NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OLSWABB BH WOHSEBABBBX
Bf ©1
Dertigste Jaargang.
1891.
No. 13.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
DONDERDAG 26 MAART.
O
3
VOOR
KORT OVERZICHT DER
ander begrip
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
s
a
$XXXXXXXXZCKXXXXXXXX$:
Jhr. Mr. J. G. Ridder
Van duizend en een partijen één partij ma
ken waarop men in zijn regeering met eenig
vertrouwen kan steunen, is een heksenwerk. Zoo
iets staat graaf Taaffe te wachten, die in den
Oostenrijkschen rijksdag een regeeringspartij moet
vormen met een aantal partijen en partijtjes om
zich heen, die ieder oogenblik gereed staan haar
kwaardaardige kopjes op te steken. Wat Taaffe
nu zal doen, ligt voor ieder nog in het duister;
zal hij rechts gaan, of zal hij naar links zwen
ken wordt gevraagd. Dit eenige valt met ze
kerheid te zeggen, dat er onderhandelingen zijn
aangeknoopt met de Duitsche liberalen, die on
der leiding staan van von Plener, en dat die on
derhandelingen nog niet zijn afgebroken.
Wat men bespreekt en op welken basis men
een samengaan zou kunnen verkrijgen ook
dit ligt alles in ’t geheimzinnige duister. Daarbij
moet hij echter ook het oog gevestigd houden
op de Polen, die in de meeste gevallen lijnrecht
tegenover de Duitschers staan en wier 57 afge
vaardigden nu eenmaal niet weggecijferd kunnen
worden. De heer Taaffe is in staat met ieder
samen te gaan, van welke partij ook, wanneer
’t moet, zelfs met den duivel, beweerde eens de
heer Herold, doch hoe handig ook, thans heeft
van Rappard,
Gehouden alhier 24 Maart.
In eene openbare vergadering der kiesvereeni-
ging, „Vooruitgang” te Bolsward trad Jhr. Mr. J.
G. Ridder van Rappard op.
Als inleiding deed de 8. op heldere wijze de
teleurstelling uitkomen, welke de regeering, in
1888 aan het roer gekomen, overal in den lande
heeft verwekt. Vooral legde hij nadruk op het
beginsellooze standpunt door haar ingenomen ten
opzichte van den schoolstrijd. Deze toch in de
eerste plaats zou door haar tot een in haren geest
goede oplossing worden gebracht en ten slotte is
het gebleken, dat het haar niet te doen is om het
intellectueele standpunt van het volk te verhoogen,
maar is de geheele beweging herleid tot eene
„dubbeltjeszaak.” Een wetsontwerp is tot stand
gekomen, dat ook door een liberaal ministerie had
kunnen zijn ingediend en waaraan dan ook zeven
tien liberalen hun stem hebben gegeven. De ka
tholieken, die onder hun meesterlijke leiding van
alles de meesje vruchten plukken, hebben ook
hierin hun zin'gekregen en de anti revolutionairen
eten mee uit de staatsruif, wat zij vroeger steeds
aan de liberalen verweten. Deze laatsten echter,
al zijn zij tijdelijk in de minderheid, hebben een
ander begrip van de waarde hunner beginselen.
Zij hebben te veel eerbied voor het ideaal dat zij
zich gesteld hebben, dan dat zij de gemoederen
in den lande zullen verontrusten en op een dwaal
spoor brengen door een valsche leus, om weder
op het kussen te komen.
Daarna vestigde de 8. het oog op de Volkspartij
in het Noorden, wier -ontstaan hij verklaarbaar
achtte, waartoe ook hij zou wenschen te behooren,
want wat is schooner dan voor het volk te wer
ken, waarvoor nooit genoeg kan worden gedaan
Hij betreurt echter, dat zij te veel overhelt tot
revolutie en niet begrijpt dat men het doel door
evolutie, door ontwikkeling moet trachten te be
reiken en evenzeer dwaalt zij naar zijn meening
omdat zij tegen het Koningschap opkomt, vertegen
woordigd in het huis van Oranje.
Van de liberale partij spreekt hij uit dat zij in
moeilijke omstandigheden verkeert. Volkomen
eenstemmigheid kan bij haar niet bestaan, omdat
zij wel aan elk lid het recht schenkt ook omtrent
hoofdpunten een individueele meening te hebben,
daar zij geene centrale macht erkent, gelijk de
katholieke en anti-revolutionaire partijen, maar
toch zullen de vooruitstrevende elementen in haar
midden, moeten bedenken, dat de alpha en de
omega, het begin en het einde van hetgeen een
staatsman heeft te kennen en in praktijk te bren
gen isopoffering van een deel zijner eigene be
ginselen, althans voor een wijle en terzijdestelling
van eigen ideaal. Hare roeping is thans deze
geen stilstand, maar geleidelnke beweging in voor-
uitstrevenden zin, zonder radicale proefnemingen,
alzoo geen algemeen stemrecht, wel betere regeling
en uitbreiding er vangeen landnationalisatie
maar tegemoetkoming aan den inderdaad gedruk-
ten landbouwersstandgeen republiek, last not
least, maar onze constitutioneele regeeringsvorm
als de vorm aan welke het grootste gedeelte van
het Nederlandsche volk terecht is gehecht, omdat
nu aan het hoofd der regeering staat de leidsvrouw
van het kostbare kleinood, de dierbare telg uit
ons geliefd Nassaustamhuis, de eenige welke ons
rest van den vroeger zoo breedgetakten Oranje
boom. Tot welke partij wij behooren, althans zoo
wij Nederlanders en geen cosmopolieten zijn, op
Haar is eerbiedig ons oog gericht, en welke onze
beginselen ook mogen zijn, boven allen en alles
staat onze verknochtheid aan Haar en Haarhuis
en onze onwankelbare trouw aan Haren constitu-
tioneelen troon.
Na deze inleiding gat de S. eerst een overzicht
van de verschillende rechtsgronden en theoriën,
waarop de economisten de heffing van belasting
verdedigen, daarna van de verschillende soorten
van belastingen, met hare voor- en nadeelen en
ontwikkelde ten slotte het samenstel van belastin
gen, dat wij thans hebben met eenige opmerkingen
daaromtrent en aanwijzing van de richting, waarin
hij dat zoogenaamde belastingstelsel zou willen
verbeteren.
Na de theoriën van Adam Smith, Stuart Mill en
Sdhaffle, kortelijks te hebben medegedeeld en ge
toetst en zich verklaard te hebben tegen de hoog op
gevoerde belasting op sterken drank, waardoor de
minvermogende onevenredig zwaar wordt getroffen
en tegen de inkomsten- en verteringsbelasting als
eenige belasting, stelt hij de vraag: aan welke regels
moet een goed belastingstelsel voldoen? Om deze
vraag te beantwoorden moet men zich eerst reken
schap geven van de roeping van den Staat in de maat
schappij. Deze omschrijft hij aldus De functie
van den Staat in de maatschappij is die van een
rechtspersoon, welke werkkrachten noodig heeft,
die hij alleen uit de natie putten kan en die noo
dig zijn voor de harmonische samenwerking van
het geheel.
Het streven moet natuurlijk wezen naar gelijk
heid van belastingdruk, maar een goed belasting
stelsel, dat allen kan bevredigen, is, kan men vei-
weg langs naar den kant v. Ringelenstein, dan
weder trachten zij met hun blik den nevel te
doorboren, welke de Papensteeg grootendeels om
hult maar zij wenden zich telkens oogenschijn-
lijk teleurgesteld af en praten dan met elkaar.
Daar komt een wagen aanrijden met een los
paard achteraan. Der mannen aangezichten ver
helderen. Helaasde voerman rijdt door, en
wagen en paarden verdwijnen in het Molen
laantje. Nieuwe teleurstelling. Men wacht ge
duldig nog wat: eindelijk, over achten, teekent
zich in de verte de omtrek af van een rossinant,
door een man begeleid. Ze naderen, het dier
wordt aan de „lijn” gebonden en draait zijn kop
naar links en rechts, als woü het vragen wat
moet ik hier in mijn eentje doen Na een poos
verschijnt er weer een harddraver, dan nog een
en nog een enhun aantal beloopt ten laatste
zes Wat er aan scheelt, dat er geen greintje
tierigheid bij de dieren te ontdekken is Dat
ze niet vroolijk hinneken, maar droef den kop
laten hangen? Zij schijnen verbluft, en verbazen
zich stellig over de groote ruimte voor hun zessen.
Makkers komen er niet meer opdagen, evenmin
kijkers naar hun lichamelijk schoon. Eenige
geleiders, droevig gestemd als de paarden, be
kruipt het ongeduld en vier hunner maken rechts
omkeert met hunne viervoeters. Een armzalig
tweetal blijft achter. Tien uurook dit vertrekt,
des wachtens moe. Het laatst heengaande dier
werpt een meewarigen blik in het ronde, heft
zijn staart omhoog en laat een bewijs zijner tegen
woordigheid achter. Weder is het stil en een
zaam op het plein als des morgens vroeg.
Het was paardenmarkt geweest te Tiel.
Men schrijft uit het zuid-oosten der provin
cie Utrecht
Heeren suikerfabrikanten laten hier voor den
bouw van beetwortelen f9.59 per 1000 KG. en
f70 per HA. voorschot bieden. Slechts weinigen
zijn genegen op een dergelijk bod in te gaan.
In het jongst verschenen Vliegend Blaadje
vangt Nemo aan met eene bekentenis, waaronder
menig liberaal zijn naam zou kunnen zetten om
dat hij in geheel dezelfde positie verkeert.
Schrijver dezer blaadjes, zoo zegt hij behoort
tot hen, die in den loop der jaren van tegen
standers van den persoonlijken dienstplicht voor
standers geworden zijn.
Wat in de allereerste plaats deze omkeering
bij hem heeft teweeggebracht, is, dat hij van
het stelsel van plaatsvervanging meer en meer
een verwijt zag maken aan de gegoede klassen,
en tevens een middel om de lagere klassen op
te ruien en ouderlingen haat te kweeken.
De opvatting, dat de plaatsvervanging uitge
vonden was om voor de zoons uit welgestelde
gezinnen een voorrecht te scheppen, ten nadeele
van hen, die in minder gunstige maatschappelijke
omstandigheden verkeeren, stond vroeger zoo
niet op den voorgrond. Het stelsel van rempla-
ceering werd meer beschouwd als ingevoerd in
het algemeen maatschappelijk belang; namelijk
om te voorkomen dat de jongelieden, die al hun
nen tijd noodig hebben voor hunne opleiding en
hunne vorming voor een maatschappelijk beroep,
door den militairen dienstplicht daaraan onttrok
ken zouden worden, en zelfs gevaar zouden
loopen voor hunne roeping in de samenleving te
mislukken.
Achter dat stelsel de zelfzuchtige bedoeling te
zoeken om bloed en leven van de „rijke zoontjes”
te sparen, het kwam slechts bij enkelen op, die
niet gewoon waren ver te denken. Hoe kon dat
ook ooit eene gangbare meening worden Had
niet de geschiedenis van 1830 geleerd, dat wan
neer het vaderland zijne weerbare mannen noo
dig heeft, de jongelingen uit de welgestelde klas
sen de eersten zijn om zich aan te bieden En
leveren niet die klassen aan het leger de officie
ren, wier bloed en leven dan toch in den oorlog
evenmin worden gespaard Hoe menig dierbaar
offer heeft ook niet de Atjeh-oorlog, en hebben
ook andere oorlogen in Indië aan de welgestelde
families gekost!
Er is misschien nooit grooter leugen verkon
digd dan deze, dat het de „bezittende”, de
„heerschende” klasse slechts te doen was om
eigen kinderen aan een plicht van vaderlands
liefde te onttrekken, en dat het „mindere volk”
goed genoeg werd geacht om tot kanonnenvoe
der te dienen.
Zelfs dat het kazerneleven de jongelieden uit
de beschaafdere klassen afschrikte, is eene on
waarheid, want onder hen die vrijwillig dienst
namen, werden steeds een zeer groot aantal jonge
lieden van stand en beschaving gevonden. Dat
is zóó waar, dat verreweg het meerendeel der
infanterie-officieren van het Haagsche garnizoen
als vrijwilligers in dienst gekomen zijn, en het
soldatenpak hebben gedragen.
Maar met dat aldat de plaatsvervanging tot
een steen des aanstoots werd gemaakt, was ge
noeg om vele voorstanders van het stelsel tot
andere gedachten te brengen, vooral toen de mi
litaire specialiteiten, bijna zonder uitzondering
allen kwamen verklaren, dat dit stelsel eene
goede legerhervorming in den weg stond, en toen
bovendien de middelen aan de hand werden ge
daan om aan de bezwaren, die voor het burger
lijk leven de persoonlijke dienstvervulling hebben
kan, tegemoet te komen.
Thans kan gezegd worden dat, althans door
de liberalen, de persoonlijke dienstplicht nage
noeg algemeen wordt aanvaard. Dit is de logen
niet op een wetenschappelijk systeem gegrond.
Men kan het verdeelen in
le. Inkomstenbelastingen, zijnde grondbelas
ting, patentbelasting, rechten op de mijnen
2e. Verteringsbelastingen, zijnde personeel, ac
cijnsen, in- en uitvoerrechten
3e. belasting op het kapitaal, het successierecht
4e Retributiën voor bewezen diensten registratie,
zegelrecht, post, telegrafie, jachtacten enz.
De grondbelasting is goed, omdat zij niet strijdt
met de gelijkheidstheorie, eene inkomstenbelasting
is en weinig kost aan perceptieloon De patent
belasting is theoretisch, als in strijd met de gelijk
heidstheorie, en practisch, als onmogelijk met bil
lijkheid te bepalen en vooral drukkend voor
mingegoeden, onbillijk en behoort te worden afge
schaft. De personeele belasting, kan, vooral nu zij
weder geheel voor het rijk bestemd is, eene zeer
goede belasting heeten, omdat de onbillijkheden,
die haar aankleven nu kunnen weggenomen wor
den, waaraan het rijk minder behoefte had, zoo
lang het aan de gemeenten uitgekeerd moest
worden. Wat de accijnsen betreft, er zijn er als
die op sterke dranken en wijn, die moeten blijven,
de laatste vooral is uitmuntend, omdat hij uitdruk
kelijk op de vermogenden rust, maar die op zeep
en zout moeten noodzakelijk worden afgeschaft,
daar zij te veel op de minvermogenden drukken
en evenzoo die op het geslacht. De belasting op
de suiker, vroeger te veel beschouwd als eene
belasting op een artikel van weelde, terwijl nu
vaststaat dat zij groote voedingswaarde heeft,
moet echter niet geheel worden afgeschaft, omdat
zij niet gelijk staat met vleesch en brood. De
S. blijkt een groot voorstander te zijn van de
kapitaalbelasting in den vorm van successierecht,
omdat zij alleen hem treft, die het betalen kan,
en dat naar verhouding van zijn vermogen en
betaald wordt op 't oogenblik dat het vermogen
van den erfgenaam vermeerdert, terwijl zij aan
den Staat toekomt, die het erfrecht erkent, terwijl
hij kon zeggen, dat de goederen van den erflater
aan den Staat vervallen na zijn dood. Van de
Retributiebelastingen behandelt S. alleen de regi
stratie en doet uitkomen hoe onevenredig deze
werkt, hoe noodzakelijk het is „de doode hand”
te treffen, waar de onroerende goederen nooit over
gaan en de registratie-rechten voor de kleinere
landbouwers te verminderen.
Ten slotte stelt S. de vraaghoe moet het
samenstel der belastingen verbeterd worden
Men moet niet een geheel nieuw stelsel willen
invoeren, maar met de werkelijkheid rekenen,
zorgen dat er waarlijk een stelsel, een systeem
komt, een complex van belastingen, waarbij het
eene in het andere ingrijpt, geen omverwerping,
maar langzame aanhoudende verbetering. Gelijk
aangetoond is, moet er afgeschaft en verbeterd
worden en als equivalent moet er eene effecten-
belasting komen, die stellig genoeg zal opbrengen,
als men bedenkt dat het kapitaal in fondsen in
ons land ongeveer evenredig is aan dat in on
roerende goederen.
Er was van de gelegenheid om deze vergade
ring bij te wonen gebruik, gemaakt door een vrij
groot getal vertegenwoordigers van de vereeniging
Algemeen Stemrecht en der Volkspartij. De voor
zitter had vooraf gezegd, dat de heer van Rappard
alleen bereid was om inlichtingen te geven be
treffende ’t geen hij zou zeggen over belastingen,
in de bekendmakingen was ook geen gelegenheid
aangekondigd voor debat, omdat het doel was,
uitsluitend de belastingen en hare hervorming te
behandelen. Mr. D. A. van Eek en O. Stelling
werf van Leeuwarden spraken hunne teleurstelling
er over uit dat het bestuur der Kiesvereeniging
geen debat wilde over politieke richtingen, terwijl
de S. deze in zijne inleiding toch besproken'had.
Nu bepaalden beiden zich tot een paar opmer
kingen. Mr. van Eek drong er op aan, dat alle
richtingen de Friesche volkspartij zouden volgen
in het niet drinken van sterken drank en de
heer S. wenschte dat de grondbelasting #nn de
gemeenten zou worden geschonken en er voorts
een uitgebreide successiebelasting zou komen.
Land- en Tuinbouw.
Het hoofdbestuur der Friesche Maatschappij
van Landbouw heeft het vorig jaar een pacht-
commissie in het leven geroepen, ten einde daar
door verbetering te brengen in het verhuren van
boerderijen. In 1890 zijn aan deze commissie 7
taxaties opgedragen. Telkens gaat een lid .der
commissie de boerderij geheel opnemen, en dan
wordt in een gemotiveerd rapport aangegeven
wat veranderd en verbeterd dient te worden, aan
het huis, de landerijen, slooten, enz. Een corpo
ratie had haar drie taxaties opgedragen en heeft
al haar wenken opgevolgd, en heeft het voorne
men, de commissie later weder te raadplegen.
Evenzoo een eigenaar, die nu f500 huur meer
ontvangt, dan vroeger. Een ander eigenaar heeft
op aanraden dezer commissie zijn land laten af
graven, draineeren en meer dergelijke verbete
ringen aangebracht, in de overtuiging dat hij nu
wel minder huur maakt, doch dat de verbeterin
gen zullen rendeeren.
Voor twee boeren viel de taxatie ongunstig
uithun manier van bebouwen werkte verkeerd
op het land, tot schade voor eigenaar en huurder
beiden.
Men hoopt, dat men deze commissie meer en
meer zijn vertrouwen zal schenken, en dat hare
practische wenken, opgevolgd mogen worden, dan
zal haar werking den landbouwers en zelfs de
geheele provincie ten goede komen.
Joure. De door den heer Lijn, logementhou
der in het Tolhuis alhier, uitgeschreven 6-bals
biljartpartij is Donderdagavond gesloten. Ge
speeld werden 857 partijen. De prijs, f 40 werd
behaald door J. Romkema, met 548 punten
de eerste premie, f 15 door J. Steenhuizen, van
Roordahuizum, met 524 punten de tweede premie,
f5 door G. Hiemstra, van Westermeer, met 388
punten.
Westergoo. De zomercampagne op het bouw
land heeft in de afgeloopen week allerwege een
aanvang genomen, zoodat er reeds ettelijke aard
appeltjes gepoot zijn geworden. Zooals te ver
wachten viel, zijn de poters heel prijzig. In den
handel der eetaardappelen gaat tegenwoordig veel
om, de klacht, dat de zoete smaak er nog niet
af is, blijft voortduren. Proeven, genomen om door
verhooging van temperatuur daarin verbetering
aan te brengen, hebben meer succes gehad dan
een verdubbelde dosis zout bij het koken.
Oostermeer. Van wege de propagandaclub
te Drachten had hier Zaterdag eene bijeenkomst
plaats in het logement van Bouwes, ter versprei
ding van de beginselen van de Volkspartij. Als
spreker trad op de heer Tj. Nawijn, hoofd der
school te Beets, die tot onderwerp zijner rede
had: „De waarheid zal u vrij maken”. Despre
ker wees er, ook op grond van verschillende
schriftuurplaatsen, op, dat de werkman, wiens
belangen tot heden schromelijk verwaarloosd wer
den, op zooveel meer erkenning en waardeering
kon aanspraak maken, dat hij beter zijne rech
ten moet laten gelden, waar het gebleken was
dat noch van de huidige, noch van de liberale
regeeringen opheffing van zjjnen druk te ver
wachten was.
De zeer bevattelijke en gematigde rede werd
met de meeste aandacht aangehoord. Na afloop
traden met den spreker in debat de heeren A.
W. Bunning en D. Wijbenga; laatstgenoemde
kwam op voor de liberale partij, verdedigde haar
tegen de verwijten van nietsdoen en wees erop
dat onder haar bestuur de knellendste belastingen
op het geslacht, op de turf en op het gemaal
zijn afgeschaft.
De sprekers werden door den redenaar van
den avond beantwoord. De zeer humane toon
waarop het debat plaats had, maakte op alle
aanwezigen een gunstigen indruk. W. K. B.
Het Dagblad acht het volstrekt niet twijfel
achtig of de Minister van Marine zal aahbljj ven.
Het ziet in de discussie en de motie slechts de
uiting van een meeningsverschil tusschen de
meerderheid der Kamer en den Minister van
Marine, gesteund door een zijner ambtgenooten.
Het voorbijgaan van den heer Land kan niet
worden afgekeurd, zelfs niet worden betreurd.
Dan zou, volgens het Dagblad, de Kamer formeel
op het gebied der uitvoerende macht zijn ge
treden.
In deze leer zal het Dagblad wel alleen staan.
De Kamer kan geen benoemingen casseeren of
eischen, dat iemand zal benoemd wordenmaar
daaruit volgt geenszins, dat zij alle benoemingen
of niet benoemingen zou goedkeuren of toejui
chen, en het ligt geheel binnen de grenzen harer
bevoegdheid om het tegenovergestelde door mid
del van eene motie uit te spreken.
Het Dagblad heeft echter volkomen gelijk, dat
eene motie, waarbij eene regeeringsdaad betreurd
wordt, voor den betrokken Minister niet nood
zakelijk eene reden is om zijne portefeuille ter
beschikking te stellen maar wanneer gesproken
is gelijk zelfs door vrienden van den Minister
gesproken werd in de zitting van Vrijdag, dan
blijft geen Minister aan.
De N. T. Ct. schrijft: ’t Is Woensdag 18
Maart 1891, omstreeks half acht in den morgen.
Het terrein der veemarkten, nog niet geheel te
overzien omdat het in den nanacht gemist heeft,
ligt, eenzaam daar; er bevinden zich slechts een
past in het buisje der Duitschers of der Polen.
landsche belastingwezen is dan ook in het geheel
dingen die komen zullen. Nu eens zien zij den
over de zelfzucht der „bourgeois.”
F
Bolswardsche Courant
I
VAN
„jqortU.-
i