NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOLS WAR D EN WOJWSBAÖBBB
I
Kantongerecht Bolsward.
Dertigste Jaargang.
Br. ABRAHAM KUENEN,
geboren 16 September 1828, gestor
ven lü December 1891.
1891.
No. 51.
BINNENLAND
Ld
X
X
X
X
VOOR
de organisatie
niets anders
s
l
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
4
$XXXXX XXXX”XXXXXXXXX
DONDERDAG 17 DECEMBER.
$xxxxxxxxx” kxxxxxxxx^
Terechtzitting' van 4 December 1891.
O
l'
zijn er, hen verwijs ik naar een vrome als de
ontslapene.
In Kuenen verliezen wij een der grootste ge
leerden en een der beste christenen.
Welk een troost voor zijne kinderen die nu
helaasouderloos zijn.
Welk eene liefelijke nagedachtenis voor ons,
die den doode in hooge eere houden, terwijl hij
voor ons leven blijft door den geest, die uit zijne
werken ons omzweeft.
M. E. van der MEULEN.
Veroordeeld
1. A. van M. te Stavoren, ter zake van het
op eene plaats, gebruikt tot het verkoopen van
waren, voorhanden hebben van twee niet herijkte
maten, bij verstek tot 2 ml. f 1 of 2 ml. 1 dag
hechtenis, met verb, verkl. van de maten.
2. M. I. K. te Nijega, ter zake van het op
eene plaats, bestemd tot het afleveren van waren,
voorbanden hebben van twee niet herijkte gewich
ten, contradictoir tot 2 ml. f 1 of 1 ml. 1 dag met
verb, verkl. van de gewichten.
3. A. K. te Workum, ter zake van het op
eene plaats, bestemd tot het verkoopen en afleveren
van waren, voorhanden hebben van twee niet
herijkte maten en een niet herijkt gewicht, bij
verstek tot 3 ml. f 1 of 3 ml. 1 dag, met verb, verkl.
van de maten en het gewicht.
4. R. H. te Parrega, ter zake van het op
eene plaats, bestemd tot het verkoopen van waren,
voorhanden hebben van eene afgekeurde maat,
contradictoir tot f2 of 2 dagen, met verb, verkl.
van de maat.
5. D. F. te Hindeloopen, ter zake van het op
eene plaats, gebruikt tot het verkoopen van waren,
voorhanden hebben van een afgekeurd gewicht,
contradictoir tot f 2 of 2 dagen, met verb, verkl.
van het gewicht.
6. D. D. D. Jr. te Wommels, ter zake van
het op eene plaats, bestemd tot het verkoopen
van waren, voorhanden hebben van eene afge
keurde en eene niet herijkte maat, contradictoir
tot f2, en f 1, of 2 dagen en 1 dag, metjerb. verkl.
van de maten.
7. J. P. F. te Wommels, ter zake van het op
eene plaats, gebruikt tot het verkoopen van
waren, voorhanden hebben van een afgekeurd en
een niet herijkt gewicht, contradictoir tot f2
en f 1 of 2 dagen en 1 dag, met verb, verkl.
van de gewichten.
Bij de verkiezing voor de Tweede Kamer
in Tiel was er een wachtwoord, dat voor velen
een tooverwoord bleek te zijn Ik ben een Tielsche
jongen! Het was een uitdrukking van den ge
kozene, den heer Tydeman zelf.
Optredende als spreker voor zijn kiezers, had
hij, in tegenstelling van de hooge waardigheden,
die bij de aanbeveling van de canditatuur van
den oud-Minister Mackay opgesomd werden, er
op gewezen, dat hij niets van dien aard achter
zich had, en zich slechts kan geven als een
Tielsche jongen. Dit eenvoudig uitgesproken
woord heeft vele hoorders ontroerd en er toe mede
gewerkt om den liberalen candidaat populair te
maken. De heer Tydeman was trouwens zeer
openhartig en heeft, waar hij tot de kiezers sprak,
een aantal, omwonden verklaringen afgelegd, ook
waar hij wist dat ze sommigen minder aange
naam toeklinken zouden. In dit opzicht vormde
hij een merkwaardige tegenstelling met een vroe-
geren candidaat, den heer Beelaerts van Blok
land, die daar een drietal jaren geleden ook eens
voor de kiezers optrad, en eene rede hield, die
zoo kunstig gedraaid was, dat aan het slot nie
mand wist wat de spreker eigenlijk gezegd had.
Over de zegepraal van den Tielschen jongen
heerschte een groote geestdrift, die vooral 's avonds
bleek na de serenade, toen de deelnemers uitge-
noodigd werden den gekozene te vergezellen naar
de groote zaal van het Spaarbankgebouw. Ofschoon
deze zaal 700 personen kan bevatten, was zij te
klein omdat zoovele geestdriftigen zich bij den
stoet aansloten, zoodat menig kiezer niet toege
laten kon worden. In toespraken en toosten wer
den de Tielsche jongens meer dan eens herdacht,
en daar zijn er verscheidene onder, wier naam
met eere in den lande genoemd wordt. Daartoe
behoort ook mr. P. Rink, de afgevaardigde voor
Arnhem, die uit den Haag kwam om de over
winning van zijn academievriend mede te vieren,
en bij zijn binnentreden in de volle zaal, waar
reeds eenige waardeerende woorden over hem
gesproken waren, met bijzondere geestdrift ont
vangen werd. Onder de gasten merkte men ook
vele Katholieken op, en er wordt met reden ver
ondersteld dat vele Katholieken in het district
op den liberalen candidaat gestemd hebben.
Te Rotterdam is door den storm de spits
van den toren der in aanbouw zijnde Noorderkerk
zoodanig getroffen, dat zij ongeveer 50 centimeter
overhelt, zoodat de aannemer vermoedelijk een
gedeelte van den toren zal moeten afbreken en
opnieuw bouwen.
In den Haag heeft de storm van Donderdag
tal van schoorsteenen omgeworpen en dakpannen
weggeslingerd. Vele boomen zijn in het Bosch en
in de Scheveningsche Boschjes ontworteld en tal-
looze takken atgescheurd. Scheveningen heeft
weinig te lijden gehad, daar de geheele vloot aan
het strand lag vastgemeerd.
Het gerechtshof te ’s Hertogenbosch heeft
een twintigjarige fruitvrouw uit Oosterhout, met
bevestiging van een vonnis der rechtbank te
Breda, schuldig verklaard aan moord op haar
dochtertje van 5 maanden gepleegd, door dit in
een sloot zoolang onder water te houden, totdat
het tengevolge daarvan overleden was, en haar
veroordeeld tot 4 jaar gevangenisstraf.
Te Haarlem is men op weg weder de „rug
gespraak” voor de afgevaardigden in te voeren.
De Katholieke, anti-i evolutionaire en radicale
kiesvereenigingen hebben in overweging geno
men om te besluiten dat de raadsleden, welke
door die vereenigingen gekozen worden, vooraf
met elkander in overleg zullen treden, wanneer
er gewichtige zaken zullen behandeld worden,
teneinde hunne houding te bepalen.
Er is niet bijgevoegd, dat dit overleg uitslui
tend door de bedoelde raadsleden zal gehouden
worden onwaarschijnlijk is dan ook niet, dat
leiders der kiesvereenigingen daaraan rechtstreeks
of middellijk zullen deelnemen en het advies en
de stem van den vertegenwoordiger niet zal
wezen de vrucht van zijn eigen zelfstandig oor
deel, wat toch volgens de aangenomen staats
rechterlijke beginselen een eisch is.
De Kampioen deelt mede, dat dezer dagen
een onderhoud heeft plaats gehad tusschen den
Minister van Oorlog en de heeren Bergsma,
Burkens en Netscher, ter bespreking van de be
langen van het korps militaire wielrijders.
In dit onderhoud bleek, dat de vorige Minister
van Oorlog den militairen wielrijders heeft toe
gestaan uniformkleeding te dragen, waarvan zij
zelf de kosten moeten vergoeden. Het Dagelijksch
Bestuur van den bond zal nu zoo spoedig moge
lijk een ontwerp-uniformpak ter goedkeuring aan
den Minister van Oorlog aanbieden.
Tiel. „Tiel is bitter geslagen,” zucht de
Standaard.
„We wonnen er niet. We behielden zelfs ons
plaatst op den top van Golgotha, van waar men
een uitgestrekt gezicht heeft op de stad Jerusalem
en hare omgeving en hier ziet men den stoet,
die Christus naar het kruis geleidt. Het tweede
gedeelte stelt voor het gezicht, dat men van
iet platte dak van een huis heeft op de plaats,
waar het kruis is opgericht. De Christus heeft
zijn laatsten strijd gestreden. Vooral het lichten
de groepeering der beide tafereelen wordt zeer
geprezen.
Te Meeden (Groningen) kwam dezer dagen
bij het hoofd der school een jongen zich aan
melden, met verzoek een deel van het onderwijs
in de nuttige handwerken te mogen volgen. Zijn
bedoeling was, zich op die wijze voor zijne aan
staande betrekking als schaapherder voor te be
reiden door het breien te leeren.
Daar de wet zeker op zulke gevallen niet ge
rekend heeft, werd de knaap niet tot de lessen
toegelaten.
In sommige Drentsche dorpen en gehuch
ten bestaan nog zoogenaamde boer- of buur
schappen, waarvan de leden elkander wederkeerig
bijstaan bij werkzaamheden op het land, het
schapenhoeden enz. Sommige werkzaamheden
mogen ook niet aangevangen worden, voordat
bij het blazen op den hoorn het boerhoorn
de geburen zijn opgeroepen om te overleggen,
wanneer men er mee zal beginnen.
Onlangs nu onttrok een boer te Deurze zich
aan zijne verplichting, toen het zijne beurt was
een jaar lang een stier te houden. Hem werd
toen bij deurwaa^rders-exploit aangezegd, dat hij
uit de boerschap was uitgesloten, m. a. w. ge-
boycott. Daar zijn toestand te Deurze nu on
houdbaar is, zal hij zich elders moeten gaan
vestigen.
Ongeveer twee- a driehonderd man, welke
te Tjalleberd bezig waren met de graving van
wijken, hebben eenparig het werk gestaakt.
Wanneer men weet, dat de beste werklieden
een loon eischen van 80 a 90 ct. daags, en dat
voor zeer z waren arbeid, waarmede ze slechts
met een kleine pauze, om een bete broods te
eten, van af dat het daglicht het werk toelaat,
tot aan den avondstond die het verbiedt, bezig
zijn dat ze om aan den arbeid en naar huis te
gaan, ’s morgens bij duister een half uur gaans
afleggen en ’s avonds natuurlijk weer dezelfle
marsch moeten maken, kan men zich voorstellen
wat een zwaren arbeid ze verrichten om 80 a 90
cts. daags te verdienen.
En om tot dat bedrag te komen moeten ze
nog werkstaken.
Arme stakkers.
De houding van de menschen is kalm, geen
sprake van opwinding.
Men verklaarde zich bereid onmiddellijk de
werkzaamheden te hervatten, mits een behoorlijk
loon 80 a 90 cts. bij aanneming^ voor het
uitgraven van een zeker deel n.l., werd uitbe-
taald.
Met genoegen vernamen we, dat de houding
van de werklieden kalm is, dat ze niets anders
eischen dan een behoorlijk loon.
We hopen zeer, dat hun dat gegeven worde,
dat de publieke opinie te dezen opzichte de werk
lieden in hun billijke eischen steunt, en dat geen
politieke agitators zich in deze kwestie mengen,
waardoor zoo menig goede zaak bedorven is.
In Dr. Abraham Kuenen heeft Nederland een
zijner edelste, zijner vroomste, zijner geleerdste
burgers verloren. En Nederland niet slechts.
Overal waar degelijke geleerdheid, gepaard aan
innige vroomheid, op prijs gesteld worden, overal
waar men kennis genomen heeft van de vruchten
zijner onderzoekingen, moet en zal zijn dood ten
diepste worden betreurd.
Sints vele weken dachten allen, die hem lief
hadden, die hem vereerden en hoogachtten, met
zorg aan het lijden, dat hem aan ziekbed en zie
kenkamer gekluisterd hield. Op hoop en tegen
hoop werd door die allen uitgezien naar elk be
richt, of ook voor het uitzicht op beterschap eenige
goede grond was. De bladen spraken er weinig
van. Hij had dat niet gaarne. Zijne bescheiden
heid drong hem daartoe en „laten ze mij nu toch
nog niet uitluiden.’ had hij eens gezegd.
Ten laatste is de slag gevallen, God nam hem
weg.
Wij, zijne tijdgenooten, voelen het, wij hebben
een steun, een leidsman verloren.
In 1851 had hij zijne studiën aan de Leidsche
Hoogeschool geëindigd en was hij candidaat tot
den Heiligen Dienst geworden en dus toegelaten
tot de Evangeliebediening in de Ned. Hervormde
Kerk. Hij heeft echter nooit eene predikants-
plaats gehad. Den 16den October 1851 reeds werd
hij benoemd in eene wetenschappelijke betrekking
aan de Hoogeschool te Leiden. In December van
het volgend jaar kreeg hij eene aanstelling tot
Buitengewoon Hoogleeraar in de Godgeleerdheid
aldaar,alszoodanigtradhijopden 12den Maart 1853,
en den Isten October 1855 aanvaardde hij het
ambt van Gewoon Hoogleeraar. Sedert heeft hij
zich met hart en ziel aan de wetenschap gewijd.
Toch stelde hij er hoogen prijs op, en ditteekent
hem juist als den man met het vrome hart, om
met volle recht den predikdienst te kunnen uit
oefenen en den 14den Juli 1857 werd hij beves
tigd als predikant in de Ned. Herv. Kerk, natuur
lijk zonder vaste standplaats.
Dat een man als Kuenen algemeen ontwikkeld
was, behoeft geen nader betoog, maar zeer ver
standig heeft hij gedaan, dat hij met volle kracht
zich gewijd heeft, bij uitnemendheid aan één deel
der zoo uitgebreide godgeleerde wetenschap, de
studie van het oude Testament, met al wat daar
toe behoort.
Met alle recht wijs ik daarop, ook in dit blad.
Ik weet wel, dat menigeen misschien zal zeggen:
Wat gaat ons die studie aan? Het onbekend
maakt onbemind, geldt ook hier. Toch is er geen
boek uit de vóórchristelijke wereld, dat van zoo
veel beteekenis is als juist dit Oude Testament.
Niet zonder schade voor onze ontwikkeling in
veelsoortig opzicht, derven wij de kennis van den
inhoud dier verzameling van geschriften. Wat
het tegenwoordig geslacht geworden is, heeft het,
voor een goed deel onbewust, aan dat boek te
danken. Dat heeft Kuenen ingezien. En voorwaar,
het is geen dorre studie waaraan hij zich gewijd
heeft. Zooals het immer gaat, de nijvere onder
zoeker getroost zich jarenlang op zijn studeerver
trek den noesten arbeid, om de paden en wegen
te vinden die naar de heerlijke mijnen voeren,
waaruit eenmaal de edele metalen te voorschijn
zullen komen. Reeds heeft hij voor velen licht
ontstoken in de donkere schachten. Reeds heeft
hij niet weinigen gezegend met de vruchten van
zijn arbeid. Zoolang het zijn dag was heeft hij
medegewerkt met eenige uitstekenden, die in hem
hun aanvoerder erkenden, aan een nieuwe ver
taling van dat onschatbaar boek. En zij bovenal
zullen treuren om ’t geen zij en wij, ook in dit
opzicht, in hem missen.
Toch heeft hij bijkans veertig jaren lang zóó
veel gearbeid, dat het niet uitblijven kan, of er
zal een geslacht komen, in dit opzicht degelijker
ontwikkeld, dat waardeeren zal wat hij heeft ge
daan. De geschiedkundige, de zielkundige, de
godsdienstige beteekenis van deze boeken, uit een
1000-jarig tijdvak bijeengebracht, zal meer en meer
worden gewaardeerd. De wijsheid, die uit zoovele
wetten en voorschriften spreekt, daarin aangetrof
fen, wordt door allen erkend, die ze kennen. Dui
zenden worden bezield door de heerlijke poëzie
van die zangers der oudheid.
Doch nog om eene andere reden vestig ik de
aandacht op de beminnelijke persoonlijkheid die
van ons weggenomen is Hij was door studie en
nadenken, door verstand en geweten gedrongen,
een ijverig en beslist voorstander van de nieuwe
richting op godsdienstig gebied. Hij had conse
quent nagedacht, de wetenschap had hem niet
van God afgevoerd, zooals met velen geschiedt,
die haar eenzijdig dienen, maar hij geloofde met zijn
gansche ziel in de onzienlijke dingen. Met genot
herinner ik mij zijn warm pleidooi voor het ver
band tusschen godsdienst en zedelijkheid. Hij was
vroom in den echten zin van t woord en daarom
ook zoo nederig van harte. Hij liet niemand het
gewicht zijner meerderheid gevoelen, was even
min nederbuigend vriendelijk, maar elk voelde
zich in zijne tegenwoordigheid op zijn gemak en
hij had een groote gave der waardeering.
Wie nog meenen, dat voorgangers en volgelin
gen van wat de moderne richting wordt genoemd,
op een eenigszins zwevend standpunt staan of
minder ernst met de vroomheid maken, dan de
rechtzinnigen of Roomsch-Katholieken, en zoo
cijfer niet. We gingen aanmerkelijk achteruit, in
steê van vooruit. En de liberalen kregen op hun
candidaat zelfs meer dan de absolute meerder
heid. Hieruit blijkt, dat de conservatieven, die
in Tiel nog al talrijk zijn, meerendeels op den
liberaal gingen, en dat de kleurlooze middenstof
geheel op Tydeman overliep.
Zelfs ontstaat het vermoeden, dat een deel der
Roomsche kiezers in dezelfde strooming mee
afdreef.
Of er onzerzijds niet veel aan de organisatie
haperde, durven we niet te beoordeelen.
Tiel behoorde altoos onder de districten, waarin
men, zooals het heette, zeer zelfstandig te werk
ging-
Contact met Tiel bezat ons Centraal Comité
bijna nieten gelijk men weet, is het bij het
Centraal Comité vaste stelregel, zich nooit in
een district te mengen, dat zelf geen advies of
steun vraagt.
De Vaderlander kan nu weer juichen.
Weer gaat een tegenstander van de Christe
lijke school voor Tiel met zijne hulp, naar het
Binnenhof.”
Zooals altijd bij wind, hadden te Amsterdam
eenige komische tooneeltjes gedurende den jong-
sten storm plaats. Op de Stadhouderskade woeien
tegelijkertijd van een ouden, kaalhoofdigen heer
de hooge zijden, van een jong blozend dienstmeisje
de tulen muts af. De hoed kwam in het water
terecht, de tulen muts op het eerwaardig hoofd
van den grijsaard, die, blijde zijn kalen schedel
aldus bedekt te zien en minder blootgesteld aan
den invloed van den kouden luchtstroom, het
mutsje over de ooren trok en het zoolang ophield
totdat men hem zijn doornatten hoogen zijden
bracht en hij dien met zijn eigenaardig hoofd
deksel kon verwisselen. De blozende eigenares
van de muts nam hartelijk lachend haar eigen
dom weer in bezit.
Op de Leliegracht woeien twee heeren tegen
elkander en kwamen heel vertrouwelijk naast
elkander te zitten op de stoep van een sigaren
winkel, terwijl zij elkander lachend verzekerden,
dat de wederzijdsche kennismaking zeer aange
naam was. (Echo.)
Te Katwijk aan den Rijn is in vergevor-
derden staat van ontbinding gevonden het lijkje
van een kind, dat voor 11 maanden moet zijn
geboren. Het werd bewaard in eene ongebruikte
bedstede. De justitie is met de zaak in kennis
gesteld. De verdenking rust op eene ongehuwde
vrouw, te wier huize de pot gevonden werd.
Door den hevigen storm van Donderdag en
Vrijdag j. 1. heeft een gedeelte dhr gemeente Aals
meer in groot gevaar verkeerd.
De hevige wind herschiep de Westplas in eene
kleine zee, wier golven met zulk eene kracht tegen
den dijk van den Stommeerpolder beukten, dat
elk oogenblik gevaar van doorbraak was te vree-
zen. In dat gedeelte waartegen het woedende
element het meest zijne kracht beproefde, waren
reeds gaten geslagen, zoodat, ware het bestuur
van den Stommeer niet spoedig ter plaatse geweest
om doeltreffende maatregelen te nemen, als het
aanbrengen eener kistdam en het vullen der gaten
met zakken grind, groote onheilen waren gebeurd.
De heer C. 1). Doeleman, gymnastiek-onder-
wijzer in den Haag, maakt in het Vad. de vol
gende opmerkingen
„Sinds eenigen lijd is de geheele onderwijzers
wereld in beweging gebracht door de examens
in vrije en orde-oefeningen. Veel stemmen zijn
daartegen opgekomen in de verschillende vak
bladen, en daarom is het niet ondienstig, het
groote publiek, dat de vakbladen niet leest, ook
eens op de hoogte te brengen van de vele dwaas
heden, daaraan verbonden. Zoo is het een
dwaasheid, dat men die zaak zoo ver heeft door
gedreven zonder de overtuiging, dat het zijn nut
zal hebbendwaas is het, dat men mannen van
50 jaren, en nog wat ook dit examen Lat
maken zelfs op gevaar dat zij met hun huis
gezin aan den dijk kunnen gezet worden. Een
dwaasheid is het, dat de Regeering toestaat,
voor die examens plusm. 30.000 gld. uit te
geven aan commissiën, zaalhuur, versnaperingen
enz., een bedrag, dat zeker een volgend jaar nog
wel wat hooger zal wezen, daar de talrijke af
gewezenen van dit jaar een volgend jaar met
de anderen weer zullen opkomen. En over ’t
algemeen is het de grootste dwaasheid dat men
toegeeft dat op scholen, waar geen lokalen of
speelplaatsen zijn, dit onderwijs tusschen de
schoolbanken mag gegeven wordenwant het
stof, door die oefeningen in het schoollokaal ge
maakt, benadeelt de gezondheid van het kind in
niet geringe mate. Waar men op fabrieken er
op aandringt, ruime lokalen voor werklieden te
hebben, daar zal men goedkeuren, dat p. m. 30
kinderen in een lokaal van 6 bij 6 gymnastiek
doenDat kan men toch niet meenen. Het
zou m. i. geen dwaasheid zijn als èn de Minister
èn de leden van de Kamer deze zaak nog eens
ernstig overwogen en het dan eenvoudig uit de
wet schrapten. Men late toch de examens lager
en middelbaar onderwijs alléén op denzelfden
voet bestaan en schrappe een zaak, die om het
uiterst geringe voordeel, dat zij steeds zal ople
veren te duur voor het Rijk wordt.”
lu Amsterdam is reeds sedert eenigen tijd
in de Plantage een nieuw panorama, dat veel
aandacht trekt en dat een bezoek overwaard is.
Het is „Jerusalem,” geschilderd door den heer
A. Brouwer. Het geheel bestaat uit twee voor,
stellingen. In het eerste gedeelte is men ver.
1-^
-J
Bolswardsche Courant
i?
1
ft