ff HET MÖVEB8TAKB. Een nieuw verkeersmiddel. uj „STOFF WaSCÏÏE” GEMENGD NIEUWS. ME IJ’S „STOFF WaSCHE’’ M E IJ’S ME IJ’S ,/STOFF WaSCHE” LU 1- 11,20 6,10 8,30 5,50 GO 7,45 3. II. UJ 5,30 6,10 8,35 9,10 9,35 10,45 7,30 8,15 9,45 4,15 5,30 6’30 7,45 6,30 7,45 12,25 1- Een verhaal uit de vorige eeuw. LEVIN SCHüCKING. fl gc 12,25 1,— 1,— 1,40 9,20 lo ll,15 9 20 10,- 6,15 8,— 7,— 8,35 8,15 6,15 7- 8,15 men altijci nieuwe, uitstekend passende 3,45 4,30 5,50 1,15* 2,45 3,— 1,40 3,40 9,35 10,45 Van Sneek Bolsward Te Harlingen Verkrijgbaar te Bolsward bij den Heer HERMAN OOSTERBAAN, Appelmarkt, of direct bij ME IJ E D L I C H. „Versand-Geschaft”, Leipzig-Plagwitz. Fransche en Engelsche detectives hebben vier beruchte internationale dievenin hechtenis ge nomen, die vóór 3 jaar twee millioen uit den postwagen tusschen Ostende en Brussel, en 700,000 frs. uit den spoortrein van Neuhaven naar Weenen stalen. De identiteit van den aan voerder der bende, Pauwels, die te Bristol een kasteel bezit, werd terstond vastgesteld. De an dere gearresteerden gaven valse,he namen en adressen op. Pauwels is reeds in Engeland en in Frankrijk veroordeeld geworden. De Engelsche politie was er van onderricht, dat de bende groote waarden, die zich in eene vuurvaste kast op eene stoomboot bevonden, ontvreemden wilde. Sleutels, waarmede de kast was te openen, werden bij Pauwels gevonden. De dieven waren gewaarschuwd, en ondernamen daarom den tijdens de overvaart voorgenomen aanslag niet. Zij wer den op het spoorwegstation in hechtenis genomen. In het programma der anti-revolutionairen komt een paragraaf voor, waarin gesproken wordt van eene poging om aan de overheersching, waarmee het liberalisme in zijne onderscheiden schakeeringen, bijna een eeuw lang, ons Christen volk verdrukt heeft en bij vernieuwing dreigt te verdrukken, een einde te maken. De Tijd merkt hierop aanwanneer bij ons Katholieken, spraak is van „verdrukking” en „overheersching’dan plegen wij niet bij voor keur slechts ééne, en met name deze, eeuw in onze herinnering terug te gaan, maar drie, en dan ontmoeten wij als onze vinnigste tegenstanders, als onze bitterste vijanden juist de mannen van Genève en van Dordt, die zich nu door heiligen ijver bezield verklaren om aan alle onderdrukking en overheersching een eind te maken. In Belgie neemt de zucht tot landverhui zing naar de Vereenigde Staten weder sterk toe. Dagelijks vertrekken er stoombooten met hon derden passagiers. In weinige weken begaven zich meer dan 4000 personen naar de Nieuwe Wereld, om zich daar te vestigen. Te Rotterdam was het getal aanvragen naar plaatsen door passagiers derde klasse zoo groot, dat 200 niet op de Zaterdag vertrekkende boot konden worden opgenomen en tot de volgende week moesten wachten. Ook te Boulogne sur Mer moesten 150 passagiers de reis uitstellen. Recht voor Allen meldt, dat het beruchte eerste kievitsei uit Schoterland is toegezonden aan Domela Nieuwenhuis, en dat dit ook is ge schied met de twee eerste kievitseieren uit Opster- land. Het blad voegt er niet bij zegt de Tijd, of Domela, geen kievitseieren willende eten, waar zoovelen gevonden worden, die niet eens kippen eieren kunnen bekomen, het geschenk heeft teruggezonden of aan de gemeenschap heeft af gestaan. In de Landb. Ct. komt de volgende mede- deeling voor Voor eenigen tijd ving een ingezetene van Harlingen een flinke aal, die, opengesneden, een klein balletje aan de ingewanden had. Dit werd opengemaakt, en daaruit kwamen een menigte jonge aaltjes, ter lengte van eene speld en nog iets dunner. De beestjes waren springlevend en de eigenaar heeft er nog een paar uren eenige in ’t leven gehad. Het lijdt dus geen twijfel of de aal brengt levende jongen ter wereld. Zaterdag had in het gezin van D. Robijn te Haarlemmermeer een vreeselijk ongeluk plaats. Drie kinderen, welke onbewaakt tehuis gebleven waren, namen een kruik met petroleum en wier pen den inhoud in de kachel, met dat gevolg, dat een der kinderen, een meisje van vier jaar, in brand vloog en zulke brandwonden kreeg, dat het kind onkenbaar was. Ofschoon nog in leven, bestaat er weinig hoop op behoud. De overigen bekwamen geen letsel. Het boycotten der winkels en koffiehuizen door de Duitsche socialisten schijnt weinig resul taten te hebben, althans te Brunswijk. Een kof fiehuishouder aldaar, die door de socialisten wetd geboycot, heeft van de gezamenlijke collega’s de toezegging ontvangen, dat ze hem voor het ge leden verlies schadeloos zullen stellen. Barnum’s Greatest show on earth (grootste tentoonstelling der wereld), waarin 31/, miliioends. kapitaal zit, zal blijven bestaan zijn erfenis wordt op 5 millioen dollars geschat en komt grooten- deels aan zijn kleinzoon. Tot de belangrijkste vraagstukken, waarmede de maatschappij van het laatst der negentiende eeuw zich voortdurend bezighoudt, behoort on getwijfeld het zoeken naar een verkeersmiddel, dat aan de volgende voorname eischen voldoet snel, goedkoop, gemakkelijk en met het geringste gevaar. Het zal wel geen betoog behoeven, dat het best ingerichte tramwegstelsel, de best georgani seerde spoorweg- of stoombootmaatschappij ten opzichte van een of meer dezer eischen nog zeer veel te wenschen overlatende statistieken en op zich zelf staande feiten zijn daar, om dit te bewijzen. Vooral voor groote steden, zooals Londen, Parijs, New-York, Philadelphia e. a., is dit een punt van zóó overwegend belang, dat reeds tal van jaren de grootste specialiteiten op het gebied van technische bouwkunde zoeken naar de op lossing er van, om te geraken tot een verkeers- stelsel, dat zooveel mogelijk aan de gestelde eischen voldoet. Tot een der nieuwste ontwerpen van een dus danig verkeersmiddel behoort, dat van de ge broeders Heinrich en Wilhelm Rettig, beiden ingenieurs, respectievelijk te Munster en Dresden. Wij zullen trachten een overzicht van dit stelsel te geven, dat, zooals blijken zal, zeker op oor spronkelijkheid kan aanspraak maken. Bij dit stelsel heeft als hoofd-beginsel voorge zeten, eene inrichting te verkrijgen, waarbij de trein niet behoeft stil te staan tot het in- of uit laten van reizigers, maar steeds kan blijven voortloopen met dezelfde snelheid, die hij aan vankelijk heeft gekregen. Elke lijn is ringvormig, zoodat de wagens over een kabel zonder eind door middel van een cen- traal-motor worden voortbewogen, waarbij als normale snelheid is aangenomen 4,5 meter per seconde, dus 16,2 K.M. per uur. Naast deze eigenlijke spoorbaan, met een spoorwijdte van 60 a 70 cM., liggen twee dergelijke banen, eigen lijk twee eindelooze platvormen, evenwijdig aan de spoorbaan loopende, en die elk door een af zonderlijken kabel zonder eind worden voortbe wogen, de middelste met eene snelheid van 3 Meter en de buitenste met eene van 1,5 Meter per seconde. Deze drie banen zijn onderling en met het pad voor voetgangers 10 cM. in hoogte verschillend. Ons blijft dus slechts over te verklaren, waarom het bij dit stelsel niet noodig is, dat de trein tot het in- of uitlaten van reizigers stilhoudt. Veronderstel, dat iemand zich bevindt op het zooevengenoemde voetpad naast het laagst ge legen platform, dat wordt voortbewogen met eene snelheid van 1.5 meter per seconde, overeenko mende met die van een voetganger. Door deze geringe vaart is het niet bezwaarlijk om op het eerste platform te komen, temeer omdat van af stand tot afstand doelmatige steunpalen zijn aan gebracht, die, wanneer men ze grijpt, vallen on mogelijk maken. Nu is men wel reeds in beweging, maar nog niet in den eigenlijken trein, want men moet eerst nog het tweede platform passeeren. Zooals wij boven zeiden, wordt dit voortbewogen met een snelheid van 3 Meter per secondehet is echter duidelijk, dat deze snelheid ten opzichte van het eerste platform, waarop men zich be vindt, slechts 1.5 Meter bedraagt, zoodat men met evenveel gemak als straks, dit platform en ten slotte den trein kan bereiken, die ten op zichte van het middelste platform ook slechts eene snelheid van 1*4 Meter seconde heeft. Toen wij boven zeiden, dat dit idee op oor spronkelijkheid kan aanspraak maken, hebben wij zeker niet overdreven. Het zal alleen bij eene uitvoering van dit ontwerp nog moeten blijken, of dit nieuwe stelsel al de verwachte voordeelen in zich vereenigtmocht dit te eeniger tijd blij ken, dan zal niemand aarzelen dit stelsel te be schouwen als het beste der tot nu toe bestaande op het gebied van stedelijk verkeer. loopen jaren, eentoonig en stil, maar die in ’t eenzame scherprechtershuis toch menig verande ring in ’t groot en in het klein hadden aangebracht. Op het dak des huizes hadden zij de pannen met dichter mos bekleed, in meester Baumle’s dicht kroes haar nog veel meer wit en grijs gemengd en des scherprechters dochtertje, Anne-Marie, in de armen des beulsknechts gelegd zij was zijne vrouw geworden en had hem kinderen ge schonken. Hoe immers had dat ook anders kunnen komen, als twee jonge menschen elkaar dagelijks zien, onder één dak met elkander verkeeren en in de geheele wereld niemand anders tot omgang niets anders om hunne gedachten bezig te houden hebben, dan elkaar De hofcavalier, die met de hofdame halve dagen lang alleen in de voorkamer zitten en zich vervelen moet, verlieft op haar en trouwt haar eindelijk en de beulsknecht, die met ’s meesters dochter in de eenzame scherprechterij door alle menschen geschuwd woont, hoe zou die anders kunnen doen Door alle menschen geschuwd, zeiden wij doch dit was meester Baumle toch niet zoo geheel, en spoedig was ook Theodoor dat niet. Vooreerst had meester Baumle een zeer warmen en toege negen vriend, die zich volstrekt aan geen volks- vooroordeelen stoorde, die hem vertrouwelijk op den schouder klopte, als hij hem bezocht, en ook met hem dronk en leven en drukte in de stille scherprechterij bracht, als hij kwam een kloek welgevoed mensch met een paar groote uitpui lende oogen, broeden kin en dikke, zinnelijke lippendaarbij met een stoute manier van zich uit te drukken en zich bij zijn praten aan geeste lijke noch wereldlijke overheid storende. Jammer maar, dat Baumle’s goede vriend zich slechts om de twee jaren eens zien liet en zoo veel andere drukten had ’t was namelijk de hertog. Die doorluchtige landsheer droeg zijn meester Baumle een bijzondere effectie toe en bezocht hem en dronk van zijn wijn, zoo vaak hij op reis of om te jagen in ’t opperambt T. kwam. Hij had ook zijnen vriend tot belooning van trouwe diensten en tot een douceur het halsrecht van Hohen- gingen, d. i. het recht toegekend, om allen, die op de staatsvesting Hohengingen zaten en gerecht moesten worden, het hoofd af’ te slaan. Meester Baumle had daar, ’t eene jaar door het ander gerekend, wel om de 200 gulden extraprofijt van. (Wordt vervolgd). Stoomdrukkerij Firma B. Cuperus Az, Bolsward. bloedsporen afgeleid. Op het bed hebben ze de andere wonden toegebracht, als kappen over de schouders, den buik en over het voorhoofd. Een der vermoedelijke daders is reeds gevat, bloedsporen aan zijn kleeren brachten dat uit. Het wapen is in een droge sloot gevonden. En waarlijk, waarheen zou hij vluchten Was hij ook nu niet reeds zelf oneerlijk, nadat hij een, twee, drie nachten onder het beschuttend dak van den scherprechter van Hartzheim gesleten had En wist meester Baumle niet zoo over de zaak te spreken, dat alles eene geheel andere wending en ’t aanzien verkreeg, dat het heel niet zoo moeielijk was, zich daarin te schikken Eu Anne-Marie, zag die hem met hare onschuldige oogen niet aan, alsof er in de wereld verder geen zacht, goed, liefderijk hart bestond, dan in de woning van den beëedigden scherprechter van ’t opperambt T. en de heerlijkheid Hohengingen De jonge man was door zijn noodlot in vaste Brandlecht legde zich in het open staande raam en zag in den nacht uit. De sterren schenen hel der en over de toppen der vruchtboomen heen zag hij de poorten en torens der stad Hartzheim zich tegen den hemel afteekenen en ook lichten uit het sluimerend dal door de bosjes en heggen schemeren. Door ’t brein van den jongen mau ging echter, terwijl hij zoo uitzag, weinig van de vredige gedachten, welke zulk een stil nachtbeeld anders in rustbehoevende menschen opwekt doch hij voelde zich door allerlei tegenstrijdige aandoeningen geslingerd. Akelige en dreigende voorstellingen rezen voor hem op. Zijn ongeluk, de bezorgheid van daarin jammerlijk te gronde te gaan, dit schijnbaar zoo vredig toevluchts oord, dat zich hem aanbood, deze eerlijke scherprechtersfamilie met haar stil leven en hare gelukkige onderwerping aan haar lot, deze Anne-Marie met hare groote sprekende oogen, die zoo deelnemend op hem gerust hadden, en wanneer hij zich dat alles herinnerd had, dan die gruwelijke beelden van galg en halsgerecht, van reeds van angst halfdoode menschen, van hoog opspattend bloed. Het was ontzettend, dub bel ontzettend, daar de jonge man zich reeds half gevangen voelde te midden van die beelden vol schrik en akeligheid. Zij verhieven zich rondom hem, een magischen kring om hem trekkende, waaruit geen ontkomen meer was De komt 2,50 te Bolsward aan. De uren van vertrek en aankomst worden geregeld Als een bewijs hoe brutaal de kraaien soms zijn, kan uit Wijk bjj Duurstede worden gemeld, dat Donderdag jl. bij den landbouwer J. L. twee lammeren, in de weide loopende, door de kraaien werden aangevallen en gedood. Er mocht wel eens eene opruiming gehouden worden onder deze voor den landbouw zoo schadelijke dieren. De Moord op Djatti. Een verschrikkelijke gebeurtenis heeft op de fabriek Djattie in de af- deeling Ngandjoek plaats gehad. De heer A. L. M. Bekking, zooals gewoonlijk in een paviljoen van de administrateurswoning tot eenigszins laat hebbende zitten werken, legde zich op Vrijdag 27 Februari j. 1. ook daar te slapen. Den volgenden morgen verwonderde het opzieners en werkvolk reeds, dat de heer B. niet vroeg te voorschijn kwam dat was zoo zijn gewoonte. Toen eindelijk de familie ook argwaan begon te gevoelen, trachtte de zoon door roepen en kloppen op de deur gehoor te krijgen, doch te vergeefs. Men trachtte toen het raam open te duwen en dit ge lukte, het was niet gegrendeld. Een allerakeligst schouwspel vertoonde zich toen aan aller blikken. Daar lag het lijk van den heer B. overdekt als ’t ware met houw- en stootwonden op het bed. Tegen den aanrander of aanranders schijnt hij zich nog verweerd te hebben, en naar het wapen te hebben gegrepen, want de vingers waren af gesneden. In allerijl werd politie en een geneesheer ge haald. De laatste, dr. v. Buren van Djombang, kon slechts den dood constateeren en een visum repertum opmaken, met zachten dwang de familie leden van het lijk afhoudende, want het moet SneekJEJ olsward1J arling’en. Op Werkdagen: 2,15 2,45 4,— 7- 5,30 6,10 7,45 Op Zondagen 9,20 10,— 11,10 12,30 5,45 7,— goed, vriend, als iemand flauwhartig wordt. De duivel, die in ieders menschenhart zit, is een zuiper, en als ge wat ingiet, dan maakt hij wel, dat hij alles alleen krijgt en de goede geest, die in u is niets. En heeft hij dan zoo’n klok van ’t vurige vocht binnen, dan is hij dadelijk baas en meester, en de goede geest kruipt weg, en de mensch wordt capabel tot ieder ding. Ik raad u, Brandlecht, drink drink ter deeg dan zal ’t wel gaan. En het ging. Hoe ’t gegaan was Theodoor Brandlecht wist dat zelfs nauwelijks, en toen zij ’s avonds thuis kwamen, en toen de vrouw van den scherprechter haren man met bezorgd gezicht in ’t oor vroeg, hoe het gegaan was, toen bad hij zekerlijk niet half zoo goed daarop kunnen antwoorden, als meester Baumle haar antwoordde: ’t Is een wakkere jongen, zeide meester Baumle namelijk, ’k Heb mij in hem niet ver gist. ’t Is een zwaar stuk voor een mensch, die niet als een van ons als zijn grootvader daarbij zag hanteren en door zijn vader daartoe is opge leid een zwaar stuk is ’t altijd. Als er echter maar een vaste wil en een kern in den mensch zit, dan breekt hij ijzer en loopt met een gij moet bij een toren op. Verloor hij den kop niet? vroeg de vrouw zachtjes en over den schouder naar Anne-Marie ziende, die met groote, vochtige oogen luisterende wat achteraf stond. Meester Baumle schudde het hoofd. Hij niet de anderezei hijhij was bijna even wit in ’t gezicht als de andere, maar hier Baumle wees met den vinger op een diepen rimpel tusschen zijne wenkbrauwen, hier stond het geschreven al een half uur te voren, dat hij de tramontanen niet kwijt raken zou. Nu, Goddank, zeide de vrouwik had veel zorg voor hem. Anne-Marie zuchtte diep en verdween stil. Zij ging, om voor de teruggekeerden den avondmaal tijd te bereiden. Had zij daarbij aan Theodoor gedacht, dan was hare moeite vruchteloos, want bij kwam dien avond niet van zijne kamer en meester Baumle verbood zijne vrouw, bij hem te gaan en hem te dringen. Dat was de eerste maal de eerste maal, dat Theodoor Brandlecht den meester bij zijn zware werk bijstond. Er kwamen later meer zulke dagen en eindelijk kwamen ook zulke, dat de handlanger den meester niet meer van doen had, dat hijzelf het zwaard wist te voeren en dat voerde. Tot zoolang trouwens waren toch jaren ver- er verschrikkelijk uitgezien hebben. De politie nam onmiddellijk den waker in ’t verhoor en deze is in hechtenis, terwijl verdere nasporingen met ijver in ’t werk worden gesteld. De waker had wel iets gehoord, doch durfde niet binnen te gaan of alarm te maken. Zijn antwoorden werden echter zeer verward, waarop men hem heeft opgesloten. Omtrent den moord worden nog de volgende bijzonderheden vermeld Het paviljoen bestaat uit twee kamers en een voorgalerijtje. De eerste kamer is kantoor, tevens ontvangkamer en de tweede slaapkamer, die met een deur aan den achterkant op open terrein leidt en met twee ramen uitzicht heeft op het hoofd gebouw. De moordenaar (s?) moet zich toegang verschaft hebben vóór dat de heer B. naar bed ging. Deze heeft zijn kleeren op een klein schutsel achter het bed gehangen en is daarna achter dat schutsel naar een nachttafel gegaan, waar een grooter schutsel stond. Daar trad de moordenaar met een groot kap mes, waarvan de zwaarte naar de punt lag, op hem toe en moet een hevigen slag toegebracht hebben, die met de hand, waarvan de vingers werden afgeslagen, moet zijn gepareerd. Met de bebloede hand moet toen moeite ge daan zijn om de achterdeur te openen, ten minste bloedsporen waren daarop te zien. Een tweede houw, het kaakbeen doorklievende, moet toen toegebracht zijn, waarop de verwonde naar het bed gewaggeld moet zijn en een derden houw in den nek ontving, alle eenigszins uit de gevonden 8,30 1.30 van Harlingen en naar den Amsterdamschen tijd. Van Sneek Bolsward Te Harlingen Van Harlingen Bolsw. Te Sneek met een 3,45 9,20 4,30 lO- ll,15 1,15 2,45 3 3,40 om ie tiarnngen ö,io u Van Harlingen5,45 Bolsw. Te Sneek banden geslagen hij liet zich houden door die banden hij bleef en bleef, tot eindelijk de dag kwam, dat de scherprechter ontboden werd om te doen, wat zijn ambts was. Meester Baumle be klom in den vroegen morgen zijn wagentje, en Brandlecht stapte met hem op, om zijn handlanger te worden ’t was thans te laat, om nog Neen te zeggen. Hij stapte mee op en reed met hem door de frissche morgenlicht, door het zonnige land, door de met den rijpenden oogst prijkende velden hij reed met hem, zwijgend, de oogen strak op de waaiende manen van het paardje rich tende, ’t hart krampachtig toegenepen. Voor hem stond het gansche ontzettende schouwspel, dat hij te gemoet ging, waarbij hij de hatelijkste rol moest overnemen: het schavot, de golvende men schen menigte, de kar met den armen zondaar, zich langzaam door het gedrang baan brekende, de zwarte man nevens den armen zondaar, die hem een crucifiks voorhield en hem voortdurend toesprak. Het was Theodoor Brandlecht daarbij te moe, alsof hij zelf de arme zondaar was, dien men daar voortkruide naar het schavot toe ook nevens hem mompelde voortdurend eene stem als van een zwarten man, een demon, die zijn hart met bitterheid en gal vervulde tegen de wereld, tegen de menschen en tegen het lot. Zoo ver dus is ’t met u gekomen, zeide die demon, zoo vast hebben de duivels u gepakt, dat ge nu beuls knecht zijt, een mensch, die tot loon voor zijn gruwelijk doen door ieder eerljjk christenmensch geschuwd en veracht wordt, dien men in ’t ge zicht spuwt, als hij zich bij zijnsgelijken neerzet ten wil een beulsknecht, een rakker, door iedereen vertrapt en verschopt. Nu, trap gij dan ook, waar gij kuntwat raakt u zoo’n arme zondaar, die daarbij nog een deugniet, een over tuigde boosdoener is. Een dwaas, die medelijden met hem had, en daar was toch niemand in hemel en op aarde, die medelijden met u zelf gehad heeft. Zoo prevelde de stem naast Thoodoor Brand lecht, terwijl ’s scherprechters wagentje vlug voortrolde en achter eene hoogte reeds de kerk torenspits van het stadje opdook, waar heden op ’t veld nevens de oude stadsmuren justitie zou worden gedaan. Toen zij op de hoogte kwamen en de stad voor hen lag en ook rechts het veld, waar ’t volk reeds op de been was, haalde meester Baumle eene grooten matten veldflesch voor den dag, nam zelf een duchtigen slok daaruit en gaf haar toen aan zijn makker. j Drink, Brandlechtzoon’n fiksche teug doet fl Q &C .s« CC f j; fl I is buitengewoon sterk, élégant, in het dragen voortreffelijk en goedkooper dan het I waschloon voor linnengoed. wordt na het gebruik eenvoudig weggeworpen, zoodat boorden, manchetten en voorhemdjes draagt. vervaardigd uit eene met linnen overtrokken grondstof, is van echt linnen niet te onderscheiden. Gangbaarste modellen. 1 NAAR GOETHE p. dozijn 11..57. COSTALIA p. dozijn 11. p. dozijn tl.63. ,56. Grootte P. Grootte L. p. dozijn tl. —.45. SCHIL LEK p. dozijn 11..53. 56. ALBION p. dozijn 11.—.44. p. doz.-paar 11. 7 5. HEkZOfl p. dozijn tl. RUGBY Jongens-kraag, p. dozijn fl. —.42. 1 gemerkte Tram vertrekt Woensdags fl o bD S cS ÖD fl c8 FRANKLIN p. dozijn fl. .50. STEPHAN p. doz.-paar fl. -75. LINCOLN B p. dozijn 11..89. WAGNER

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1891 | | pagina 4