NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OtSWA.RO gffit WWSSBAMSI.
Uit de Raadszaal.
g
3
No. 22.
L3
1891.
Dertigste Jaargang.
DONDERDAG 28 MEI.
iA--
BUITENLAND.
BINNENLAND.
f
iHKSjF
VOOR
licht, levensmiddelen van
alleen
Friesche Crt.
-
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
3376.250
1500.000
370.000
3700.000
DINSDAG 26 MEI 1891.
Gaarne geven wij een plaats aan het onderstaande
artikel van den heer P. van der Meulen te Leeu
warden. Het bericht van V. E. uit het Rott.
Nbl. overgenomen, zou allicht te zijner tijd een
punt van bespreking in ons blad hebben uitge
maakt. Nu de heer v. d. M. zich daartoe heeft
aangegord, laten we hem gaarne aan het woord.
Op de steenfabrieken langs den IJssel
heerscht gedurende de laatste weken groote druk
te. De steenen gaan vlug van de hand, doch de
prijzen zijn stijgende, hetgeen een gevolg is van
de hoogere prijzen der brandstoffen.
Uit Amsterdam meldt men:
De aangekondigde meeting voor algemeen kies
recht achter het Rijksmuseum is zonder inciden
ten afgeloopen. De menigte, die zich op het ter
rein bewoog, wordt geschat op 30,000 personen,
die zich verzamelden om de verschillende spreek
gestoelten of verspreid rondliepen. Het publiek
was blijkbaar meer gekomen om te kijken en
van geestdrift was geen spoor te ontdekken. Zoo-
dra de muziek en het zangkoor zich op de groote
tribune deden hooren werden de sprekers alleen
gelaten. Een ommegang met muziek over het
terrein besloot dit politiek zendingsfeest.
Op een grappige zetfouten-verwarring maakt
de Haagsche Crt. opmerkzaam.
Een Haagsch kroniekschrijver maakte dezer
dagen Neptunus tot de schoonzuster van Blauw
baard, en dit bracht den zetter zoodanig in ver
warring, dat hij zette
„Seinpost riep aanhoudend Venus op de tinne
van zijn tempel aan: „Susanna, ziet ge nog niets
komen.”
De asperges schijnen dit jaar aan een kwaal
te hjden, welke andere jaren maar zeer zelden
voorkwamer zijn nl. vele „vooze sparsies.”
Er komen er zelfs voor, die alleen bestaan uit
een dikke, taaie schil en verder tot aan de
„koppen” geheel hol zijn. Voor de handelaars,
die zulke asperges onwetend verzenden, levert
dit wel eens onaangenaamheden op.
Zou misschien de strenge winter het veelvul
dig voorkomen van dit kwaad op zijn geweten
hebben
Grondstof moutwijn f 12 per HL
Vergunningsrecht
Patentrecht 37000 tappers (stel gemid
deld f 10)
Woning- of lokaalhuur (alsb. f 100)-
Bedienend personeel in 3700 tapperijen
365 dagen a 25 centen per dag
Onderh. lokalen, meubelen, glazen, enz. -
Vuur en
het gezin
Onvoorziene uitgaven
Totaal
Winst van den tapper 100%
Te zamen
H. Verbruikt gedistilleerd
HL. ad. 50%. Indien wij weten, dat de meeste
jenever, die verkocht wordt geen 40% sterk is,
en dat er veel likeur (frambozen, bessen, zoete
likeuren, advocaat) van 10 tot 20% verkocht
wordt, mogen wij de sterkte van het gedistilleerd,
dat verbruikt wordt, gemiddeld wel op 30% stel
len. 400.000 HL. ad. 50% is gelijk 666.666 HL.
ad. 30% of ruim 80.00'>.000 flesch van 8 dL. Stel
len wij nu dat de helft bij de maat verkocht
wordt en 90 ct per flesch kost, wat met het oog
op de betere kwaliteit van dit gedistilleerd (voor
een goed deel cognac, likeuren en derg.) mij niet
te hoog schijnt, dan eischt deze helft eene uit
gave van 36.000.000 gulden. De rest wordt getapt
in grootere en kleinere kroegen, of sociëteiten,
koffiekamers, restauratiezalen, enz. en wordt
gevotmd door borrels van 5 en 10 ct., cognacjes
van 10 ct. en hooger, grogjes enz. Gemiddeld
wordt nu voor de flesch zeker niet minder dan
fl,50 besomd, dat is totaal f60.000.000, zoodat
wij tot een totaal uitgaaf komen van f 96.000.000.
III. In een der voornaamste Fransche tijdschrif
ten de „Revue des Deux Mondes” gaf Dr. Rochard
in 1886 eene berekening van de uitgaven waartoe
de sterke drank de Fransche natie jaarlijks bracht
en in een, door de Koninklijke Belgische academie,
met goud bekroond werkje, nam Dr. Delaunois
deze wijze van berekening over. Indien ook wij
dit doen en bij de som hierboven aangegeven optellen
lo het gedeelte van de kosten van justitie, welke
we volgens eenparig getuigenis van deskundigen
op rekening van den drank mogen stellen 2o het
gedeelte van de uitgaven voor armwezen welke op
zijne rekening behoort; 3o het verlies aan menschen-
levens, ook tengevolge van den ontijdigen dood
van alcoholisten; door hem veroorzaakt4o de som
voor de verplegingskosten en het verlies aan ver
diensten tijdens den bekenden langeren ziekteduur
van deze lijders5o het verlies aan loonen (in Bel
gië jaarlijks op 35 millioen geschat) en 6o de ver
plegingskosten van krankzinnigen, dan komen wij
gemakkelijk tot eene jaarlijksche uitgave van
f150,000,000, hetgeen ik voor belangstellenden
gaarne nader wil toelichten.
Over hetgeen verder in het door U overgenomen
stukje vermeld werd, zal ik niet uitvoerig uitwijden,
r
BI
Hoort, hoe de vogelaar Huit
Zoekt Neerlands grootste of veeleer slimste
vogelaar hier de socialisten honig om den mond
te smeeren, elders tracht hij zich te verzekeren
van de hulp der rechterzijde uit het leger van
Dordt. In de laatste tijden doet de man van ’t
bekende „klavier” alle moeite om de doleantie
onder de korenmaat te verbergen, wetende dat
zij de grootste klove is, die er gaapt tusschen
hem en de getrouwen aan de Nederlandsche Her
vormde kerk.
De kerk is geheel buiten de politiek, al wat
een orthodoxe tint draagt moet als een man
opkomen en gehoorzamen aan ’t bevel der depu-
taten, om vereend tegen dat goddelooze liberalisme
op te trekken bij de stembus. Bij de stembus
zijn wij één wij zijn antirevolutionairen, hoerah
Alsof er geen Malcomesius, geen dr. Brons
veld en wij kunnen er nu bij voegen geen De
Geer wasalsof er geen bladen en brochures
verschenen van de rechterzijde uit het kamp om
te waarschuwen tegen de listige bedoelingen van
den geslepen veldheer.
De groote agitator schiet immer door met
spek, en menig boertje wordt zoo door hem in
de wacht gesleept.
Dat begrijpen ook tal van orthodoxe predikan
ten, vandaar hun openlijk optreden tegen den
man, die de taal bezigt om zijne gedachten te
verbergen.
Het zou niet te doen zijn om de kerk Wie
gelooft het? Hij zelf natuurlijk bet allerminst.
Toen het hem mislukte bij de synode om de
theologanten zijner Universiteit in de Herv. kerk
toe te laten, waardoor hij gemakkelijker tot zijn
doel ware gekomen, ging hij den politieken weg.
In 1884 schreef hij„Zoo het God de Heere
wil, een poortje voor onze jongelingen te
openen, (in de Ned. Herv. kerk) zullen zij daar
van e.en dankbaar gebruik maken,” en kort
daarop, toen de Synode de pas afsneed, schreef
dezelfde man: „De strik, die satan voor de
voeten onzer jongelingen had geworpen, is door
de genade Gods verbroken.” ’t Is wat moois
Walchelijke taalBoerenbedrog!
Toen werd de strijd tegen de Herv. kerk aan
gebonden, nadat hij eerst nog had beproefd zijne
kweekelingen door list en geweld toch in de
Herv. kerk te plaatsen. Maar de Katwijksche
scène liep smadelijk af. De mijn te Amsterdam
aangelegd sprong te vroeg, daar was nog een
doctor, die uit zijn eigen oogen zag en durfde en
ziedaar de doleerende kerk geschapen.
„Over tien jaren zijn wij weer meester van
het terrein en komen de kerkelijke goederen en
tractementen weder aan onszei zeker iemand
spijtige toen de doleerende heeren de goederen
te Heeg overdroegen aan de niet-doleerenden.
Men ziet nog één lichtpuntOmzetting van
den Hoogen Raad. Zoodra nog eenige geest
verwanten, die de rechtsbeschou wing der doleeren-
den huldigen, in dit hoogste rechtscollege zitting
zullen hebben, dan komt de kwestie op nieuw
aan de orde. En om het college om te zetten,
daartoe is weinig tijds voldoende. Men kan
immers de leden uit den Hoogen Raad tot
hoogere eereambten benoemen.
Wie berinnert zich niet hoe behendig het
clericale bewind den liberalen een hunner uit-
nemendste woordvoerders ontnam in den heer
Patijn
Het is immers zoo duidelijk als klaar, dat
de politieke gedachten zich eenig en
concentreeren om de kerkelijke kwestie.
De politiek beweegt zich geheel om de ker
kelijke kwestie en de val der Hervormde
kerk moet de glorie worden
Dat is het oordeel van een groot deel „Her
vormde” Nederlanders.
Wie meer van een en ander wenscht te lezen,
hij schaffe zich aan
„Bij de stembus van 1891,” door een Her
vormd Nederlander. Prijs 5 cts., bij alle boek
handelaren verkrijgbaar. Duizende exemplaren
van dit geschrift hebben reeds hun weg door
het land gevonden.
De wijzen vertellen, dat wij beschaafd zijn,
vreeselijk beschaafd; wij lezen met walging van
vroegere moorden en vervolgingen in de middel
eeuwen en zeer onverdraagzaam noemen wij hen,
die voor een honderd jaar of drie om des ge-
loofs wille iemand op den brandstapel hielpen;
wij spreken met een half onderdrukte huivering
van de inquisitiewij verbleken bij de gedachte
aan een bloedbruiloft en toch schijnt ’t met
onze beschaving overeen te brengen te zijn, te
prediken vervolging der Joden, te verkondigen,
dat verdrijving van ’t vervloekte geslacht eigen
lijk eene Gode welgevallig werk is. In onzen
tijd van groote beschaving verschijnen anti-
semitsche organen, aan wier hoofd dikwijls ver
kondigers zijn van ’t evangelie der Liefdein
onzen tijd worden wetten uitgevaardigd die de
Joden van hun haardsteden verdrijven en hen
als ballingen weer de wereld in werpen, mede
nemende een herinnering aan de liefde van hen,
die zich Christenen noemen.
Stöcker, de Duitsche sociaal-politieke dweeper,
heeft een treurige vermaardheid gekregen Rus
land heeft zich een treurigen naam gemaakt
van ’t eiland Corfu is in den laatsten tijd
een treurige roep uitgegaan. En dat alles naar
aanleiding van wat aartshertog Jozef van Oosten
rijk noemde „iets, dat men op’t einde der negen
tiende eeuw ongelooflijk zou achten”de joden
vervolging
Van Rusland is reeds menig verhaal gedaan
men verjaagt er de Joden naar welbehagen en
’t zijn in den regel de rijke Joden. Want even
goed als Rusland de goede eigenschappen erkent
van een Rothschild, wanneer ’t aan komt op
’t sluiten van een leening, evengoed zien de
Russen, dat de Joden met heel veel kapitaal
niet goed gemist kunnen worden. Het zijn wel
Joden maar zij hebben geld en voor geld
zwicht zelfs een Rus! De arme joden schijnen
daar vooral getroffen te worden, en zij zijn het,
die volgens een verklaring van de Kreuz. Zeitung,
„als een stuk vee worden behandeld, waarmee
geen weldenkend mensch genoegen kan nemen,
laat staan een christen.” De gansche jodenver
volging is „broodnijd, ziekelijk nationaliteitsge
voel, godsdienstige dweepzucht en persoonlijke
wraakzucht,” schrijft de Frankf. Zeitung. Wat
het echter ook moge zijn, de jodenvervolging be
staat, en dat zij ’t Grieksche eiland Corfu sterk
in beroering heeft gebracht, is evenmin te looche
nen als haar bestaan te ontkennen is.
- 1500.000
- 909.824
-40.825.000
- 40.825.000
-81.650.000
in 1889 400.000
Bij de gisteren avond gehouden raadszitting
waren 10 leden tegenwoordig, de heer Oosterbaan
was afwezig.
Ingekomen waren
d'. Van ged. staten de goedkeuring van het
kohier van den hoofdehjken omslag over 1891.
Notificatie.
%„Een adres van de afdeeling „Werkmans-
bloei en anderen, waarin zij opkomen tegen de
bezwaren door de heeren H. Schoonhoff en E.
Couperus geopperd omtrent een verzoek om de
brug „Het Hooghout” te amoveeren en een
draaibrug over de Hartwerdervaart te leggen.
Gesteld bij de vorige adressen omtrent deze
zaak, om iu do volgende vergadering te behan
delen.
Een adres van de heeren W. Propstra,
J. E. Nauta en J. Wester baan, huurders van.
eenige perceelen land van de Gemeente aan den
Sneekerweg, verzoekende eene restitutie van de
huursom vau het vorige en een vermindering
voor de 4 volgende jaren, wijl zij heel hoog moesten
pachten, groote onkosten hadden om de landen
te bedijken en de aangelegde ijsbaan te exploi-
teeren, welke exploitatie het algemeen dezen
winter ten goede kwam, doordat vreemdelingen
onze stad bezochten, verscheidene werklieden er
werk vonden, aan 600 arme kinderen gratis toe
gang is gegeven, enz.
Ter visie, om in een volgende vergadering te
behandelen.
d. Missive van het gemeentebestuur van Won-
seradeel, waarin wordt medegedeeld, dat de
raad van Wonseradeel besloot, dat die gemeente
bereid is, de uitvoering van het nieuwe plan om-
Mijnheer de Redacteur!
Een vriend verstrekte mij eerst gisteren uw
blad van 7 dezer en vestigde daarbij mijn aan
dacht op een bericht van den heer V. E. door U
uit het Rott. Nbl. overgenomen. Het bevreemdde
mij zeer dat bericht zonder eenig commentaar in
uw blad te lezen. Het is nl. den schrijver onbe
grijpelijk, dat de drankbestrijders uit het feit, dat
de accijns op het gedistilleerd in ons land jaarlijks
f24.000.000 opbrengt, afleiden dat de totaal uit
gave aan sterken drank, door de Nederlanders
besteed, minstens f80.000.000 per jaar bedraagt. U
had, naar ik meen, zeer gemakkelijk met behulp
van het orgaan en het jaarverslag der Ned. Ver.
tot afsch. van sterken drank, of van eene brochure,
die kort geleden verscheen en U niet onbekend
zal zijn, den onkundigen schrijver van bedoeld
bericht en daarbij Uwe lezers eene toelichting
van die 80 millioen kunnen geven. Nu U dat niet
gedaan heeft, vermoed ik dat U uwe lezers te
ontwikkeld heeft geacht om die toelichting noodig
te hebben. Het is misschien niet beleefd van mij,
maar op dit punt beu ik niet zoo optimistisch,
temeer daar we in den laatsten tijd gezien heb
ben, dat zelfs door het Hoofdbestuur van het Nut
onder de kleine geschriften, een opstel van Dr.
Snijders, leeraar aan eene inrichting van onder
wijs te Zutfen, is opgenomen ofschoon o. i. zelfs
de minst deskundige zonder van de uitvoerige
bestrijding, waaraan Dr. S. bloot stond, kennis te
nemen, kon weten dat genoemde heer zijn on
derwerp „het alcohol-vraagstuk” in menig op
zicht niet meester is.
Ik ben daarom zoo vrij U eenige plaatsruimte
voor dit schrijven te verzoeken, in de hoop dat
het daardoor ook het mij onbekende Rott. Nbl.
mag bereiken en ook daar een plaatsje zal vinden.
In de eerste plaats dan eene berekening van de
som, jaarlijks in ons land aan sterken drank ver
kwist. Ik neem die hier over, zooals die in hoofd
zaak te vinden is, in mijne onlangs verschenen
brochure „Het alcohol-vraagstuk” open brief aan
Dr. A. J. C. Snijders bladz. 3 en 9, en die, voor
zoover mij bekend, nog niet weerlegd of zelfs
bestreden is
I. De accijns op het gedistill. 1889 f 23 818.926
Grondstof moutwijn f 12 per HL - 4800.000
850 000
want daarin belijdt de schrijver zelf volmondig
zijne onwetendheid. Hij zegt n 1. niet te weten
of onder *de 24 millioen accijns ook de accijns van
andere dranken, b. v. wijn, begrepen is en, zoo ja,-
voor welk deel. Te zijner informatie diene, dat de
accijns op het gedistilleerd alleen in 1890 opbracht
24112 961,82 en die op den wijn f 1.850.772.41
Verder stel ik zijne bewering, dat er tegenwoordig
veel portwijn van 3035% alcoholgehalte inge
voerd wordt, ook gaarne op rekening zijner ge
ringe kennis. Vervolgens betwist hij de cijfers van
van het hoofdelijk verbruik. Hij heeft gelijk, dat
wij van de verbruikte hoeveelheid moeten aftrek
ken, hetgeen door vreemdelingen binnen onze
grenzen gedronken wordt, maar hij vergeet er dan
bij te tellen hetgeen door Nederlanders, welke als
ingezetenen van dit Rijk te boek staan, in het
buitenland gedronken wordt, terwijl hij ook niet
schijnt te weten, dat er op ons grondgebied door
de zeelieden vrijwat onveraccijnsd gedistilleerd ge
dronken wordt, daar bij binnenkomst een zeker
deel van de scheepsprovisie ter vrije beschikking
gelaten wordt en hij ten slotte in den waan ver
keert dat er in ons land gedistilleerd met verlaag
den accijns voor andere doeleinden dan inwendig
gebruik gebezigd wordt, en onder de hoeveelheid,
waarnaar het hoofdelijk verbruik bepaald wordt,
mee gerekend is. Ook hierin toont hij zijne on
wetendheid, want het een noch het andere is het
geval. Ten slotte stel ik gaarne te zijner beschik
king een verzameling verklaringen door ruim 600
Nederlandsche geneesheeren afgelegd en waarin
ook het matig gebruik van sterken drank veroor
deeld is, terwijl ik hem in gemoede den raad geef
zich vooral met het alcohol vraagstuk in te laten
daar hij spoedig zien zal, dat het, al is het niet
zoo eenvoudig als hij schijnt te meenen, inderdaad
de belangstelling van alle weldenkenden verdient.
Ik hoop dan later de vruchten zijner studie te
mogen zien.
In het vertrouwen dat U, M. de R. om het ge
wicht van deze kwestie aan dit uitvoerig schrijven,
een plaats zal willen verleenen, en daarvoor bij
voorbaat dank zeggende, met achting.
UWeled. dw. dien.
P. v. d. MEULEN.
Dinsdag was het 36 dagen geleden, dat het
debat over de legerwet geopend werd. Negentig,
acht en negentig, zes en negentig, negen en
negentig, acht en tachtig in ieder geval
zoo om en bij het honderdtal leden, waren steeds
in ’s lands raadzaal present. Men zou het ge
waagd kunnen noemen, in deze trouwe opkomst
niet den maatstaf voor de belangstelling in ’s lands
defensie en ’s lands militaire aangelegenheden te
zien. Eene volgeteekende presentielijst duidt
soms nog wel iets anders aan.
Dit echter tusschen haakjes.
Erg vlot marcheerde de zaak niet.
Van de ruim 350 artikelen zal nauw het twaalfde
deel zijn afgedaan. Sjofele winst inderdaad.
Struikelblok na struikelblok werd door ernstige
mannen aan de beraadslagingen in den weg ge
legd. Ten slotte hebben de psychologische ver
schijnselen, die doctor Schaepman constateerde,
aan de obstructionisten den zege verschaft.
Wat zal het resultaat zijn dier eindelooze be
sprekingen, die nu reeds een respectabel stapeltje
in de Handelingen beslaan Ja, beginsel-
quasties zijn er ongetwijfeld opgelost. De orga
nisatie zal niet bij de wet geregeld worden, de
actieve diensttijd bij het leger en de marine zal
8 jaren tellen, het contingent is vastgesteld,
omtrent de oefeningen der aanvullingsreserve is
beslist doch er was nog oneindig veelmeer
aan de orde.
Hoofdstuk V mag niet licht geteld worden.
De vrijstellingen nemen een niet onbelangrijk prin-
cipeel deel in de zee van artikelen in. Over
art. 44, sub 3, de vrijstelling van eenige zoons,
zal nog menig woordje gesproken worden. Ook
hoofdstuk VII, de pointe van de wet volgens
Seyifardt de stormram volgens den Minister
de sleepboot, die achteruit werkt, volgens jonk
heer Rutgers ligt nog onbeslist daar. De
motie t;ch rauwelijks in ’t debat geworpen, on
voorbereid in stemming gebracht de motie
van den heer Rutgers van Rozenburg zeggen wij,
laat ons even kond en bindt niemand.
Evenmin mag men de strafbepalingen en zoo
vele andere quaesties als van gering belang voor
stellen.
Neen, feitelijk is de oogst al heel slap. Men
moge dien opliemelen, men moge beweren, dat
het nu in de toekomst als de legerwet weder
aan de orde komt wel spoediger zal gaan,
dat alles wel vlugger van stapel zal loopen, wij
voor ons gelooven het niet, vóór we het zien.
Zelden gaf een Kamer van Volksvertegenwoor
digers doorslaander bewijs van langzaam werken
dan in deze laatste zes-en-dertig dagen.
Ten slotte nog dit.
r Hoe zal het met ’t ontwerp afloopen Als de
Kamer liberaal wordt, bestaat er niet de minste
zekerheid, dat het liberale Ministerie Bergansius
wil en omgekeerd. Zou de heer Rooseboom
stel eens, dat men hem de portefeuille aan
bood zich bij het kleinere contigent willen neer
leggen Zou de heer Seyffardt waarom ook
die niet aan de groene tafel deze wet ac-
cepteeren
Zullen vragen wij om te eindigen de
nieuwe leden der Kamer niet gaarne wederom
van voren af beginnen
Wij willen niet profeteren, doch men zal toe
stemmen, dat deze en dergelijke vragen voor de
hand liggen. Een woord van hulde brengen
wij aan die leden der Kamer, die steeds op de
bres hebben gestaan om dat onverkwikkelijke
obstructionisms te bestrijden en aan de kaak te
stellen.
p 1'.
Ni;
i
Bolswardsche Courant