NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OI.8WA.R.D en
Wat verzinkt en wat blijft.
1891.
Dertigste Jaargang.
No. 1.
DONDERDAG 1 JANUARI.
I
DONDERDAG 1 JANUARI,
BINNENLAND.
VOOR
IJ
anders, dan het gros hunner mede-
ge-
Arnh. Ct.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents,
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
4
U
-I,
en doen ze
menschen.
Een aangenaam verschijnsel is het, dat van
vele kanten thans pogingen aangewend worden
om het zenden van nieuwjaarskaartjes af te schaf
fen. Vooral met het oog op den postdienst is
het wenschelijk dat aan dien stroom van nieuw
jaarskaartjes een einde kome. Men weet hoe de
postkantoren in de eerste dagen van ’t jaar sta
pels van die noodelooze dingen te bezorgen krij
gen en soms voor het wegbrengen van dergelijke
couvertjes met een cents postzegel, de besteller
een uur ver moet loopen. Als de man het in
zijn 'tasch hield stond hem eene straf te wachten,
die niet geëvenredigd is aan'het nadeel, dat er
door wordt teweeggebracht, want dit is nulen
voor al die nullen wordt de dienst zoo veel ver
zwaard.
Volgens eene mededeeling in de Zutph. Ct.
is Maandag met den trein van den Holl. IJzeren-
Sjjoorweg, die om 12.33 van Rotterdam naar
Zutphen vertrekt, het volgende gebeurd
De trein bestond uit een rijtuig le en 2e klasse
en een rijtuig 3e klasse. Te Gorinchem bleek al
dadelijk dat dit matrieel de menschen niet kon
bergen, die naar de markt waren geweest. Er
werd daar een rijtuig tot Geldermalsen aange
haakt.
Zoo ging verder de reis tot Vork, gelegen
tusschen Valburg en Eist, alwaar de trein zich
in twee deelen splitst: het eene gaat naar Nijme
gen en het andere naar Arnhem. Nu moesten
de reizigers, die in het le en 2e kl. rijtuig zaten
en naar Arnhem wenschten, er uit, daar dit
rijtuig naar Nijmegen ging. Er bleef dus voor
de richting Arnhem niets over dan een rijtuig
3e kl.; waarmede zich reizigers le en 2e kl.
konden getroosten.
Protesten hielpen niets. Men kon in de kou
blijven staan of instappen. Het personeel beweerde
maar, dat er niet meer wagens te krijgen waren.
Het gevolg was, dat dames en heeren, die voor
zien waren van le en 2e klasse-biljets, in de 3e
klasse konden plaat nemen.
De Hooge Raad heeft, gelijk men reeds mede
deelde, beslist dat de ambtenaren trouw moeten
zweren aan den Koning en niet aan de Koningin.
De Regentes heeft trouw gezworen aan de
Koningin.
Is nu Haar eed niet geldig en zal om dit
verschil over een paar letters, terwijl omtrent
de zaak zelve bij geen sterveling een haar
verschil bestaat, H. M. de Koningin-Regentes
opnieuw den eed moeten afleggen Zoo niet, dan
zal toch met Haar het gansche volk begrijpen,
dat een eed aan de Koningin even verbindend
is als een eed aan den Koning.
Toch zal men het kunnen beleven, dat eene
vervolging door een ambtenaar ingesteld, door
den Hoogen Raad wordt vernietigd, op grond
dat hij geen ambtenaar is, als hij trouw gezworen
heeft aan de Koningin en niet aan den Koning
(die er niet is).
Indien dit zoo is, dan zullen ook alle besluiten
van de Koningin-Regentes verbindende kracht
missen, daar zij en Hare raadslieden, het gezond
verstand boven de letter stellend, trouw gezwo
ren had aan de Koningin en niet, gelijk de Hooge
Raad nu beslist heeft dat moest geschieden, aan
den ontbrekenden Koning.
De Maatschappij tot Exploitatie van Staats
spoorwegen zal aan het administratiepersoneel,
en wel in het bijzonder aan dat van de lagere
rangen, een prettig Nieuwjaar bezorgen. Niet
alleen dat de minima een maxima-bezoldiging aan
verschillende rangen verbonden aanmerkelijk wor
den verhoogd, maar zullen in verband met de uit
breiding van het kader ambtenaren, verscheidene
ambtenaren tevens in rang worden bevorderd.
Op den avond voor Kerstmis, terwijl eene
menigte menschen in het Centrale station te
Leeds hunne bezoekers afwachtten of op reis
zouden gaan, kwam eene locomotief in volle vaart
het station binnen stoomen, verbrak de stootpa-
len op de baan langs het 8ste platform, doodde
eene vrouw, die niet spoedig genoeg uit den weg
kwam, en vernielde verder onder een oorverdoo-
vend leven en het ontsnappen van den heeten
stoom, nog wat houtwerk.
Tusschen negenen en tienen op denzelfden,
avond, had op korten afstand van Leeds een an
der, maar ernstiger, spoorwegongeluk plaats.
Een wisse)wachter vergat een sein te stellen
en dientengevolge reed eene locomotief in volle
vaart op een expres-trein, langs een eenigzins
hellenden weg. Zestien of zeventien personen
werden gewond, waaronder verscheidene zeer
ernstig
Verder zijn denzelfden avond nog een paar
goederentreinen tegen elkaar geloopen, waardoor
wagens en weg wel zeer vernield werden, maar
waarbij geene persoonlijke ongelukken plaats
hadden.
Een treffend ongeluk had op den len Kerst
dag aan het Woerdsche verlaat, gem. Wilnis,
plaats. Twee zusjes van 6 en 4 jaar waren voor
een duiker in een gat geloopen en werden daar
uit levenloos opgehaald. De moeder, die hare
kinderen wilde helpen, werd zelf met groote
moeite gered. De vader W. 8. was voor zaken
De internationale wedstrijden te Heerenveen
hebben een tekort van f 3000 opgeleverd.
Uit het Amsterdamsohe weekblaadje Mer-
curius vernemen wij, dat zekere firma te Londen
de kunst verstaat om met zekerheid te vertellen,
hoe hoog de verschillende fondsen óp de beurs
aldaar over drie maanden genoteerd zullen staan.
Voor f 12 (van den kleinen burger) of f 120 (van
den rentenier) zegt de firma „waar”.
Men zij gewaarschuwd
Men schrijft van het eiland Marken
„Zagen velen hier de naaste toekomst met zorg
tegemoet wegens het totaal, gemis aan genees
kundige hulp, daarin is gelukkig verbetering ge
komen, al mogen we niet zeggen dat ze duurzaam is.
De gemeenteraad heeft nl. besloten, om hier,
voor den tijd van drie maanden en tegen behoor
lijke vergoeding, een officier van gezondheid als
gemeentearts aan te nemen, op denzelfden voet
als dit in vroeger jaren reeds op het eiland Urk
heeft plaats gehad.
Met zijne gewone bereidwilligheid, waar het
het algemeen belang geldt, heeft de Minister van
Oorlog, op uitnoodiging van zijnen ambtgenoot
van Binnenl. Zaken, dien officier van gezondheid
een binnenlandsch verlof van 3 maanden verleend.
Hopen we, dat, na het verstrijken van dien
termijn, de een of andere geneesheer zich hier
zal vestigen, opdat een einde kome aan den on-
houdbaren toestand, die ons het grootste gedeel
te des jaars van allen-geneeskundigen bijstand
verstoken doet zijn.
In het onderwijzers-tijdschriftSWmoZen Stu
die wordt een feit medegedeeld, waarvoor de re
dactie de waarheid verzekert, dat een nieuw be
wijs oplevert voor den geringen waarborg, dien
examens opleveren.
Een jongmensch had op 18-jarigen leeftijd zijn
hulpakte verkregen en was nommer twee van
een groep van zestien candidaten. Hij behoorde
dus tot de allerbesten. In 1888 ging hij op voor
de commissie der hoofdakte te Groningen hij
kreeg voor rekenen voldoende, maar voor taal
onvoldoende. Hij werd afgewezen.
In 1889 bood bij zich aan voor de commissie
van Leeuwarden. Deze vond taal niet onvol
doende maar zeer goeddoch het rekenen vond
zij niet voldoende, maar onvoldoende.
Hij werd afgewezen.
In 1890 ging hij voor de commissie van Assen.
H)eze vond het rekenen niet onvoldoende, maar
voldoende, doch de taal vond zij niet zeer goed,
maar onvoldoend. Hij werd afgewezen.
Uit het jongste jaarverslag der vereeniging
Het Nederlandsch Tooneel blijkt, dat 1889/90
zich kenmerkte door een tot dusver ongekenden
tegenspoed. In de maanden, gewoonlijk het gun
stigst voor ieder schouwburgbeheer, heerschte de
influenza, en toen de noodlottige toestand begon
te keeren trof de vereeniging de ramp van het
verbranden van den Stadsschouwburg. Dankbaar
herinnert de raad aan de hulp door de heeren
van Lier gegeven, en aan den ijver en de toe
wijding der artisten.
Uit het verslag blijkt verder, dat in het afge-
loopen jaar de voorstellingen gemiddeld opbrach
ten f 180.62, tegen f 250,32 in 1888/89. De ba
lans sluit met een voordeelig saldo van f5786.205,
een bedrag dat f Ö278.955 kleiner is dan het
saldo over 1888/89. Slechts door de koninklijke
subsidie kon de vereeniging voor een verlies, ver
boven haar kracht, bewaard blijven.
Uit de opgave van gespeelde stukken blijkt,
dat 62 stukken zijn opgevoerd, waarvan 24 nieuwe.
Van deze waren 3 oorspronkelijke en de andere
21 vertalingen, als 9 uit het Fransch, 6 uit het
Duitsch, 2 uit het Engelsch, 1 uit het Italiaansch,
2 uit het Noorsch en i uit het Spaansch.
Men schrijft uit den Haag
Den tweeden Kerstdag ’s middags heeft het
Leger des Heils alhier iets gedaan, waarmede
het zich de populariteit van het grootste deel
der volksklasse verzekerd heeft.
Vooral het vrouwelijk deel der residentie-be-
woners was hoogelijk ingenomen met den optocht,
welke zich op het Hofspui in beweging stelde,
die geheel door heilsoldaten georganiseerd en
geëscorteerd werd en samengesteld was uit kin
deren van alle mogelijke gezindten, van den meest
uiteenloopenden leeftijd en afkomst, maar die
allen reeds bij voorbaat beloofden aan den war
men maaltijd, hun door het heilsleger aangeboden
ter gelegenheid van het Kerstfeest, de noodige
eer te zullen bewijzen.
Het gros der kleinen was behoorlijk gekleed;
blijkbaar hadden de ouders moeite gedaan, om
hun kroost in een passend feestgewaad aan tafel
te brengen. Zij, die te klein of te zwak bleken
om te loopen, werden door de vrouwelijke sol
daten liefderijk op den arm gedragen.
Allerwege toonden de voorbijgangers ten zeerste
ingenomen te zijn met het edel streven van hei
Leger des Heils om de minder bedeelde kinderen
ten minste eenmaal ’s jaars een behoorlijken
maaltijd te verschaffen, en bij het zien passeeren
van den stoet van meer dan vijfhonderd kinderen,
bestierf de kwinkslag op de lippen van menigeen,
die gewoon is zich ten koste van de heilsoldaten
vroolijk te maken. Als bij instinkt gevoelde ieder,
dat hier een goede daad werd verricht, en menig
een moet zich voorgenomen hebben voortaan die
menschen, die kalm en vredig hun weg gaan en
Achter ons ligt gij, 365tal dagen, nog enkele
uren en wij leggen uw laatste seconde in het graf.
De eerste van een nieuw getal volgt terstond, her
rezen uit de groeve, wij roepen haar ons welkom
toe, de eerste van het laatste tiental jaren der
wegstervende eeuw.
Er zullen er zijn, die heden en morgen niets
te denken en niets te danken hebben, hoogwijze
mopperaars, die ’t onzin vinden om gedenkdagen
te hebben, zij voelen er niets van en voor. De
eene dag is immers gelijk aan den anderen, precies
als twee droppelen water. Zoo, maar die zijn
nooit aan elkander gelijk. Ernst, vroomheid,
poëzie in ’t leven dat hebben ze alles over
wonnen. Zullen ze iets zeggen, dan is ’t, dat de
maatschappij ellendig is ingericht, dat ’t leven een
last is, datowij kennen het eenzijdig
geklaag en tusschen de regels en de woorden
door, zien wij het duiveltje van den hoogmoed,
dat hen denken doet, dat alles natuurlijk veel
beter zou zijn, als zij ’t roer in handen hadden.
Er zijn er ook, die nog zoo kinderlijk zijn, dat
zij danken kunnen en daartoe is stof in overvloed,
want voor hoeveel rampen, die elders oogsten,
steden, dorpen verwoestten, zijn wij bewaard. Het
vee heeft gedarteld in de weide en staat gezond
op stal. Geen besmettelijke ziekten hebben tien
tallen menschen weggevaagd, nadat in den aan
vang des jaars de influenza ook in deze om
streken, haar invloed heeft doen gevoelen.
Is er één arme, die tevergeefs heeft
klaagdzijn er niet onderscheidenen, die in
rijke mate hulp hebben ondervonden in de stad
onzer inwoning? Worden er in het naburige
Wonseradeel niet met ernst pogingen aangewend,
om het lot van den werkman en zijn gezin te
verbeteren? Er gloeit warme liefde, al is er veel
koudef zelfzucht. Er bloeien bloemen, er is zegen.
Stervend jaar, gij gaaft veel goeds.
Doch er waren ook „droeve dagen.” Er is
veel tegenspoed geweest, veel lijden doorgestaan,
menig zwaard door de ziel gegaan. Ledige plekken
zijn gekomen, in het koninklijk paleis, in de
woningen der burgers. De dood schuwt purper
noch stroo. Hij legt zijn kille, machtige hand op
den sterken man en op het lieve, jonge kind, dat
als de teere bloem, de eerste blaadjes ontplooit.
Waar echter geloof en hoop en liefde woonden,
daar hebben die drie machten, als Engelen Gods,
de wonden gebalsemd, de tranen gedroogd, de
zielen gesterkt, de levenden nauwer te samen
verbonden.
Zullen wij moedeloos het hoofd laten hangen,
vreezende de toekomst tegengaan Dat mag
niet. Uit den donkere schoot der aarde, lacht een
nieuwe lente ons tegen. Nieuw leven uit den
dood.
Wij hebben ons Kerstfeest onlangs gevierd, ’t
feest des levens en des lichts, der verlossing en
des vredes, der algemeene menschenmin en der
persoonlijke zelfverloochening.
Bezweren wij dan de booze hartstochten, de
partijdriftenlaten armen en rijken elkander met
liefde ontmoeten, de een den ander niet vloeken,
maar allen samenwerken tot één groot doel, niet
de omverwerping der maatschappij, maar haar op-
bouwing, en bovenal vergete niemand onzer het
herzie u zelven. Zal de toekomst beter worden, dan
moeten wij beter worden.
M. E. van der MEULEN.
Bolsward. Zaterdag 27 Dec. werd tiet stof
felijk overschot van den heer W. U. de J,ONG
ter stille rustplaats geleid door zijne verwanten
en vrienden, van welke laatsten er van elders
waren overgekomen om hem de laatste eer te
bewijzen, ook het hoofdbestuur van de vereeni-
èing „Schuttevser” volgde de baar. Aan de groeve
ijverden door den Secretaris van „Schutteveer”
woorden gesproken, die getuigden van dé- Warme
verering en genegenheid, welke de overledene'
zicfij had verworven en van den onvermoeiden
ijver, waarmee hij als voorzitter de belangen van
Schuttevser had behartigd. Na de terugkomst,
van het kerkhof herdacht Ds. van Douwen den
door de zijnen geliefden en door zoovlflen ge-
ëerden doode en voerde de Heer Vos het woord
om het Hoofdbestuur uit te noodigen de eerst
volgende algemeene vergadering van „Schutte-
veer” te Bolsward te doen houden en daarmee
eene laatste hulde te bewijzen aan den betreur
den Voorzitter.
Bolsward. De vorige week heeft ten.huize
van Johs. Mulder de vijfde algemeene jaérsver-
gadering plaats gehad van de R. K. Werklieden-
Vereeniging alhier. Hoewel de opkomst der leden
zeer talrijk was, waren slechts een tweetal der
weldoeners dezer vereeniging op de vergadering
aanwezig. Dit zeer gering getal was voor de
leden en het bestuur een ware teleurstelling, en
als men bedenkt in welke goede richting deze
vereeniging werkt, hoe zij het zelfbewustzijn bij
dsn Katholieken werkman verhoogt, hoe zij de ver
schillende instellingen van liefdadigheid als arm
bestuur, St. Viucentius-vereeniging en dergelijke
krachtig ten goede komt, dan mag men zich over
deze geringe belangstelling zeer zeker verwonderen.
Men bedenke, dat men den werkman niet slechts
finantieel moet steunen, maar dat een blijk van
waardeering en een opbeurend woord hem soms
aangenamer in de ooren klinkt dan de zilverklank.
Aan het jaarverslag ontleenen wij, dat het le
dental in den loop des jaars met 15 is toegeno
men en thans tot het voor Bolsward respectabele
cijfer van 88 is geklommen. Het batig saldo ver
meerderde met f20 en bedraagt thans f758,08,
niettegenstaande, vooral tengevolge der dit voor
jaar geheerscht hebbende influenza 44 malen een
uitkeering van f 5 en 3 maal van f 4 is geschied,
zoodat deze uitkeeringen de gezamelijke som van
niet minder dan f 232, bedroegen.
Indien men nog weet, dat er een gezamelijken
zeer voordeeligen inkoop is gedaan van ruim 700
korf aardappelen en meer dan 750 kilo vet, waar
voor tneergegoeden rentelooze voorschotten heb
ben toegestaan, dan zal men toestemmen, dat de
vereeniging heilzaam werkt voor den werkman en
dus de steun en belangstelling van de meerge-
goede burgerij ten volle waardig is.
De twee aftredende bestuursleden en de Com
missaris van Toezicht werden met groote meer
derheid herkozen. Ons Noorden.
Bolsward. Onze stad is Vrijdag j.l. door
duizende vreemdelingen bezocht. Eere daarvoor
aan het bestuur van de „Vereeniging IJscIïrb
Bolsward.”
Het was een goede gedachte om op den twee
den Kerstdag, een dag dat ieder kan, en ook
gaarne wil uitgaan, een harddraverij met paard
en arreslee uit te schrijven op de nieuwe ijsbaan,
en daar tevens aan te verbinden een avondijs-
feest, tot nu toe alhier nooit vertoond. Het doel
der club om vreemdelingen in ons midden te hebben
werd bereikt, ’s Middags 2 uur begon de Harddra
verij opgeluisterd door de Schutterijmuziek, negen
paarden namen aan den wedstrijd deel, welke aan
het talrijke publiek veel genoegen gaf. De prijs
werd gewonnen door het paard van den Heer van
der Zijl te Sneek, en de premie door het paard van
den Heer E. Couperus alhier, gereden door J.Knór.
De uitreiking der prijzen had na afloop plaats
in de Sociëteit „de Doele” ook daar was de groote
zaal geheel bezet, terwijl alle logementen en her
bergen in de stad het drukker hadden dan ooit,
’s Avonds 7*/u uur spoedden zich weder duizen
den naar de inmiddels met honderde lampions
verlichte baan, het was een prachtig gezicht die
vele schaatsenrijders, waarvan verscheiden voor
zien van een lampion als dwaallichten zich voort
bewogen, waaronder enkelen in costuum. In de
versierde tent deed de muziek zich hooren. „De
Schotsche trije” werd gespeeld, en velen dansten
op de daarvoor aangewezen plaats, het weder
was hoewel een weinig mistig, prachtig stil, in
een woord alles liep mede tot welslagen.
Nog eens, de Directie van de Vereeniging komt
een woord van dank toe, ook voor de goede
orde. Zij boude ons echter ten goede als we
opmerken, dat bij herhaling van een dergelijk
feest, de toegang tot de banen wat meer worde
verlicht. Dit eerste avondijsfeest is een proef ge
weest, we vertrouwen dat als de vorst nog eeni-
gen tijd voortduurt, het bestuur het thans ont
dekte ontbrekende zal aanvullen en wenschen
het dan zoo mogelijk nog grooter succes ten
voordeel van velen.
In eene vergadering van den geneeskundi
gen Raad van Gelderland en Utrecht heeft prof.
Wefers Bettink de wenschelijkheid van beter
toezicht op eetwaren en drinkwater ter sprake
gebracht. Ten bewijze hoe noodig zulks is, wees
hij er op. dat alleen te Utrecht 40 a 50 duizend
gulden wordt betaald voor water, gemengd in de
melk.
op reis.
Bolswardsche Courant
5
Geregeld in zijn kast, als ’t bloed
in de ader, gaat
De slinger heen en weer, die met zijn
kalme slagen
Den tijd, èn lente èn herfst èn blijde t
èn droeve dagen,
Als weg doel zinken, stuk voor stuk,
in ’s afgronds schoot.
„In ’s afgronds schoot,” zegt de Genestet, zinkt
elk jaar ter neder en wij zeggen het hem na
maar, niet in dien zin kan en mag hij het
bedoeld hebben, dat het daar verpletterd, der
vernietiging en der vergetelheid ten prooi zou
neergeslingerd zijn. Neen, „wat het wrocht, blijft
duren.” De stofwisseling gaat voort, maar overal
nemen wij de ontwikkeling van nieuwe kiemen
waar.