leden zijn 15 uit beginsel
vóór de wetvan de overige 35 behoeven er dus
slechts 11 mede te gaan om met ééne stem meer
derheid het ontwerp te doen aannemen. Zij acht
dit aannemen waarschijnlijk, omdat de liberale
partij nu in twee fraction verdeeld is en meent
dat het advies van Buys, Fruin en Pierson eer
der zal behartigd worden dan dat van Levy,
Katz en de Goeje. Wat den heer Kappeyne
betreft, deze is, zegt de Standaard, geen zeloot
en het zou al te dwaas zijn zich in te beelden, dat
hij zich zou laten vinden om een kindeke van
Levij te bakeren.
Het blad komt tot de volgende slotsom
„Al de tactiek van de oppositie zal wel zijn,
om aan het Kabinet nog eenige verklaringen te
ontlokken, die den schijn redden
En dan gaat de wet er door.
Met minstens 26 stemmen zoo Mackay zich
heel houdt; en met 36 zoo Mackay heel toe
schietelijk is.
Omtrent den brand in de Huidenstraat te
Amsterdam blijkt uit de daar verschijnende
bladen, dat de omgekomene de echtgenoote was
van den inspecteur van politie Dorenbos, welke
dien nacht dienst had. De deur was gesloten
en de sleutel kon zij in den schrik van het
oogenblik niet vinden. De jeugdige dienstbode,
die met het vijfjarig dochtertje uit het venster
der eerste verdieping sprong, is zwaar gekwetst
en ook het kind bekwam ernstige wonden aan
hoofd en armen. De brand schijnt aangekomen
te zijn door een petroleumlamp.
Zaterdag haalde een te Deventer onbekend
persoon bij twee winkeliers op naam van een
ingezetene goederen op zicht. Bij den een vroeg
hij om damesrokken, waarvan hem er 6 werden
medegegeven, terwijl hij bij den ander om bot
tines vroeg, die hem er 6 paar op zicht medegaf.
Toen de goederen bij de winkeliers niet terug
kwamen en zij er ook niets van hoorden, stelden
zij er de politie van in kennis. De persoon op
wiens naam de goederen gehaald waren wist daar
niets van. Na een door de politie ingesteld onder
zoek werden de rokken in de Bank van leening
gevonden, waar zij (zij hadden eene verkoop
waarde van f 30) voor f 4 beleend waren. De
politie deed al het mogelijke om den oplichter
op het spoor te komen. Hij werd Zondag te
Amersfoort aangehouden, juist toen hij een paar
bottines aan een particulier wilde verkoopen, en
door de politie naar Deventer overgebracht, waar
hij door de bedrogen winkeliers herkend werd.
Later nam hem de politie weer mede naar
Amersfoort. Hij zeide te heeten D. Fekkers en
te Groningen te wonen. Naar men verneemt,
heeft hij zich ook reeds in andere gemeenten
aan dergelijke feiten schuldig gemaakt, waarvoor
hij deze week nog zal terecht staan.
In de vergaderzaal der leden van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal is thans electrisch
licht aangebracht. Voorloopig heeft men het gas
licht er nog bijgehouden, voor het geval er eens
iets aan het electrische mocht haperen, ofschoon
daarover geen klachten worden vernomen. Jegens
de verslaggevers der dagbladen heeft de huis
houdelijke commissie zich zeer verdienstelijk ge
maakt door het nieuwe licht op de journalisten
tribune aan te brengen in groene kelken, die op
de lessenaar een bleekgroen zacht licht werpen,
dat weldadig voor de oogen is.
Waarom wij al deze dingen in herinnering
brengen
Over het algemeen is het ons niet onverschillig
hoe men in het buitenland over ons denkt en
spreekt. Wél trekken wij er ons geen harnas
over aan, of een debitant van aardigheden zich-
zelven en zijn lezers of hoorders al eens amuseert
over sommige werkelijk bestaande maar in de
meeste gevallen ingebeelde eigenaardigheden van
ons volkskarakter, als hij het op een geestige
manier doet, lachen wij hartelijk mee, wat
trouwens in den regel de beste tactiek is tegen
over spotvogels. Maar als personen vanbeteeke-
nis, mannen die in hun eigen land opgeld doen,
die uit eigen oogen zien en bevoegd zijn tot een
zelfstandig oordeel, onze natie bespreken dan
spitsen wij beide ooren en nemen er acte van.
Want ontwijfelbaar zeker is het, dat wij uit de
beoordeeling onzer naburen nut kunnen trekken.
Wanneer ons overdreven lof wordt toegezwaaid,
dan kunnen we bedenken of wij het niet zoo
zouden kunnen aanleggen, dat de ons toegedichte
voortreffelijkheden, in werkelijkheid ons eigendom
worden.
Als men ons op eenig gebied den eerepalm
toekent, dan mogen we, gedachtig aan de waar
heid „stilstand is achteruitgang,” nagaan wat
ons te doen staat om door inspanning van alle
krachten ons standpunt te handhaven.
Keurt men het een of ander in ons af, laat ons
dan verstandig zijn, niet kwaad worden, maar
overwegen wat er waars is in ’t geen er gezegd
wordtvervolgens dienovereenkomstig handelen.
Dan is er nog iets wat we niet uit het oog
moeten verliezen.
Wie geacht wil worden moet beginnen met
zichzelven te achten.
De minister van binnenlandsche zaken heeft
met wijziging der beschikking van zijn ambts
voorganger van 11 Februari 1888 no. 741 afd.
BB, voor zoover daarbij de gemeente Wonseradeel
wordt verdeeld in vier onderkiesdistricten van
het hoofdkiesdistrict Harlingen voor de verkie
zing van leden der Tweede Kamer van de Staten
Generaal, die gemeente gesplitst in de volgen
de vijf onderkiesdistricten van dat hoofdkiesdistrict.
1ste onderkiesdistrict Wonseradeel (hoofdplaats
Witmarsum), de dorpen Witmarsum, Pingjum,
Schettens, Schraard, Longerhouw en Zurich.
2de onderkiesdistrict Wonseradeel (hoofdplaats
Tjerkwerd), de dorpen Tjerkwerd, Dedgum,
Greonterp, Hieslum, Parrega, Allingawier, voor
zoover het onder de kadastrale gemeente Tjerk
werd behoort, en Exmorra.
3de onderkiesdistrict Wonseradeel (hoofdplaats
Makkum), de dorpen Makkum, Allingawier, voor
zoover het onder de kadastrale gemeente Mak
kum, behoort, Idsegahuizum, Piaam, Gaast, Fer-
woude, Corn werd, Wons en Egwier.
4de onderkiesdistrict Wonseradeel (hoofdplaats
Arum), de dorpen Arum en Kimswerd.
5de onderkiesdistrict Wonseradeel (hoofdplaats
Burgwerd), de dorpen Burgwerd, Hartwerd,
Hichtum. Oldeclooster, Ugoclooster en Lollutn.
In het lokaal Hippos, op de Keizersgracht
te Amsterdam, is de beroemde oude arreslede
uit den boedel der dames Snouck van Loozen,
te Enkhuizen, verkocht voor f 950.
De commissie, aan welke in de laatst te
Bolsward gehouden algemeene vergadering van
den Nederlandschen Bakkersbond werd opgedra
gen een plan te maken voor een vakschool voor
bakkers, is thans met dien arbeid gereed gekomen.
Het resultaat is, dat drie verschillende plannen
zijn ingeleverd. De commissie bestond uit drie
leden.
Te Hellevoetsluis had Vrijdag eene werk
staking op kleine schaal plaats. De kolenwerkers
aldaar waren nooit anders gewoon geweest dan
een loon van fl.40 per hoed te ontvangen, Een
der werkgevers wilde thans slechts f0.90 per
hoed geven. Eene standvastige weigering om de
kolen te brengen ter plaatse, waar ze behoorden,
volgde. De werkgever moest ten slotte toestem
men in een loon van fl.30.
Te Kampen duren de ongeregeldheden, ont
staan naar aanleiding der samenkomsten van het
Leger des Heils, nog altijd voort. Het is moge
lijk, dat dit leger in hooge mate bevorderlijk is
voor een heil hier namaals, maar in verscheidene
deelen van ons land is het onheil, met betrek
king tot de openbare rust.
De wieg staat naast het graf en de jeugd
en de ouderdom deelen vaak hetzelfde lot, zegt
de Zutph. Ct.
Deze waarheid werd dezer dagen op eene tref
fende wijze bevestigd in een gezin in de Hoven
te Zutphen. Een oude vrouw van 78 jaren voel
de haar einde naderen en nam omstreeks 7 uur
van haar gezin afscheid haar kleinkind van een
jaar lachte te midden der droevige stemming.
Twee uur later overviel de lieve kleine een stuip,
en slechts weinige oogenblikken waren voldoen
de om het kind naast zijn grootmoeder voor al
tijd te doen rusten. De beide speelgenooten
hoe ook in leeftijd verschillend waren weer
vereenigd.
Naar aanleiding
vraag„of onderwijzers aan openbare scholen,
als tellers aangewezen bij de a. s. volkstelling,
vrijstelling behoeven van het verbod bedoeld in
alinea 2 van art. 36 der wet op het lager onder
wijs”, hebben Gedep. Staten geantwoord, dat,
naar hun oordeel, tellers als hier bedoeld, niet
kunnen geacht worden door de hun opgedragen
werkzaamheden een ambt of bediening te be-
kleeden als in ovengenoemd artikel aangeduid.
Onze kunstinzending ter Parijsche tentoon
stelling zal, indien de eigenaars hun toestemming
geven, een dag of veertien in den Haag geëxpo
seerd worden.
In den gemeenteraad van Utrecht, is het
stelsel ter sprake gebracht, dat van gemeente
wege van mindere ambtenaren, wanneer zij ziek
zijn, een gedeelte van hun weekloon wordt in
gehouden. De heer Schubart wees er terecht op,
dat juist in dagen van ziekte het gezin van die
Bolswardsche Courant
fiS>-
V
Ir*,.
Vil 1
KMI