NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Een anti-vogeldraagsters-bond.
4
msW4W EN WWMBA0SS&
Een en dertigste Jaargang.
1892.
No. 9.
DONDERDAG 25 FEBRUARI.
DONDERDAG 25 FEBRUARI.
GASORNAMENTEN
goedkoop en solied.
ZB- ZBijlsma,
BINNEN LAN
rb
/L
X Ar, jan
dat zij hunne proe*ir\\A ---
VOOR
EJ
'NASI
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
1
i
LAMPEGLAZEN en KOUSEN.
Alles concur r eer ende prijzen en eerste kwaliteit.
DIJKSTRAAT, BOLSWARD.
Wij lezen in de Arnh. Crt.
„Arm Friesland
is de titel, waarmee de Amsterdammer een hoofd
artikel met vervolgen begintde Tribune deed
voor weken hetzelfde met „Friesland in nood
En elders loopen medewerkers, correspondenten
enz. tot onze smart met die mededeelingen rond
en in Groningen is de naam „Friesche bedelaar”
al een paar jaren oud. Wat te zeggen De
Amsterdammer, ik erken het, is wel op de hoogte.
Maar aan pogingen tot verbetering ontbreekt
het niet, het lijdende gewest placht kregel te
zijn en zou dan nu alle moed ontbreken Wij
wijzen er eens vooral op, dat men althans waar-
deere, wat te waardeeren valt. En zoo volge
hier iets.
De Volkspartij het wordt niet meer betwij
feld heeft veel goeds gedaan. Zij is neigende
tot socialisme, dat is almede waar, maar zoekt
de revolutie eerst in de hoofden en is het volk,
de massa, zich eenigermate helder bewust, dan
zegt de socialist van Zinderen Bakker, is geen
revolutie noodig'. Eerst onderzoeken, voorts ken
nen en onderkennen en intusschen handelen, om
later planmatig te verbeteren. HetFriesch Volks
blad zit daardoor in eenig geharrewar met Recht
voor Allen, want het Noorden wil altoos maar
weer de revolutie „in do hoofden,” nl. de ver
standen.
En nu nog een paar practische voorbeelden
Meer dan ooit wil de nieuwe partij goed on
derwijs, wil het kind uit de fabriek en van het
veld halen, wil ook middelbaar en zelfs hooger
onderwijs toegankelijk voor het kind des volks,
wil ambachts-, industriescholen, en ondanks
armoede meer en beter bezoldigde onderwijzers.
Bespaarde nu, zegt mij een lid, het Rijk de
35 en nog eens 35 millioen aan Oorlog en Ma
rine en de alcoholiërs de (zoovele) tien millioen
aan alcohol dan hadden we nog maar bespa
ring, en wat een heil zou deze hier geven
Plannen tot verbeterde armenzorgwerkver
schaffingen (hoewel te op zich zelf staande en te
onvruchtbaar met nog een paar moedervlekjes),
drooglegging van menigen veenpias helaas nog
niet van de Wadden en de Lauwerzee. Ik hoop
spoedig te beleven, dat de heer Botma van Met-
slawier resultaten ziet van zijn suikerbietenteelt
en beetwortelsuikerfabrieken.
Mij is het een aangename gedachte dat de
binnenvisscherij een „punt” van aanhoudende
zorg zal worden. Met groote ingenomenheid zie
ik den heer mr. Troelstra ijveren, om de bakkers
gezellen te dienen, die in ons aristocratisch
Leeuwarden feitelijk bakkende machines schijnen,
die zelfs 120 uur per week werken. Menig lid
der Volkspartij zit in den raad.
De landbouw vooral en daar staren we met
spanning opbegint te begrijpen, dat niet
enkel rund en schaap en tarwe, maar vooral
ook de arbeider zijne zorg en wel min of meer
voogdelijke zorg behoeft.
En toch lijdt de arbeider, waarvan schreeu
wende voorbeelden zijn, toch de nijvere hand-
werkstand, in zooverre deze nog bestaat, toch de
kleine burger, toch de huurboer.
Alles waar en meer is nog waar: we zullen
het soms meer naar waarheid vermelden dan
ons lief kon zijn. Maar toch komen er eischen,
om in bestekken van aanbestedingen op te nemen
arbeidsloon, arbeidsduur, arbeiderszorg. Toch ziet
men, dat arbeiders in het gild van notabelen ko
men, om eens te kijken, hoe de doode hand ad
ministreert. Toch geeft b. v. het flinke dorp
Stiens bij herhaling mooie voorbeelden bescha-
tement van het Nut had zich met een daartoe
strekkend verzoek tot den burgemeester gericht.
Onder de daarvoor aangevoerde motieven komt
ook voor de herinnering aan hetgeen de Minister
Modderman in 1880, bij de bespreking van de
doodstraf aanvoerde, dat de execution zoo dikwijls
door vele moorden worden gevolgd en een oor
zakelijk verband tusschen beiden kan geacht
worden te bestaan, waarvan de Minister eene
menigte voorbeelden bij bracht.
Volgens art. 51 wordt tot het geven van
bijzonder onderwijs vereischt het bezit
a. van eene akte van bekwaamheid
b. van een getuigschrift van zedelijk gedrag,
als in art. 27b der wet vermeld
c. van een bewijs, dat deze beide stukken
door burgemeester en wethouders der gemeente
waar het onderwijs zal gegeven worden, zijn ge
zien en in orde bevonden.
In 1891 werd bij Kon. besluit eene aanvrage
om subsidie verminderd op grond, dat aan art.
51c niet was voldaan. Het geval was het vol
gende
Mejuffrouw P. had op 31 Maart de betrek
king van onderwijzeres aan eene bijzondere school
te Wognum aanvaard. Aan hare stukken ontbrak
het bewijs van zedelijk gedrag. Dit was aange
vraagd aan den burgemeester van Nieuwer-Amstel
en werd spoedig ingewacht. Werkelijk zond de
burgemeester het getuigschrift aan het adres van
mej. Pte Wognum, doch aan den postbode
was niemand van dien naam (zij was religieuse)
te Wognum bekend. De brief werd weder aan
den burgemeester van Nieuwer-Amstel terugge
zonden en bleef met het getuigschrift geruimen
tijd op de secretarie berusten. Eerst op 16 Mei,
na herhaald heen en weer schrijven, was de zaak
in orde en werden de stukken aan de onderwij
zeres uitgereikt.
Ged. Staten van Noord-Holland berekenden de
bijdrage naar den datum der infunctietreding (1
April), doch in hooger beroep, werd bij Kon.
besluit beslist, dat de tijd, waarop de onderwij
zeres niet in het bezit was der stukken, in art.
51 omschreven, niet mocht medetellen. De bij
drage werd mitsdien berekend, alsof zij op 1 Juni
in bediening was getreden. (W. B. D.)
De minister van Oorlog heeft, ter aanmoe
diging der vrijwillige oefeningen in den Wapen
handel, bepaald dat aan alle vereenigingen tot
vrijwillige oefeningen in den wapenhandel, wier
statuten bevestigd zijn door koninklijke goedkeu
ring, indien zij zulks verlangen, door het Riik
verstrekt kunnen worden voor elk geweerdra-
gend lid een groot kaliber-geweer, zoomede eenige
geweren M. 71 en eenige kamerschietcilinderge-
weren met daarbij behoorend materieel.
Per lid kan tevens worden beschikt jaarlijks
over lOü scherpe, 10 losse patronen.
Zaterdag zou te Breda, een Donderdag jl.
gestorven jongmensch begraven worden. Terwijl
men echter bezig was met het deksel op de kist
te schroeven, trokken zich de gevouwen handen
ineen. De geneesheer, die de schouwing had ver
richt, werd met het gebeurde in kennis gesteld en
constateerde nogmaals den dood, doch op verzoek
der moeder werd nu de begrafenis een paar da
gen uitgesteld.
De aangekondigde voorstelling van „profes
sor” Gauthier te Utrecht, die, op grond dat het
gemeentebestuur voor de vertooning van „zoo”
iets toestemming had verleend, heel wat monden
in beweging bracht, vond Vrijdagavond jl. in het
Park Tivoli plaats. Met recht werd dien avond
voor stoelen en banken gewerkt. Het publiek,
voor ’t meerendeel studenten, gaf op ondubbel
zinnige wijze zijn ontevredenheid te kennen over
het sobere programma, dat de onthoofding voor
afging. O. a. was de zanger Willemse van de
Hollandsche Opera, wiens optreden was aange-
kondigd, zoo leuk mogelijk thuisgebleven. Het
optreden van den professor, even als de onthoof
ding, verwekte slechts een stoïcijnsche kalmte.
Een der aanwezigen, die zich de luxe veroorloofd
had tegen betaling van een extra kwartje den
onthoofde nader te bezichtigen, diende dezen in
een onbewaïkt oogenblik een speldeprik toe,
waarvoor het cadaver zich lang niet ongevoelig
betoonde.
Het publiek keerde zeer onvoldaan van de
geïmiteerde terechtstelling huiswaarts.
De Pruisische Regeering heeft voor al het
spek, dat uit Nederland naar Pruisen ingevoerd
wordt, een verplicht, streng onderzoek gelast
naar trichinen en vinziekte, alvorens dit verder
verzonden mag worden. Uitsluitend zijn daartoe
de grensplaatsen Kalderkirchen en Emmerik
aangewezen, alwaar reeds gebouwen voor dit
doel ingericht zijn.
De bakkersgezellen te ’s Hage zullen bij
circulaire de ingezetenen der residentie uitnoodi-
gen tot beantwoording der vraag Staat go er op
des Zondags ten koste van anderer arbeid versch
brood te ontvangen
Met de antwoorden gewapend zullen zij de
patroons in kennis stellen met den uitslag van
dit plebisciet en hopen daarmee te zullen komen
tot Zondagsrust.
Te Atrecht is dezer dagen een twaalfjarige
knaap gestolen door Zigeuners. Zij stopten dien
jongen een prop in den mond, bonden hem en
namen hem mede. Zjj sloegen hem, om hem het
schreeuwen te verleeren. Maar te Peronne maakte
de knaap een zoo hevig misbaar, dat zijn beulen
hem loslieten. Na een goheelen nacht omzwer-
vens kwam hij weer thu s tot vreugd van zijne
moeder, die in den grootsten angst verkeerde.
„Kom,” zeide zij, nadat de lachbui voorbij was,
„dacht je, dat ik meen, wat ik daar zeide? Ik
wilde maar eens hooren, hoe jij eene dergelijke
vereeniging vindt.”
„Onzinantwoordde ik dadelijk.
„Ja,” hernam zij, ik vind het denkbeeld ook
dwaas en ik zeg dat zelfs op gevaar af, door de
dames-oprichters voor een erg wreedaardig schep
seltje te worden aangezien, wat ik mij echter niet
aantrek, omdat ik weet, het niet te zijn. Maar ik
vind, dat zij overdrijven, die dames. Waar moet
het heen, als wij op die wijze door redeneeren
Dan mogen wij spoedig geen vleesch meer eten,
want wie geeft ons ’t recht, de koeien te dooden,
die ons geen kwaad doen, terwijl men buiten
vleesch ook kan leven Dan mogen wij eerstdaags
geen glacé-handschoenen meer dragen, want wij
kunnen buiten glacé handschoenen, behoeven daar
voor geen geitjes of lammetjes te dooden dan
moeten wij het bont-dragen afschaffen, want wie
geeft ons t recht, het sabeldier of den otter te
doodendan mogen wij geen eieren meer eten,
waardoor wij de hen beletten, verder voort te telen.
Tot dergelijke dwaasheden komt men, als men
doorgaat op den door die dames gebakenden weg.
Dieren martelen kan ik niet zien, maar waarom
wij de dieren niet zouden mogen gebruiken tot
ons nut, tot onze kleedij, tot ons vermaak
waarom niet? Waarom mag ik wel mijn kanarie
vogeltje houden ’t beestje zou toch in vrijheid
in zijn land liever zijn. Neen, beste man, ik sluit
mij niet aan bij dien bond. Ik stel mij de dames,
die er het initiatief toe namen, voor als oude
dames en oude ongetrouwde dames als vrouwen,
die geen kinderen hebben en als ze ze hebben,
te rijk om er zich mede te bemoeiente veel
bedienden hebbende, om zelf iets meer te doen,
dan allerlei gekheden te verzinnen en te komen
tot dergelijke overdrijvingen als deze. Misschien
vergis ik mij erg, ik ken geen dier dames, maar
mij dunkt, niemand zal ’t onlogisch vinden, als het
door haar op touw gezet plan mij tot dergelijke
veronderstellingen voert.
Ik zal mijn hoed met de „menagerie” dan ook
met gerust geweten afdragen, en ik denk, dat ik
de eenige niet zal zijn.”
Inderdaad, mijn vrouw had gelijk. Ik gun de
dames van den anti-vogeldraagsters-bond gaarne
haar liefhebberij, doch nu zij er door circulaires
te verspreiden, eene openbare zaak van maakten,
meen ik, dat tegen dergelijke overdrijving dient
gewaarschuwd. Wij hebben werkelijk al vereeni-
gingetjes en hondjes en clubjes en gezelschapjes
genoeg, waaronder er vele zijn, die beter hadden
gedaan, nooit geboren te wordendat wij ze toch
niet met nog ettelijke, die niets om het lijf heb
ben, vermeerderen
En vooral, laten we toch de filantropie niet
overdrijven.
Onze tijd is ernstig genoeg. Er zijn helaas, te
veel menschen, die hulp verdienenhet brood-
vraagstuk eischt aller aandacht en zoolang wij
nog zooveel aan duizenden onzer medemenschen
te helpen hebben, moesten wij de dieren laten
voor wat zij zijn.
Daarmee wil ik niet gezegd hebben, dat ik
niets voor ’t redeloos dier gevoelik zou niet
willen, dat iemand mij van wreedheid jegens het
dier zou kunnen verdenken. Dierenmishandeling
dient tegen gegaan, dient zwaar gestraft. Ouders
t”nnon hiin_kinderen nooit _gep_Q£g
ivvi i 1 tt’ i ötiens on nernanng mooie vooroeeuieuoescua-
Dllk’, JNlkkel- en iAoperwerk. ving van bacchanten-feesten, als de kermissen
soms zijn, verhuring van bouwgrond tegen de
halve huur van de gewone (die kunstmatig hoog
is) en 15-jarige pachttermijnen.
Lichtpunten aan den horizon
Als de aandeelhouders het goedkeuren,
zullen door de Commissarissen van den K. N.
Locaal-spoorweg Willem III de lijnen verkocht
worden aan de H. IJ. Spoorweg-maatschappij.
Uit Scharnegoutum wordt aan de Banier
geschreven
De jongel. vereen, der Christelijk Gereformeer
den alhier vierde Woensdag 10 Febr. haar jaarfeest,
ze had dit „feestvieren” een paar jaren aaneen
laten overgaan. Helaas 1 dat ook ditmaal dit
feest, evenals voor twee jaren, niet aan het doel
beantwoordde, maar door de jongelieden gebruikt
werd als eene uitnemende gelegenheid tot... vrij
age. Gevolg hiervan is dan ook, dat de Vereeni
ging, althans hare jaarfeesten, een slechten naam
hebben en de Naam des Heeren om deze dingen
gesmaad wordt. Weldenkenden onder de oude
ren blijven dan ook van „de feestviering” een
voudig weg, der vereeniging tot een getuigenis 1
Mogen wij de leden der vereeniging een goeden
raad geven? Ze viere geen feest meer of even
als te Kippenburg sluite ze „de meisjes” van de
feestviering uit
In Limburg heeft zich het geval voorge
daan, dat een loteling in twee gemeenten aan
de loting heeft deelgenomen. Ouderloos zijnde,
had zijn voogd hem aangegeven en voor hem
geloot, terwijl hij, in eene andere gemeente verblijf
houdende, zich ook daar had laten inschrijven
en aan de loting heeft deelgenomen. Voogd en pupil
trokken beiden een niet dienstplichtig nommer.
Thans is definitief bepaald dat de nieuwe
postwet in werking zal treden op 1 April e. k.
Ook te Haarlem is de voorstelling eener
onthoofding door Gauthier verboden. Het depar-
„Man” zeide mijn vrouw van de week na le
zing van de courant, „ik moet noodzakelijk een
nieuwen hoed hebben.”
„Wat? alweer een nieuwen hoed? Maar, mijn
hemel, zijn jelui vrouwen dan nooit voldoende
geëquipeerd 1 Pas heb ik je gezien met dien
nieuwen hoed met die menagerie er op, die niet
minder dan het bagatel van twintig gulden heeft
gekost, of je komt er al weer om een. ‘t Wordt
een beetje te mal, een beetje al te kras, zeg ik je
Bij andere gelegenheden zou mijn vrouw na
een dergelijken uit val van haar heer gemaal een
zeer meewarig gezicht hebben gezet. Zij zou
en ik geloof niet, dat zij de eenige onder het
vrouwelijk geslacht is, die ’t zelfde zou doen
zij zou, zeg ik, een heele geschiedenis verteld
hebben van de mode, van mevrouw die, en me
vrouw die, allen reeds voorzien van het gewenschte
kleedingstuk, om ten slotte met de listigheid en
gevatheid, vrouwen eigen, er in te slagen, mijn
hart te vermurwen en mij te nopen, haar het
verlangde te geven, al ware het dan ook met
een zucht.
’k Was dan ook verwonderd, dat ditmaal deze
geheele vertooning achterwege bleef, en zij na
mijn verontwaardiging met glimlachend gelaat
zeide
„Kom, kom Karei, je overdrijft. Een menagerie
Er zitten net twee kleine vogeltjes op mijn hoed,
heele lieve diertjes, snoesjes. Maar hoe lief en
snóesig ook, jftist zij zijn de reden, dat ik van
hoofddeksel moet veranderen
„Bevallen ze je al niet meer viel ik in, „zijn
veeren of bloemen of weet ik wat, weer op eens
mode geworden Heeft dat nieuwe modejournaal,
dat daar voor je ligt, je weer lessen gegeven
Heuseb, je moest ’t abonnement op dat ding af
schaffen, ’t brengt jelui vrouwen het hoofd danig
op hol.”
’k Had dadelijk spijt van die laatste woorden,
want ik wist maar al te goed, dat mijn vrouw
uit dat modejournaal heel wat kennis haalde en
met haar handigheid, om met naald en machine
om te gaan, ons al menige modiste-rekening had
bespaard. Maar wat zegt een man al niet, als hij
een onvoorzienen aanval op zijn portemonnaie
tegemoet ziet!
Vriendelijk vervolgde ik dan ook: „Maar zeg
nu eens, Anna, is die nieuwe hoed werkelijk noo
dig Kan dat nu niet wachten tot den zomer
bijvoorbeeld? We zijn al zoo ver in den winter.”
Zij werd nog vroolijker blijkbaar en in mijn oog
tevens onbegrijpelijker.
„Neen, ’t kan niet wachten. Hoeden met vogels
er op waag ik niet langer te dragen. Ik word
lid van den Anti-vogels-op-den-hoed-draagsters-
bond! Hè, ’tis er uit. Mooien naam, hé?”
„Anti-vogels op
„Ja, vandenAnti-vogels-op-den-hoeddraagsters-
bond,” zeide zij lachend, nadruk leggende op ieder
woord, „’t staat er wel niet, maar ik verkies die
nieuwe vereeniging zoo te doopen.”
„Welke vereeniging?”
„Welke vereeniging? Wel, lees dan,” en zij
duwde mij de courant onder den neus, waarin
eenige dames, meest van „hooge” geboorte, een
beroep deden op haar sekse-gevoel, om zich bij
haar aan te sluiten met het doel, voortaan te
breken met de mode, om vrouwenhoeden te sieren
met de wreed gedoode vogels
Zij hingen daarin een roerend verhaal op van
de duizenden vogels, die jaarlijks worden gedood,
om aan de grillen van juffrouw mode te voldoen
maakten melding van een Hamburgsch koopman,
die 10,000 zegge tienduizend, papegaaienlijken
verkochtvan de 10,600 dames in Engeland, die
zich reeds daar te lande bij een dergelijken bond
hadden aangesloten, om te eindigen met de bede,
dat de Nederlandsche vrouwen haar voortaan
zouden steunen in het doel, geen opgezette vogels
of vederen van gedoode vogels meer te dragen
of te koopen. De dames waren zoo welwillend,
een uitzondering te maken voor de vederen van
struizen, hanen, ganzen en pauwen, „daar zij
dezen in den ruitijd toch verliezen” en ook voor
de vederen van fazanten en patrijzen, „omdat
deze vogels als elk ander wild niet ter wille hun
ner vederen, maar als voedsel worden gedood.”
„Nu, wat zeg je er van vroeg mijn vrouw,
met ’t ernstigste gelaat van de wereld, toen ik de
courant na lezing van het artikel op tafel had
gegooid, „ben je 'tnu niet volkomen met mij eens,
dat ik dadelijk dien hoed met, wat jij een menagerie
noemt, moet afschaffen De beestjes, die er op
zitten zijn geloof ik kolibries, behooren dus niet
tot de struizen, hanen of pauwen, veel minder nog
tot de fazanten en patrijzen, ergo, ik mag ze niet
langer dragen, als ik mij bij den bond dier dames
aansluit.”
„Maar wil je werkelijk zoo mal zijn, om aan
die dwaasheid mee te doen vroeg ik.
„Noem jij dat dwaasheid. Karei Vind je het
dan ook niet wreed, dat die arme beestjes voor
ons, vrouwen, bij duizenden dood gemaakt wor
den, alleen om aan onze modegrillen te voldoen
Die dames hebben groot gelijk, ’t is schande, dat
ik al niet lang op het denkbeeld gekomen ben,
te meer, daar ik het voorbeeld voor oogen had
van Engeland, waar reeds 10,600 dames lid zijn
van dien bond en dat zegt iets in een land van
ik geloof 36 millioen inwoners
Ik heb haar bij die woorden bepaald zóó co-
misch-ernstig of ernstig-comisch aangekoken, dat
zij in lachen uitbarstte.
nemen op ’t levende dier, en veroordeelen hen
daarom, ook al droegen die proeven voor de lij
dende menschheid de schoonste vruchtenen de
dierenbeschermers timmeren zoo vaak aan den
weg en maken zich belachelijk. Zij keurden het
muilkorven der honden af, ook al heeft deze maat
regel bewezen het eenig middel te zijn, om het
gevaar, door honden, dol of niet dol, gebeten te
worden, tegen te gaan zij vragen om verstikkings-
ovens, om de opgevangen honden te dooden,
omdat zij dien dood zachter noemen dan dien
door verdrinken, alles ziekelijke philantropie.
Het doel, door al die vereenigingen bedoeld, is
beschermen van het dier tegen de wreedheid en
plagerij van sommige menschen, en met dat doel
kan ieder mensch mede gaan, ook al is hij geen
lid der vereeniging; maar zoodra de leden gaan
overdrijven, zullen zij meer spotters met hun
ideën kweeken dan vrienden maken, en dat zou
jammer zijn voor hun beginsel, dat op zich zelf
toejuiching verdient. Junior.
r»
Bolswardsche Courant
i
zijn, verhuring van bouwgrond tegen de