NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OLSWA8O EN WONSER ADEEL
I
E
I
VERKI
een
I
1892.
dertigste Jaargang.
Een
e n
B I N N E N L A N IX
DONDERDAG 7 JANUARI.
>1
1 1\ S i A
VOOR
I
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
■8!
^JXDXXCXZXCXZXCXCXC^ xrxcxc
■F
A
De morgenstond is gekomen
Schud af alle loomheid, ontwaak
Met blijdschap en moed ondernomen
De dankbre levenstaak!
Wees ons welkom aan de kim, Nieuwjaars
morgen van 1892! Wij begroeten u met een hand
slag van trouw aan alles, wat goede wenschen
in vervulling kan brengeneen handslag van
trouw aan alles, waartoe de onbuigzame plicht
zal roepen in huis en werk, in maatschappij en
menschheid.
Recht voor Allen, waarmede we zullen eindigen,
stelde zijn nieuwjaarsartikel in den vorm eener
proclamatie, waarin de partijgenooten worden aan
gemaand, om den strijd tegen de heerschende maat
schappelijke toestanden vol te houden, met ver
banning van alle ergernis en bitterheid uit den
boezem der partij. Het blad vraagt
Zullen wéér in den boezem der partij ergernis
en bitterheid zich trachten baan te breken
Zullen wéér allerlei aanmerkingen zich in een
vorm uiten, die de werkkracht verlamt, de propa
ganda tegenhoudt
PartijgenootenHet antwoord kan noch mag
tweeslachtig zijn. Wij wenschen vrede.
Een voortreffelijk hoek.
In 1889 werd door Andrew Carnegie, een ge
naturaliseerd Amerikaansch burger, Schot van ge
boorte, een werk geschreven, getiteldTriumphant
Democracy, d. i. De zegevierende Republiek. In
dit boek wordt beschreven de vooruitgang van de
Republiek der Vereenigde Staten van Amerika,
gedurende een vijftigtal jaren. De ook hier te lande
bekende heer Geo. W van Siclen, Secretaris van
„The Holland Society of New-York”, een Neder
lander van afkomst, vroeg en verkreeg van den
schrijver verlof, het werk in het Nederlandsch te
vertalen. „Ik wensch ook Holland op de hoogte
te stellen van de hulpbronnen van dit land” schrijft
hij. Hij heeft van het werk eenige honderden
exemplaren doen drukken en in ons land ver
spreid het werk is niet in den handel. Dat vin -
den we jammer, omdat het zoo’n voortreffelijk boek
is. Het is verdeeld in dertien hoofdstukken, ge
titeld: de Republiek, het Amerikaansche Volk,
Groote en Kleine Steden, Levenstoestanden, Be
zigheden, Opvoeding, Godsdienst, Armoede en Mis
daad, Landbouw, Fabrikaten, Mijnwezen, Groot-
en Kleinhandel, Spoor- en Waterwegen
De lezing van dit werk heeft ons een duidelijk
beeld gegeven van de reusachtige ontwikkeling van
den handel, de nijverheid, den landbouw in de zoo
zeer vooruitstrevende Amerikaansche Republiek.
Wie daartoe in de gelegenheid mocht komen,
verzuime niet, met dit boek kennis te maken.
Een nieuwe krant.
Bij de uitgevers J. H. de Bussy te Amsterdam
en W. E. J. Tjeenk Willink te Zwolle is het
eerste nummer verschenen van„Nederlandsch
Landbouw- Weekblad, officiéél orgaan van het Ne
derlandsch Landbouw-Comité en de tot het Comité
toegetreden Maatschappijen”.
De heeren Herman F. Bultman te Haarlem
mermeer, D. Fontein de Jong te Murmerwoude
en Mr. C. J. Sickesz te ’s Gravenhage hebben
aanvankelijk de leiding van het blad op zich ge
nomen de heer G. Reinders te Wageningen is
als redacteur opgetreden. Dit blad zal aan al de
leden der Hollandsche Maatschappij van Land
bouw gratis worden verstrekt.
In het eerste artikel lezen we „Reeds sedert ver
scheidene jaren is terecht opgemerkt, dat de Neder-
landsche landbouwers over het algemeen te weinig
lezen over hun vak. Wel bestaan er verschillende
vakbladen, wier medewerkers de welverdiende lof
niet behoort te worden onthouden, doch deze bladen
komen te weinig onder de oogen van den land
bouwer, wien de voor zulk blad te betalen prijs
in den regel te hoog is. Bovendien heeft de over
tuiging veld gewonnen, dat een degelijk Landbouw
blad, waaruit delandbouwer de noodige lessen zoude
kunnen putten voor de verbetering van zijn bedrijf,
waarin hij zoude kunnen zien, wat ook buiten onze
grenzen op landbouwgebied voorvalt en waarin te
vens het goed recht van den landbouw op erkenning
als voorname bron van volkswelvaart zoude kunnen
worden bepleit, niet dan door onderlinge samen
werking in de handen van velen kan worden ge
bracht”.
Het artikel eindigt met deze opwekking „Land
bouwers! in tweeërlei opzicht zijn alzoo uwe be
langen aan dit blad verbonden. Gij l^imt met den
inhoud uw voordeel doen, maar tevens zullen de
winsten deels ten bate van het blad zelf worden ge
bruikt en deels bevorderlijk zijn aan den bloei
der verschillende Landbouwmaatschappijen en deze
Vereenigingen in staat stellen, haren werkkring
steeds uit te breiden. Samenwerking heeft de uit
gaaf mogelijk gemaaktmoge die samenwerking
zich steeds krachtig uiten en dit Landbouw-Week-
blad daardoor meer en meer voldoen aan het
doel, waarmede het werd opgeriebt: de ontwik
keling en de bloei van den Nederlandschen Land
bouw
De belangrijke inhoud van het eerste nummer
wettigt de verwachting, dat dit doel zal worden
bereikt.
Aan onze matroosjes.
Een gewezen scheepsjongen schrijft
Gisteren las ik met genoegen in de bladen
dat het den Minister van Marine behaagd heeft,
te bepalen, dat aan jongens, die op hun 16e jaar
voor 10 jaar bij de marine teekenen tegen een
handgeld vau 30 gulden, en van wien het later
Een Aieuwjaars-Bowqnet.
Ze zijn schaars, de lieve kinderen van Flora,
in den tijd, waarin, de wisseling des jaetts plaats
heeft. En hoogst zeldzaam is de verschijning van
het aanvallig knaapje, dat met een bloemruiker
in de hand zich aan de menschen vertoont, heil-
wenschende aan wie met hem den nieuwen jaar
kring intreden.
Alleen enkele bevoorrechten, die zich de weelde
van een bloemenserre kunnen veroorloven, zijn
in de gelegenheid, hun heilgroet te doen vergezeld
gaan van bloemen, waarbij de symboliek der
kleuren aanvult, wat de mond niet vermag te
zeggen.
Zoo komt ieder jaar de „koningin der aarde”
ons hare opwachting maken, heil en zegen wen-
schende, en voorspellende, wat de teekenen des
tijds te verwachten geven-
Ook hare stedehoudster in ons vaderland, de
Nederlandsche pers, blijft niet achter in het ver
vullen van dezen traditioneelen plicht.
Alle wenschen zijn even verschillend van inhoud,
als de vormen en kleuren der bloemen.
Handelsblad.
Wij gelooven, dat een goede geest, een wensch
tot samenwerking van verschillende partijen om
een gemeenschappelijk doel te bereiken, bij ons
in het land ontwaakt Liberalen, anti-revolutio
nairen, radicalen zijn het grootendeels eens over
Indië. Ook bij de behandeling van alles, wat tot
verbetering van den toestand der hand-arbeiders
strekken kan, is groote toenadering der partijen
onmiskenbaar. En eveneens is de meerderheid
nu gestemd ten gunste van algemeenen dienst
plicht, van de opvoeding der jonge mannen door
tucht en gehoorzaamheid tot burgers, die een ge
meenschappelijk vaderland trouw willen zijn en
dienen.
Mochten, eer het jaar 1892 het vorige jaar is
geworden, aan de landsverdediging krachtige
grondslagen gegeven zijn. Mocht alles wat een
dracht wekken en versterken kan, dierbaar wor
den aan alle Nederlandsche harten, opdat ons
roemrijk kleine land zijn traditie blij ve eer aan
doen, en een heuvel van kalm omhoog en voor
waarts schrijdende voetstappen moge toonen in de
toekomst.
In het Centrum herinnert dr. Schaepman aan
de kerkelijke-historische beteekeuis van het Nieuw
jaarsfeest, de aanvang van een nieuwe jaartelling,
eene nieuwe geschiedenis, waarin alles het zegel
draagt van den naam Christus, een geschiedenis,
waarin waarlijk en werkelijk alles nieuw is ge
worden. Aan het slot van het artikel lezen wij
In deze laatste dagen onzer eeuw is meer dan
ooit het: „vóór of tegen Christus” de groote
leuze in den wereldstrijd. Bij die leus te staan,
voor die leus te strijden, onder die leus want
de leuze blijft! te vallen, is eenvoudig plicht.
Plicht is het ook, hen, die al is het „met minder
gave en minder pand van trouwe” toch ijveren
voor den Heer, bij te staan in den geweldigen
kamp, als waarachtige oudere zonen, die aan den
terugkeer van den jongeren broeder niet vertwij
felen, niet twijfelen zelfs. Tot de vervulling van
dien plicht in het jaar Onzes Heeren 1892 geve
Hij de kracht, in wiens naam te spreken en te
getuigen de eenige eere is en blijft.
De Standaard noemt het afgeloopen jaar een
jaar, dat meetelt, vooral in verband met den
veranderden geest der regeering. Maar, al zijn de
toestanden veranderd, het blad wanhoopt geenszins:
Er is geen de minste nood, of ook nu zal ons
Calvinistisch volk stand houden, kracht ontwik
kelen, en nogmaals vooruitkomen maar dan moet
ook dat vastgrijpen van wie weg wil aan de pan
den van zijn kleed, in alle districten uit zijn.
Wanneer ge een candidaat zoekt, die uit zijn
anti-revolutionaire bagage eerst alles moet laten
uitlichten, wat aan de Roomschen niet aanstaat;
en dan er nog alles uit moet monsteren, wat aan
de Synodalen niet gevalt; kunt ge hem ja, wel
in de Kamer krjjgen, maar komt hij in die Kamer
met een leeg valies.
En in ernste, mannen-broeders, wat hebt ge
daaraan
Worde daarom de uiterst gewichtige beteekenis
van het jaar, dat achter ons ligt, duidelijk door
al ons kiezersvolk, maar helder vooral door elke
kiesvereeniging ingezien.
Het is niet meer de oude beurtvaart voor de
firma en haar compagnie.
De compagnon is weg, en het kapitaal van de
firma is geslonken.
En nu zal het er maar op aankomen, om, met
de soliede, dege krachten, waarover de aloude
firma nog steeds beschikt, zoo zelfstandig en zóó
principiëel te opereeren, dat we het door God
ons toevertrouwde talent niet in den grond graven,
maar er tot zijn eer en tot het beste nut van het
vaderland mede woekeren.
Wie die schoone roeping niet bekoort, die trede
terugwant alleen heilige geestdrift en hooge
bezieling kan zich in zulk een strijd staande houden.
Het Vaderland, de voornaamste gebeurtenissen
van het afgeloopen jaar besprekend, eindigt met
den wensch
„Moge het nieuwe jaar vrijheid geven en voor
uitgang op elk gebied!”
Volgens de Zwolsche Courant is het nieuwe
jaar de klapwiekende hoopde snelnaderende toe
komst; de verlengde voortduur; de verjongde
drang tot vooruitgang; de versche proefneming;
de vernieuwde gelegenheid, om met kloeken geest
en flinke hand te werken, ons zelven en anderen
ten zegen.
te krijgen.
Omtrent de tentoonstelling voor den boek
handel, die te Amsterdam gehouden zal worden
in het Paleis voor Volksvlijt, wordt als eene
merkwaardigheid medegedeeld, dat de drukper
sen en verdere werktuigen alle electrisch zullen
worden gedreven.
Iemand te Schiedam wilde een kleine han
del op Engeland drijven. In den loop van dezen
zomer zond hy daarheen eenige manden met aal
bessen en eenige manden met kippen Nieuws
gierig naar den afloop is meermalen om inlich
tingen gevraagd, doch zonder resultaat. Eindelijk
kwam dezer dagen bericht: dat voor de goede
regeling en om abuizen te voorkomen geheel
deze bezending tegen elkander geplaatst was,
zoodat de kippen bijna al de bessen hebben op
gepikt en daardoor zoo ongesteld zijn geworden,
dat zij bijna alle dood aankwamen en die nog
leefden onverkoopbaar waren. Kosten f 13.50
voor vracht vervoer en staangeld.
Aan het Haagsche Postkantoor werden bij
gelegenheid van het Nieuwjaar ongeveer 250,000
visitekaarten verzonden en ongeveer hetzelfde
aantal ontvangen.
In April a. s. zal te Dordrecht eene tentoon
stelling worden gehouden van oude- en nieuwe
Kunstnijverheid. Uit het daarvoor opgemaakte
programma blijkt, dat de Commissie er ernstig
naar streeft, die tentoonstelling zoo belangrijk
mogelijk te doen zijn. De deelneming zal worden
opengesteld voor alle takken van nijverheid, die
betrekking hebben op kunst. Het Bestuur der
tentoonstelling heeft de heeren Mr. A. Bloem
bergen, P. Fabry de Jonge en Mr. I. Wolff te
Leeuwarden uitgenoodigd, als provinciaal Comité
op te treden. Uit de Fr. Cl. vernemen we, dat
die heeren aan die uitnoodiging hebben voldaan,
terwijl de laatstgenoemde bereid is tot het geven
van inlichtingen.
Het Diamantwerkers-Weezenfonds heeft
van H. M. de Koningin de gewone jaarlijksche
gift van f 50 ontvangen.
blijkt, dat zij zich bij de marine misplaatst ge
voelen, op verzoek van hunne ouders en bij terug
betaling van het handgeld ontslag kan worden
verleend.
Ik wensch hun hiermede van harte geluk. Het
is een groot Nieuwjaarsgeschenk, dat zij daarmee
kregen. Dikwijls heb ik er in particuliere ge
sprekken over gesproken, dat het een groote on
rechtvaardigheid was, om jongens van 16 jaar
van soms nog geen 13 jaar door hun hand-
teekening te binden, om tot hun 26e jaar een leven
te leiden en zich op een element te begeven, dat
ze volstrekt niet kennen. Waar ter wereld is de
handteekening van een jongen van 13 of 16 jaar
tot iets geldig?
Hoeveel tranen zijn er gehuild, hoeveel levens
verwoest vooral in dien goeden ouden tijd, toen
ieder korporaal met een eind touw in den zak
liep, toen iedere order vergezeld ging van een
bloedigen striem over den rug toen iedere com
mandant de wet toepaste naar mate hij meer of
minder wreedaardig was. Trapte dan het gegee-
selde paard eens achteruit, dan was er een krijgs
raad, dikwijls van jonge officieren, zonder de minste
rechtskennis, die zoo n jongeling veroordeelde tot
10 jaren gevangenis. Toen ik in dienst trad, werden
mij niet eens de krijgsartikelen voorgelezenmen
liet ze mij eenvoudig teekenen „voor gelezen”. Ik
had ze dan ook zeker niet begrepen. Later wer
den zij mij wel duidelijk gemaakt. Thans is met
het afschaffen der lijfstraffen het leven voor de
minderen veel verbeterd (voor de meerderen niet
de zweep is zoo’n gemakkelijk middel om zijn
kommando’s duidelijk te maken en spoedig te doen
uitvoeren). Maar de krijgsraden, het rechtspreken
en veroordeel "n door menschen, die maar weinig
rechtskennis hebben, bestaan nog en is, nn de
lijfstraffen zijn afgeschaft, aan de orde van den
dag.
Dus jongens, geluk gewenscht met uw nieuw
jaarsgeschenkmocht het nu den Minister nog be
hagen om ook het handgeld af te schaffen, (vroe
ger bestond dit ook niet) dan kon ten minste geen
ouder of broer, door armoede of hebzucht gedreven,
invloed op uw besluit uitoefenen. Ook moest hun
toestemming niet noodig zijn bij het nemen van
ontslag, want velen willen zoo’n kostganger maar
liever niet weer thuis hebben.
Eén raad kan ik jelui gevenmaak een matig
gebruik van die vrijheid want denk er aan. die
lekkere snert, dat heerlijk commiesbrood met bo
ter en kaas die degelijke warme kleeding moet
aan wal ook verdiend worden en altijd met veel
harder werken dan het soldaatje- en matroosje-
spelen aan boord. Ik zou dan ook iederen com
mandant het recht willen geven, om het luie, lam
me, dikwijls tehuis reeds in den grond bedorven
jongetje, zonder vorm van proces naar zijn ouders
terug te zenden, zonder hem nu direct een rood
paspoort te geven.
Een gewezen Scheepsjongen.
V Eere, wien eere toekomt!
Het personeel aan ’tPostkantoor te Bolsward is in
verhouding tot dat op vele andere plaatsen klein
te noemen. Toch is de verbazende massa brieven,
briefkaarten en kaartjes, die oudejaarsdag en
avond werd aangeboden, den volgenden nacht nog
voor de verzending gereed gemaakt.
’s Nachts om 3 uur lag alles klaar.
Nieuwjaarsdag is hier ook alles besteld, be
halve enkele kaartjes, zoodat 2 Januari ’s morgens
met de eerste bestelling alles was afgedaan. We
brengen een woord van hulde en dank èn aan
den directeur èn aan het verdere personeel voor
den buitengewonen ijver, die ze aan den dag legden.
We vertrouwen, dat we zoodoende handelen
in den geest van alle ingezetenen.
Eooh naar verdienste!
Op menige plaats wordt over de politie ge
klaagd en niet ten onrechte. Het volk is tegen
agenten ingenomen, en stelt zich vijandig tegen
over hen. Is het te verwonderen, als menschen,
die krachtig van lichaam, gezwegen nog van zekere
mate van ontwikkeling en een gezond oordeel,
meer kunnen verdienen met handenarbeid. Wat
kan men krijgen voor een loon, als waartoe vele
gemeenten zich uit geldgebrek bepalen Hoog in
aanzien bij het volk staat eene betrekking van
politieagent niet. Alleen goede betaling zou eene
vergoeding kunnen zijn voor veel onaangenaams
maar die geeft de gemeente meestal niet.
Nederland.
Het hoofdbestuur van de Maatschappij voor
geneeskunde bestaat voor 1892 uit de volgende
heerenprof. B. J. Stokvis, Amsterdam, voorzit
ter dr. H. P. Kapteyn, Abkoude, vice-voorzitter
dr. G. C. Nijhoff, Amsterdam, secretaris; dr. M.
Juda, penningmeester; dr. E. E. Daniels, Amster
dam, bibliothekaris dr. 8. Posthuma, Haarlem
J. C. van Doornemaal, Den Haagprof. H.
TreubLeiden; dr. C. Winkler, Utrecht; prof.
G. A. van der Meij, Amsterdamen dr. A. J.
van Rhijn, Zutfen.
Er bestaat plan, voor den wereldberoemden
geleerde Thomas a Kempis, schrijver ter Navol
ging van Christus, een standbeeld op te richten
in de onmiddellijke nabijheid der thans in aanbouw
zijnde Parochiekerk van den H. Michaël te Zwolle.
Er heeft zich tot dat doel eene commissie gevormd.
De bond van Nederlandsche onderwijzers
heeft in zijn jongste vergadering het volgende
besluit genomen. De bond wende pogingen aan
bij de Regeering om de regeling der pensioenen
in dier voege te wijzigen, dat aan onderwijzeressen
op 50 en aan onderwijzers op 55 jarigen leeftijd
pensioen wordt verleend op hun verzoek dat
aan allen na een bepaald getal (bijv. 25 jaren)
dienstjaren op eigen verzoek een pensioen kan
worden verleend, berekend naar den tijd hunner
werkzaamheden in de schooldat in geen ge
val onderwijzers of onderwijzeressen langer dan
tot hun 60ste jaar in de school mogen werkzaam
zijn.^
Wat de onderwijzeressen betreft die geen hoofd
van eene openbare school werden, erkennen wij
de wenschelijkheid, dat zij op ver gevorderden
leeftijd, hare betrekking neerleggen. Dat echter
mannen van 60 jaar niet meer voor het onder
wijs zouden geschikt zijn en ontslag zouden moe
ten nemen is de meening van jongelieden. Hoog-
leeraren, rechters, officieren, ambtenaren, genees-
heeren, geestelijken, predikantenjournalisten enz.
zijn er bij honderdtallen, die na hun zestigste
jaar nog geestkracht en levenskracht genoeg heb
ben om hunne taak goed te vervullen en dat
juist een onderwijzer op dien leeftijd niet meer
voor ’t vak zou deugen, wordt door de ondervin
ding niet bevestigd.
Dat er op hun zestigste jaar sommigen er „ge
noeg van krijgen” is mogelijtr, maar dit zal bij
andere betrekkingen ook wel het geval zijn. Dat
is echter geen reden om het pensioenfonds in de
behoeften van hun verder ambteloos leven te
doen voorzien.
Dan is Bellamy’s stelsel in ’t Jaar 2000 ont
wikkeld, mooierdat wil alle menschen na hun
vijfenveertigste jaar van Staatswege onderhouden
zonder dat zij een hand behoeven uit te steken.
Vrijdagmiddag omstreeks vijf uur hebben
een paar opgeschoten jongens een allerbrutaalst
stuk geleverd. Beiden begaven zich in den goud
en zilverwinkel van den heer F. A. Wamsteker
in de Kalverstraat te Amsterdam, na zich voor
af ervan overtuigd te hebben dat niemand in den
winkel was. De een bleef voor de toonbank staan,
terwijl de ander zich daarachter begaf, en op een
wijze alsof dat zoo behoorde, de uitstalkast be
gon te plunderen. Wat daarin van zijn gading
was, schoof hij over de toonbank zijn makker
toe. Evenweluit de achterkamer konden de win
keldief en de bediende het werk gadeslaan, en
het spreekt van zelf dat zjj de brutale gasten maar
niet zoo hun gang lieten gaan. Naar voren vlie
gen en den dief achter de toonbank te grijpen,
was het werk van een oogeublik. De ander wist
zich echter uit de voeten te maken, met achter
lating van een vijftal horloges, die op den grond
verspreid lagen. Er wordt een horloge met kost
baar werk vermist, het eigendom van een der
leden van het personeel van Carré, die het in
reparatie gegeven had.
De gegrepen dief ontkende De zaak had
zich volgens hem ook zoo eenvoudig toegedra
genhij en zijn makker zouden een ringetje koo-
pen voor het meisje van een hunner; de mak
ker had echter uit baldadigheid de pet van zijn
vriend achter de toonbank gegooid, en juist op
het oogeublik dat hij dit hoofddeksel bezig was
op te rapen, werd hij gegrepen
Ondanks deze niet onvernuftige lezing van het
gebeurde, verklaart het Nieuws, werd hij even
wel overgeleverd aan de politie, wie het nu ook
wel mogelijk zal zijn den „makker” in handen
i<-:
I
-4'|
“D^±iwardsclie Courant