NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
SÖI.SWABB EN WONSERAOEEL
3^- BERICHT. "W
1
NK0WJAABSWMSCS8N
I-
Uit de Raadszaal.
AFSCHEID EN WEEMOED.
I
J
4 -
1891.
Dertigste Jaargang.
No. 52.
Hl N N EN LA N D.
DONDERDAG 24 DECEMBER.
3
VOOR
DE UITGEVER.
zelfs gezegd, dat
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
el
a/
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
^XXXXXXXXX” XXXX XXXDCX^
I
bloeie de goede stad onzer inwoning en de zoo
belangrijke gemeente Wonseradeel, die haar om
ringt, leg ik mijne taak neer als mede-redacteur
van dit blad.
M. E. van der MEULEN.
1
'■Jb
Nog eensafscheid en weemoed.
In het le No. van het jaar 1882 trad ik op ver
zoek van de firma B. Cuperus Az. op, als mede
redacteur van dit blad.
Tien jaren lang heb ik op gezette tijden ’t geen
ik te zeggen en te beschrijven had, daarin mede
gedeeld. Nu achten de uitgevers en ik den tijd
gekomen, dat een ander mijne plaats ver vange.
Met zekeren weemoed neem ik afscheid van u,
lezers en lezeressen. Er gist nog veel in mijn
hoofd en hart, waarover ik met u van gedachten
zou willen wisselen, maar tijdelijk nemen andere
betrekkingen te veel mijn beschikbaren tijd in be
slag.
Met eenige vrijmoedigheid zie ik op het afge
sloten tijdperk terug. Terwijl ik mij bewust ben
van mijne tekortkomingen, weet ik evenzeer, dat
ik met al mijn zwakke krachten geijverd heb voor
de eer en den bloei der stad, waarvan ik bijna
dertig jaren inwoner ben. Voorts heb ik met de
uitgevers getracht in dit blad altijd den goeden
toon te bewaren en hebben wij aan ieder, die zijn
woord met zijn naam bekrachtigde, gelegenheid
gegeven zijne gevoelens te uiten.
In dit tienjarig tijdperk is Bolsward in veel
voudig opzicht vooruit gegaan. Met eenleve en
laatsten tijd met steeds klimmend succes hare
operatiën doet en het bepaaldelijk op den inhoud
der winkelladen begrepen heeft. Bedoelde bende,
hoofdzakelijk bestaande uit aankomende jongens,
schijnt haren zetel in den omtrek der Bagijne-
straat te hebben, terwijl de leden elkander on
derling op de hoogte brengen van de gelegen
heden, waar een vangst te doen is. Zijn er toe
vallig geen bejaarde winkeliers, die van den in
houd der lade verlost kunnen worden, omdat ze
reeds vroeger „bewerkt” werden, dan vergenoe
gen de booswichten zich met het openduwen van
slecht gesloten buitendeuren, maken zich mees
ter van paraplnies, vloermatten enz., en besteden
de opbrengst van den verkoop om aan hun snoep
lust bot te vieren. Een van de laatste slachtof
fers is een winkelier in het Noordeinde, bij wien
een bedrag van ongeveer f28 uit de lade gesto
len werd. Als geroutineerde dieven ging men bij
deze operatie te werk. Twee jongens deden bui
ten dienst en surveilleerden. Om de aandacht
van buren of voorbijgangers af te leiden, maak
ten ze, met het onschuldigste gezicht van de we
reld, midderwijl gymnastische oefeningen aan het
hek van de woning van den winkelier. Onder-
tusschen was no. 3 in den winkel bezig, waar hij
de lade opende met den sleutel, door den winke
lier op een verborgen plaats gelegd.
S-XXXXX XXXXhXXXXXXXXX^
DONDERDAG 24 DECEMBER.
Afscheid en weemoed behooren bijeen. Gaan
zij niet samen, dan hapert er iets. In de ure
waarin ik dit schrijf, bij ’t geen heden voor mijnen
geest voorbij zweeft en in mijn harte woont, zijn
zij onafscheidelijk aan elkander verbonden.
Nog enkele dagen en 1891 behoort tot de ge
schiedenis.
Hoeveel goeds hebben wij genoten, hoeveel zegen
is ons deel geweest
Geen groote rampen hebben onze stad en haar
vruchtbaren omtrek, Wonseradeel’s schoone bouw-
velden, getroffen. De weide was immer groen en
’t was een lust, eene bekoring, om over de akkers
met bloeiende gewassen, met golvend en rijpend
graan het oog te laten weiden. De veestapel bleef
gezond, de prijzen der producten gaven eer reden
tot tevredenheid dan tot klacht. Geen besmette
lijke ziekten deden het sterftecijfer onder de in
woners onzer gemeente bovenmate stijgen. De
welvaart moge niet op buitengewone wijze zijn
toegenomen, langzamerhand begint de boerenstand
zich weer wat te herstellen van den gedurende
eenige jaren ondervonden achteruitgang en dit
werkt natuurlijk op arbeiders en burgers terug.
Onze stad heeft weer bij de Provinciale tentoon
stelling van tuinbouw, en bloemen getoond wat
gemeenschappelijke samenwerking vermag enheel
ons gewest heeft dit gewaardeerd en erkend. Uit
alle steden en dorpen, uit alle rangen en standen
zijn de bezoekers samengestroomd en hebben, nu
als vroeger, getuigenis gegeven van de gastvrijheid
die hier heerscht, van het vele schoone en merk
waardige, dat te genieten was op het gebied van
bloemen en vruchten, van beeldhouw- en hout
snijkunst.
Veel goeds is doorleefd, veel zegen genoten,
veel vreugde gesmaakt, maar ook veel leed is ge
leden en met stillen weemoed, moge ’t niet zijn
met bitteren weedom, eindigt menig gezin, menige
ziel, het daarheen snellend jaar. Oude, getrouwe,
beproefde vrienden en vriendinnen zijn bezweken
geslachten, sints vele tientallen van jaren vereen
zelvigd met de geschiedenis onzer stad, verdwijnen
meer en meer met hunne nakomelingen. Hier en
daar zijn kinderen, op onderscheiden leeftijd, aan
het ouderhart ontscheurd en blijft een gapende
wonde, al brengt de tijd ook eenige genezing. Ook
is er teleurstelling ondervonden, is miskenning
veler deel geweest. Ongerechtigheid is gepleegd
en zonden zijn bedreven. De maatschappij is nog
niet wat zij moet zijn, omdat wij niet zijn, die wij
moeten wezen.
Dat alles vervult ons met weemoed, maar wij
buigen niet slechts het hoofd en storten niet slechts
een traan. Neen, wij vreezen de donkere toekomst
niet, wij zien nieuwe geslachten opkomen, wij den
ken aan zoovelen die gespaard zijn, wij worden
door beproeving gelouterd en gestaald, wij zien
de hand slaan aan de verbetering onzer maat
schappelijke toestanden, niet verwoestend, maar
hervormend en met ’t oog omhoog, rondom en bin
nen in ons, gaan wij weer blijmoedig den nieuwen
tijdkring tegen. In de breede plooien van zijnen
mantel houdt de groote onbekende een bloemen-
schat verborgen, hij zal ze uitstrooien op ons le
venspad. Ook een kruis zal hij planten, hier en
daar, nu en dan, wij zullen het omstrengelen met
de rozen van geloot en hoop en liefde.
Het volgend no. zal verschijnen op 1 Januari 1892.
Er zal gelegenheid bestaan daarin
te plaatsen, a f0,25 per advertentie.
Opgaven worden gaarne vroegtijdig ingewacht.
Bolsward. Maandag den 21 December ver
gaderden de leden der Afdeeling „Bolsward” van
de Friesché Maatschappij van Landbouw en
Veeteelt, in „het Pasver” bij P. Gosliga, alhier.
Slechts 18 leden waren tegenwoordig. Na
opening der vergadering door den President, wer
den de notulen der vorige gelezen en goedgekeurd.
Overgaande tot benoeming van een afgevaar
digde wegens periodieke aftreding van den heer
IJ. D. Miedema, verkreeg deze 15 stemmen,
de heer T. Zantema 2 en de heer H. Zijsling
1 stem, zoodat de aftredende is benoemd, welke
de betrekking weder aannam.
Aan de orde was nu de behandeling van het
rapport over het ziek worden en sterven van
jonge kalveren, voorkomende in de Mededeelingen
en Berichten van 15 Augustus. Verschillende
sprekers voerden daarover het woord, waarop
eindelijk aan het bestuur werd opgedragen, om
zoo mogelijk in deze belangrijke zaak nader ad
vies van deskundigen te verkrijgen.
Punt 4 van de agenda, of het ook beter is om
kalveren in het land loopende afzonderlijk uit
eene emmer te doen drinken, dan gezamenlijk
uit eene trog werd door velen toegelicht, en
voorbeelden aangehaald, zoodat algemeen het ge
voelen was afzonderlijk drinken te moeten aan
bevelen.
Daarna had eene belangrijke bespreking plaats
over de resultaten der inenting van jonge var
kens. Vooral de mededeelingen van den heer
Bosma, veearts te Wommels, deed de vergade
ring besluiten om het bestuur te machtigen de
noodige stappen te doen bij het Hoofdbestuur,
om van Rijkswege gratis inenting mogelijk te
maken. Op de vraag of er ook andere voorbe
hoedmiddelen tegen de ziekte waren, werd door
enkelen nog aangeraden de jonge varkens scba-
penbloed te doen gebruiken, hetwelk ook goede
resultaten had geleverd, maar met het oog op
de onzindelijkheid in de toepassing, werd inen
ting het beste gerekend.
Omtrent voorstellen in ’t belang der Afdeeling
of Maatschappij, werd na eenige discussie be
sloten om keuringen van stieren te houden
en wel een te Bolsward en een te Wommels,
tusschen 20 April en 12 Mei 1892 van stieren
behoorende aan leden van deze Afdeeling. Aan
het bestuur werd overgelaten daarvoor het noo
dige voor te bereiden en dag en datum te be
palen.
Ten slotte werd nog bepaald, dat de volgende
vergadering weder te Bolsward zoude worden ge
houden, en de localiteit alwaar, aan het bestuur
overgelaten, en dat onder meer op het convoca-
tie-biljet daarvoor, zoude voorkomen een voor
stel om door verhooging der contributie met 25
ct. aan de leden, daarvoor een Starings almanak
te kunnen verstrekken. De president sloot hier
op de vergadering onder dankbetuiging aan de
aanwezigen voor hunne belangstelling.
Franekeradeel. Zoo ooit dan is het thans
met de vlasbrakerij treurig gesteld. Daar wordt
zelfs gezegd, dat er zulk min vlas voor de braak
komt, dat men meer dan een dozijn schoven be-
noodigd is om een bundel schoon vlas te ver
krijgen. Zoo wordt het karig weekloon wel zuur
verdiend. Toch spinnen ook de eigenaars er geen
zijde mee.
Ooststellingwerf, 21 Dec. Wat een ver
schil in zoo’n korten tijd. Dit voorjaar weiden
in deze gemeente sollicitanten opgeroepen voor
de betrekkingen van onderwijzer of onderwijze
res op een jaarwedde van f400 ieder. Niet min
der dan 26 meldden zich aan. Een dier betrek
kingen is thans weer vacant. Tot 2 maal toe is
een oproeping van sollicitianten geplaatst en het
resultaat is één sollicitant.
Wijmbritseradeel. Door den gemeente
raad zijn, met ingang van 1 Januari e. k., tot
algemeene armvoogden voor IJsbrechtum c. a.
benoemd, Sjoerd Zondervan, Gerrit Alberda en
Sjoerd Stilma. Het is te hopen dat de benoem
den de betrekking zullen aannemen, want sedert
langen tijd is het voor een goeden gang van za
ken lastig, dat IJsbrechtum ressorteert bij Nij-
land en Tiras bij Scharnegoutum. Deze maat
regel was genomen, omdat zich niemand genegen
betoonde, de vaak zoo ondankbare betrekking
DINSDAG 22 DECEMBER 1891.
Alle 13 leden waren tegenwoordig bij de Dins
dagavond gehouden raadsvergadering.
Ingekomen waren
Vooreerst 4 Resolutiën van Ged. Staten respec
tievelijk berichtende de goedkeuring der onder-
handsche verhuring van een perceel land, en het
presentiegeld van den raad ad. f 325. Verder het
Koninkl. Besluit tot goedkeuring der tolheffing
bij de bruggen over de Workummervaart, en
het besluit der Prov. Staten om 66% subsidie te
verleenen aan de werken bij de Tjerkwerderzyl.
De eerste 3 werden aangenomen voor kennis
geving en omtrent het laatste hebben Burg, en
Weth. omtrent het accepteeren der subsidie een
voorstel te doen, zoodat deze resolutie ter inzage
ligt.
Van den Raad van State is een missive ont
vangen dat den 23 dezer in het openbaar zal
worden behandeld de zaak omtrent de opheffing
van het gemeenschappelijk beheer over don weg
Bolsward—Harlingen.
Aangenomen voor notificatie.
Van het Bestuur der stadsspaarkas is ingeko
men de aanbeveling voor de periodieke vacature
in hun college. Deze aanbeveling bestaat uit de
heeren J. R. A. Donker, aftr. lid en J. Hommes.
Hierop zal bij punt 5 van de agenda gelet worden.
Vervolgens waren nog ingekomen 4 adressen.
Het eerste van den heer Wesselius, behelst het
verzoek dat het bestuur voorzie in den ontred
derden toestand van de straat en het verder
terrein door de opgraving aan de Kade, om daar
een riool te leggen naar het erf van den heer
Jan van der Werf. Dit wordt gesteld in handen
van Burg, en Weth. ten fine van afdoening.
Het tweede was van den heer J. D. Doorman,
die een gedeelte van het open terrein achter het
postkantoor a m zijn tuin wenscht te verbinden.
Burg, en Weth. adviseerden adressant te be
richten dat dit verzoek van den huurder, dus
van Rijkswege dient uit te gaan, en alzoo werd
besloten adressant te berichten dat dit verzoek
zoo niet voor behandeling vatbaar is.
Vervolgens een adres van den heer G. Upma,
verzoekende de zoogenaamde „Stadssteden” weder
om in huur te mogen houden. Daar echter de
tegenwoordige pachtsom te hoog is, verzoekt hij,
die te bepalen op f 10 per jaar.
Dit werd ter visie gelegd.
Het laatste was van de Directie der Kaas- en
Roomboterfabriek om ijs te mogen inzamelen op
dezelfde conditiën als vroeger.
De Voorzitter stelt voor, dit adres urgent te
verklaren, en verder om de gevraagde vergun
ning te verleenen, evenzoo ook aan de Zuivel-
school.
Zonder hoofdelijke stemming werd dit goed
gekeurd.
PUNTEN VAN BEHANDELING.
1. Voorstel van Burg, en Weths. tot wijziging
en aanvulling van den primitieven Staat der Wa
terstaatswerken in de gemeente.
Burg, en Weth. stellen voor, dezen staat te
wijzigen, omdat de brug het Hooghout ver
valt en het nieuwe draaibrugje er op dient aan
gebracht te worden. Tevens dient nog te worden
afgeschreven het gedempte water „Achter de
smeden,” en aangebraehtde bestrating van het
nieuwe Marktplein,
Zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
2. Voorstel van Burg, en Weths. tot het open
baar aanbesteden van drukwerk, schrijf- en kan
toorbehoeften voor de gemeente en tol vaststelling
der voorwaarden.
Burg, en Weth. stellen voor, de drukwerken
en kantoorbehoeften ter secretarie, voor zoover
dit geschikt kan, bij publieke aanbesteding te
doen leveren.
Met algem. stemmen goedgekeurd.
3. Behandeling van het adres en de voorstellen
in zake de schoolgeldheffing.
Het nader rapport der raadscommissie wordt
gelezen. Hierin wordt in de eerste plaats er op
ko-
na het
aan te nemen. Vroeger had men daar wel een I
volledig collegie, doch twee der voogden be-
dankten omdat zij, zooals men meende, het niet
met den administrateur konden vinden. Deze
laatste bedankt later ook, nadat bleek dat niemand
genegen was met hem zitting te willen hebben.
De drie nieuw benoemden doen wel, de benoe
ming aan te nemen, omdat daardoor in eene
groote behoefte aan inwonende armvoogden wordt
voorzien.
Trijnwouden. Een drietal landbouwers in
onze environs hadden de aardigheid een onbe
kend waschmiddel voor wolvee ook te beproe
ven op kalveren, om ook deze van ongedierte
te zuiveren. Het gevolg was zeer noodlottig en
moge tot waarschuwing dienen aan alle veehou
ders. Eén der kalveren nl. is reeds dood en de
beide anderen zijn lijdende. De beesten heb
ben, met zich af te likken zeker, vergiftige be-
standdeelen ingezogen.
De werkstaking te -ZEngwirden.
De heer dr. Vitus Bruinsma scbryft in het l).
v. N. dat hij door een nauwkeurig ingesteld on
derzoek tot de overtuiging is gekomen, dat de
werkstaking te 2Engwirden volkomen gerechtvaar
digd is en dringend noodig wordt haar zoo spoe
dig en zoo krachtig mogelijk met geld te steunen.
V erder doet de heer V. B. eenige mededeelingen
over de toestanden in de venen, wat betreft loon,
werktijd en andere omstandigheden.
Hieraan ontleenen we het volgende
„De arbeiders kunnen, door van de eerste mor
genschemering af tot aan de avondschemering
toe hard te werken, zonder zich zelfs tijd voor
schaften te gunnen, in den regel geen 60 cent
verdienen, en de meesten kunnen het slechts tot
30, 40 of 50 cent per dag brengen, zoodat zij,
wanneer het weer toelaat alle dagen te werken,
niet of nauweljjks tot drie gulden per iveek ko
men en daarbij zijn er velen, die van verre kc
men en die ’s morgens vóór en ’s avonds
werk 2 of 3 uur hebben te loopen
Daartegenover is nu de eisch niet anders dan
dat de betaling voor het werk zoo geregeld worde,
dat zij 80 cent per dag kunnen maken, wat nog
niet eens f5 per week zal zijn.”
Dr. Vitus Bruinsma noemt het een dure plicht
van ieder rechtschapen mensch om dezen alles
zins billijken eisch te steunen. Daardoor werkt
men over den aannemer heen op de aanbesteders
en op alle autoriteiten, die over de bestekken wat
te zeggen hebben, om daarin voortaan een be
hoorlijk loon voor den arbeider verplicht te stellen.
„Er zijn, naar ik meen, zoo eindigt de heer V.
B. zijn artikel, ongeveer 300 man. Het is geen
kleinigheid om dezen enkele weken te steunen.
Maar het is noodig, niet alleen voor die menschen
en hun ongelukkige gezinnen, maar ook voor het
groote deel dat daar achter ligtde overtuiging
te vestigen dat er velen zijn, ook buiten de krin
gen der arbeiders, die zoo’n afbeuling van den
werkman voor een laag loon, verafschuwen en de
hand in hun beurs willen steken om daarin ver
andering te brengen.
Er zullen misschien ook wel vanwege het Frie-
sche comité van de Volkspartij of van andere
vereenigingen oproepingen gedaan worden. Maar
het duurt lang voor dat een vergadering is bij
eengeroepen om daarover te besluiten. En de
tijd dringt. Daarom doe ik geheel persoonlijken
voor eigen verantwoordelijkheid deze oproeping
om mij wat geld toe te zenden.
„Helpt, helpt spoedig en zoo veel als gij maar
kunt
Te St.-Anna-Parochie is door de meerder
heid der kerkvoogden gunstig beschikt op een
verzoek van den Bond voor Algemeen Stemrecht
om op een der Kerstdagen haar het kerkgebouw
af te staan voor een politieke rede van den heer
Gerhard te Amsterdam. Ook is besloten de kerk
te openen voor den heer Domela Nieuwenhuis,
die Zondag spreekt, zoo blijkt, dat de toeloop te
groot is, om do belangstellenden in het eigen
lokaal der afdeeling op te nemen.
Wij leven in een vrij land, zegt de Haag-
sche correspondent der Zw. Ct., maar die vrijheid
heeft hare grenzen. Zoo mag ik mijne jas ver
branden, ook al heb ik die niet betaald, maar
met mijn eigen beenderen en spieren, mijn eigen
huid en haar mag ik niet handelen zooals mij
goeddunkt. Zoolang ik leef en pijn kan voelen,
mag ik mijn arm vrijelijk verbranden, maar ben
ik dood en voel ik dus geen pijn meer, dan is
mij dit verboden. Aan dit verbod wijt ik de
schandelijKe tooneelen, die bij de opruiming van
het kerkhof om de Groote Kerk voorvielen.
Iloopen schedels en beenderen lagen opgestapeld
honden zag men met de knoken spelen en weg
draven, en de schedels gingen voor een kwartje
willig van de hand.
Zoo heb ik dan het onverkwikkelijke verbruit-
zicht dat mijn brave kop, waaraan ik toch, om
Je tanden, oogen, ooren en hersenen, waarmee
hij mij steeds trouw gediend heeft, eenige ver
plichtingen heb, ni verloop van een kwarteeuw
aan een schoolknaap zal verkwanseld worden,
om dien groenen, onbeholpen jongeling te dienen
als aschbak of tabakspot.
Men schrijft uit den Haag:
„Nu de hoofdcommissaris van politie, alhier,
door de benoeming van een vierden commissaris,
de handen weer wat vrij heeft gekregen, zou het
in het belang van de winkeldoende Hagenaars
zjjn, ah de heer Van Schermbeek zich eens spe
ciaal ging toeleggen op het uitroeien van een
goed georganiseerde dievenbende, die in den
(i
Bolswardsche Courant
I