NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD oi.swa.rb «is wejsssaABgss, God spreekt en het is er. Tuinhouw-Tentoonstelling No. 19. Dertigste Jaargang. 1891. BUITENLAND. BINNENLAND. DONDERDAG 7 MEI. ra I* h|| VOOR - s Oj ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. BOLSWARD. 1316 Augustus 1891. ^XXXXXXXXX^XXXXXXXXX^ ^31 Westergoo. Voor onze gevederde veldbe- woners is thans een bange tijd voorbij. Tot l Mei werden ze op meedoogenlooze wijze geplaagd door tal van eierenzoekers, die de zoozeer ge zochte eieren als zoovele dure hapjes in menigte opzamelen. Zijn er dit voorjaar op verre na niet zooveel eieren gevonden als andere jaren, toch is door verscheidene ervaren zoekers nog een sommetje van 40 a 50 gulden verdiend, ’t Is nu maar te hopen, dat men thans de vogels rustig laat broeden, opdat voor vele gezinnen een niet onbelangrijke voorjaarsverdienste blijve bestaan, opdat onze Friesche weiden hare vroolijke, le vendige gevederde bewoners blijven behouden. Ja groene weide ons tegen. Het moederschaap dat honger leed met zijn lammeren vergast zich, het jonge kalf, uit nooddwang naar buiten gejaagd, dartelt nu bij het uitspruitend gras, ’s Landmans moed herleeft, straks jaagt hij het vee nog op den gewonen tijd in de weide, dan is alle vrees be schaamd. Zeker, wij hebben ’t gezien, hoe uit de dorre takken en twijgen het frissche groen naar buiten dringt, hoe de onzichtbre hand bezig is elke hees ter te tooien, een sluier te weven van veelsoortig groen langs onze hoven, hoe in prachtigen bloe- mentooi menige struweel schittert, de tulpen pron ken met haar heerlijke kleuren en de hyacinth met haar zachte tinten ons toelacht en tegengeurt. Wij hebben ’t gevoeld Een nieuw en frisscher leven, Een jeugdig vuur doorsprankelt weêr ons bloed ’t Is of van ’t veld en uit de ontkiemde dreven Gods liefde ons met een milder lonk begroet. Wij hebben ’t gevoeld hoe een bede opsteeg, opdat ook onze lieve kranken, dat nieuwe frissche leven mogen voelen sprankelen door ’t bloed, voor ons gespaard blijven en met ons jubelen in de herlevende schepping. Bovenal moet de ijskorst van onverschilligheid, van hatelijkheid, van hoogmoed, waardoor wij menschen vaak een wanklank zijn in de schepping smelten, een warme liefdegloed moet in onze zie len nieuw leven wekken, lente moet komen overal. M. E. van der MEULEN. Noem gij, zeer geachte en wijsgeerige lezer, de Macht, die voortdurend schept, zooals gij wilt, ’t Is precies ’t zelfde. Een naam is een klank, die Macht doet daden. Ik noem haar God. En ik vraag vol blijde verrassing met Tollens Hebt gij ’t gezien? Een dos van jeugdig loover Hecht zich opnieuw aan heester en struweel Gebloemte en kruid vloeit veld en akker over De schepping pronkt in vroolijk groen en geel ’t Is of natuur, van ’t krankbed opgestegen, In feestgewaad haar hulde aan God wil plegen. Zeker, wij hebben ’t gezien, het haantje van den toren is gekeerd, de Zuidenwind is gekomen, warme zonnestralen hebben geschenen, malsche regens zijn neergestroomd, als met een tooverstaf is ’t aardrijk aangeroerd. Dor, kaal, rood lag de weide, ’t was of de gras wortel afgestorven was. Men durfde geen rund koopen, de handel was dood. In één nacht veranderde de kleur, nu lacht de Hennaarderadeel. Bij de verpachting van het grasgewas van de bermen der kunstwegen in deze gemeente bestond van de zijde der pachters meer animo dan het vorige jaar, althans de verpachting heeft dit jaar opgebracht f786 tegen f556 in 1890, f745,50 in 1889 en f725,75 in 1888. Wijmbritseradeel. In het zuidelijk deel dezer gemeente heerscht de griep in erge mate, soms met doodelijken afloop. Dit is vooral dan het geval, wanneer door de hevigheid der ziekte, longontsteking het gevolg is, welke in enkele gevallen met hersenziekte gepaard gaat. Tot nog toe worden meest de jongere leden des huisge- zins, soms eenige tegelijk of kort op elkander volgend, door deze ziekte aangetast. Ooststellingwerf. Met den veehandel gaat het in den laatstee tijd zeer slecht. Voor onge veer 3 weken hebben vreemde kooplieden hier een rondreis gedaan, maar het schijnt wel, dat zij geen beste zaken hebben gemaakt, althans zij zijn niet teruggekeerd, niettegenstaande er bij den boer nog veel vee staat, dat verkocht moet worden. Ook op de markten is de handel uiterst traag. Voor flinke koeien biedt men thans wel f 30 a f 40 minder dan het vorige jaar. Waarschijnlijk zal deze ongunstige toestand verbeteren, indien er zachter weder invalt, maar het is te hopen, dat dit dan spoedig mag geschieden, wijl de hooi- voorraad klein begint te worden en er wegens de slechte kwaliteit van het hooi veel meer bij voeder moet worden gebruikt dan anders. MTakku.ni, 1 Mei. Het vuur wordt den afgevaardigde der Tweede Kamer voor het district Harlingen, den heer Oppedijk, ua aan de scheenen gelegd en ditmaal zeker dicht ook. Niet alleen dat de thans zittende afgevaardigde bij de volgende verkiezing met zijne schare zal moeten optrekken, of liever, dat zijne vrienden voor hem de heer Oppedijk woont buiten het district Harlingen moeten optrekken tegen de liberalen, maar ook tegen de geestverwanten in den geloove, namelijk tegen de niet-doleerende orthodoxen. De heer Oppedijk is, zooals men weet, bevriend met dr. Kuyper heeft indertijd eene zeer belangrijke som geschonken voor de stichting, de „Vrije Universiteit” en mag dus gerekend worden volbloed Kuyperiaan te zijn, ofschoon niet openlijk tot de doleantie overge gaan. Edoch, niemand kan twee heeren dienen, tenzij hij den een liefhebbe en den ander hate. Dat staat geschreven en dat weten de broederen allen. Daarom hebben eenige orthodoxe heeren, synodalen, waaronder predikanten, allen „die de Ned. Herv. Kerk lief hebben” opgeroepen tot eene vergadering te Makkum, teneinde met elkan der te spreken over de aanstaande verkiezingen. Naarmate de doleantie in deze streken van Westergoo meer veld wint, wordt het verzet der anti-doleerenden ook sterker en begint men te begrijpen, dat de invloed der Kuyperianen dient tegengegaan te worden. Daarom achten zij het zitting nemen van Kuyper-vrienden in de Raad zaal of op de groene banken niet verkieslijk. In het kiesdistrict Snoek openbaart zich hetzelfde verschijnsel, waar de niet-doleerenden komen te staan tegenover Brantsen van de Zijp, insgelijks een ijverig Kuyperiaan. Bij de verkiezing van een lid voor den gemeenteraad in Wijmbritsera- deel zagen wij het onlangs, dat de synodalen met een eigen kandidaat voorkwamen en dezen er met behulp van de liberalen ook doorhaalden. Hetzelfde wat de socialistische kandidaten, die niet goed willen weten wie ze zijn, ervaart, dat overkomt ook de aanhangers van den profes sor der Vrije Universiteit, de kiezers vragen op den man af aan genen: „Zijt gij van Dotnela of niet,” en aan dezen„Zijt gij van Paulus of van Silas.” En dat is goed ook, èn voor de kiezers èn voor de gekozenen. De kiezers weten dan met wien zij te doen hebben en de gekozenen raken uit hunne dubbelzinnige positie, die eigen lijk laakbaar is en voor hen, die zoo’n positie aannemen, ook onverstandig, want „de aap kijkt altijd uit de mouw”. Grooter onrust dan in deze streken op kerke lijk- en schoolgebied, en nu komt er het politiek gebied nog bij, is er zeker nergens. Men verkeert hier gestaag in staat van oorlog en levert slag op slag, hoewel niet bloedig, als men den „lui wagenoorlog” te Wons uitzondert, alsmede een incident te Lollum, indertijd toen de broederen juist voor den aanvang der godsdienstoefening elkaar in ’t haar vlogen, aan welke vechtpartij evenwel een einde werd gemaakt door ’t zingen van Ps. 133. Men veronderstelt nu, dat de synodale ortho doxen met een eigen kandidaat zullen komen bij de aanstaande verkiezing, tenzij de thans zittende afgevaardigde verklare, met hart en ziel tegen de doleantie te zijn en de Ned. Herv. Kerk met al wat in hem is zoekt te handhaven. Wij zullen dan misschien de keuze krijgen tusschen minstens vier kandidaten, een doleerende, een synodale, een liberale en misschien een socialist, wat even wel niets geven zal. Mochten de Katholieken ook nog met een hunner komen, door al dat geharre war, dan hebben wij er vijf. In de dagen voor Juni komt hier leven in de brouwerij, dat is nu reeds te zien, maar dat kan op 't politieke veld geen kwaad, er komt zoodoende eene „uitzuive ring”, er wordt klare wijn geschonken. Friesche Crt. Franekeradeel. Het beruchte adres uit Hitzum, met het verzoek om politiemacht,teneinde de baldadige jeugd in toom te houden, is in onzen Raad in bespreking geweest. De voorzit ter gaf te kennen, dat het verzoekschrift aan een verkeerd adres was gericht, want art. 191 der gemeentewet bepaalt o. a., dat dienaren van politie worden aangesteld door den Burgemeester, terwijl het adres was gericht aan den Raad. Alleen als de Burgemeester oordeelde, dat het nuodig was een politieagent aan te stellen, zou hij tot den Raad moeten komen met het voor stel, om de bezoldiging vast te stellen. En aangezien de Burgemeester volstrekt geen plan had zulk een voorstel te doen, behoefde de Raad geen vrees te hebben, daarvoor gelden beschik baar te moeten stellen. De Burgemeester be treurde zeer, dat het adres ingediend uit een klein dorp met 300 inwoners en twee scholen eene openbare en eene christelijke waar de ouders en twee onderwijzers geen voldoenden invloed op de kinderen schijnen te hebben of zich zoo weinig met hunne opvoeding schijnen te bemoeien, dat men nog politiehulp van de gemeente vraagt. En waar zelfs een der onder wijzers (de christelijke) den moed heeft gehad het adres mede te onderteekenen, teekent dit een treurigen toestand. Friesche Crt. Tzum. De onderhoudplichtigen der opvaart aan de oost-zijde van de buurt zullen worden opgeroepen tot eene vergadering om zoo mogeljjk te besluiten tot het slatten dier moddersloot, welke voor verscheidene panden tot opslag moet dienen. Men heeft ten doel om het werk door ingezetenen te laten doen in „den slappen tijd”. Op de vergadering van Bildtgerechtigden is besloten om, zoodra de gelden aanwezig zijn, in den Bildt vijver een filtreertoestel te plaatsen, omdat het water uit dien vijver door velen als drinkwater wordt gebruikt. Het bestuur onzer arbeiders-vereeniging heeft den voorraad afgewerkt vlas in één koop van de hand gedaan. Ofschoon het reserve-londs er bij inschiet, hoopt men den geldschieters het voor schot geheel te kunnen restitueeren. Aan de uitnemende bewerking heeft men het te danken, dat het voorschot er weer uitgekomen is. Had men in den winter reeds tot verkoopen moeten besluiten, dan ware het verlies grooter geweest. Zal de vlas-industrie bloeien, dan moeten de prijzen stijgen. Er wordt weinig tneer verbjuwl Kimswerd 5 Mei 1891. In de vorige week werd onder leiding van den Heer C. W. O. T. Visser, burgemeester van Wonseradeel, de eerste jaarvergadering gehouden van de vereeniging tot pensioenverschaffing aan werklieden in Wonse radeel. Door den Secretaris, den HeerJ. v. Loon alhier, werd een beredeneerd verslag uitgebracht omtrent den tegenwoordigen staat der vereeniging en de door haar tot heden verrichte werkzaam heden. Dit verslag zal den leden en begunstigers worden toegezonden. Er bleek uit, dat het le dental, dat der begunstigers me le ingesloten, thans 299 bedraagt, die te zatnen f 1379jaarlijks bijdragen. Onder die 299 leden zijn er 17 buiten Wonseradeel woonachtig, als behoorende tot hen, die in deze gemeente hun landbezit hebben. Ten behoeve van 4 werklieden wordt thans door de vereeniging voor V3 deel bijgedragen tot de be taling hunner weekpremie ter bekoming van pen sioen op 60-jarigen leeftijd. Opdat hun voort durend die ondersteuning verzekerd zou zijn, is een daarvoor voldoend kapitaal in een suppletie- fonds gestort, waaruit tot den 60-jarigen leeftijd dat der premie betaald kan worden. Door den penningmeester, den Heer F. Britzel te Mak kum, werd rekening en verantwoording gedaan van de tot 31 Dec. 1890 gehouden administratie. Nog dient vermeld te worden één belangrijk door de vergadering genomen besluit. Op voorstel van ’t Bestuur heeft zij in beginsel aangenomen de werklieden niet alleen behulpzaam te zijn tot verkrijging van pensioen voor zich op 60-jarigen leeftijd, maar hun zoo mogelijk, ook de gelegen heid aan te bieden, tot het ontvangen van onder steuning bij pensioenverzekeringen van anderen aard, met name van zulke, die de strekking heb ben niet alleen hun zelven, maar bij eventueel overlijden ook hunne vrouwen ten goede te komen. Aan ’t Bestuur is opgedragen met het Neder- landsch Werkliedenpensioenfonds daarover in correspondentie te treden, de daarvoor noodige wijzigingen in de statuten voor te bereiden en aan een later te houden algemeene vergadering daaromtrent nadere voorstellen te doen. In de plaats van den Heer H. v. Griethuizen, die Won seradeel metterwoon verlaten heeft, werd de Heer Salverda, predikant te Wons, tot bestuurslid ver kozen. Na nog tot enkele wetswijzigingen be sloten te hebben, die door de ervaring waren aan de hand gedaan, werd de vergadering gesloten. Oudemirdum. Bij den heer IJ. alhier is een aardig tafereeltje te aanschouwen, ’s Mans zoontje had 3 jonge, wilde konijntjes uit het bosch gehaald en legde ze bij de kat in ’t zelfde korfje. Poes is zoo goed geweest, ze als haar kindertjes aan te nemen. Hemelum. Ten einde in het najaar aan de vele arbeiders op ruime schaal werk te kunnen verschaffen, zal in de nabijheid van ons dorp eene proef genomen worden met den verbouw van cichorei en vlas. Reeds hebben de voorbe reidende werkzaamheden een aanvang genomen, onder toezicht en leiding van een deskundig werk man, daartoe expres uit Akkerwoude overgeko men. Vooral met het oog op het goede doel, dat bij deze onderneming op den voorgrond staat, is het te hopen,dat de cultuur naar wensch moge slagen. weer, welwillend ten gebruike geefter bestemming geheel ongeschikt, maar Bismarck is gekozen tot lid van den Rijks dag. De sigarenmaker was niet bestand tegen den ijzeren Duitscher, die steeds in practijk heeft gebracht wat zijn monarch heeft uitgesproken Wie tegen mij is, dien verpletter ik De Duitschers zullen derhalve hun Bismarck weer kunnen hooren. Of hij echter zal komen in den Rijksdag? Deêen beweerde dat Bismarck de verkiezing beschouwde als een krachtmeter, zoo’n soort „Sla Jut op den kop,” en dat hij er geen oogenblik aan had gedacht de candidatuur aan te nemen. Een ander daarentegen hield vol, dat het Bismarck heilig ernst was en dat hij naar Berlijn zou gaanen derden beweerden, dat het zijn plicht was te gaan. En hij gaat! Een deputatie van nationaal-liberalen is opge trokken naar Friedichsruh, is schitterend ontvan gen en heeft het antwoord gekregen, dat vorst Bismarck het mandaat aannam en dat hij bedankte voor de hem bewezen eer De heeren, die Bismarck in staat achtten om een verkiezing te beschouwen als een spelletje, hebben dus ongelijk. De vrijzinnigen in ’t algemeen hebben de ver kiezing van Bismarck met vreugde begroet. Of zij bij de herstemming ook den raad van dr. Barth hebben gevolgd en op Schmalfeld hebben gestemd, of dat zij ter stembus zijn getogen voor Bismarck, dat vertellen ze niet. Dokter Barth, de vrijzinnige, zag hem dus niet graag in den Rijksdag. Doch der vrijzinnigen God, Eugen Richter, verklaart thans, nu de verkie zing is afgeloopen, dat hij zich verheugt in den uitslag, al hebben de vrijzinnigen zich zelf niet zoover kunnen verloochen, dat zij hem dadelijk ondersteunden. „Welkom in den Rijksdag!” roept Richter. „Dat is onze oprechte meening, zonder dat wij ons tegenover Bismarck anders hebben gedragen als wij steeds deden. Ook met onze houding ge durende den verkiezingsstrijd treden wij daardoor niet in tegenspraak. Vorst Bismarck is ons in den Rijksdag aangenamer dan eenig conserva tief; zelfs drie conservatieven en meer zouden wij willen opofferen als prijs voor zijn persoon. Maar zoover kon echter onze belangstelling niet gaan, dat wij hem een district zonder eenigen strijd zouden afstaan. Ons welkom is oprechter dan menig welkome groet, dien hij van conser vatieve en nationaal-liberale zijde in deze dagen zal ontvangen. Het aanzien der Rijksdag en de belangstelling in hetgeen er gedaan wordt kan slechts winnen, wanneer deze vergadering alles in zich vereenigt, wat Duitschland bezit of bezeten heeft aan politieke leiding. Wanneer men nog een dozijn exministers, die thans in de meest verschillende huekjes van ’t rijk zitten te treuren, in den Rijks dag kon verwisselen tegen een dozijn conserva tieven, die buiten den kring hunner buren en regimentskameraden niemand ook niet slechts bij name kent, dan zou dit in alles slechts voor- deelig zijn.” om voorwerpen van allerlei aard te Met eenigen schroom, maar ook met veel ver trouwen, hebben negen burgers onzer stad dezer dagen eene uitnoodiging verspreid, zooveel moge lijk bij allen op wier medewerking zij meenen te mogen en te kunnen rekenen. Wie onwillekeurig mocht vergeten zijn, hebbe de goedheid zich aan te melden bij den Secretaris der sub-commissie den heer K. H. Laagland. Zij deden dit op verzoek van het Bestuur der Friesche Tuinbouwvereeniging te Leeuwarden ge vestigd. Zij deden dit niet omdat zij zich boven anderen bevoegd achtten voor de taak, die zij op zich namen, maar het bovengenoemd bestuur heeft zich gewend tot drie vereenigingen, van welke het verwachtte, dat zij gaarne zouden mede werken, om de in Augustus te houden tentoon stelling goed te doen slagen. Drie van de onder- teekenaars vertegenwoordigen de vereeniging voor handel en nijverheid, vier „Floralia,” twee de tuinbouwvereeniging. Zij zonden dit schrijven met eenigen schroom, omdat het niet te ontkennen is, dat er in de laatste jaren wat heel veel van een aantal burgers gevergd wordt en omdat zij begrijpen, dat zulk eene tentoonstelling óf goed moet slagen, öf niet moet ondernomen worden. Toch deden zij het met veel vertrouwen, omdat zij overtuigd zijn, dat de burgerij het waardeeren zal, dat het bestuur der tuinbouwvereeniging, toen besloten was voor de eerste maal eene ten toonstelling te houden buiten Leeuwarden, daar toe Bolsward koos, om zijn gunstige ligging en om zijn goeden naam op het gebied van het houden van tentoonstellingen en het vieren van feesten. Gerust durven wij zeggen, dat die goede naam met recht gedragen wordt, al bedoelen wij daar mede geenerlei zelfverheffing tegenover de zuster steden en gemeenten in dit gewest. Allerlei werkt hier samen. Midden in de stad is een gunstig terrein, dat de gemeenteraad telkens, ook nu weer, welwillend ten gebruike geeft er is daarbij een groot gebouw, sints jaren voor de vroegere door de groote ruimte daarbinnen alleszins aan gewezen plaatsen en de kerkvoogden stellen dit steeds gaarne ter beschikking. Voorts beseffen alle burgers, dat, met het oog op de belangen onzer neringdoenden, algemeene samenwerking, ook het brengen van een geldelijk offer plicht is, waar het geldt eenige honderde en duizende menschen naar onze veste te lokken. Ook hebben wij de blijde ervaring, dat, als deze offers te kort schieten, meermalen de raad en de voogden van het St. Anthoniegasthuis, eenigen geldelijken steun ver- leenen in het belang der burgerij. Eindelijk lokt onze vriendelijke welvarende stad met haar prach tig stadhuis, de groote St. Martinikerk met haar merkwaardig kunstmuseum vele belangstellenden herwaarts. Met het oog op dit een en ander vertrouwen wij, dat de pogingen der sub-commissie voorzeker ruime ondersteuning zullen vinden, te meer om dat tegenover een betrekkelijk gering offer, voor alle huisgenooten die iets bijdragen, een groot ge not te wachten is. Een rein genot. Want wat is liefelijker dan het schoonste, dat de bodem voort brengt bijeen te zien, in vruchten, planten, bloe men, daarbij de opwekkende tonen van muziek Een gebouw in een plantenserre herschapen, daar voor een bloemenhof met heerlijke kleuren en geuren En dan moge het zijn, een liefelijke zomerzon en zachte zomeravonden. Wie terugdenkt aan de vroolijke bakkers- en nijverheidstentoonstelling van 1889, verlangt voor zeker naar al het schoons, dat in Augustus van dit jaar ons wacht. Noemt gij uw gave een offer, goed, het doel is schoon. Bedenkt tegelijkertijd, dat gij u zelven en den uwen een groot en onschul dig genoegen bereidt. Bolswardsche Courant TE i I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1891 | | pagina 1