NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD OLSWA.B» £N WO SC SE RA. BB EL. 1 M „Een Man een Man,” i No. 24. 1891. Dertigste Jaargang. BUITENLAND. BINNENLAND. VOOR r: I ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ^XXXXXXXXXhXXXXXXXXX# DONDERDAG 11 JÜNI. g ^XXCDCDXXC2XDXXCX^2rC3<DO<?ECDCXCDC2tC^ Frieslands noordelijke Nou ja, wat zeggen Terwjjl Duitschland heeft ingezien dat men van hen, die bestreden moeten worden, geen mar telaars mag maken, en, van deze stelregel uit gaande de socialistenwet is opgeheven, worden in Oostenrijk pogingen aangewend een wet in ’t le ven te roepen, die de woelzieke socialistische partij aan het verstand zal brengen, dat ook voor hun mond een macht dient geplaatst. Het Oosten- rijksche sociaal-dfemocratische blad Arbeiders Ct, geeft een verslag dezer wet, welk verslag verkort wordt weergegeven door de Kölnische Zeitung. De wet zal niet, gelijk wijlen de Duitsche, gelden voor een bepaald aantal jaren, doch is van on- bepaalden duur. Zij verbiedt de vorming van vereenigingen, die door daden de gevolgtrekking wettigen, dat zij zulke sociaal-democratische woelingen in de hand werken, die gericht zijn op ’t met geweld omver werpen van de bestaande staats- en maatschap pelijke inrichtingen. Dergelijke reeds bestaande vereenigingen zullen worden ontbonden. Ook kan de oprichting eener vereeniging worden verboden, die zal blijken te zijn een voortzetting van een ontbonden vereeniging. Het werkelijke deelnemen aan vereenigingen die omwentelingen ten doel hebben, aan ontbonden of verboden vereenigingen, het aan werven van leden van verboden en ont bonden vereenigingen wordt beschouwd als een misdrijf dat kan worden gestraft met een gevan genisstraf van drie maanden tot drie jaren. Verboden zijn tevens al de vergaderingen, die ten doel hebben het gewelddadige omverwerpen van de tegenwoordig bestaande inrichtingen, zoo wel van den staat als de maatschappij. Deze bepa ling is van toepassing op vergaderingen, die niet toegankelijk zijn voor het publiek. Het met opzet houden eener dergelijke vergadering, wetende wat er behandeld zal worden, is strafbaar met een gevangenisstraf van drie maanden tot drie jaar. Wanneer in een gedrukt stuk gedachten wor den verkondigd, die ten grondslag hebben het met geweld omverwerpen van de bestaande maat schappelijke- en staatsinstellingen, moet de recht bank zich van dit feit op de hoogte stellen en daarna steeds het verspreiden dier geschriften verbieden. Bij periodieke tijdschriften, die derge lijke theoriën dienen, kan naast ’t verbod tegen verspreiding, ook het verbod tegen de verdere verschijning worden uitgesproken, wanneer blijkt, dat reeds tweemaal verboden is het blad verder te verspreiden wegens de daarin op gewelddadige omwenteling gerichte artikelen. Hij, die zulk een tijdschrift doet verschijnen, niettegenstaande het verbod, zal schuldig verklaard worden aan een mis drijf en gestraft worden met gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaren, waaraan kan worden verbonden een boete van minstens 100 en hoog stens 500 florijnen. Een periodiek verschijnend tijdschrift wordt geacht te zijn voortgezet, wan neer het nieuw verschenen periodiek tijdschrift feitelijk 't verboden tijdschrift blijkt te zijn. De zelfde straf als bovengenoemd is toepasselijk lo. op hen die zulk een tijdschrift verspreiden 2o. op hen die een groot aantal exemplaren in hun bezit hebben 3o. op hen die in ’t bezit zijn van hetgeen bij de vervaardiging dienst heeft gedaan of dienst zal moeten doen. king stonden, aangezien zij verteringen maakten ver boven hunne krachten, doch waarop de politie geen vat kon krijgen. Een paar dagen geleden echter was door iemand opgemerkt, dat eerstge noemde iets verstopte en toen ter plaatse een onderzoek werd ingesteld, vond men twee bossen steeksleutels, afkomstig, uit de smederij van den heer Braakman, waar voor eenigen tijd des nachts een bezoek was gebracht. Deze omstandigheid gaf aanleiding, dat bedoeld jongmensch werd ge arresteerd en tot bekentenis is gebracht, zoodat ook op zijn medeplichtige de hand is gelegd. Beiden zijn ter beschikking van de justitie gesteld. Het geld, hetwelk door heu nog niet was opge maakt, ongeveer f 12, werd op aanwijzing van den eerste gevonden in een bosch van den heer mr. H. van Lier. De meeste der gepleegde diefstallen zijn begaan op een tijdstip, waarop men dit niet zou ver wachten, nl. des avonds tusschen 9 en 10 uur, ook die in de kerk der Chr. Geref. Gem., waar volgens opgave der beide jongens f 68 a f70 door hen was gestolen. Vandaar ook waarschijnlijk, dat de daders niet eerder zijn gevat. Westergoo, 8 Juni. Enkele veehouders zijn dezer dagen met maaien begonnen de volgende week zal zeker allerwege de zeis in de mieden worden geslagen. Dank zij het buitengewoon groeizaam weder der verloopen week, valt de stand der maadlanden over het algemeen mede. Wijmbritseradeel In de laag gelegen landen dezer gemeente en in die der aangren zende gemeenten, is de zeis in het gras gezet. Overvloed van gras is er nog niet, doch het aan wezige is van dien aard, dat het gemaaid moet worden, zal de verdere oogst goed gelukken. De droogte der laatste dagen doet het gewas wel goed, doch wat meer warmte is hier voor een goeden hooioogst meer vereischte. De eenige in Groningen nog levende oud strijder van Waterloo, waar hjj diende onder Blücher, genaamd A. Hichentlich, hoopt Don derdag honderd jaar te worden. Hij is nog goed gezond en mag zich verheugen in 't bezit van 140 kinderen, kleinkinderen enz., tot in het vijfde geslacht. De heer Oscar Carré, bijna geheel van de bekomen kwetsuren hersteld, bevindt zich op het oogenblik te Berlijn om zijne aanspraken op scha devergoeding bij de betrokken spoorwegmaat schappij te doen gelden. In Artis zijn weder twee elandjes geboren, 1 mannelijk en 1 vrouwelijk. Tengevolge van de klachten over het oor verscheurend gekrijsch, waarmede de venters van Hecht voor Allen en de heilsoldaten in de residentie in den laatsten tijd het orgaan hunner partij of sekte aan den man trachtten te bren gen, is bij den Raad van de hofstad een politie maatregel in bewerking, om het met luider stemme verkoopen van nieuwsbladen enz. langs den pu- blieken weg te verbieden. „een woord, een woord” zei mijn vrouw, dat schijnt tegenwoordig heelemaal de wereld uit. De stukadoor beloofde me, ik zou haast zeggen heilig, dat hij van morgen om 9 uur beginnen zou, ik ruim de kamer op en richt er alles naar in, dat hij terecht kan, maar jawel, ’t wordt 9 uur en 10 uur, maar geen stukadoor. Ik zond een boodschap, ja, „de man zou direct komen.” Ondertusschen, ’t is nu al 5 uur en ik heb nog niemand gezien. En als men nu nog een bood schap zond van verhindering of zoo, dat was nog fatsoenlijk. Maar niets er van. En als men naar een ander stuurt is ’t ook al zoo. Alles beloven, alles dadelijk en direct, maar ze laten je maar wachten.” Ik kon er niets tegen zeggen. Tegen feiten valt niet te redeneeren. Bovendien zou ik uit mijn eigen ervaring met nog veel andere voor beelden, en niet alleen van stukadoors, kunnen aantooneu, met hoe weinig oprechtheid sommigen beloven. Men spreekt, denk ik, zonder dat men zich rekenschap geeft van de beteekenis zijner woorden, ’t Wordt een frase, een vakleugen, een bijvoegsel, dat niets zegt. „Kan ik er dus op rekenen, dat ge morgen begint vraagt ge en straks een ander en in den loop van den dag vragen ’t er misschien nog vier of vijf of meer. En zonder blikken of blozen, zonder eenige ge- wetenspijn geeft de man aan die allen de „stellige verzekering,” dat hij bij 5 of meer klanten liefst tegelijkertijd verschijnen zal. En als men eens beproeft hem zijn onwaar achtigheid zijn leugendienst aan ’t verstand te brengen, heet hetja, u hebt wel gelijk, maar wat zal men er aan doen De menschen willen zelf zoo en ’t hoofd loopt me om in al die drukte. Als ik niet gauw ja, jazeg, houden ze me uren op, of ze loopen naar een ander. Wat een armzalige uitvlucht Zulk een gedrag is dan ook totaal onverdedig baar en ’t is onbegrijpelijk, hoe men zoo blind kan zijn voor dit gebrek en zoo weinig eerbied kan hebben voor zijn eigen woord. Maar neen, te begrijpen is het wel. De zoon leert het van den vader en zoo verstompt het geweten op dit punt en neemt het met het vak mee op, alsof ’t er zoo bij behoort. De kleine teleurstelling, die een enkele werkman veroorzaakt, wanneer hij zijn woord niet houdt, zou betrekkelijk gauw vergeten zijn en als bij 't een enkele bleef, zou de noodzakelijkheid hem ook wel leeren zijn leven te verbeteren maar ’t kwaad is algemeen en van verre strekking. Wie eens den band los maakt, die hem aan zijn eigen woord bindt staat voor niets meer. ’t Is een plechtig oogenblik, als de jonge man ten gemeentehuize en in de kerk bij handslag en voor getuigen, voor God en de gemeente aanzijn jonge vrouw, „de trouw” belooft. En hoe? als hij er over denkt, zooals de stukadoor, die om 9 uur komen zou? „Wel” zegt men, „dat is geen vergelijking!” Ik beweer van wèl. Een belofte is een belofte, of ze groot is of klein, en uw ge bondenheid er aan is even groot, of ge ze in alle deftigheid, in ’t zwart en met witte handschoenen en in een bewogen, geroerden kring, dan wel in uw werkpak en onder de rustelooze omstandig heden van het dagelijksch leven aflegdet. Of ge zijt geen manAan een vluchtig kind, dat de waarde van zijn woorden nog niet weegt, dat de mogelijkheid van de nakoming zijner beloften niet overdenkt, dat straks vergeten is, wat het nu zegt, denk ik nu ook niet. Al is het goed ook hem reeds vroeg te leeren, wat waarheid en trouw beteekenen, zoo willen we hem nog niet te zwaar belasten. Maar een man dient te weten wat hij zegt en belooft en te doen, wat hij be looft. Laat niemand zich verschuilen achter een O, ’t komt er voor hem zoo niet op aan of „’t is maar zoo’n los afspraakje” of iets dergelijks. Als ge uw woord kwijt zijt, kunt ge ’t niet terug nemen zonder uw manneneer te verspelen. Als men ’t goed beschouwt hebben tal van maatschappelijke kwalen haar oorsprong in de losheid, waarmee men met zijn beloften omspringt. Zóó is dat doorgedrongen, dat iemand U ver wonderd aankijkt, wanneer ge hem durft voor, houden, dat hij dat beloofd „O, toen En op maatschappelijk terrein, ook eens afge zien van de schoonmaak, die mij voor deze dagen de aanleiding gaf. Als een werkgever en een werkman eens goed beseften, dat hun eer en hun geweten er mee gemoeid waren, of zij de wederzijdsche over eenkomsten al of niet nakwamen, zou er zooveel ellende, zooveel opstand, zooveel hatelijkheid zijn in de arbeidskringen Maar als de bazen zelf door hun voorbeeld de knechts gaan leeren, dat het er met een gegeven woord, met een belofte niet zoo nauw op aankomt, behoeven zij er zich waarlijk niet over te verwonderen, dat zij ook niet meer 'op „hun volk” aan kunnen. Slechte dingen leert men gauw genoeg. Ik zou dus wenschen. dat iedereen, die tegen woordig druk meehelpt bij de schoonmaak, ook zijn eigen winkel niet vergeet en er al de groote en kleine leugennesten uitgooit, die onze maat schappij bedreigen, ons geweten verstompen en de blijmoedigheid rooven voor God en menschen. ’t Gaat met de waarheid wezenlijk ook wel en de klanten, die wegblijven omdat ge een man van uw woord zijt, zullen wel terugkomen, al is het niet met deze schoonmaak dan met de volgende. W. B. v. Z. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Zondag gingen vier Zaandammers, op de Zaan uit zeilen, in gezelschap van juffrouw „Ver gunning.” Verder dan de Koogersluis konden zij het niet brengen, daar het schuitje weldra om sloeg. Drie van hun zaten spoedig op de kiel der boot; de vierde werd echter met gehavende kleeren met moeite van onder de schuit gehaald. Spoedig zag men verscheidene schuitjes van wal steken om de schipbreukelingen uit hun benarde positie verlossen. Toen het schuitje naar wal gebracht was en omgekeerd, wilden zij de reis terug maken, doch dit werd hen wijselijk door de omstanders verhinderd. Hoe inconsequent Dezer dagen schreef de Standaardwij moeten bedenken, partij in minderheid te zijn, de kleinste der driewij moeten niet naar succes jagen wij kunnen den uitslag niet dwingen, die hangt van de andere partijen af; wij moeten scherp opkomen voor onze beginselen wij kunnen ze tels verliezen en toch dezelfde gebleven zijn. Vooral mogen wij niet de wapenkreet voor of tegen het ministerie als leus opheffen. En in Mei ’89 schreef datzelfde blad„Als één man voor het kabinet!” „De leus, het parool, de wapenkreet, waaronder we ditmaal in het veld zouden verschijnen, is bij geen enkel groepje van onze partij ook maar één oogenblik twijfel achtig geweest.” „Als een man voor ons koste lijk kabinetLeve de Koniug Toen dus ook de naam des Konings door de Standaard in den partijstrijd gehaald Maar zoo is het blad nu eenmaal, het praat al naar ’tin zijn kraam te pas komt. Zelfs durft het nu zeggen, nooit een bondge nootschap met Rome te hebben aangegaan, alsof dr. Kuyper en dr. Schaepman tot op den huidigen dag niet „frère-compagnon” doen. Zoo kan alleen een Standaard! En ten aan- hoore van heel de schare durft dit partijorgaan de zijnen noemen „partij van den levenden God,” bij welke ieder christen zich heeft aan te sluiten. De tijd zal leeren, dat de christelijke Standaard politiek vele broederen afvallig maakt. De hoofd man gaat met zijn keurbende doleerende onder wijzers „den boer op,” maar onze boeren laten zich op den duur toch niet bekaaien Fr. Crt. Do Noord-Friesche locaalspoorweg is er nog niet. Jaren aaneen is er beweging over gemaaktwat een belangrijke verbetering in het vervoer van reizigers en goederen, van land- bouwproduktenEn thans Men hoort van geen spoorweg meer kikken. Daar staan nog de bakens, die ons aanwijzen het traject van een eventueelen spoorweg, te wachten, jaar uit, jaar in. Velen zijn reeds het wachten moede gewor den en liggen al rustig in een sloot of zijn onder een hoek van zooveel graden bezig te vallen. Is het den concessionarissen ernst met de aan leg, dan wat haast gemaakt, want de bakens geven den moed op. En de bewoners van streken, wat zeggen die die? „’t Wirdt doch niks!” Het Venl. Weekbl. geeft den raad aan zijne geestverwanten om bij eene eventueele herstem ming tusschen een confessioneel en een liberaal, aan laatstgenoemde de voorkeur te geven. Diens keuze zou, volgens den heer Haffmans, mede werken om het Ministerie ten val te brengen en met het Ministerie de legerwet. De heer Haffmans schijnt van oordeel dat van een liberaal Kabinet, hetwelk dan zou moeten optreden, het overnemen van de hangende wet niet zou kunnen worden verwacht en sluit even zeer de mogelijkheid uit, dat in het dan optre dende Ministerie zitting nam de voorsteller van eene wet, die juist bij de liberalen den meesten steun vond en beantwoordde aan een der punten van hun programma. Vermoedelijk zullen binnenkort gereed zijn de aan ’s Rijks munt nieuw vervaardigde stem pels van het tienguldenstuk met het borstbeeld van Koningin Wilhelmina, terwijl de stempels voor de zilveren pasmunt in het najaar zullen gereedkomen. In 1879 waren er in Amsterdam ongeveer 7000 kiezers voor den gemeenteraad. Toen stem den gewoonlijk ongeveer 4000, dat is bijna het tweederde gedeelte. Thans telt de hoofdstad 20,000 kiezers en het aantal stemmen, dat nu gewoonlijk wordt uitgebracht, is ongeveer 5000, dat is slechts een vierde deel van het aantal kiezers. Zelfs bij de pas plaats gehad hebbende herstemming, was het aantal uitgebrachte stem men slechts dertig hooger dan bij de eerste stem ming. Eene vermeerdering van 13000 kiezers, geeft dus slechts 1000 stemmen meer. VraagWat leert ge hieruit vraagt de Tribune Haar antwoord luidtDat al het geredeneer, gedebatteer en gefilosofeer in de kiesvoreenigingen, dat al het geschreeuw, geschrijf en gereclameer buiten die vereenigingen, de kiezers volkomen koud laatdat er een kringetje van bepaalde personen bestaat, die voortdurend gaan stemmen en dat al de anderen violen laten zorgen. Het aantal uit gebrachte stemmen staat dus in omgekeerde reden tot het aantal kiezers. Pas dit eens op algemeen kiesrecht toe Aan de gemeente politie te Assen is het ein delijk gelukt de daders van de in den laatsten tijd aldaar gepleegde diefstallen met inbraak te vinden en tot volledige bekentenis te brengen. Het zijn twee knapen van 16 jaren, met name II. J. en R. O., welke reeds lang onder verden- De directeur van den Koninklijken Schouw burg te Stockton-on-Tees heeft het zonderlinge denkbeeld opgevat om bij de samenstelling van zijn repertoire het algemeen stemrecht in toepas sing te brengen. Hjj wil dit doen op de volgende wijzelederen bezoeker wordt bij het binnentre den een stembriefje uitgereikt, waarop het re pertoire van den troep vermeld staat. De bezoeker behoeft nu slechts zes stukken met een potloodstreep te teekenen en zijn briefje bij het verlaten van den schouwburg in eene daar voor bestemde bus te werpen. Na afloop der voorstelling worden de stemmen opgenomen, en den volgenden dag de zes stukken aangekon- digd, die het grootste aantal stemmen op zich vereenigd hebben. Achtereenvolgens worden deze stukken dan gespeeld. Een middel, dat bij het bewaren van aard appelen in den kelder alle aanbeveling verdient, is het volgendeDe bodem van de plaats, waar de aardappelen moeten liggen, bestrooie men met droge asch en de aardappelen ook. De al dus behandelde wintervoorraad zal voor schimmel en spruiten bewaard bljjven, vooral dan als het bestrooien van asch eenige malen herhaald wordt. Een ander middel, dat bij het bewaren van aardappelen wordt aanbevolen, is het volgende Men neemt eenige stukken ongebluschte kalk, die men in een doek gewikkeld zoo hier en daar op de aardappelen legt, die daardoor droog en gezond zullen blijven. {Maandbl.j Hen portret. De Haagsche correspondent van de Pr. Gr. Ct. geeft het navolgende als por tret van den tegenwoordigen Minister van Marine, den Schout bij Nacht, Kruys „Tijdens zijn verblijf in de Tweede Kamer, bij de behandeling der legerwet, heeft Minister Kruys een goeden dunk van zijn persoongegeven. Zijn voorkomen stemt al dadelijk zeer gunstig voor den Minister, want hij gelijkt op niemand meer of minder dan op onzen grooten zeevoogd Mi- chiel Adriaansz. de Ruyter. Men heeft slechts hier op het Mauritshuis de Ruyters beeltenis door Bol te bekijken, om de waarheid der opmerking te erkennen. In tegenstelling van ’s Ministers voorganger, die aan een metselaar in Zondags- plunje herinnerde, brengt deze u dadelijk den stoeren, korten, ineengedrongen Hollander voor den geest, die een bezem in top voerde. De heer Kruys is geen redenaar, en door de routine van het Binnenhof nog niet zoo afgepunt en geslepen als zjjn collega voor Oorlog, maar hij geeft in een voudige taal rondweg, duidelijk en zonder restric tie, zijne adviezen. Als hij opstaat en met eenig- zins ruw orgaan luide het woord vraagt, is hij meer de Ruyter dan ooit, en treft u de gelijke nis van de gelaatsuitdrukking met bet portret op het Mauritshuis”. Maandagavond bevond zich in den Groo ten IJpolder aan ’t Noordzeekanaal iemand eenige oogenblikken in de herberg van zekeren P. H., terwijl zijn paard en rijtuig daarvoor on beheerd stonden. De eigenaar kreeg ongenoegen met een paar vreemdelingen, die naar buiten gingen, ’t paard bijna den hals afsneden en daarop vluchtten. Buiten gekomen, ontdekte de eigenaar deze schanddaad. Het paard is nog in leven, de daders zijn onbekend. Door de koelbloedigheid van een machinist van de Zuid-Nederlandsche Stoomtramweg-maat- schappij te Breda, is aldaar Zaterdag een 3 jarig kind aan een anders gewissen dood ontsnapt. De kleine lag buiten de Haagpoort op de rails, toen de tram in volle vaart kwam aanstoomen. De machinist, het gevaar bespeurende, wist nog min of meer te remmen en had de vastberadenheid van den tram te springen en het kind te redden. Weerdingermond, 7 Juni. H. v. d. Kaap en D. Bosma alhier waren op de veenplaats van den heer J. Houwing werkzaam en vonden een laag sneeuw en daaronder een ijsvlakte van wel 1 d. M. dik. Van der Kaap haalde zijn schaatsen, bond ze aan en reed, onder de bran dende straten der Juni-zon op het ijs, Op zoo’n manier behoeft het schaatsenrijden niet te ver- leeren; de winter en de zomermaand boden beide gelegenheid aan. Bolswardsche Courant 0

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1891 | | pagina 1