NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD I I I I 3 Uit de Raadszaal. Zondagswet en Zondagsrust. I I k i. Een en dertigste Jaargang. No. 23. 1892. DONDERDAG 2 JUNI. I El BINNENLAND- BUITENLAND. Ki VOOR F $xxx:o:xxxXhKXXxxxxxx$ ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Ui Bekend is het, dat Oostenrijk en Pruisen ge zamenlijk optrokken tegen het kleine Denemar ken, en Slees wijk scheidden van het Deensche vaderland. De koning van Denemarken viert zijn gouden bruiloft, en al zijn onderdanen maakten zich op, om dit feest van hun koning te herden ken. Ook zijn gewezen onderdanen in Sleeswijk achtten zich gerechtigd mede te doen aan dit feest. In naam waren zij wel Pruisen, doch dit belette toch niet hun vroegeren vorst een warm hart toe te dragen. Zij wilden vlaggen steken baar dus, een vroolijke marsch speelden, ’t Is waar, ’t bestuur van die vereeniging was aan boord, de boot was dus sociëteit kan men zeggen, maar ieder zal moeten toestemmen, dat als men het begrip sociëteit zóó ver kan rekken, art. 4 der Zondagswet bespottelijk wordt. Art. 2 derzelfde wet verbiedtdat met uitzon dering van geringe eetwaren, geen koopwaren hoegenaamd op markten of straten of openbare straten mogen worden uitgestald en verkocht Heusch, ik zou niet gaarne een dubbeltje moeten neerleggen voor de kooplieden, die op Zondagen, vooral in de nieuwe buurt, venten met vruchten en dergelijke, of behooren die tot de genoemde „geringe eetwaren P” Mij wel, maar dan dient toch wel wat nader omschreven wat niet tot de geringe eetwaren mag worden gerekend. Men ziet, de wet van 1815 gaat in menig op zicht mank, is verouderd past niet meer in onzen tijdwordt consequent doorgedreven wat be keken uit het oogpunt van den handhaver der wet, in casu de burgemeester, noodig is voor ons een last en zet bovendien in menig opzicht kwaad bloed. Zij dient te verdwijnen, want als alle burgemeesters haar streng willen toepassen, zooals de burgemeester van Amsterdam schijnt te willen doen, dan zal men b. v. ’s Zondagsmid dags in den Haarlemmerhout ’s zomers de volks concerten der schutterij moeten missen, en dat zou niet alleen voor de Haarlemmers, doch ook voor honderden Amsterdammers een groot ver lies zijn. Of er dan geen Zondagswet behoort te zijn De noodzakelijkheid eener dergelijke wet zal niet worden ontkend, doch dan anders dan de wet van 1815 en geen overdrijving in den geest, zooals ik dien in mijn boven vertelden droom ondervond. In de eerste plaats kan het publiek zelf veel aan de Zondagsrust-bevordering doen, 't Is b. v. bepaald onnoodig dat men van de bakkers nacht werk vordert van Zaterdag op Zondag om Zon- dagsochtends versch brood te hebbenmen kan Zondags best brood van den vorigen avond ge bruiken ’t is niet noodig zijn melkboer Zondags avonds te dwingen melk te brengen, die men ’s morgens vroeg kan koopen’t is niet noodig Zondags drank en sigaren te koopen, die men Za terdags kan inslaan, als men wil nadenken’t is ook niet noodig Zondag manufacturen en nog tal van andere zaken te koopen. Ook de juffrouwen van de kiosk behoefden naar mijne meening op Zondag geen werk te doen wie een courant wil lezen kan die Zaterdagsavonds koopen of ze anders Zondags in een koffiehuis lezen. En de wetgever, wat moet hij doen Verbieden dat er Zondags treinen zullen rijden of trams, booten varen, publieke vermakelijkheden open zijn Dat zou overdreven zijn en de Zondag herschapen in een dag, die hem voor duizenden tot een treurigen dag zou maken. Sluit Zondags de koffiehuizen, velen zullen zich uit baloorigheid thuis overgeven aan drank of dien Zaterdags koopen en mede nemen naar buiten en toch ge bruiken verbiedt concerten e. d. en gij ontneemt duizenden een vermaak, dat zij alleen dien dag kunnen genieten. Natuurlijk, men zorge dat geen godsdienstoefe ningen worden gestoord, doch men mag de velen, die in den Zondag nog wat anders zien dan alleen een dag om ter kerke te gaan of in ern stige overdenking door te brengen, niet beletten, zich dien dag gepast te ontspannen. Dat de Staat zijn diensten op dien dag beperke brieven bestellen op Zondag geschiedde zoo wei nig mogelijk, voor telegrammen late men hooger recht betalen dan op andere dagen wie op dien dag iets dringends heeft te seinen, heeft er zeker wel het dubbele geld voor over. Treinen late men rijden, trams loopen, pleizier- booten varen, doch de Zondagswet zou in dit op zicht zeker niemand ergeren, als zij voorschreef, dat het personeel dat op die dagen op dergelijke middelen van vervoer dienst doet, óf recht heeft op een anderen vrijen dag in de week, óf slechts enkele uren op den Zondag mag werken, zoo weinig mogelijk. Zeker, ’t is enorm lastig wetten te maken geen wetgever zal er eene maken, die het ieder naar den zin is, doch met goeden wil vermag men alles, ook in deze, en als men ernstig naar mid delen zoekt, zal men die ook vinden voor de ver vaardiging van eene eerlijke Zondagswet, die niets overdrijft, maar die voor ’t algemeen goed werkt. En dat doet de wet van 1815 zeker niet: zij is, ’t is gebleken, niet eerlijk toe te passen, al wil de uitvoerder der wet het doen. ’t Is te hopen dat spoedig een goede Zondags wet tot stand kome en de Zondagsrust kan wor den genoten door ieder op de wijze, die hem de beste lijkt. J ctnior. Amst. Crt. Ooststellingwerf. Een predikant uit den ring Wolvega moest verleden Zondag twee va- caturebeurten vervullen, ’s morgens te N. ’s na middags te O. Bij vergissing reed hij evenwel ’s morgens naar O, doch daar ontbraken hem natuurlijk de hoorders en toen hij ’s middags te N. kwam was ook daar de gemeente, die ’s mor gens opgegaan was naar het kerkgebouw, niet present. De man heeft dus enkel een ritje ge daan, dat voor hem toch geen pleizierritje zal zijn geweest. Hoe hatelijk de radicale partij met haar orgaan de Amsterdammer, tegenover de liberale partij moge zijn, zou men met het oog op het gezegde hij is mijn vriend, die mij mijn feilen toont, toch moeten denken, dat de radicale partij der liberale partij, die zij den rug toege draaid heeft, nog een goed hart toedraagt. Want van die zaken, die zij tenminste fouten gelieft te noemen, en die bij alle partijen in zwang zijn, wordt alléén de liberale partij een verwijt ge maakt. Zoo ook in het geval, dat de beer dr. Zaaijer lid der Tweede Kamer en tegelijk over zichtschrijver der Tweede Kamerzittingen voor de Nieuwe Rott. Crt. is'wordt beweerd dat deze afgevaardigde niet met de noodige onpartijdig heid zijn mandaat kan vervullen. Zoodanige be wering kan slechts als verdachtmaking dienst doen en als niets anders. Want nog nooit is gebleken dat dr. Zaaijer door zijn connectie met het liberale hoofdorgaan zijn roeping als volksver tegenwoordiger is ontrouw geworden. Hier geeft dus naar gewoonte een persoonlijken aanval den doorslag. Doch wil men juist oordeelen, dan dient men zich tot een algemeen oordeel te bepalen. En dan zou hetgeen men thans zegt van dr. Zaaijer ook van toepassing zijn op dr. Schaep- man als medewerker van het Centrum, dr. Ver meulen van de Tijd, mr. Haffmans van het Venlosche Weekblad, B. H. Heldt voor de Werk mansbode en de in 1891 afgetreden heeren mr. Engelberts van de Graafschappen en F. Domela Nieuwenhuis van Recht voor Allen. En hetzelfde wat men van kamerleden zou kunnen zeggen, zou dan ook van toepassing zijn op de gemeen teraadsleden. En dan kon men om te beginnen den heer 0. V. Gerritsen, lid van den gemeente raad te Amsterdam, als eigenaar van de Amster dammer noemen. Er is geen denken aan om met het noemen dezer namen, de dragers er van in hun werkkring te wantrouwen. Daar steekt niets vreemds in, dat een volksvertegenwoordiger medewerker aan de pers is, daar toch in Duitsch- land, Frankrijk en Engeland zelfs Ministers er een eigen orgaan op nahouden. Het bovenstaande te releveeren, diende slechts om te doen uitko men tot welke uitersten de radicalen vervallen, wanneer zij met vergezochte wapens de liberale partij of een barer leden zoeken te bestrijden, haar eigen partij sparen en fouten in eigen boezem vergeten. Al de polderjongens (ongeveer 700), bezig mot de indijking onder Uithuizen en Uskwerd, hebben Vrijdag het werk gestaakt, nadat door een deputatie, bestaande uit 70 putbazen, vruch teloos bij het polderbestuur op loonsverhooging was aangedrongen. Tot dusver ontvingen de werklieden 30 cent per vierkanten meter. Thans eischen zjj, dat dit loon tot 45 cent worde verhoogd, gelijkstaande met f2.50 per dag. Het volk is rustig, doch per expresse is ver sterking van politiemacht aangevraagd. In Haarlemmermeer heerscht eene gisting onder de veldarbeiders, die op enkele punten reeds aanleiding gegeven heeft tot ergerlijke baldadigheden. De oorzaak hiervan ligt in het groot aantal vreemde arbeiders, Belgen, die voor zeer laag loon, ja vaak voor enkel brood zich bij de landbouwers verhuren. Van die vreemde krachten wordt ruim gebruik gemaakt, daar hun loon niet meer dan 40 a 50 cent daags bedraagt. Dat hieruit misnoegen ontstaat, ligt voor de hand, vooral wanneer men weet, dat vele vaders van een talrijk gezin nu genoodzaakt worden, ook voor zeer laag loon te werken. De politie doet alles om botsingen te vermijden. De portier aan het centraalstation te Am sterdam, Van Amerongen, deed, naar het Nieuws meldt, Donderdagavond een arrestatie, die getuigt voor zijn tact en oplettendheid. Een als heer ge kleed persoon stond in de vestibule van hetsta- uit hun woningen en de bustes van koning Christiaan en koningin Louise versieren. Zij hadden zelfs een feestje georganiseerd, dat niet ’t geringste politieke karakter droeg, doch alleen zou bewijzen welke herinneringen zij hadden bewaard van hun ouden koning. De Duitsche overheid bestaat echter nog. Zjj is tusschenbeide gekomen en kortweg heeft zij dat feestvieren verboden. De politie bewaakte zorgvuldig elk huis, om te voorkomen dat een Deensche vlag zou worden uitgestoken. Den Denen heeft dit zeer onaangenaam ge troffen; zij zien hierin een zonderling cadeau dat keizer Wilhelm den souvereiuen van Denemar ken biedt. De Sleeswijksche pers laat zich echter den mond niet snoeren. De Dannevirk verklaart ronduit dat de Denen zich beleedigd gevoelen in hun dierbaarste gevoelens. En de Flensbur Avits moet uitdrukkingen gebruiken en ver wachtingen uitspreken, die minder vleiend zijn voor de Duitschers en vooral voor de Pruisen. ‘O tion in druk gesprek met een buitenman, die mis schien wat te lang in een koffiehuis had gezeten. Het heerschap kwam den portier verdacht voor, zoodat hij hem in het oog hield en zich ongemerkt onmiddelijk achter hem plaatste. Hij zag toen, hoe het horloge en de ketting van den braven buitenman, zonder dat deze er iets van bemerkte, in de zakken van zijn vriend verhuisden. Daarop volgde een hartelijk afscheid en achtte de portier het oogenblik gekomen, om de kennismaking aan te knoopen en den vluggen zakkenroller een kos teloos logies te bezorgen, waar hij ’t voorloopig zonder tijdmeter doen kan. j - i 31 MEI 1892. Bij de heden gehouden raadszitting waren 10 leden tegenwoordig. Afwezig waren do heeren Van der Weij, IJ. T. de Boer en Van Ringh. De ingekomen stukken waren ditmaal zeer tal rijk. Ten eersten een Resolutie van Ged. Staten, houdende goedkeuring der verleende gratificatie aan de teekenonderwijzers J. Driebergen en A. v. d. Meer. Ten tweeden een dankbetuiging dezer heeren, voor de hen verleende gratificatie. Ten derden een circulaire van den Nederl. Werkliedenbond, om in bestekken de bepaling op te nemen van een minimum loon en een maximum werktijd. Een en ander voor kennisgeving aangenomen, en de laatste circulaire tevens ter inzage gede poneerd. Vervolgens was nog ingekomen van Ged. Sta ten een bemerking aangaande de herstelling der St.-Jansbrug. Zij wenschen dat de doorvaarts- wijdte dezer brug in overeenstemming met de andere bruggen over dit vaarwater op minstens 5.5 M. in plaats van op 4.9 M. zal gebracht worden. De meerdere kosten zullen door de provincie gedragen kunnen worden. Burg, en Weths. hebben nu den architect uit- genoodigd een nieuw plan gereed te maken, dat aan den raad zal worden aangeboden. Nog was ingekomen, het verslag over het her- halingsonderwijs in 1891/92, dat ter inzage wordt gelegd. Door den Minister is opnieuw bezwaar ge maakt, omtrent de bepaling in de verordening van schoolgeldheffing, betreffende de weeskinderen. Wordt wederom in handen der raadscommissie gesteld. Van H.H. Voogden van het Alg. Stads Armenh. het advies omtrent den stadsgeneesheer ingekomen. Dit advies luidt gunstig en kan in aanmerking komen bij het voorlaatste punt van behandeling. Vervolgens waren er nog een drietal adressen, en wel. a. Van bet Hoofd der Teekenschool, om ver- hooging zijner jaarwedde, wijl hij bij zijne aanstel ling 3 uren doch bij de latere regeling 4 uren les per week moet geven. b. Van Gerrit Tuinstra, brugwachter, die door het amoveeren van „Het Hooghout” een schade van ongeveer f 15 heeft geleden, aangezien hij bij vervoer van vee over de brug tol kon heffen. Hij verzoekt nu schadevergoeding. c. Van R. van Deinum, stadsvroedvrouw se dert Aug. 1850, verzoekende met 1 Sept, eervol ontslag wegens gevorderden leeftijd, en aange zien zij dan 42 jaren hare betrekking trouw en eerlijk heeft vervuld, verzoekt zij, haar eenig pen sioen toe te kennen. Deze adressen worden ter inzage gelegd, om ze met advies van het D. B. in een volgende vergadering te behandelen. Nog is ingekomen een concept-voorstel tot wij ziging der gemeentebegrooting met de noodige af- en overschrijvingen van en op posten der be groeting, welk voorstel wordt gesteld in handen eener commissie, de heeren v. d. Weij, Y. T. de Boer en Jelgersma. De Voorzitter doet nog de mededeeling dat er zich 12 sollicitanten hebben aangemeld voor de betrekking van keurmeester van het hooi en opzichter der landerijen. De lijst hiervan ligt ter inzage om in de volgende vergadering tot een benoeming over te gaan en dat van Wonseradeel een bericht is ont vangen dat het werk: de uitruimingder „Tjerk- werderzijl”, aan den laagsten inschrijver is gegund en dat voor aankoop van gronden reeds onge veer f 4500 is uitbetaald. Door B. en W. dezer gemeente is nu last ge geven de eerste termijn ad f 1000 aan die gemeen te uit te betalen. PUNTEN VAN BEHANDELING. 1. Aanbieding der rekening van de bank van leening over 1891. Deze rekening wordt ter inzage gelegd, om in de volgende vergadering te behandelen. 2. Aanbieding der rekening van den iveg Bols- wardHarlingen en staat tot af-en overschrijving over 1891. Deze rekening wordt gesteld in handen eener commissie, de heeren Y. T. de Boer, Oosterbaan en Wartna. 3. Voorstel tot oninbaar verklaring en afschrij ving van hoofdelijken omslag en belasting op het houden van honden. Ter inzage om in de volgende vergadering te behandelen. 4. Behandeling van de wijziging der begroeting van de dienstdoende Schutterij. Met algemeene stemmen goedgekeurd. ’t Was een zomersche dag en Zondag, ’t Waren niet zulke groote scharen als anders, die zich begaven naar de kerkgebouwen een aantal men- schen zagen er tegen op, trots hun godsvrucht, bijeen te zitten in een kerkgebouw. Velen gaven er ditmaal de voorkeur aan God tot zich te hoo- ren spreken niet door den mond van den Evan geliedienaar, maar door Zijne schepping en be gaven zich naar buiten om te genieten van de frissche lucht. Velen begaven zich naar de stations, om buiten uit te waaien. Menigeen was reeds teleurgesteld geweest, toen hij zich op weg bewegende, geen enkele open tram zag, die hem een gang door de heete straten der hoofdstad onnoodig zou maken, maar nog grooter was hun teleurstelling toen zij de stations gesloten vonden. „Ingevolge art. 8 van de Zondagswet geen dienst" stond aan de deuren geplakt. De armen. Zij hadden er niet aan gedacht dat een paar dagen te voren de nieuwe Zondagswet in werking was getreden, die gestreng allen ar beid in het openbaar op den Zondag verbood. Volkomen Zondagsrust! Volgens die wet mochten op Zondag geen trams of andere openbare mid delen van vervoer rijdengeen pleizierbooten varen geen treinen rijdenAlleen met aardsch slijk bedeelden konden hun koetsiers gelasten in te spannen en hen naar buiten te rijdenalleen eigenaars van boeiers konden hun equipage be velen de zeilen te hijschen alleen leden van roei- vereenigingen, als zijnde sociëteit, konden spele varen op Amstel of Yalleen leden van socië teiten konden onder een verfrisschenden drank genieten van muziek. Maar overigensgeen kof fiehuizen open, geen trams, geen treinen, geen huurrijtuigen of huur vaartuigen wie naar buiten wilde, moest loopen’s avonds geen schouwbur gen open of concerten over het algemeen Zondag, de ellendigste dag der week, dank zij de nieuwe Zondagswet en de van hooger hand gelaste Zondagsrust. ’t Bovenstaande was een droom, waaruit ik op een ochtend van deze week ontwaakte, ’k Was er blij om dat het zoo was, want nooit had ik mij zóó op een Zondag verveeld, als den Zondag, dien ik dien nacht in mijn droom had doorge bracht. Ik kleedde mij en vroeg mij onderwijl af, hoe ik toch tot zoo’n zotten droom had kunnen komen. ’k Vond het antwoord op die vraag, toen ik beneden kwam aan de ontbijttafel en de courant van den vorigen avond ter hand nam. Daar had ik ’t! Ik las weer hetgeen ik den vorigen avond had gelezen, nl. dat de middag concerten aan het Tolhuis, ingevolge de Zondags wet, door den burgemeester van Amsterdam voor ’t vervolg verboden waren. Juist, dat couranten bericht was de aanleiding geweest van den droom, dien ik gedroomd had, en ’k kon ’t niet hel pen maar ik uitte een onwellevend woord aan ’t adres van ZEd. Achtb. waarvoor ik bij deze ootmoedig excuus vraag om dat hij me zulk een akeligen nacht had bezorgd door zijn bevel, want anders droom ik nooit en ik ben er niet rouwig om, want, óf men droomt iets prettigs en is wakker wordende woedend dat ’t fopperij was, óf men droomt iets akeligs en stapt met ’t ver keerde been uit bed. Dit, entre parenthèse. Ik zeg dan, dat ik excuus vraag voor dat onvertogen woord aan ’t adres van onzen burgervader, want hij doet niet anders dan de wet handhaven, waar toe hij is opgeroepen wetten worden niet ge maakt om niet, wel om wel uitgevoerd te worden. Een andere vraag is of die thans nog geldende Zondagswet, die wet van 1 Maart 1815 (Stbl. no. 2) feitelijk wel uit te voeren is, vooral in een stad als Amsterdam. Die vraag is zeker ontken nend te beantwoorden. Art. 4. dier wet verbiedt „dat op Zon- en er kende Godsdienstige feestdagen openbare verma kelijkheden, zooals schouwburgen, publieke dans partijen, concerten en harddraverijen zullen ge doogd worden vóór volkomen eindigen van alle godsdienstoefeningen.” ’t Zit ’m in dit woordje openbare. De societeits- besturen kunnen hun leden zooveel publieke vermakelijkheden, concerten geven als zij gelieven. Men ziet er te Amsterdam het gevolg vanPa leis en Panopticum gaan door voor sociëteit, Artis dito en men maakt Zondagsmiddags zooveel mu ziek als men wil. De sportvereeniging houdt een harddraverij op Hemelsvaartsdag, ook doorgaande als sociëteit of misschien als uitzondering ver gunning erlangd hebbende, welke volgens het genoemde art. 4 door het plaatselijk bestuur kan worden toegestaan maar de kleine man kan van dat alles niet genieten. Hij kan geen lid van een sociëteit, van Paleis of Artis worden en moet zich dus een dergelijk genot op Zondag ontzeggen. Een ieder zal moeten toestemmen, dat dit zijne bedenkelijke zijde heeft, vooral in een tijd als de onze, waarin door alle partijen, van welke rich ting ook, erkend wordt dat voor de kleine luijden meer gedaan moet worden dan vroeger jaren geschiedde. Een dergelijk wetsartikel zet onwille keurig bij den werkman niet alleen, doch ook bij de zoogenaamde kleine burgerij, kwaad bloed. Onlangs zag ik op een Zondag een boot van een roeivereeniging langs den Amstel gaan, ’s mor gens 10 uur, met muzikanten aan boord, die ten aanhoore van iedereen aan den oever, in 't open- ■K f 1 ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver- volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ■Jj- Bolswardsche Courant f 1 .J* I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1892 | | pagina 1