NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOLS WARD W0KSBBA92EI. Bezoek onzer KOklNGINJEJI. Uit de Raadszaal. No. 26. Een en dertigste Jaargang. 1892. BINNENLAND. DONDERDAG 23 JÜNI. B I T E N L A N D.~ VOOR r- van ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. DINSDAG 21 JUNI 1892. Bismarck’s zegetocht. De groote Rijkskanselier behoort tot een tijd perk, dat afgesloten is. Het zijn zijn eigen woorden. Doch mag hij zich zelf rangschikken onder een geslacht, dat nagenoeg uitgestorven is, hij staat nog, de ijzeren staatsman, ’t levend ge- denkteeken van do roemrijke daden van het Pruisische volk en den Duitschen staat. En al mogen hooge, zeer hooge machten hem treffen met haar ongenade, hem deert’t niet. Want het Duitsche volk ziet in hem, en zal in hem blijven zien, „den bouwmeester, die het verstond de verschillende, on moeilijk samen te passen steenen, onafscheidbaar te vereenigen.” De Duitsche Keizer mag blijken geven van Hoogst Deszelfs onwil, mag zelfs den verjaardag vergeten van den man, wiens werk het is dat hij kan regeeren over een land zoo machtig als Duitschland, ’t volk is minder vergeetachtig dan zijn Vorst. Weldaden vergeet het nietHet treft, ’t grijpt aan, wanneer men leest van de bijna afgodische vereering, die ’n Duitscher koes tert voor zijn kanselier. Men leze de aankomst te Berlijn, zooals de Kölnische Zeitung haar be schrijft: „De trein is aangekomen; de Berlijners stormen op ’t rijtuig van den vorst los. Een oogenblik van krachtige werking was ’t, toen de vaardigheid vaardigere. Een van de gedenkwaardigste momenten het bezoek onzer Koninginnen is voorzeker het bezoek aan „Werkmanslust.” Het kan niet anders, of dat bezoek moet bij allen, die er getuige van waren, maar ook bij allen, die er van hoorden, de overtuiging hebben gewekt of bevestigd, dat de waardige Koningin-Regentes haar kind met het Nederlandsche volk wil doen kennis maken, opdat door wederzijdsche liefde, toewijding en waardeering de toekomst van ons land gelukkig kan worden. Werd door den voorzitter van „Werkmanslust,” den heer Beerends, een waardig woord van wel kom en hulde gesproken, - bij het bezoek van een paar woningen onderhielden de Vorstinnen zich allerminzaamst met de bewoners en bij ’t ver trek reikte de jonge Koningin de hand aan een paar vrouwen en aan den heer Beerends, terwijl zij dankte voor alles, wat men haar had laten zien. We zien hierin een bewijs, dat der jeugdige Vorstin eene voorbereiding voor hare zware taak ten deel valt, waarop niemand, welke richting hij ook moge zijn toegedaan op staatkundig, of Gods dienstig gebied, met recht ook maar de geringste aanmerking zou kunnen maken. Toen de Koninginnen naar „het Paleis’' terug keerden, bleek het op nieuw,,dat hare verschijning allen met geestdrift vervulde. En toch bij allen geestdrift, welk eene voorbeeldelooze orde nergens woest gedrang Inderdaad, over de wijze waarop de hooge gasten overal werden begroet, mag, neen, moet men het Friesche volk een compliment maken Ook over de wijze, waarop de hoofdstad Vrijdag avond geïllumineerd was „Nog nooit heb ik Leeuwarden zoo schoon ge zien dat was de algemeene roep. Baadden de openbare en andere groote gebouwen als in een zee van licht, tot in de meest afgelegen straten en stegen schitterde u alles tegen. Als men dat mag beschouwen als een zinnebeeld, dan behoeft men de toekomst niet zoo donker in te zien waar allen op zoo treffende wijze ingenomenheid betoonen met onze jonge Koningin en hare voortreffelijke Moeder, daar mag men vertrouwen, dat die inge nomenheid vrij is van alle „aanstellerij,” daar mag men vertrouwen, dat het Friesche volk zich als van ouds verbonden zal blijven gevoelen aan het roemruchtig geslacht van Oranje-Nassau Eene goede gedachte was het ook, der Koning innen een morgengroet te doen brengen door de jeugd. Te Wageningen zijn de kersen in de boom gaarden verkocht tegen 2 a 4 cent per K.G. op den boom. Zij zijn nog klein van stuk. Onder de landloopers, die voor de recht bank te Utrecht terechtstonden, was, naar het U. D. meldt, een zoon van een geacht Neder lander, nog geen dertig jaar oud, toegerust met veel van wat eene beschaafde omgeving en eene wetenschappelijke opleiding kunnen verschaffen; reeds eenmaal in ’t bezit geweest van een kapi taal hij had zich al herhaaldelijk doen opnemen, en hoorde het nu weer met de grootste onver schilligheid aan, dat hij naar de „kolonie” ver wezen werd. menigte, waaronder zich mannen en vrouwen bevonden uit alle standen en klassen en ook eenige officieren in uniform, naar ’t rijtuig van den vorst drong. Het hoerageroep ging over in de klanken van ’t lied „Deutschland, Deutschland über alles," dat als bij afspraak werd aangeheven toen de wagen van den vorst stilhield en de vorst zichtbaar werd aan het geopende venster. Hij stond daar in een donkeren, langen reisover- jas, een jachtmuts.op het hoofd. De muts nam hij spoedig af. Hij zag er zoo frisch en opge wekt uit als in zijn beste dagen. In een oogenblik was de menigte naar het rijtuig gedrongen en bloemen werden den vorst toegestoken, die ze hartelijk dankend in ontvangst nam. Thans trad ook de vorstin aan het venster en werd eveneens met hoerageroep begroet. In een oogenblik van betrekkelijke rust klonk plot seling uit de menigte het bevelDriemaal een Hoch op graaf Herbert en zijn bruid, de gravin Hoyos Nadat aan dit bevel met levendigheid was vol daan antwoordde de vorst: ik dank u hartelijk in naam van mijn zoon en mijn toekomstige schoondochter. Plotseling hoorde men den roep Silentium für den Fiksten (stilte voor den vorst) en StilStil 1 herhaalden honderden. Het vol gende oogenblik heerschte er een doodsche stilte. Verwonderd keek vorst Bismarck eerst een oogen blik om zich. Moet ik wat zeggen vroeg hp. Zekerwerd hem toegeroepen. Mijn plicht is te zwijgen antwoordde Bismarck. Een oogenblik rust, dan een forsche stem Wanneer Gij, door luchtigheid, zwijgt, zullen de steenen eeuwig van u spreken. Zwijgend boog Bismarck, toen de krachtige storm weer losbrak, de Wacht am Rhein en Deutschland, Deutschland über alles door elkaar klonken, en weer brak zich een stem baan door verschillende uitroepen. Franekeradeel, 20 Juni. Ten vorigenjare was de klacht algemeen, dat er zoo weinig kik- vorschen gevonden werden en werd het gekwaak van den Frieschen nachtegaal haast niet verno men. Aan slakken, groote zoowel als kleine, was evenwel geen gebrek, ze veroorzaakten dan ook veel schade. Thans zijn de bordjes echter ver hangen en zijn er weer veel kikkers en tot nu toe haast geen slakken. De veld-en tuin-vruch- ten hebben dan ook nog weinig hinder van dat wraakzuchtig volkje ondervonden. Het aandeel van den Staat in het winst- saldo over het boekjaar 1891 van de Exploitatie- maatschappij en de Hollandsche Spoorwegmaat schappij werd in de Staatsbegrooting geraamd op 1 percent van het maatschappelijk kapitaal der beide maatschappijen, dat te zamen 40% millioen gulden groot isdus op f 405000. En thans is reeds gebleken, dat de Exploitatiemaatschappij, wier maatschappelijk kapitaal bijna 18 millioen bedraagt, aan den Staat slechts een winstaandeel van f 55,30%, zegge „vijf en vijftig gulden, der tig en een halve cent”, zal uitkeeren. Óf de spoorwegovereenkomsten van den Minister Have- laar ook voordeelig zijn voor den Staatmerkt de Nederlander op. Omtrent den oogst en verdere landbouwaan- gelegenheden kan van de Veluwe worden gemeld: dat het winterkoren in deze streken de rogge uitmuntend te velde staat en een dubbelen oogst van het vorig jaar doet verwachten. De in het najaar vroeg gezaaide die in den regel de voorkeur verdient is thans de minste, daar deze veel meer van de voorjaarskoude geleden heeft dan de later in het najaar gezaaide. De zomervruchten aardappelen, boekweit, haver alsmede tuinvruchten, zijn nog, tenge volge koude en droogte, wat achterlijk, doch kunnen zich nog herstellen. Met de wei- en hooilanden is het treurig gesteld. Vooral de eerste snede hooigras blijft gering, niet alleen hier, maar ook op de aangrenzende klei streken, zoodat dit artikel veevoeder weer ver bazend hoog in prijs zal zijn, hetgeen bij de aan vankelijke verkoopingen langs de rivieren reeds is gebleken, men zegt van f 20 de 500 kilo op stam. De vruchtboomen zijn over het algemeen niet ruim geladen, alleen kersen geven een tamelijk gewas. De veeprijzen zijn, tengevolge van het schrale grasgewas, betrekkelijk niet hoog alleen uitste kend soort vee geeft nog een goeden prjjs, mindere kwaliteit bijna niet verkoopbaar. De z. g. boschheeren hebben uitmuntend weer gehadde schors is prachtig gewonnen, hetgeen de kwaliteit zeer verhoogt. Het eiken- en ander hout groeit dit jaar uitstekend: de ondervinding heeft geleerd, dat een drooge zomer daaraan zeer bevorderlijk is. Naar men meldt, hebben zich voor admi nistrateur der Nederl. Heidemaatschappij (te Wa geningen), op eene jaarwedde van f1000, niet minder dan 357 sollicitanten aangeroeid. Men verwacht, dat de benoeming nog deze week zal geschieden. Misschien wel naar aanleiding van de minder gunstige financiëele uitkomsten over 1891, zal door de Staatsspoorweg-Maatschappij worden over gegaan tot opheffing van alle bij haar thans be staande premiestelsels. Hieronder zou ook zijn begrepen de overwinst, die tot nu toe jaarlijks onder hoofd- en mindere ambtenaren werd ver deeld. Het was inderdaad treffend, te zien, hoe de jonge Koningin nu aan dezen, dan aan genen kant verscheen, alsof zij bevreesd was, dat ze niet alle kinderen haren dank bracht door een harte- lijken wedergroet. En wat eene aardige verrassing voor de schare was het, toen zij Zaterdag op het terrein der harddraverij verscheen als Friezinnetje gekleed, ’t Is niet mogelijk, den indruk te schetsen, die deze verschijning op de aanwezigen maakte. De geestdrift volle toejuichingen waren van dien aard, dat de Koningin-Regentes zichtbaar getroffen was door zooveel blijken van belangstelling en inge nomenheid. Het was eene eigenaardige hulde, die aan heeren Burgemeesters in Friesland door de Koningin- Regentes werd bewezen, toen zij hen liet uitnoo- digen, op de tribune plaats te nemende heer Burgemeester van Bolsward werd het eerst uit- genoodigd en had een tamelijk langdurig onder houd met H. M.we verheugen ons zeer over de bijzondere onderscheiding, die het geachte Hoofd onzer gemeente en in hem onze gemeente zelve ten deel viel. Dat de hartelijke ontvangst der Vorstinnen een diepen indruk op H.H. M.M. heeft gemaakt, bleek zeer duidelijk, toen H.M. de Koningin-Regentes aan het diner, door de Staten namens de Provin cie aangeboden, in antwoord op het waardige woord van het oudste lid, den heer M. Kingma Hz., o. a. zei„Ik geef u de verzekering, dat als Regentes van het Koninkrijk de belangen van Frieslands bevolking mij ernstig ter harte gaan, en dat ik mij ten allen tijde gelukkig zal achten, indien het mij gegeven mag zijn, die belangen te bevorderen.” En als men de jonge Koningin beschouwde, zooals ze ook weer bij de matinée in den Prin sentuin zat, lieftallig groetende, wuivende met den zakdoek en toch zoo echt kinderlijk, moest ieders indruk groot zijn van die Vorstin, die, onder de leiding eener verstandige Moeder, belooft te wor den eene waardige draagster van het hoogste gezag in den Staat, en die, als spruit van het aan onze Landen door de historie verknochte stamhuis van Oranje-Nassau den besten waarborg biedt, dat nimmer onzalige twisten over de hoogste macht in den Staat de rust en den vrede in ons vrije Nederland zullen verstoren. Dat de Friesche bevolking een uitmuntenden indruk op H.M. de Koningin-Regentes heeft ge maakt, blijkt uit hetgeen ze den heer Burgemees ter van Leeuwarden antwoordde aan het diner, aangeboden door den gemeenteraad: „Ik zeg u allen dank,” zoo liet zij zich hooren, „rijk en arm, oud en jong, die medewerkten in de voorbereiding en uitvoering van den luister onzer ontvangst in Leeuwarden, die zich kenmerkte door voorbeel dige orde en onverflauwde geestdrift. Van den uitmuntenden geest uwer bevolking hebt gij ons wel overtuigd. De Friezen in het algemeen, de inwoners van Leeuwarden in het bijzonder, hebben eene plaats veroverd in ons hart.” Ook de ontvangst te Sneek is zoo schitterend mogelijk geweest. En de aanblik op het Meer met zijn tientallen van rijk versierdestoombooten, jachten, boeiers en andere schepen was in één woord onbeschrijfelijk. Nog nooit heeft dat water er zoo schoon uitgezien. Vooral het défilé der talrijke vaartuigen om de stoomboot, waarop zich de Koninginnen bevonden, leverde een verrukke lijk schouwspel op. Het bezoek der Koninginnen behoort weer tot de geschiedenis. Lang, zeer lang zal het gewis alle Friezen in het geheugen blijven. Sterker is door dat bezoek de band aangehaald, die ook dit deel van het Nederlandsche volk aan ’t huis van Öranje-Nassau verbindt. Het doet ons en zeker allen Friezen goed, dat de Koninginnen naar ’t woord van de Koningin-Regentes, slechts over ééne zaak leedwezen gevoelden: n. 1. daarover, dat de omstandigheden haar niet veroorloofden, ditmaal meer steden van Friesland te bezoeken, zooals zij zoo gaarne zouden hebben gedaan.” Bij haar vertrek zouden we daarom de Ver innen hebben willen toeroepen: heil U tot in de verre, verre toekomstTot weerziens Schitterend is het bewaarheid, wat we de vorige week schreven: „als onze Vorstinnen morgen de hoofdstad onzer provincie binnen komen, zal het blijken, dat de massa haar met vreugde, met opgewektheid, met geestdrift begroet.” Was er reeds weken lang met ijver aan gewerkt, om Leeuwarden een zoo feestelijk mogelijk aan zien te geven, toen de Vorstinnen de stad binnen kwamen, was zij als omgetooverd in een prachtigen lusthof. Was het Gemeentebestuur op waardige wijze voorgegaan, tal van buurt-commissiën hebben het schier ongeloofelijke gedaan en tal van parti culieren hebben er door de versiering van hunne buizen en hunne smaakvolle uitstallingen krachtig toe medegewerkt, om de versiering zoo algemeen mogelijk te maken. Door de goede zorg van de Directie der Maat schappij tot Exploitatie der Staats-Spoorwegen was een deel van het station in een vorstelijk verblijf herschapen. Eere aan de heeren Mutters Zoon en W. O. van der Laan, meubelfabrikanten en bloemist te ’s Gravenhage, die getoond hebben, voor hunne taak uitstekend te zijn berekend. Toen de koninklijke trein het station binnen stoomde, ging er, nadat door de Schutterijmuziek het aloude „Wilhelmus” was aangeheven, een hartverheffend gejuich op. Hartelijk werden de Vorstinnen ontvangen door de autoriteiten, hartelijk ook was de begroeting, die haar ten deel viel van de ontzaggelijke massa, die overal, waar de indrukwekkende stoet voorbij kwam, de straten en pleinen bevolkte. Er kwam geen einde aan ’t gejubel; toch was het geen wild, woest geschreeuw en getier, dat afkeer wekt, maar een opgewekt, opwekkend, geestdrift vol gejuich, dat van warme belangstelling, innige gehechtheid en ook van eerbied getuigde. Een plechtig oogenblik was het, toen der beide Koninginnen in de woning van den Commissaris der Koningin door twee-en-twintig jonge meisjes een tweetal liederen werd toegezongen, waarvan een in de aloude Friesche taal. Geen wonder voorzeker, dat, zooals gezegd wordt, Moeder en Dochter beide diep waren ge troffen, zoowel over de hartelijke ontvangst in onze hoofdstad als over het huldebetoon in de woning van haren gastheer. Was het eene aardige gedachte, der jonge Ko ningin een compleet stel Friesche vrouwendracht als geschenk van de Friesche vrouwen aan te bieden, het doet het Nederlandsche hart goed, te vernemen, dat niet minder dan 8000 vrouwen hare bijdragen schonken, het doet iederen Nederlander ook goed, te vernemen, dat zoowel het costuum als het oorijzer, de beugel en de andere onderdeelen getuigen van de groote kunst en den fijnen kunstsmaak der ver- ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 17 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Niet minder dan vijf raadszetels waren heden avond onbezet bij den aanvang der vergadering. Nadat de notulen gelezen waren, werd mede- deeling gedaan dat Ged. Staten het raadsbesluit tot toelating van den heer H. Schievink hebben goedgekeurd, die daarop beëedigd en geïnstalleerd werd, zoodat nu 9 leden tegenwoordig waren, terwijl de heeren Eerdmans, Oosterbaan, Eisma en Wartna een kennisgeving hadden ingezonden, dat zij verhinderd waren deze vergadering bij te wonen. Daarna werd goedgekeurd de rekening van de bank van leening over 1891, en evenzoo die van den weg Bolsward-Harlingen. Bij de behandeling der Staten tot oninbaar verklaring van hoofdelijken omslag en honden belasting, verwonderde de heer Muller zich, dat de som, waarvoor afschrijving op het kohier van hondenbelasting wordt gevraagd, de belangrijke som van f99 bedraagt. Hij vraagt inlichtingen of er van die som niets te verhalen is, en hoe veel het geheele kohier bedraagt. De Voorzitter antwoordt, dat dit een gewoon verschijnsel is, waarvoor de oudere raadsleden zich reeds meermalen verwonderden. Hij kan echter verzekeren, dat van deze som wel niets zal te verhalen zijn, en de kosten van vervolging zelfs ook verloren zouden zijn, waarop de raad zich er bij neerlegt en de afschrijving goed keurt. Bij het nu volgend punt, namelijk de wijziging der gemeentebegrooting over 1891 rapporteerde de commissie om de. wijziging goed te keuren, doch zij merkte op, dat het onderhoud van wallen en straten ruim f800 boven de begrooting was gekomen, en zij wenschte, dat de begrootingssom zoo min mogelijk wordt overschreden. De Voorzitter lichtte behalve door de memorie van toelichting nog toe, dat ook het D.B. zich zoo veel mogelijk voor overschrijding van posten mijdt, maar dat de practijk dit soms onmogelijk maakt. Deze verhooging vond hoofdzakelijk zijn oor zaak in hoogere steenprijzen, en in een verstra- ting der Broerestraat, noodig omdat de gasleiding daar verbetering behoefde. Ook brengt een ver nieuwing soms andere herstellingen mede. Zoo moesten bijv, bij de Sneekerbrug 2 riolen en kol ken hersteld worden, toen die brug vernieuwd werd. Met algemeene stemmen werd dit punt hierop goedgekeurd en vervolgens zonder hoof delijke stemming de overschrijving van en op posten dier begrooting. Nu was aan de orde het rapport der commissie omtrent de wijziging der verordening op de school- geldhefiing. De commissie stelt voor, de bepaling betreffende de weeskinderen te royeeren, en een nieuw artikel aan te brengen, waarbij Voogden en Verzorgers van kinderen, die hunne pupillen op school No. 1 wenschen geplaatst te hebben, daarvoor 75 cent per maand en per kind moeten betalen. Dit voorstel wordt ter inzage gelegd. Het volgende punt betrof het adres van R. van Deinum, om eervol ontslag op 1 Septr. en toe kenning van eenig pensioen. B. en Weths. ad- viseeren, het gevraagd eervol ontslag te verleenen, en met het oog op de vele dienstjaren vinden zij een pensioen van f 75,alleszins billijk. Ook dit advies werd tot de volgende vergade ring ter inzage gelegd. Omtrent de vervulling der uit dit ontslag te ontstane vacature stellen B. en W. voor, de be trekking op voldoende wijze te vervullen, door een bekwame Vroedvrouw aan te stellen. Een verhooging van het salaris dat thans geldt, zal wel noodig zijn. Heeren Voogden hebben reeds bepaald, dat voor hare hulp bij minvermogenden, dan f 2.50 zal worden betaald in plaats van fl, terwijl het D. B. voorstelt het salaris, dat thans f 150 bedraagt, te verhoogen tot f200, Ook dit voorstel werd ter visie gedeponeerd. Thans was aan de orde het adres van G. Tuin- stra, om vermindering van pacht, wijl door het amoveeren van „het Hooghout” de heffing van overtochtsgelden van het vee is vervallen. B. en W. adviseeren dit adres in te willigen, wijl bij de verpachting van het amoveeren niets bekend was, en de gevraagde som het D.B billijk voor komt. De heer Schievink- vraagt, hoe lang die pachttijd duurde, waarop de Voorzitter toelicht dat deze tot Mei ’92 liep. Het voorstel van het D, B. werd nu mctal^. gemeene stemmen goedgekeurd. Nu de brug „het Hooghout” is geamoveerd, dient de verordening op de heffing van overtochts gelden over die brug te vervallen, en B. en W, Bolswardsclie Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1892 | | pagina 1