ACHTUREN ARBEID. Hart-Cacao. GEMENGD NIEUWS. i s t ^ollwerC* c ACA^I JJ1 8,— 9,20 Van go en EENE FANTASIE. va Ne eei cn UJ a. v. 6,10 Stoomdrukkerij Firma B. Cuperus Az. Bolsward. de tic au he zi dc 12 25 1- 1,40 7,30 8,15 8,55 9,45 4,15 4,50 5,30 K st ra 6,30 7,45 8,30 9,20 10- 10,40 11,15 1,40 2,10 2,55 3,52 4 30 n d v h o I is ai O a J Pa we: nat var I we< wel kan beg die bini in doe gini den wat heid en 1 0 8,35 9,20 10, 11,15 1,— 2,30 3- 3,40 ö’,45 6,25 7- 7,45 6,30 7,45 6,10 8,30 JStollwerck’s o a o bfi fl aS t> O b£ a fl a. v. 5,30 6,10 r Men weet dat Nellie Bly hare reis om de wereld in 72 dagen, 6 uren, 11 min. en 14 se conden volbracht. Dit was natuurlijk de vlugste reis die ooit door iemand was gedaan. Eenigen tijd daarna kwam zekere George Fran cis Train van Tacoma, Washington, te voorschijn die Miss Bly de eer niet gunde dat eene dame de vlugste reis om de wereld zou hebben vol bracht. Hij nam dus aan dezelfde reis te doen in 70 dagen, dus 2 dagen en 6 uren korte? dan Miss Bly. Mr. Train heeft niet alleen zijn doel bereikt, maar hij heeft dit zelfs overtroffen daar hij de reis in 67 dagen, 12 uren en 3 minuten heeft afgelegd. ’t Antwoord is, dunkt ons, doodeenvoudig het wielrijden op zich zelf is niet ongezond, maar het overdrijven maakt het ongezond. Men behoeft geen dokter te wezen om dat te weten. Een strijkklavier. De Oostenrijksche bla den melden de uitvinding van een nieuw muziek instrument door den op muzikaal gebied zeer gunstig bekenden Franz Kühmeijer te Presburg. Hij heeft nl. een strijkklavier tentoongesteld, dat in uiterlijken vorm veel overeenkomt met een gewonen vleugel. Ook de claviatuur is nagenoeg dezelfde, zoodat ieder pianospeler er dadelijk op terecht kan. In het inwendige van dit instrument bevinden zich tien strijkinstrumenten (2 cello’s, 2 groote en 6 kleine violen.) Door een kunstig aangebracht mechaniek wor den door het drukken op de toetsen de snaren der strijkinstrumenten in trilling gebracht. Het klankeffect moet zeer verrassend wezen, vooral de tonen der cello’s, waardoor het spelen veel op orgelmuziek gelijkt. Het zonderlinge van de zaak is, dat de uitvinder Kühmeijer zelf hoege naamd niet muzikaal is en het instrument zelf niet bespelen kan. Geverfde rozen. Witte rozen kan men naar gelieven in verschillende kleuren verven en wel op de volgende wijzeIn een liter warm water wordt 8 tot 10 gram pikrin-zuur of wel blauwe en anilin-oranje opgelost. Wanneer het water koud is, worden de rozen er in gedoopt en na een uur zijn zij veranderd in mooie, gele theerozen. Om violetkleurige rozen te krijgen, mengt men onder het water een weinig jodium-violet. Helder schar- lakenroode rozen verkrijgt men door bijvoeging van saffranin of koperrood. Om lichtroode in donkerroode rozen te veranderen, gebruikt men een oplossing van aluin en saffranin in water. Dezelfde bewerkingen kan men ook op andere bloemen toepassen. Zoo heeft men dit reeds met goed gevolg gedaan met Hortensia’s. Een zonderlinge dood. Een jeugdig lucht reiziger, Leopold Olivier, oud 22 jaar, is dezer dagen onder de zonderlingste omstandigheden om het leven gekomen. De luchtballon „Lazare Carnot” werd te Parijs in het park des Buttes Chaumont opgelaten, ter wijl de genoemde Olivier alleen zou medegaan. Door onachtzaamheid had men den ballon te veel met waterstofgas gevuld en het schuitje te hoog tegen den ballon opgehangen, zoodat de gasleiding in het schuitje hing. Toen hij twintig minuten na de opstijging nederdaalde, gevoelde hij zich onpasselijk, doordat hij een hoeveelheid van het ontsnapte waterstofgas had ingeademd. Na een paar uren was hij reeds overleden, ten gevolge van vergiftiging, zooals de doktoren con stateerden. En wat geeft je dat Pleizier. Daar is geen grooter genot op de wereld dan hengelen Holyday had opmerkzaam toegeluisterd en zou juist zijne meening zeggen, toen de kastelein op merkte, dat zijn tijd om was. De acht uren wa ren verstreken. Dus je wilt ons niet meer in je huis hou den vroeg Holyday. Ik voor mij wel, maar tengevolge van den acht-uren arbeidsdag is het dubbel-stel herber giers ingevoerd en onze overeenkomst is dat wij in elkanders tijd geen gelagen mogen zetten. Dus als dat stelsel niet bestond, konden wij hier blijven? vroeg Worker. Hoe langer hoe liever, en ik zou u slechts de helft in rekening brengen. Maar dan is dat dubbel-stelsel eene afzetterij. Als wij het niet hadden, zoudt gij nergens terechtkomen. Mijn menschen doen ook maar acht uren dienst. Loop naar de duivel met je acht-urenstel- sel, riep Finsbury. Ja, zeide de herbergier, voordeel geeft het mij niet. Mij ook niet! mij ook nietriepen Worker en Sheerman. Weg met het acht-uren-stelsel 1 klonk het en met dien kreet verliet men de herberg, waar Holyday nog even terugbleef om het gelag te betalen. Het was driemaal hooger dan het in vroeger tijd zou geweest zijn en ook hij riep on der den indruk van het veie geld, dat hij moest neerleggen. Weg met het acht-uren-stelsel. En op straat werd die kreet gehoord en hon derden en weldra duizenden sloten er zich bij aan. In een dichte drom trok men de stad door en al luider en algemeener werd de kreet„weg met het acht-uren-stelsel. De winkeliers openden hunne deuren, de koetsiers verlieten de stallen, de logementhouders staken de hoofden uit het raam, de particulieren kwamen naar buiten, de samenwonende gezinnen, de huisbazen, wier woningen leeg stonden, de ontslagen bedienden en dienstmeisjes allen en allen voegden hunne stem de leus: „weg met het acht-uren-stelsel.” En van de eene stad naar de andere plantte zich de beweging voort. Een oproer brak los, dat niet te dempen was, dan door toe te geven aan den eisch van het gansche volk. In allerijl werden de Staten samengeroepen en reeds in de eerste zitting werd op het adres van John Holy day en dertigduizend mede-onderteekenaars eene gunstige beschikking genomen, die nog denzelf- den avond door den Gouverneur bekrachtigd werd: „Ieder ingezeten van Forestanië is vrij zoo lang te werken of te doen werken als hij nut tig en noodig acht.” Maar vele jaren duurde het eer Forestanië we der tot zijne vroegere welvaart was gekomen. De mijne denkt er al net eender over, zeide Rawling, en soms gaf ze me een dubbeltje om een glas bier te drinken. En zoo is het gekomen dat ik in mijn leege uren in de kroeg zat, waar ik vroeger nooit kwam. Dan had ik een karre- weitje, maar daar hebben de menschen geen geld meer voor. Van vrouw of kinderen heb ik geen last, sprak Brown, mijn Lizzy is ziekelijk en moet bijna den geheelen dag liggen. Vroeger hielden de buurvrouwen haar gezelschap, maar dat vrou- wengeklets kon ik niet verdragen. Ik zelf houd haar gezelschap, maar ze zegt dat de tabaksrook haar hindert. Nu een pijp komt een mensch toe en als men niets te doen heeft, moet je je wel bezig houden met zoo iets. Ik heb eerst veel gelezen, verhaalde Corn- hill, ik heb den geheelen strijd nagegaan tus schen Episcopaten en de Methodisten, en toen ben ik aan de kerkelijke leerstellingen begonnen, maar mijn vriend Squeers heeft mij bekeerd. Ben je door hem van geloof veranderd, Cornhill Squeers, die er ook altijd mede bezig was, ging aan het maten, en toen dacht ik dat dit mijn lot ook zou kunnen zijn en dat het maar beter was over die dingen niet te denken, maar te werken. Toen heb ik gewerkt als uitspanning en ik heb er mij best bij bevonden. Fraser deelde mede, dat hij in zijne uitspan- ningsuren de musea en verzamelingen had be zocht, maar dat men ook daar vrij gauw genoeg van kreeg. Zulke dingen kon men eens een paar keer in het jaar zien, maar dag aan dag tus- schen schilderijen en zeldzaamheden door te wan delen en de voortbrengselen, de wapens en het huisraad te zien van volken wier naam men nooit gehoord had of die lang dood en begraven waren, verveelde toch ook. Alles blijft hetzelfdemet werken ziet men dat men vordert. In het begin profiteerde ik van mijne vrij heid om tochten en uitstapjes te maken, maar dat kost geld en toen alles opsloeg, begreep ik dat ik maar beter deed om wat dichter bij huis te blijven. Ik vond in het koffiehuis couranten en vriendenwij spraken over de politiek en de verkiezingen en hielden vergaderingen en rede voeringen. Wij hadden den tijd aan ons en ik moet zeggen, dat ik zooveel redevoeringen ge hoord heb, dat ik er nu volkomen van verzadigd ben. Toen ze op ’t laatst genootschappen gingen oprichten, nu eens om dit te veranderen, dan om dat af te schaffen, en sommigen zelfs om de heele regeering af te schaffen, ben ik maar weg gebleven en weer aan het wandelen gegaan. Maar nu ken ik eiken boom uren in den omtrek en gelukkig had ik mijn gereedschappen, en al gaf het mij geen geld, het werk gaf me toch be zigheid. Nu, als jelui dan geen raad wisten met je vrijen tijd, ik wel, zeide Lugdun. W at heb je dan gedaan vroegen eenigen nieuwsgierig. Ik heb mijn hengel en ik visch in mijn vrjjen tijd. Eene Engelsche dame deelt eenige aardige bijzonderheden mede aangaande een bezoek, dat zij aan een „Afrikader”, een Hollandschen boeren kolonist in Kaapland, bracht. Toen zij er heen ging en den eenigszins plomp uitzienden „Oom Daan” het eerst zag, had zij geen hooge ver wachting van de kennismaking. Op de stoep zag de bezoekster reeds uit de verte de gezette gedaante van Tante Sannie, die haar harteljjk welkom heette. Hoe meer zij met den kolonist en zijn vrouw sprak, en den man, wiens land goed grooter was dan dat van menigen Engel- schen Lord in al zijn eenvoud, goedhartige, eer lijke rondheid in doen en laten gadesloeg, des te meer veranderde haar vroeger vooroordeel in hartelijke bewondering.„Hun Engelsch,” schrijft zij „had een vreemd accent, maar ze spraken het goed en met uitdrukking. Vielen ze een oogenblik uit de rol en in het hun meer eigene Hollandsch, dan hielden zij zich in. Zoo bleek uit alles dezelfde beleefdheid tegenover den vreemdeling. Wij trachtten op het erf de zweep met haar 20 voet langen slag te hanteeren, maar het gelukte niet. „Oom Daan”, die met gemak van den voorsten van zijn span ossen een vlieg kon afslaan en dus alle recht had, ons uit te lachen, vertrok geen spier van zijn gezicht. Het middagmaal bestond uit kalkoen, gerookt vleesch en een half dozijn groenten en boven dien de gekookte rijst, die op eiken disch in Kaapland, van dien van den President tot den geringsten landbouwer, wordt voortgezet. Bloe men en vruchten stonden op tafel. Er was een Voortreffelijke gelei, die van versch druivensap met peren (kweeën) en eenige andere vruchten gemaakt wordt en die de Engelsche dame de beste saus noemt, die zij ooit at. Indien er een haard geweest ware, had men de zaal, met haar groote Engelsche klok in den hoek, voor een Engelsche boerderijkeuken kunnen houden. Oom Daan was misschien in zijn soort beter dan anderen, maar van de soort over het alge- meene wist de schrijfster zeer veel goeds te ver tellen. Natuurlijk hadden ze alten hunne voor- oordeelen en spraken die uit maar wie heeft ze niet? Zij bezocht andere boerderijen en zag andere Hollandsch-Afrikaansche boers. De een was een weinig dikker dan de ander, deze had bloeiende granaatappels voor zijn deur, gene gar denia’s en rozen, maar het type was hetzelfde. „Vaarwel „Uncle Dan,” dus eindigt de schrijf ster, „ik voor mij zal mjjne landgenooten zeggen, dat ik nooit in ruwer uiterlijk huiselijker omge ving en een beter genteleman zag.” In de omstreken van Gendringen is men aan het visschen naar hooiTengevolge van de zware, langdurige regens zijn de hooilanden overstroomd en drijft het hooi in de buiten zijn oevers getreden Ouden IJssel weg. Om nu ten minste nog iets te redden, visschen de landbou wers met hooivorken het hooi weer op. Doch zij kunnen niet verhinderen, dat het grootste gedeelte voorgoed verdwijnt. Daar nu het hooi thans hoog in prijs is en men zelfs f50 a f60 voor één wagenvracht besteedt, kan men begrij pen, welk een schade deze toestand berokkent. r 4. S I o t- Het debiet, daar zoowel als in de winkels, werd met den dag geringer. De fabrikanten, die tot de dubbele ploegen waren overgegaan, konden het met enkele ploeg nu zeer goed af en ont sloegen de helft van hun volk. Ook de winke liers verminderden hun personeelde stalhou ders hadden eenige koetsiers niet meer noodig de spoortreinen vertrokken bijna zonder passa giers en zonder vrachtgoed. Daar de landbou wers ook maar acht uren arbeiden, kon een groot deel van den oogst niet of niet tijdig wor den gezameld en binnengehaald en wat er werd aangevoerd was veel minder en voor een gedeel te slecht. De prijzen der voedingsmiddelen be reikten een ongekende hoogte. Voortdurend steeg hot aantal der ontslagen werklieden, en naarmate de verdiensten minder werden, werd er minder gekocht. Armoede en gebrek namen met den dag toe. Maar in plaats van twaalf en tien uren arbeid, behoefde men nu zelfs geen acht uren te werken. Talloos veten genoten ongestoorde rust. En die werd nog groo ter naarmate zij, die nog genoeg hadden, om Forestanië te kunnen verlaten, hunne have en goed inpakten en zich buitenslands begaven. Op een avond werden de laatste twintig man uit de fabriek van Holyday’s patroon ontslagen, daar deze, evenals verscheidene andere collega’s, voor goed zijne werkplaatsen sloot. Ook „de vader der acht uren-wet”, gelijk men hem eerst met bewondering en sympathie had genoemd, kon naar een andere betrekking rondzien. Het be zoldigd ambt van eerelid van het Acht-uren- Werklieden-Verbond was opgeheven sedert de leden verklaarden geen contributie meer te kun nen betalen en zich, den een na den ander, te hebben laten royeeren. Zij die thans te gelijk met hem ontslagen wa ren, behoorden tot zijn getrouwe aanhangers en tot de beste werklieden van de fabriek. Van daar dat zij ook het langst aan het werk gehou den waren. Met bezwaard gemoed volgden zij den weg naar de stad. Holyday was in hun midden. Mannen, zeide hij, toen zij de eerste hui zen bereikt hadden een dier huizen was na tuurlijk, als in alle steden, eene herberg man nen zoo straks leiden onze wegen uiteen. Tot afscheid bied ik je een glas bier aan of wat je anders gebruiken wil. Ik ben jong gezel en ik kan net beter missen dan gij. Ja, zei de oude Worker, binnengaande, bij mij kan er niet meer afik heb vrouw en vijf kinderen. Ik had ook niet gedacht, dat het zoover met me zou komen, dat ik geen werk meer had, verklaarde Finsbury, maar lang hoop ik niet dat het duren zal. 3,45 4,25 5,45 9,35 10,45 De guillotine in den Elzas. In den vo- rigen winter beproefde zekere Karl Ems mevrouw de wed, Rothan te vermoorden, vermoedelijk om haar te bestelen. Het meest verfoeilijke dezer misdaad is, dat mevrouw Rothan haar belager met alle weldaden overladen had. Om tot haar te geraken, had hij eerst gepoogd hare dienstbode te vermoorden, die hem wilde beletten zijn gru welijk plan uit te voeren. Ems werd door het cours d’assises ter dood veroordeeldeen verzoek om gratie werd gewei gerd. De terechtstelling heeft de vorige week plaats gehad op de binnenplaats der gevangenis. De strafuitvoering had plaats volgens de cri- mineele Fransche wetgeving, die in het Rijks tand nog van kracht is, dat wil zeggen, de ver oordeelde werd geguillotineerd. Het record van den paardrijdenden beer Caviar is geslagen door een paardrijdende leeuw. Het dier is een paar jaar geleden in het circus Renz te Kopenhagen geboren en rijdt als een heer te paard het circus rond. Dat laatste wordt voor dit nummer in een reusachtigen kooi veranderd. In het Cirque d’hiver te Parijs is ook eens zulk een behendige leeuw geweest, maar die was niet half zoo verstandig en welopgevoed als de koning der dieren in het circus Renz. Honderdvijftig kinderen gered. lederen morgen gedurende het zomerseizoen vertrekken uit Venetië in groote gondels eenige honderden kinderen naar de kust, waar hun van gemeente wege de gelegenheid wordt gegeven om de zee baden te gebruiken. Om den overtocht zoo snel mogelijk te maken, worden deze barken door eene stoomboot op sleeptouw genomen en op deze wijze naar zee gesleept door de kanalen en lagunen der stad. Dezer dagen vertrokken weder eenige dier barken. Op eenigen afstand der stad kwam een schip met volte zeilen aanvaren er was geen tijd om uit te wijken en hot ging recht op de tweede bark achter de stoomboot af, die weldra werd aangevaren en omgeworpen, zoodat 150 kinderen in het water terecht kwamen. Een Sneek Bolsward Te Harlingen Van Harlingen Bolsw. Te Sneek een Van Sneek Bolsward Witm. Te Harlingen 3,45 4,30 5,15 5,50 1,15* 2,5 2,45 3- 3,40 Op Zondagen 6,15 7- Extr dins. nm. dond, 2,45 3,20 7,25 8. 6,15 7,— 7,40 8,15 Van Harlingen Witm. Bolsw. Te Sneek 1 Ik ga morgen met mijn oudje naar een ander land, zeide Merrywether. Er zal toch nog wel ergens op de wereld een oord zijn, waar een mensch werken kan, zoolang hij wil. Ik ken mijn vak zoo goed als de beste. Ja, ’t is anders uitgevallen, dan ik dacht, sprak Steerman. Weet je nog wel wat in je proclamatie stond Holyday Ik heb ze hier nog, antwoordde Rawling, zijn glas bier neerzettende en uit een dikke por tefeuille, waarvan de kleur niet meer te herken nen was, haalde hij een opgevouwen en op de plooien doorgesleten stuk papier te voorschijn. Geef maar eens hier, zeide Philips, het blaadje uit de vingers van zijn buurman nemen de en las „Acht uren arbeid, acht uren rust, acht uren ontspanning, ontwikkeling, enz. Tien voordeelen van den achturigen arbeidsdag. Bij den acht- urigen arbeidsdag wordt het lichaam van den arbeider gespaard en zijn teven verlengdzijn meer arbeiders noodig en dus het leger van wer- keloozen neemt afstijgt het loonvermeerdert de koopkracht en dus grooter vraag naar waren 'en dus ook meer vraag naar arbeiderszal de productie geen schade lijden, maar alleen de winst verminderen der kapitalisten blijft den arbeider tijd om zich te ontwikkelen en zich te ontspan nen zal het politieke leven bloeien en groeien zal een der grootste oorzaken van onmatigheid worden weggenomen zal de eisch, nog grootere vermindering van arbeidstijd, wakker worden zal het peil van de menschheid verhoogd worden ten algemeene nutte.” De mannen zagen eenige oogenblikken elkan der zwijgend aan. Precies is het niet uitgekomen, merkte met een treurigen glimlach Worker op. Dat is te zeggen, zeide Holyday: de acht uren rust en de acht uren uitspanning en ont wikkeling hebt ge toch gehad. Wat kon ik met mijn acht uren rust doen hernam de oude man. Ik heb mijn leven lang gewerkt en werken is voor mij een tweede na tuur. Uitspanning had ik genoeg en ontwikke ling? Ik heb genoeg aan het geen ik weet en verlang niet meer te weten. Ik heb ook geen zin in geleerdheid, sprak Finsbury, maar er waren toch wel dingen, waar van ik wat meer wilde kennen. Begin daar even wel eens mee, als ge in een klein kamertje zit, waar geslapen en gekookt wordt en elke plaats aan tafel is genomen. Ja, dat is bij mij ook het geval, vulde Steerman aan en, zie je, mijn vrouw is een best mensch, dat zal iedereen mij loegeven, maar zoo’n man den geheelen dag over den vloer, daar kan ze niet tegen. Als de kinderen kibbelden, liet zij ze begaan of als het te hoog liep, maakte ze er een einde aanmaar ik, begrijp je, kon dat gekibbel niet aanhooren en als ik er me mee bemoeide, werd het ernst en je heele dag was bedorven. „Wat doe je ook den godganschelijken dag thuis te zijn”, riep mijn vrouw dan en ik ging uit. vreeselijke ontsteltenis was daarvan het gevolg. Gelukkig konden de meeste kinderen zwemmen, en geholpen door de bemanning der boot en het personeel, dat op de kinderen toezicht moest houden, werden al de kinderen zonder een enkele uitzondering gered. Een oude vlam. Eene drieduizend jaren oude vlam brandt sinds de dagen van Homerus in Lycië, een gewest van Klein-Azië. Dit is de in oude tijden wijdvermaarde Chimaera, een bran dende gasstroom, die door het gespleten terpen tijngesteente van een 350 meter hoogen berg zich een uitweg baant. Deze berg draagt tegenwoor dig den naam van Yanartach (verbrande steen) op den top van dien berg is eene opening, waar uit onophoudelijk een vuurkolom van een meter hoogte naar boven dwarrelt, terwijl uit andere spleten kleinere vlammen te voorschijn komen. De oudste vermelding der Chimaera wordt bij Homerus gevonden latere schrijvers maken er dikwijls gewag van en Plinius noemt haar Flamma immortalis of de onsterfelijke vlam. De omstan digheid, dat men haar in den nieuweren tijd, na dat Klein-Azië, gedurende eeuwen van de overige wereld was afgesloten geweest, op dezelfde plaats wedervond, levert een bewijs voor haren onafge broken duur. Gedurende het eerste halfjaar van 1890 zijn op Père Lachaise te Parijs 73 lijken verbrand. Men gaat bij den lijkoven een colombarium op richten, waar de urnen met de overblijfselen van de verbrande lijken kunnen worden geplaatst. Aardige antwoorden. Men zal zich herinne ren, als men Diane de Lijs gelezen heeft, het galante antwoord aan zekere bejaarde dame „Maar mevrouw, u is niet 50 jaar, maar twee maal 25 jaar.” Een variatie op hetzelfde thema wordt toege dicht aan zekere jonge dame, die d#or haar vader gedwongen wordt een ryk, doch bejaard heer te huwen: „Maar papa, hij is zoo oud.” „Vijftig jaar; dat is niet zoo erg.” „Ik had er liever twee van vijf en twintig.” Nog een variatie. Een heer is in gesprek met een dame van rijperen leeftijd „Hoo oud is U vraagt hij haar. „Mijnheer,” antwoordt zij, „men is altijd zoo oud als men schijnt.” „O, mevrouw, zoo oud is u nog niet.” Is wielrijden ongezond In de stad Buffalo in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, be staat een club, waarvan uitsluitend geneesheeren- wielrijders lid mogen zijn. Is nu wielrijden zoo ongezond Of weten de geneesheeren, die wiel- rijden, en dat zijn er ook in ons land velen, er zoo weinig van vraagt de Sport. 9,20 lO- ll,10 12,30 5,45 7,45 1,40 De met een gemerkte Tram vertrekt Woensdags om 1.30 van Harlingen komt 2,50 te Bolsward aan. De uren van vertrek en aankomst worden geregeld naar den Amsterdamschen tijd. SneekBolswardHarlingen. Op Werkdagen: 12,25 2,10 --- 2,45 3,26 4, 9,35 10,10 10,45 11,20 ij Voordeelig! In blikken bussen a 25 Cacao-harten 45 cent. 1 Cacao-hart 1,8 cent 1 kop Cacao. ■n L- vorm i t I 1 5,30 nm, 3,5 1 Ilinuiiiiliur tó <D bo a 9,10 7,10 Hoogste eiwit hoogste theobromin-gehalte. S3 O X JD 03 44 <D 8,15 1,45 3,50 6,45 p. B n 2 g* S3 F*® 7’“ L- (eiiieoassa Hart-Cacao is fijnste Poeder-Cacao in hart gepersd. Spoedige oplosbaarheidfijne geur, deliciense smaak, steeds gelijkmatigheid des dranks. Verkrijgbaar bij H. H. Confiseurs, Banketbakkers enz. Engros-Expeditie: Julius Mattenklodt, Amsterdam, Kalverstraat 103.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1890 | | pagina 4