NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OLSWARD EN WON SER ABEEL
F
Tegen-Protesl.
J
‘*1
Jl
No. 49.
Dertigste Jaargang.
1891.
BINNENLAND.
S DONDERDAG 3 DECEMBER.
Ingezonden.
VOOR
de Vereeniging tot
Pensionneering van hen, die minder dan
f 500— inkomen hebben.
ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
in het genot van een matig, maar voldoend pen
sioen.
Dezer dagen is met recht gezegdstanden moe
ten blijven, afstanden moeten verdwijnen. Welnu,
als eene vereeniging tot stand komt, zooals mij
voor den geest zweeft, dan zullen de verschillende
standen meer en meer tot elkander gebracht wor
den en de afstanden die in onze stad waarlijk
niet groot zijn, zullen nog meer verdwijnen.
Mogen eenige burgers zich opgewekt gevoelen,
om te trachten in dezen of in beteren geest, zulk
eene vereeniging op te richten.
Waar een wil is, is ook een weg.
Dat is in het naburige Wonseradeel bewezen,
waar sinds 18 Juni 1890 eene koninklijk goedge
keurde „pensioenverschaffing aan werklieden” be
staat en met aanvankelijke vrucht werkt. Daar
zijn moeilijkheden, vooral gelegen in de samen
stelling der gemeente uit zoo verschillende dorpen.
Moge het waarheid worden wat de ijverige se
cretaris dier vereeniging mij schrijft: „Wat van
Wonseradeel geldt, kan van Bolsward uit den
aard der zaak niet gezegd worden. Daar is de
noodige eenheid.”
M. E. van der MEULEN.
Harlingen. Onze Zuiderhaven, die nog voor
korten tijd nagenoeg ledig was, begint zich weder
te vullen met in winterlaag gebrachte schepen.
Nog enkele schepen van onze houtvloot, worden
verwacht, doch de aanvoer van hout per stoom
boot is reeds opgehouden. Het aantal in winter
laag liggende schepen wordt echter van jaartot
jaar beduidend kleiner, daar de zeilvaart hoe lan
ger hoe meer door de stoomvaart verdrongen
wordt. Nog slechts weinige jaren geleden leverde
de Zuiderhaven ’s winters een zeer schoon ge
zicht op, daar er zich een geheel mastboseh aan
het oog vertoonde. De laatste bezendingen hout per
stoomboot werden hier aangebracht door de stoom-
booten Fehmarn en Alsen van Kiel. In den regel
komen deze stoombooten niet voor den zomer
terug. De aanvoer van steenkolen is echter nog
in vollen gang, hetgeen tot nog toe, vooral in ’t
laatst der week, veel werk veroorzaakt. Ook bet
vervoer van mosselen naar Engeland is weer
in vollen gang.
De nieuwe Legerwet. Naar wij vernemen,
wordt aan het Ministerie van Oorlog druk gear
beid aan de Legerwet, die de minister Seyffardt
vermoedelijk nog in deze zitting in de Kamer
hoopt te brengen. Door vele ambtenaren wordt,
met het oog daarop, ook des avonds aan het
Ministerie gewerkt.
De wet-Seyffardt zal, met behoud van de
schutterij, worden samengesteld uit het goede,
dat, volgens de meening van dezen minister,
bestaat in de bestaande wetgeving, het stelsel-
Reuther en de wet-Bergansius.
Als de Kamer, bij zooveel verscheidenheid en
erkenning van het goede bij ministers van ver
schillende kleur, niet te vinden is voor de plan
nen van dezen minister, dan zal het moeilijk
worden, om het den heeren naar den zin te maken.
Intusschen, de minister rekent op den steun
der Katholieken, daar op de hulp van de anti-
revolutionnairen, in zake de legerwet, niet te
rekenen valt, met het oog op hun consequentie
in de houding, tegenover de wet-Bergansius aan-
Het is een verblijdend vooruitzicht voor allen
die eene rijksbetrekking bekleeden, dat zij op 65-
of 70-jarigen leeftijd recht erlangen op een pen
sioen, dat hun ten steun kan wezen, als de werk
kracht is verbroken of verminderd in die mate,
dat zij, meestal na veertigjarigen arbeid, geacht
moeten worden niet meer in staat te zijn, op vol
doende wijze aan hun roeping te kunnen beant
woorden.
Terecht wordt meer en meer ingezien dat ook
zij, die bij burgerlijke gemeenten in dienst zijn,
hooger en lager geplaatsten, na trouwe en lang
durige dienstvervulling, er op moeten kunnen re
kenen, dat zij een pensioen zullen erlangen, in
overeenstemming met de taak waartoe zij geroe
pen zijn geweest.
Natuurlijk zijn deze allen verplicht, zelve in de
jaren hunner kracht eene bijdrage te leveren, even
redig aan het pensioen, waarop zij eenmaal aan
spraak zullen hebben.
De noodzakelijkheid van dit zorgen en sparen
voor den ouden dag wordt evenzeer erkend door
zeer velen, die niet van vast bepaalde inkomsten
leven. En voor dezen is het niet minder gewenscht.
Het kan toch zijn, dat zij het geluk hebben eenige
vette jaren te doorleven, maar het is bijna zeker
dat deze door magere nu en dan worden vervan
gen. Verschillende levensverzekeringen, op soliden
grondslag gevestigd, bieden gelegenheid aan, om
contracten te sluiten van allerlei aard en verstan
dig doen mannen en vaders, die, naarmate van
de omstandigheden, waarin zij verkeeren, zich
eenig offer getroosten in de jaren hunner kracht,
voor den tijd, waarin ook zij het zullen ervaren,
dat er een tijd van ruste komen moet na volhar
dende inspanning.
Daar blijven echter duizenden over, wier inko
men zoo klein is, dat er van hen alléén niet kan
gevergd worden, dat zij in voldoende mate sparen
zullen, om zich op zekeren leeftijd een pensioen
te verzekeren, dat hen bewaren zal voor de droeve
noodzakelijkheid, om aan te kloppen bij instellin
gen van weldadigheid en alzoo van liefdegaven
of genadebrood te leven.
Ik bedoel volstrekt niet, dat de zoodanigen niet
sparen kunnen en willen. Wie onzer weet niet,
hoeveel centen wekelijks worden bestemd, soms
van een karig loon, voor zieken- en begrafenis
fondsen, voor spaarkas en spaarbank zelfs.
Ook zullen er velen wezen, die voor het boven
omschreven doel nog iets meer willen bezuinigen
en besparen. Ik weet dat er gevonden worden,
die het een weldaad zouden achten, iets te mogen
bijdragen, elke week, met het vooruitzicht, dat zij
alzoo, mede door eigen toedoen, het vooruitzicht
erlangen, om, als zij voor den arbeid niet meer
geschikt zijn, uit een pensioenfonds eene weke-
lijksche bijdrage te erlangen, geëvenredigd aan
het gebrachte offer. e
Doch genoeg daarvoor bijdragen, ziet, dat kunnen
zij niet. Daarom zou het zoo wenschelijk zijn,
aïs eene vereeniging van burgers in onze stad tot
stand kwam, welke tracht een fonds tot stand te
brengen, door bijdragen van welgestelden, van
kerkelijke en andere liefdadige instellingen, waar
door het mogelijk zou worden, dat allen, die b.v.
minder dan f500,— ’sjaars verdienen, eene kleine
wekelijksche bijdrage offeren en daardoor in staat
zouden worden gesteld, om op een nader te be
palen leeftijd een pensioen te erlangen, geëvenre
digd aan hunne bijdrage.
Met belangstelling lazen zeker velen met mij,
dat eene raadscommissie in de vergadering van
24 Nov. jl. heeft voorgesteld, o.a. dat de Raad
besluite: 1°. „tot het vormen van een fonds, waar
over de Raad naar vermogen en behoefte kan
beschikken ten voordeele van de werklieden der
gemeente en van de gasfabriek, in geval van in
validiteit, ongelukken of hoogen leeftijd. 2°. daar
voor jaarlijks f 150,af te zonderen uit de Ge
meentekas.”
Met recht schrijft die commissie „dat zij niet
kon vinden, dat de gemeente geroepen geacht
mag worden tot het initiatief nemen voor eene
algemeene verzekering van alle werklieden in de
gemeente, zooals een commissielid gaarne tot stand
zag komen.” Maar met ingenomenheid lees ik
hetgeen volgt: „Mocht men particulier zoodanige
verzekering willen bevorderen, dan zou de gemeente
kunnen medewerken in het belang harer dienst
baren.”
Voorzeker, het zou zeer wenschelijk wezen en
zeer in het belang van de burgerlijke gemeente
in het algemeen, als er door gemeenschappelijke
samenwerking een fonds tot stand kwam, waaruit
niet alleen werklieden, maar allen die een klein
jaarlijksch inkomen hebben, eene bijdrage ontvan
gen kunnen, die, gevoegd bij ’t geen zij zelve
storten, hen in staat stelt, om het uitzicht te heb
ben op eene pensionneering in de toekomst.
Het zou een schrede wezen op den weg die kan
leiden tot betere wemvaverzorging, welke nu al
te veel ontaardt in avsivabedeeling, een heerlijk
middel tot voorkoming van armoede. Het zou
samenwerking bevorderen kunnen tusschen ver
schillende armbesturen, die nu vaak al te zwaar
belast zijn met de zorg voor zoovele ouden van
dagen, die niet meer werken kunnen, terwijl het
eene hoogst bemoedigende gedachte zou zijn voor
mannen en vrouwen, dat zij door zoodanige hulp
zelve in staat zouden zijn, zich te vrijwaren voor
bedeeling en een ouden dag te gemoet te gaan,
Naar aanleiding van Uw protest, voorkomende
in de Bolswardsche Courant j.l., meent de Afd.
Bolsward van den Bond voor Alg. Kies- en Stem
recht te moeten opkomen.
Ten eersten gaf het de Afd. aanleiding, derge
lijke verklaring (tevens uitdaging) op het strooi
biljet te plaatsen omdat Westergoo” zoo’n misse
lijke verdachtmaking overnam uiteen ander blad,
tegen den spreker, welke dien avond voor hun
zou optreden.
En omdat de Bolswardsche” ook niet buiten
kijf is, achten wij het billijk langs den genomen
weg te hebben gehandeld.
Zonder meer feiten te noemen, maken we U
attent op het stuk van Ds. Wartena. Wij vinden,
dat het onderzoek, waarheid aan het licht bracht.
Maar zijn die menschen dan niet gerechtigd,
onder zulke omstandigheden zich te vereenigen
Om eischen te stellen, die beter in het onder
houd van hun leven als mensch voorzien En
zietbegaafde sprekers moeten bij zulke gelegen
heden het woord voeren.
Zeer zeker is daardoor het onderzoek door
Ds. Wartena ingesteld en bij de bekendmaking
daarvan door uw blad de „Volkspartij”
miskend.
Om nu niet meer over het afgeloopene te
spreken, brengt de Afd. hare hulde, wegens het
onbevooroordeeld verslag der Rede, en hoopt, dat
uw blad het woord wegens het protest hand
haaft. Wij geven acht op de dingen die komen
zullen. Gij strijdt met open vizier, daarom bij
voorbaat onzen dank voor de plaatsing dezer
letteren.
Namens de Afd. van Alg. Kies- en Stemrecht,
Het Bestuur.
genomen. Op de liberalen hoopt men, ter wille
van de eenheid der partij en de zwakke meerder
heid, te kunnen rekenen.
Van de leden van Patrimonium hebben wij
nooit iets kwaads gehoord, maar dat zij zoo
idealistisch waren als de Standaard ons mede
deelt, wisten we toch niet.
De 270 leden, die het Christelijk Sociaal Con
gres bijwoonden, worden aldus door het blad
geschetst
Ze zagen er Hink en manlijk uit. Op hun ge
laat lag een uitdrukking van kalme kracht en
innerlijken vrede. Ze spraken dapper weg en in
goed Hollaiidsch voor de vuist. De gang hunner
gedachten was daarbij geregeld en doeltreffend.
Ze mengden zich niet in wat boven hun sfeer
ging. Hun toon was onberispelijk. En hoewel
geen oogenblik de noodige vrijmoedigheid ont
brak, viel er toch niet één enkele uiting van dat
ruwe element te betreuren, dat in andere krin
gen zoo dikwijls het optreden van dezen stand
ontsiert.
Maar zulke redenaars zijn zeldzaamheden, niet
slechts onder de werklieden, maar in alle kringen
der maatschappij. En dan 270!
Wij zullen geen woord op dien lof afdingen,
maar wel op hetgeen de Standaard naar aanlei
ding daarvan zegt
Wat reden ter wereld is er nu toch, dat men
aan zulke mannen het kiesrecht onthoudt
Dit is geen argumentmen kan zich evengoed
eene vergadering voorstellen van personen uit
denzelfden kring, waar zóó gesproken wordt, dat
men zou kunnen uitroepen wat reden ter wereld
is er, dat men aan zulke mannen het kiesrecht
verleent?
En in de maatschappij ontmoet men onder hen,
die vele malen het bedrag van den census beta
len; niet weinigen van wie men zeggen moet
Wat reden ter wereld is er nu toch, om zoo’n
man kiezer te maken
De wet treedt echter niet in persoonlijke con-
sideratiën, maar neemt, krachtens de Grondwet,
het bedrag der huurwaarde of der grondbelasting
tot maatstaf van het kiesrecht aan.
Als dus de Standaard met emphase uitroept
„Wat ter wereld is de reden, dat men aan zulke
mannen het kiesrecht onthoudt?” dan antwoor
den we zeer kalm omdat zij minder dan den
bepaalden census betalen”.
Wordt die census verlaagd, uitstekend maar
dit zal geschieden uit billijkheid en niet omdat
er in Patrimonium zoovele zeldzaam voortreffe
lijke sprekers zijn. Ging men van dit beginsel uit,
dan zouden wij liever den census verhoogd zien,
want tegenover de 270 van Patrimonium staan
er 2700, ja 27000 en meer, die volstrekt geen
volmaakte redenaars zijn en wier toon evenmin
onberispelijk zou zijn, als zij zich onthouden zou
den van ruwere uitdrukkingen.
Het is met de algemeene debatten over de
Staatsbegrooting niet meegeloopen. zegt de Haag-
sche correspondent van de N. Gr. Ct. Men had
de sluiting reeds Donderdag verwacht en Vrij
dag is er nog geen einde aan gekomen. Na de
Ministers is weer oen gandsche reeks van nieuwe
sprekers opgetreden de heeren Tijdens, Keuche-
nius, de Meijier, en de heeren Schaepman en
van Nunen moeten nog komen.
De oorzaak van dit rekken der discussie ligt
voor een deel in de zucht der nieuwe leden om
van wal te steken. Bijzonder gelukkig zijn zij
daarbij niet geweest. Als ik den heer de Kanter
een flink prater, en den heer Noordtzij, een net
spreker, ofschoon een weinig zalvend, uitzonder,
dan waren de maidenspeeches dun gelijk
Sarah Bernhardt. De heer Roessingh zeide nog
iets, maar dr. Poelman bracht een reeks alge
meenheden, holle phrases, groote woorden en
holle ontboezemingen met sociaal-democratische
wendingen aan den man, die op niemand indruk
maakten, al was de vorm, vooral van zijn re
pliek, mooi en al maakt zijn gevoels-politiek wel
eenigen indruk, de heer Pijttersen las een erg
mager speechje voor met een heel voorbarige
ontevredenheidsuiting aan ’t adres der pas opge
treden Regeering, die geenszins in goede aarde
viel, omdat men van dit Kabinet allerminst een
Sequah-politiek verwachttede heer van Beu-
ningen zei ongeveer niets, maar gelukkig in wei
nig woorden.
Werkelijk de nieuwe leden hadden de
moeite kunnen sparen. Als zij de ouderen, de
heeren van Houten en Mees, de Beaufort en
Kerdijk, Borgesius en Rutgers, Schimmelpenninck
van der Oye en A. van Dedem, alleen aan het
woord hadden gelaten, zouden zij vrij wat ver
standiger hebben gehandeld en dan waren we
nu reeds verder, zo )dat de kans dan grooter ware
dat ook de Eerste Kamer nog vóór Nieuwjaar
de begrooting zal kunnen afdoen, wat nu al weer
betwijfeld wordt.
Tusschen het Nut en de Vereeniging tot
afschaffing van den sterken drank is een geschil
ontstaan naar aanleiding van een door eerstge
noemde Maats, uitgegeven en geschreven boekje
door dr. Snijders. Deze betoogt wel het noodlot
tige van het alcohol-misbruik, maar uit tevens
de meening dat, bij matig gebruik, zuivere meng
sels van alcohol heilzame genotmiddelen kunnen
zijn. De Vereeniging wenscht nu, dat de Maat
schappij het boekje niet onder haar schil 1 zal
uitgeven en dit zal herroepen. De Maatschappij
oordeelde de grieven der Vereeniging niet recht
matig en verklaarde aan het verzoek niet te
kunnen voldoen.
Ieder die Nijmegen tegenwoordig bezoekt,
is vol bewondering over de fraaie groote par
ken, sierlijke singels en de allerwege rondom de
stad gevonden schoone plantsoenen. Die parken
enz. beginnen echter een groote lastpost voorde
gemeentekas te worden, daar toch voor het enkel
onderhoud daarvan voor 1892 bereids een som
van ruim f 10,000 is noodig geoordeeld of ’/8 van
den hoofdelijken omslag.
In een der plaatsen van de provincie Noord-
Brabant werd eene nieuwe wijze van heffing in
gevoerd van staangeld op markten. De bereke
ning geschiedde per vierkanten meter.
De nieuwbenoemde controleur kwam nu in
allen ernst in een ijzerwinkel een vierkanten
meter bestellen. N.-B. Ct.
De aandeelhouders in het waarborgfonds
voor de te Amsterdam gehouden Crysanthemum-
tentoonstelling, behoeven van de f25, voor elk
der 120 aandeelen bepaald, niet alleen niets bij
te dragen, maar ontvangen voor elk aandeel f 2.15
als dividend uitgekeerd. De tentoonstelling is
dus ook financieel uitstekend geslaagd.
Waar prof. v. Hamel Roos niet alleen de
vervalsching van verschillende levensmiddelen
aangeeft, maar zelfs weet te vertellen, waar en in
welke fabrieken deze betreurenswaardige praktijk
wordt gedreven, daar kan toch, zou men zeggen,
geen jaar meer verloopen of in bijna iedere ge
meente worden een of meer bureau’s aangetroffen
voor kosteloos onderzoek der waren. Komen, in
verband daarmede, de strengst mogelijke maat
regelen tot stand, om den verkoop van ver-
valschte artikelen, anders dan onder eene in het
oog vallende aankondiging, ónmogelijk te maken,
dan zal men van lieverlede verschillende han-
delszaken van het tooneel zien verdwijnen. Im
mers, zoodra de, helaas talrijke, gewetenlooze
knoeiers zich steeds met een hooge geldboete,
gevangenisstraf of tijdelijke sluiting hunner zaak
zullen zien bedreigd en na verloop van korten
tijd verschillende hunner brave vakgenooten ge
straft zien, zullen zij wel spoedig trachten mid
delen te beramen om zich voortaan, mét terzijde
stelling van alle bedrog, staande te kunnen houden.
Bij de algemeene beschouwingen over de be
grooting deed de heer Mees opmerken, dat ten
aanzien der prioriteit van de aangekondigde
wetsvoorstellen, genoegzaam de meening der Re-
geering is op te maken. Er bleek uit, dat
partieele verbetering van het belastingstelsel
moet voorafgaan aan regeling van het kiesrecht.
En dat is zeer juist.
Tusschen de verschillende Ministers poogt men
z. i. te vergeefs verschil van inzicht omtrent de
volgorde van behandeling te onderstellen. Trou
wens een gedeeltelijke verbetering van het be
lastingstelsel kan niet anders dan in verband met
de regeling van het kiesrecht worden behandeld.
Daarentegen kan eene nieuwe directe belas
ting, waarnaar zij verlangt, geheel op zichzelve
worden voorgedragen. Van de overzijde is zulk
een belasting ook herhaaldelijk gevraagd. Welnu,
in dezen stand van zaken is het rationeel, dat
die belastinghervorming in twee deelen gesteld
worde. Komt eerst eene nieuwe directe belasting,
dan zal deze van invloed kunnen zijn op de ver-
deeling van andere lasten en ook een basis wezen
voor gemeenschappelijke heffingen.
Maakte men nu dat alles ondergeschikt aan
het kiesrecht, dan zal in ’t gunstigste geval voor
1895 geen nieuwe directe belasting in het leven
kunnen treden.
Te Noordwijk-Binnen zal voor rekening
van graaf en gravin van Limburg Stirum eene
„spijskokerij” worden gebouwd, om aan armen
gedurende den winter kosteloos soep te verschaf
fen. Tevens hebben zij gezorgd, dat deze stichting
ook na hun dood in wezen zal kunnen blijven.
Op een redactiebureau, zoo leest men in
de Nijm. Crt. krijgt men dikwijls vreemde brie
ven en onze lezers zouden meermalen verbaasd
staan, als wij onder hunne oogen brachten, wat
ons hetzij „welwillend,’' hetzij „beleefd” doch
„dringend” ter opname wordt toegezonden. Nu
dezer dagen ontvingen wij weder een uitvoerig
schrijven van oen ons onbekend persoon uit
Hannover, die ons zijn beklag doet over zijn
ontrouwe welerhelfr, die met den eveneens on
trouwen echtgenoot eener Hannoversche dame
de wijk naar Holland genomen heeft en naar
bedoelde schrijver ons mededeelt hiervan
„Schwindeleien leeft en zich speciaal zou toe
leggen op bedotten van directrices van jonge
damesscholcn, voornamelijk religieuses, bij wie
zij zich aan meldt om les te komen geven in het
maken van vruchten enz. in was. Als zij het
bedongen honorarium in handen heeft, zou zij
echter niet terugkomen.
Wij weten niet, of onze stad reeds met een
bezoek vereerd is en kunnen evenmin nagaan of
bedoeld schrijven, waaruit wij namen enz. weg
laten, volkomen betrouwbaar is doch men
kan, na kennisneming hiervan, toch altijd op zijne
hoede zijnals men niet vooruit betaalt, kan
men niet gefopt worden.
„Mijne vrouw koos Holland voor hare oplich
terijen” zoo schrjft de verlaten echtgenoot,
„wo man, wie es überhaupt heisst, alles trei-
ben darf, was man wil.”
Hopen wij dat hij zich daarin vergist heeft en
hem seine liebe Gattin spoedig van Holland uit
teruggezonden moge worden.
De agenten van politie te Rotterdam ont
vangen eene belooning van 25 cents voor de aan
gifte van elke deur of elk raam, dat zij des
nachts open vinden.
Bolswardsche Courant
-HÈ6W-
(I