NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
DES’
ARD ER WORSERAREEL
Kantongerecht Bolsward.
■.j
Een en dertigste Jaargang.
1892.
No. 13.
BINNENLAND.
lVJJ
111
VOOR
1
verandering” is een
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
en i
bekend
!-
S
e
n
e
i
i
i
3
t
$XXXXXXX XXhXXXXXX XXCXC$-
i DONDERDAG 24 MAART.
^xxxxxxxxx”xxxxxxxxx$
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver-
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
daar, 3.
der B., te Kimswerd en
marsum.
Voor hen die niet weten welk feit dit artikel
strafbaar stelt, wordt opgemerkt, dat een slinge
rende gang, eene waggelende houding, verwarde
spraak, sterke dranklucht en dronkenmansgebaren
tot het constateeren dezer overtredingen hebben
geleid.
Eisch tegen van der L. f 2 of 1 dag, B. no. 2
cens dat alle lotelingen een
klaveren vier in de voering van hun jas hadden
gedragen wat dan
S. B., te Witmarsum, 4. Y. J. van
5. D. A. L., te Wit-
deze bepaald wel
schiedde 1
Veronderstel nu
id., B. no. 3 f 15 of 3 dagen, van der B. f 2 of
dag en L. id.
Uitspraak in alle zaken 1 April, a. s.
VEROORDEELD
1. D. K. gedomicilieerd te Harlingen, wegens
overtreding van het reglement van politie op de
waterstaatswerken in Friesland, tot f 2 of 1 dag.
2. Y. S. J. te Witmarsum, wegens nachtelijk
burengerucht, tot f 2 of 2 dagen.
3. S. J. B. te Witmarsum, wegens openbare
dronkenschap, driemaal gepleegd, tot 3 ml. f 10
of 3 ml. 3 dagen.
4. D. E. te Makkum, wegens openbare dron
kenschap, tweemaal gepleegd, tot 2 ml. f 1 of
2 ml. 1 dag.
5. J. K. te Bolsward, wegens openbare dron
kenschap, tot f3 of 2 dagen.
Jeneveraccyns. De Stand, vraagt, naar aan
leiding van het voorstel om den accijns op het
gedistilleerd te verhoogen van f 60 tot f 65, of
de overheid wel goed doet door de alcoholica
steeds met een zwaarder accijns te treffen. Het
blad zou dit alleen gerechtvaardigd achten, wan
neer de opbrengst van den accijns buiten het
staatsbudget werd gebracht en geen enkele ge
wone uitgave daaruit bestreden werd.
Werd dit geld besteed voor schulddelging, voor
landontginning, voor verbetering van onze com
municatiemiddelen; voor het bouwen van arbei
derswoningen enz., dan stak er geen kwaad in.
Zoodra dan toch de Staat, in een latere periode,
tot het uitroeien van het alcoholisme wilde over
gaan, zou dit geld op het budget kunnen gemist
worden, zonder dat eenige tak van staatsdienst
belemmerd werd.
Nu daarentegen worden we elk jaar al meer
van dezen accijns afhankelijk. Straks bijna 27
millioen, die geen minister van financiën meer
kan missen of vervangen, of hij moet een equi
valent in andere belastingen zoeken, waardoor
de toestand geheel onhoudbaar zou worden.
„Zooals het nu staat, zegt De Stand.,moef ons
volk drinken, of het land gaat bankroet.
„Feitelijk zijn het de kroegen en herbergen, die
ons Nederlandsch Staatskrediet staande houden.
„Schiedam spreekt borg voor heel ons land.
Geoorloofd zou daarom deze nieuwe accijns-
verhooging o. i. alleen zijn, zoo ze niet als equi
valent in rekening wordt gebracht, maar de op
brengst er van besteed wordt voor amortisatie.
Kon men dan geleidelijk voortgaan, om van den
nu reeds geheven accijns elk jaar een millioen
meer voor gelijk doel, of daarmede gelijkstaande
doeleinden, beschikbaar te stellen, zoo wierd in
het vierde eener eeuw ons budget van den drank
accijns onafhankelijk.
Immers, met den drank staat het als met het
opium. Op eenmaal heel deze bate uit het budget
te lichten is onmogelijken ook ge kunt deze
plage van het volksleven niet bestrijden, eer uw
budget er onafhankelijk van is.
„Wie daarom het opium bestrijden wil, moet
er op aandringen, dat telken jare een steeds
grooter som uit de opiumpacht besteed worde
voor buitengewone uitgaven, tot ten leste het
gewone budget er niet meê te rekenen heeft.
„En zoo ook wie hier te lande het alcoholisme
te keer wil gaan, moet er op aan sturen, om ons
budget van gewone uitgaven geheel buiten den
drankaccijns te dekken.
„En dit doel nu werkt ge juist tegen, zoo ge
verbooging van den drankaccijns accepteert als
equivalent,
Onder leden der sociëteit Harmonie te ’s-Her-
togenbosch bestaat eene vereeniging, waarvan de
deelnemers zich verbinden om ongehuwd te blij
ven. Bij schending dier verbintenis verbeuren
zij een anker wijn, terwijl een der gehuwde le
den zich verbonden had, om zoodra zijn eigen
goed voorbeeld gevolgd werd, bij die gelegenheid
een gans of daarmede gelijkstaanden vogel te
voegen. De avonden, waarop de wijn geplengd
en de vogel gegeten wordt, zijn vroolijke feest
avonden voor de Harmonie.
Een groot getal werklieden die voor eeni-
gen tijd naar de Transvaal vertrokken, om al
daar werk te zoeken, zullen weldra repatrieeren,
wegens den treurigen financieelen toestand, waar
in zich daar tal van zaken bevinden.
Uit Wijk bij Duurstede meldt men:
Als een bewijs dat er veel visch in de rivier is
kan dienen, dat door W. Peeters in één trek met
den zegen zooveel visch werd gevangen, dat de
geheele boot er mede gevuld was. De hoeveel
heid schatte men op minstens 3000 halve kilo’s.
Er zijn weinig ouders, die, hoe vriendschap
pelijk zij ook met hunne kinderen omgaan, niet
somtijds gevoelen dat deze gedachten hebben,
welke de hunne niet zijn, en wenschen en ge
heimen, welke niet aan hen meegedeeld worden.
Tegen de terechtzitting van Vrijdag 18 Maart
j. 1. waren gedagvaard
1. M. B. te Burgwerd, teneinde terecht te staan
ter zake dat hij den 17 Februari 1892 over den
kunstweg van Bolsward naar Hichtum, met een
met een paard bespannen wagen, waarvan de
wielbanden of velgen eene breedte hadden van
minder dan 10 c. m., eene vracht van omstreeks
800 K. G. heeft vervoerd.
Beklaagde was niet verschenen, maar wel de
getuige - verbalisant de Bruin, die o. a. verklaar
de, dat het ten tijde der overtreding vorstig weer
was, iets waarop beklaagde zich bij de bekeuring
had beroepen, in de meening verkeerende dat
het door hem gepleegde alsdan geoorloofd was.
Het reglement van politie op de waterstaatswer
ken in Friesland van 14 Juli 1891 deelt niet in dat
gevoelen van den beklaagde art. 6 daarvan ver
biedt o. a. tusschen 15 December en 1 Maart
het door hem gepleegde feit. In verband daar
mede eischte de Heer Ambtenaar van het O. M.
f 15 boete, subsidiair 4 dagen hechtenis.
2. 8. R. te Harlingen, welke zich had te ver
antwoorden wegens het op 17 Februari 1892 on
der Arum rijden met eene kar, waarvóór een
hond gespannen was.
Art. 65 van de pol. verord. van Wonseradeel
wil echter de hond of honden geheel onder de
kar hebben, iets wat beklaagde niet wil of schijnt
te begrijpen, niettegenstaande hem dit bij vonnis
van 13 Augustus 1891 reeds aan het verstand
is gebracht.
Beklaagde had, indien hij tegenwoordig was
geweest, f 3 boete, subs. 2 dagen hechtenis tegen
hem kunnen hooren eischen.
3. O. van der K. 16 jaren, dienstknecht, on
der Almenum, die was ten laste gelegd, dat hij
den 17 Februari 1892 te Bolsward een passagiers-
rijtuig van den stoomtram, terwijl dit in bewe
ging was, bestegen en daarna weer verlaten heeft.
Beklaagde, die was verschenen en het feit be
kende, voerde tot zijne verontschuldiging een
verdedigingsmiddel zullen wij het althans niet
noemen aan, dat het bestijgen en verlaten van
den in beweging zijnden stoomtram zijn dage-
lijkscb werk was. De Heer Kantonrechter raad
de hem dan ook aan dit „dagelijksch werk” na
te laten, omdat hij daarmede bij eene volgende
gelegenheid eene zware straf zou oploopen. Voor
dezen keer dacht Z.E.A. hem eene lichte straf
op te leggen.
De goede raad en een eisch van 2 ml. f 3
boete of 2 ml. 2 dagen hechtenis zullen den be
klaagde het verkeerde en bovendien gevaarlijke
van „zijn dagelijksch werk” wel doen inzien.
4. Vijf overtreders van art. 453 van het Wetb.
v. Strafr., te weten
1. P. van der L., te Bolsward, 2. S. B., al-
De behoefte der Sociaal-Democratie. In Recht
voor Allen wordt een polemiek gevoerd over de
vraag of men al of niet op school reeds de kin
deren in sociaal-democratischen geest moet be
ginnen op te voeden, m. a. w. of de onderwijzers
sociaal-democraten, die men tegenwoordig onder
het personeel der openbare school bij de vleet
kan vinden, moeten trachten sociaal-democratische
„sekte-scholen” te vormen, hetzij voor eigen reke
ning of met ondersteuning van de partij, zoo-
als dit geschiedt bij Katholieken en Protestanten.
Ja, zegt de een, neen zegt de ander.
Een tegenstander van de sociaal-democratische
sekte-school, resumeert daarbij zijn gedachtengang
en wij gelooven dat hij gelijk heeft als volgt
„De socialistische lagere school in eigenlijken
zin is eene onmogelijkheidsocialistisch onder
wijs in beknopter zin is voor de meeste kinderen
verkeerdvoor de vorming van latere sociaal
democraten kan men volstaan met een neutrale
school en goede onderwijzers zonder meerzijn
het socialisten, des te beter."
Alzoo, laat het Centrum er heel ondeugend op
volgen de meest verstandige sociaal-democraten
zijn van oordeel, dat de Nederlandsche Staat,
althans op dit punt, volkomen in hunne behoef
ten voorziet.
En dat nog wel bij voorkeur en met volle
handen
Te Breda is Zaterdag de 70-jarige heer H.
van B. tengevolge van een treurig ongeval over
leden. Vrijdagavond voor zijne woning staande,
viel een katrol die aan de bovenste verdieping
geplaatst was, om bij eene verhuizing te dienen,
vlak op zijn hoofd, waardoor een doodelijke wond
ontstond geneeskundige hulp mocht niet meer
baten.
Het volgende wordt door licbtgeloovige lie
den aangewend, om lotelingen een vrij nommer
te doen trokken, zegt de Tijd.
Zij nemen een naald, waarmede een doods-
mantel vervaardigd is, wikkelen die in klaveren-
aas, en verbergen haar in de kleeren van den
loteling. Zeker zal hij een gelukkig nommer trek
ken. Aldus op het einde der 19e eeuw
Al zijn de middelen tot de beveiliging van
reizigers zoowel als van spoorwegpersoneel en
materieel reeds talrijk, toch vallen er nog leem
ten aan te wijzen. Zoo b. v. worden bij sneeuw
jacht laat ons hopen, dat deze hier in de
eerste maand of acht niet meer voorkome de
gekleurde signaal-glazen in den top der seinpa
len in een minimum tiids met sneeuw bedekt;
terwijl de daarachter geplaatste lantarens, die
ti ouwens alleen des avonds en des nachts bran
den, geen warmte genoeg ontwikkelen om de
sneeuw op gemelde glazen onmiddellijk te doen
smelten.
Dientengevolge kan het machinepersoneel, zelfs
al steken zij daartoe het hoofd buiten de kap der
locomotief, onmogelijk waarnemen of de weg al
dan niet veilig is. Zou zich onder deze omstan
digheden dus een ongeluk voordoen, dan zal wel
geen rechter ter wereld den machinist kunnen
veroordeelen wegens plichtverzuim.
Aan de spoorwegmaatschappijen is dit groote,
niet zelden voorkomende gevaar, voldoende
12maar tot heden schijnt men er niet in
geslaagd een middel te vinden, waardoor zulks
voorgoed wordt afgewend. (Arnh. Crt.)
Het spreekt vanzelf, dat de invoering van
de nieuwe tijdbepaling niet zonder verzet zal
plaats hebben. In de Haarl. Ct. wordt thans zelfs
door een inzender betwijfeld of de Regeering wel
het recht heeft om op 1 Mei alle klokken 20
minuten achter te laten gaan. In verband hier
mede herinnert hij, dat Napoleon III den
Parijschen tijd voor alle gemeenten heeft willen
invoeren, en er is van gekomen, dat men op de
torenklokken twee minuutwijzers heeft: den eenen
met den uurwijzer den plaatselijken middelbaren
tijd aangevend den anderen (zwaar verguld) den
Parijschen tijd wijzend. Althans zoo was het
twintig jaar geleden. Men kon alzoo op het toren
uurwerk den Napoleontischen tijd zien, maar men
richtte zich er in het burgerlijke leven niet naar.
Wij mogen wel aannemen, concludeert schrijver,
dat in het vrije Nederland een bestuursmaatregel
niet zal doorgaan, die onder het despotisme van
den gewezen Franschen keizer zelfs in Frankrijk
geen ingang heeft kunnen vinden.
Wie onzer kan zich niet oogenblikken in zijn
leven herinneren, waarop het zooveel raadzamer
en verstandiger zou geweest zijn, indien men
niets gezegd of gedaan had
Aan de loting voor de nationale militie
te Groningen moest ook de zoon van den arbei
der A, uit een naburig dorp, deelnemen. De
vader, den zoon vergezellende, vertelde aan een
ander: „Mien zeun löt nijt an, doar heb ik wel
veur zorgt, net soo gout as mien ander zeun. en
die is ook vrijlöt.” De jongeling trok een
vrij nommer. Ziehier de oplossingtoen de
eerste zoon van A. in ’t vorige jaar moest loten,
had A. van een vriend den raad ontvangen, om,
buiten weten van zijn zoon, een klaveren vier
in diens jas te naaien, hetgeen in alle stilte was
gebeurd, en de zoon lootte vrij. Ook de
tweede zoon had eenigen tijd geheel onwetend
met zoo’n talisman in de jas geloopen, zoodat ook
zou vrijloten. En alzoo ge-
De sociaal-democratische leiders stellen, zich tot
taak, ontevredenheid onder de lage volksklassen
aan te kweeken.
De vraag zou gedaan kunnen worden, of dit
wel noodig is.
Geen stand, geen partij, ja, geen mensch bijna
is tevreden.
Is het de rijkaard, die leeft in overvloed, maar
niets weet uit te voeren en vaak geeuwt en gaapt
van verveling
Is het de burgerman, die vooruit wil en peinst
en zwoegt, om al meer en meer boven anderen
uit te steken
Is het de werkman, die van ’s morgens vroeg
tot ’s avonds laat in ’t zweet zijns aanschijns zijn
brood moet verdienen r
Is het de bedelaar, die zonder werken aan den
kost komt, maar nog altijd meent, dat men meer
algemeen en dieper in den zak moest tasten
Is het de ambtenaar, die van een matig, vaak
schraal traktement moet leven en klaagt over trage
promotie
Is het de jonge dame, die haar brein verhit
door niets doen en romanlezen, en haar dienst
bode benijdt om het vrije en vaak prettige leven,
dat deze kan leiden
Is het de dienstbode, die onbezorgd den morgen
en den avond kan tegemoet gaan, doch hunkert
naar een huwelijk, al zal armoede en ontbering
haar deel zijn
Wij spreken nu nog niet eens van eerzuchtigen
en geldgierigen, die nooit voldaan zijn, noch van
hen, die lijden aan kwalen of lichaamsgebreken,
en evenmin van die duizenden, die uit verschil
lende oorzaken een geheim verdriet hebben.
Wie kan gezegd worden, volkomen tevreden
te zijn en geene verlangens of wenschen te koes
teren, om in een of ander opzicht in een beteren
of althans anderen toestand te geraken
Wie is tevreden met de staatkundige of maat
schappelijke toestanden De partijen, die tegen
over de regeeringspartij staan, natuurlijk het
allerminst. Maar ook leden der regeeringspartij
zijn zeer dikwijls ontevreden over hetgeen gedaan
of nagelaten wordt.
Ontevredenheid is een karaktertrek van den
mensch. Men vindt ze overal. Men mag zeggen
toon mij eens een tevreden mensch
Een kwelgeest is die ontevredenheid zij vergalt
veler leven. Maar tegelijk, het moet gezegd wor
den, is ze een drijfkracht, een noodzakelijk element
in de menschelijke samenleving. Zonder haar zou
in de maatschappij de dood heerschen en van voor
uitgang geen sprake zijn.
Het „alles woelt hier om
uitvloeisel van de ontevredenheid, en dat woelen
en strijden is een natuurwet, waaraan ook de
mensch onderworpen is.
Het niet tevreden zijn over ons zelven en met
het bestaande kan leiden tot verbetering.
Elke verbetering, die aangebracht wordt, op
welk gebied ook, is een bewijs, dat men met den
vroegeren toestand niet tevreden was.
Zoo zou men dus kunnen aannemen, dat het
stelselmatig opwekken tot ontevredenheid iets over
tolligs is.
Volgens de leiders der sociaal-democraten is dit
echter niet het geval. Zij zijn van oordeel, dat de
ontevredenheid bij het volk aangewakkerd en
levendig gehouden moet worden.
Het zij zoo, indien er slechts sprake kan zijn
van eene „nobele” ontevredenheid.
Maar de heeren volksleiders gelieven te erken
nen, dat die grens verre overschreden wordt.
Het is niet het opwekken van eene ontevreden
heid met eigen toestand, welke de vraag stelt
wat kan ik zelf of met medewerking van anderen
doen tot verbetering mijner positie, en die, waar
er een lichtpunt gezien of een hand ter hulpe
wordt uitgestoken, blijmoedig en met kracht eigen
hand aan den ploeg doet slaanmaar het is een
vergiftiging van het gemoed van den arme en
onkundige, het is eene opwekking tot nijd en af
gunst, een zaaien van haat en wrok in het hart
van duizenden, die hun een grimmigen blik doet
werpen op allen, die boven hen staan. Gepredikt
wordt niet die ontevredenheid, die aanspoort tot
werken, maar eerder tot werkeloosheid in zedelijk
en stoffelijk opzicht beide die in de laatste plaats
aanspoort de hand in eigen boezem te steken en
zich de vraag te stellenschort het ook aan mij
zelven, dat ik meer of minder armoede moet lijden.
Bedoeld of niet bedoeld de soort ontevredenheid,
welke de volksleiders opwekken, gaat van de mee
ning uit, dat al het verkeerde te wijten is aan
anderen en aan maatschappelijke toestanden.
Zelfs gaat men zoover, van te meenen, dat het
er expresselijk en stelselmatig op toegelegd is, om
een groot deel der menschheid over te leveren
aan armoede en gebrek,
Zoo wil men onder het aankweeken van klassen
haat en wraakzucht het volk rijp maken voor een
heilstaatZonderling zelfbedrog Men wekt de
laagste hartstochten van den mensch op, om een
maatschappij te vestigen, die gegrond zou moeten
zijn op een sterk ontwikkeld gemeenschapsgevoel
en waarin eensgezindheid, toewijding en broeder
liefde moeten heerschen
De „wilde” sociaal-democraten zijn in dit opzicht
het eerlijkst. Die komen er rond voor uit, dat ze
klassenhaat aankweeken willen. „Nobele onte
vredenheid en „broederliefde” zijn woorden die
niet in hun woordenboek staan. Zij prediken
rondweg de revolutie.
Maar wat te denken van een leer, die hierop
neerkomtwij willen den sociaal-democratischen
staatwij willen trachten, dien langs den geleide
lijken weg in te voeren gaat dit niet, nu, dan
komt er revolutiewij wasschen dan onze handen
in onschulddie revolutie is dan, o bourgeoisie,
door u uitgelokt.
Doet die houding niet denken aan den dief, die
u het mes op de keel zet en zegt, als ge niet
vrijwillig uw geld geeft, snijd ik u den hals af
en ’t is dus uw eigen schuld, als ik u dood 1
Misschien dat die „tamme” volksleiders de goe
gemeente nog wijs zouden willen maken, dat ze
tranen met tuiten zouden schreien, indien, huns
ondanks, eene bloedige sociale revolutie mocht
uitbrekenHet zouden dan zeker krokodillentra
nen zijn
Wij nemen aan, dat er onder die volksmenners
zijn die waarlijk gelooven dat een sociaal-demo
cratischen staat bestaanbaar is en dat deze staats
vorm het meest algemeen geluk kan aanbrengen.
Maar juist daarin schuilt het gevaar.
Het geloof, vooral van bekeerlingen, is meestal
fanatiek, en de geschiedenis leert ons, hoe dweep
ziek de priesters en profeten van het socialisme
en communisme steeds waren. Waar nu dat ge
loof in de harten en hoofden der onkundige, goed-
geloovige menigte wordt overgeplant en opgeno
men, daar zal het ongeduld spoedig tot een einde
zijn en zal men er op aandringen, om onverwijld,
zij het door ruw geweld, de poorten te openen
van het paradijs der toekomst.
En zoo zal men dan de vrucht kunnen zien van
de „nobele” ontevredenheid, die men opgewekt
heeft. Want er zullen zeker altijd een groot aan
tal blijven, die geen belang hebben bij een sociaal-
democratischen staat of die aan de mogelijkheid
van zijne invoering twijfelen en er volstrekt geen
heil van verwachten.
Het evangelie van het contract social is voor
bijgegaan, en zoo zal oók het evangelie van het
socialisme, zij het ook dat het oproer en bloed
vergieten veroorzaakt, als maatschappelijk ver
schijnsel verdwijnen, omdat het niet past voor
menschen, die nooit tevreden zijn en wat meer
ruimte willen houden voor eigen werkzaamheid.
Het kan ook gerust verdwijnen, indien het ver
oorzaakt heeft, dat het oog van allen gevestigd is
geworden op zooveel, dat verkeerd is en verbeterd
kan worden en er algemeene samenwerking be
staat, om zooveel mogelijk verbeteringen aan te
brengen. Fr. Ct.
Bolswardsche Courant
l
9-
n
3r
o,
:n
n
n
n
t,
i-
j1