NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OJLSWABD EN W3S88BA&SSI
1892.
No. 29.
De oudste Kolver.
H
Een en dertigste Jaargang.
Praatjes over allerlei.
DONDERDAG 14 JULI.
l
BUITENLAND.
BINNENLAND-
VOOR
de fortuinen in Nederland
1
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Ij
llH
personen
64,000
9,100
4,900
2,100
1,5
2,2
2,6
xzztcdozdcdc docda
Hoe meer het einde der verkiezingen in
Engeland nadert, hoe meer den conservatieven
de moed begint te ontzinken, hoe meer de Gladsto-
nianen in macht winnen. Sommige conservatieve
bladen erkennen nu reeds, dat de partij der Home
rulers de meerderheid zal hebben. Zij voegen^er
echter bij, dat deze meerderheid zoo gering zal
zijn, dat Gladstone zijn plannen omtrent de
lersche zelfregeering zal moeten loslaten, om zich
toe te leggen op economische hervormingen. Daar
door zou hij misschien den steun der unionisten
kunnen herwinnen. Volgens de eigen woorden
van Gladstone, gesproken te Penicuick, is de
grijze staatsman in geenen deele van plan zijn
politiek belangrijk te wijzigen. Eerst zal hij zich
bezig houden met den algemeenen toestand van
het rijk, dan met Ierland en eindelijk met den
arbeid. Velen twijfelen er echter aan, of hij wel
ooit zoo ver zal komen. De Morning Post be
weert zelfs, dat Gladstone in ’t geheel niet aan
’t bewind zal komen, doch Salisbury kalm zal
blijven, waar hij zich thans bevindt. Hij zal niét
heengaan vóór hij nauwkeurig weet wat van zijn
opvolgers is te wachten.
De uitslag is tot nog toe de volgendegeko
zen zijn 196 conservatieven, 31 unionisten, 168
Gladstonianen, 5 Parnellisten, 30 anti-Parnellis-
ten. De meerderheid der conservatieven is thans
bijna geheel verdwenen, ten gevolge van de win
sten der Gladstonianen.
Ieder kent de uitdrukking: „hij heeft goed ge
kolfd,” welke men dikwerf hoort toepassen, als
over mannen gesproken wordt, die het in de
wereld meeliep en ieder kent ook de andere uit
drukking: „dat is een kolfje naar mijn hand,” als
men wil zeggen, dat dit of dat in den smaak valt.
Maar het kolfspel, waaraan deze uitdrukkingen
ontleend zijn, kennen slechts weinigen meer.
Ieder doet tegenwoordig aan sport, de een op
deze, de ander op gene manier. In het laatst der
19e eeuw heeft men sportbladen zien geboren
worden bij tientallen, heeft men sportwedstrijden
gekregen op allerlei gebied en daarnevens aller
lei vreemde, dikwerf barbaarsche woorden, grooten-
deels uit Engeland tot ons overgewaaid, door de
sport-beoefenaars dikwerf niet uit te spreken,
althans niet zonder ze te radbraken.
Nu hebben wij niets tegen sport: wij hebben
volstrekt geen afkeer voor single-outriggers of
skiffs, die vlug langs onze wateren glijdenwij
hebben niets tegen rovers en tandems en safeties,
bij honderden langs den weg te zien, ook al wor
den zij dikwerf wat al te woest bereden, tot min
der genot van den vreedzamen wandelaar: wij
hebben ook niets tegen criquet en croquet en
lawn-tennis spelen, wij hebben zelfs niets tegen
alle mogelijke wedstrijden, op alle mogelijke ge
bied van sport. Maar het spijt ons dat wij al
dat moois uit het buitenland met zooveel graagte
hebben zien aannemen en de degelijke oud-
Hollandsche spelen er door op den achtergrond
worden gedrongen.
Wat is er bijvoorbeeld overgebleven van dat
oüd-Hollandsche kolfspel? Hoeveel Hollanders,
die goed op de hoogte zijn wat het wielrijden
enz. betreft, kennen zelfs dit spel niet bij naam?
Stedelingen kennen het bijna in ’t geheel niet en
op het platteland begint het ook al in discrediet
te geraken.
Er is een tijd geweest dat elke herberg van
eenig belang een kolfbaan had, en hoe beter die
kolfbaan was, hoe zekerder was de kastelein goede
zaken te maken.
In Noord-Holland kan men de kolfbaan nog
in sommige herbergen vinden, al zijn de kolvers
dan ook niet meer in zoo grooten getale te vin
den als vroeger jarenin Friesland zijn nog 2 kolf
banen.
’t Was dan ook zeker een goede gedachte van
het comité der sporttentoonstelling, die thans te
Scheveningen wordt gehouden, een poging te doen,
om dit oud-Hollandsch vermaak weder in eer te
herstellen en daartoe een kolf wedstrijd uit te
schrijven, die voor een paar weken heeft plaats
gehad.
Die wedstrijd heeft meer belangstelling opge
wekt, dan men had durven hopen. De goede
kolvers kwamen met hun flinke kolfballen en
kolfstokken opdagen en betwistten elkaar de prij
zen. Onder de prijswinners behoorde de Metalen
Kruisridder, den heer T. Visser, te Zevenhuizen
(Zuid-Holland). Deze 85-jarige grijsaard, die ge
rust de oudste kolver uit Nederland mag worden
genoemd, streed den vreedzamen strijd mede met
jeugdig vuur en wist jonger krachten van de baan
te kolven en met eer uit den strijd te voorschijn
te treden.
In hem zien wij een waardig overblijfsel uit de
dagen toen onze flinke Hollandsche jongens zich
in de kolfbaan de spieren staalden, en zich de
lange winteravonden of zomerachtermiddagen ver
maakten met dit gezonde spel, zonder dat er, zoo-
als thans bij de moderne sport zoo dikwijls noo-
dig schijnt, „gejakkerd” behoefde te worden ten
koste van het lichaam.
Er zullen meer dergelijke kolfwedstrijden te
Scheveningen gehouden worden, waarbij o.a. ook
de kolfclub „Bolsward” is uitgenoodigd.
Wij wenschen den ouden Visser van harte nog
een prijsje toe en dat door zijn voorbeeld het oud-
vaderlandsche spel weder langzamerhand in eere
worde hersteld.
Wanneer een patroon zijn werklieden uit prin
cipe goed behandelt, dan kan het is niet al
tijd zoo het gevolg er van zijn, dat de werk
man genegenheid voor hem krijgt en daaruit
spruit onwillekeurig voort, dat hij zich inspant,
zijn plicht en werk zoo goed mogelijk vervult.
Doch juist daaraan hebben onze socialen het
land. Er moet en mag geen band, er moet geen
vertrouwen tussehen patroon en gezel bestaan,
want dan verloopt hun zaakje, en daarvoor hebben
ze alles veil, daarvoor is geen middel te goed of
te kwaad. Eerst dan wanneer de werkman arm,
doodarm is, wanneer hij de hel in het hart tegen
zijn patroon, nog liever tegen geheel de maat
schappij heeft, dan is hij een bruikbaar
sociaal-democraat.
Daarom: de patroon, die goed voor zijn werk
lieden is, is te verachtenhij is slechts een laag
hartig egoïst, die onder den schijn van ’s work
mans belangen te bevorderen, niets dan eigen
voordeel beoogt.
Als dit nu geen verdachtmaking van het laagste
allooi is, dan w’eet ik het niet.
Te Haarlem hebben 3000 ingezetenen te kennen
gegeven, Zondags geen versch brood te verlangen.
Bravo, zeiden we bij ons zelf, toen dat bericht
ons onder de oogen kwam.
De bakkersknechts, die als wij ons ter ruste be
geven, reeds weer aan den arbeid gaan, om, als
we ’s morgens onze legerstede verlaten, versch
brood op onze tafel te brengen
De bakkersknechts, die in een ongezonde at
mosfeer genoodzaakt zijn bij nacht en dag te ar
beiden, meermalen boven hunne krachten
De bakkersknechts, die meer op geesten dan
menschen van vleesch en bloed gelijken
Die bakkersknechts zullen in Haarlem dan ein
delijk eens een vrijen dag in de week hebben
een dag waarop ze niet behoeven te bakken, maar
met het zalig bewustzijn Zondags ontwaken, dat
ze vrij zijn.
Vrij om zich eens met vrouw en kinderen te
bemoeienvrij om eens eigen in eigen gezin te
worden; vrij om eens ter kerk te gaan; vrij om
met de kleinen te wandelen vrij om eens iets te
lezenvrij om in ’t behoorlijke te doen en te laten
wat ze willen we kunnen ons zoo’n gewaar
wording eenigszins voorstellen, weer te geven is
ze niet; men zou eerst zelf gedoemd moeten zijn
geweest, om maar altijd, Zondag of werkdag, te
arbeiden, zonder een enkele dag geheel vrij te
kunnen zijn.
Wat zal zoo’n man een geheel ander mensch
zijn, wanneer hij die vrijheid geniet.
Wat te Haarlem evenwel is geschied, mag, of
liever moet, andere plaatsen tot voorbeeld strekken.
In Leeuwarden is een vereeniging tot bevor
dering van Zondagsrust. Ons dunkt op haar weg
ligt het om hier te beproeven, wat in Haarlem
met zoo’n uitstekend succès is bekroond.
De ongelukkige slaven van het bakkersbedrijf
zullen er haar recht dankbaar voor zijn en de pa
troons er niet om rouwen, dat men hen genood
zaakt heeft een dag in de week de broodkast te
sluiten.
’t Moet een schande worden, dat een bakker op
Zondag verkoopt; gebeurt dat, dan worden ook
de onwilligen door de publieke opinie gedwongen
het voorbeeld van de anderen te volgen.
Friesche Crt.
belast met
2,2 millioen
Men ziet daaruit, dat de meest vermogenden,
de 7000 personen, die boven 2 ton bezitten, te
ook omdat men er
door leert kennen.
Volgens hetgeen men uit de ervaring van het
successierecht weet, is de verdeeling der fortuinen
ongeveer aldus:
vermogens
f 14,000—100,000
f 100,000—200,000
f 200,000-500,000
boven f 500,000
„Er zijn toch fabrikanten, die zeer goed zijn
voor hun volk.
„Zeker! In hun eigen belang.
„Hoe beter, ze zijn voor hun volk, des te meer
kunnen zij van hen gedaan krijgen.
„Zij gooien een schelvisch uit om een kabel
jauw te vangen.”
Bovenstaand gedrukt biljetje kon men dezer
dagen aan de deuren van sommige werklokalen
vinden.
De bedoeling is nog al duidelijk Werklieden,
doe zoo weinig mogelijk. Je patroon is niet goed
voor je in jou belang, maar in zijn voordeel, van
daar dat hij je goed behandelt. Betaal hem met
gelijke munt en doe in jou belang zoo weinig
mogelijk, dan zijt ge over en weer quit.
Zou men geen lust krijgen om zulke leelijke
verdachtmakers bij de lurven te nemen en met
de een den ander om de ooren te slaan
Wat gebeurt hier toch, ‘t Is weer de oude me
thode om de werklieden tegen hunne patroons op
te zetten, teneinde daardoor haat te kweeken. ’t
Is weer het streven om den werkman in minder
gunstige positie te brengen. Hij moet het nog
minder krijgen, zei D. N. eens, anders is hij niet
bruikbaar.
Doch wat meer zegt, men verwart met be
doeling natuurlijk oorzaak en gevolg.
Op het land van den heer Avis te Mid-
woud is een koe, die twee kalveren zoogt. Het
eigenaardige van dit geval is echter, dat de
moeder van de tweeling het gezelschap van hare
zusters koos boven dat van hare kinderen.
Eene andere koe trok zich het lot der kleinen
aan en ontfermde zich over deze verlatenen.
Deze stiefmoeder leeft nu met de kleinen zoo
vreedzaam alsof het haar eigen kinderen waren.
H.H. M.M. de Koninginnen zullen vermoe
delijk een van de laatste dagen van deze maand
de Sporttentoonstelling te Scheveningen bezoe
ken.
Sequah heeft bij zijn eerste seance, Vrijdag
avond te Groningen gehouden, medegedeeld na
die stad geen verdere plaatsen te zullen bezoe
ken, doch zich te ’s Gravenhage te zullen ves
tigen.
Dr. Mezger zal binnenkort zijn intrek ne
men op zijn villa Irma te Domburg.
Dat men voor een beginsel strijden kan zonder
door partijgeest te worden verblind, vinden wij
opnieuw bewezen bij het anti-revolutionaire
Oranjeblad. Erkennende dat aan de voorstellen
van den heer Pierson fouten kleven,—eenenieuwe
belastingregeling te maken is dan ook geen klei
nigheid, zegt het blad wijst het op het goede
in de voorstellen en vraagtwaarom is er nu
nog onzerzijds niemand opgestaan, die den Mi
nister zijn dank heeft betuigd voor de verlich
ting van druk, die aan den arme, den werkman,
den kleinen burger, winkelier en landbouwer zal
ten goede komen Of zou die zoo geheel niets
hebben te beteekenen
Een goed middel om leden te winnen en dat
dan ook goede resultaten oplevert, wordt sinds
korten tijd door regenten van het Nederl. Israël.
Jongensweeshuis te Amsterdam toegepast. De
contributie voor leden bedraagt f 5 en voor be
neden 18 jaar f 1 jaarlijks. Dagelijks krijgt het
gesticht van de afdeeling burgerlijken stand een
register wie geboren zijn. Regenten zenden nu aan
alle gegoede ouders een inteekenbiljet om voor
den pasgeborene in te schrijven. En het spreekt
van zelf dat maar weinig vaders achter zullen
blijven om den jonggeborene als lid te doen
inschrijven en zoodoende vreugde met weldadig
heid te doen gepaard gaan.
Een der lezers van het N. v. d. D. doet het
volgende middel aan de hand ter verdelging van
de groene rupsen Men haalt uit een bosch eenige
potten vol mieren (grosse Waldameisen) en brengt
die diertjes in de aangetaste klaverveldendan
zal men binnen 24 uur van de rupsenplaag ver
lost zijn, want de mieren dooden de rupsen.
Te Wilnis, in Utrecht, zal een invitatie-
vischpartij worden gehouden.
Daar dit, naar wij meenen, iets nieuws is,
deelen wij de voornaamste daarvoor vastgestelde
bepalingen mede.
De deelneming is alleen open voor hen, die
voor deze vischpartij eene uitnoodiging ontvangen.
Geen inleggeld wordt betaald.
Prijzen worden toegekend voor het grootste
quantum visch (gewicht en aantal), voor den
grootsten en voor den kleinsten visch. De prij
zen zijn kunstvoorwerpen. Onder visch wordt
alléén baars verstaan.
Er mag uitsluitend met den hengel gevischt
worden. De keuze van het aas is vrij.
In iedere boot nemen twee liefhebbers en een
roeier plaats. Om deze booten wordt geloot.
Zoo eene boot met deelnemers eene ligplaats
heeft ingenomen, mag eene andere mededingende
boot die niet passeeren dan op minstens 25 me
ters afstand en geen ligplaats innemen binnen
100 meters van de aanwezige boot, tenzij hiervan
gescheiden door een veenakker.
De commissie van regeling bestaat uit de heeren
L. C. Dudok de Wit, te Breukelen P. J. C.
Hellendoorn, te Berlijn, en L. A. van der Meu-
len te Mijdrecht.
Het adres van den heer Tindal bespre
kende, zegt het V. D. o. a.
De stelling van Amsterdam dient zoodanig te
worden voltooid, dat deze, onze ronduitstelling,
niet worde een kostbare muizenval voorlegeren
burgerij.
Eene wereldstad te omgeven met versterkin
gen, zonder zekerheid alsnog van een voldoende
approviandeering, zonder gelegenheid tot aanvul
ling van den buskruitvoorraad en tallooze andere
behoeften in oorlogstijd, zelfs zonder dat de alles
beheerschende drinkwater-kwestie is opgelost, wij
noemen dit waaghalzerij.
Wat de laatste quaestie betreft, verheugt het
blad er zich over, dat tot voorziening daarin zal
worden overgegaan, maar voegt er bij, dat het
hem onverklaarbaar voorkomt, hoe een inspec
teur der genie zes jaren lang bleef berusten in
een onhoudbaren toestand, die almee in de eerste
plaats hem van nabij betrof.
Ook waren wij steeds de overtuiging toege
daan, dat de stelling van Amsterdam alsnog aan
een grondig onderzoek van onpartijdige deskun
digen moet worden onderworpenhet gaat niet
aan, een voormalig bevelhebber van die stelling
zóó ervaren als generaal den Beer, dood te
zwijgen.
Ook het U. D. wenscht een onderzoek, maar
door Nederlandsche deskundigen, die toch waar
lijk wel onder onze officieren te vinden zijn.
Vrijdagnamiddag heeft bij het schijfschieten
op het fort aan de Bilt traat bij Utrecht een on
geval plaats gehad. Een geweerkogel, die een
niet verwachten aanslag maakte, trof een burger
man, die op eene als veilig aangemerkte plaats
werkzaam was, in een der oogen, tengevolge
waarvan hij dit waarschijnlijk zal moeten ver
liezen.
Met betrekking tot de werking van de vermo
gensbelasting is het volgende staatje door den
heer van Houten medegedeeld, van veel belang,
zamen 4,8 millioen of 56 pet. der 8*/2 millioen
zullen hebben op te brengen.
Daarentegen komt ten laste van de kleine
fortuinen, die tussehen f 14,000 en f 100,000,
slechts 2,2 millioen, of iets meer dan een kwart
van de 8*/2 millioen. Gemiddeld bedraagt dus
voor elk de aanslag f34, maar zooals men
weet bij de laagste vermogens slechts een paar
gulden. Is dat nu zulk een zware last? Vooral
nu daartegenover nog eenige ontheffing staat,
door de verlichting van accijnzen En men lette
wél de heffing wordt niet gevorderd van de
opbrengst van arbeid, maar enkel van vermogen.
Het Waterlooplein te Amsterdam
bij avond.
Zaterdagavond zag het Waterlooplein er met
het groot aantal walmende oranjegele vlammen
fantastisch uit. Niettegenstaande het tamelijk
hard regende, was het er stampvol. Stampvol
„God zegen je, meneer. As je meent dat zijn
koopers Ze koope niks niemedal. ’t Zijne maar
nieuwsgierigen, die er komme kijke, hoe of de
markt er met wateren vuur wel uitziet. We zijne
gesjochte, we zijne gesjochte
Zulke klachten kon men overal hooren, doch
daar tussehen door klonken de oude, welbekende
Nieuwmarkt-kreten Vijf om ’n dubbeltje, lekkere
harde! Tien fijne ha vana’s voor ’n dubbeltje
vooruit menschen, als ze niet goed zijn, kan je
ze terug brengen, andere week sta ik hier weer.”
Een der kooplui in boeken trachtte de koopers
te lokken door de bekendmaking van zijn tegen
spoed en die zijner medemarkters. Zoo verkon
digde hij o. a.„De Maatschappij tot exploitatie
van Staatsspoorwegen het beslote, zoo spoedig
mogelijk een lijn te doen daarstelle van het Water
looplein naar Veenhuizen om alle kooplui die hier
niks verdiene, d’er naar toe te brengen. Ze binne
al bezig om d’er een gebouw te zetten, waarin
plaats is voor 600 gesjochte Waterlooplein-men-
schen.” Het gevolg van deze en dergelijke aardig
heden was, dat zich een groote menigte om zijn
stalletje verzamelde, die uiteen stoof, zoodra zij
in de verte de trambel hoorde. Zoo ging het
overal.
Een koopman in vergrootglazen stond in een
rede, die wel een kwartier duurde, alle goede
hoedanigheden van zijn waar op te sommen, om
daarna een of twee van zijn voor alles dienstige
glazen „voor 10 centen geld” te verkoopen.
„Ja meneer, je kan wel merken, dat je nietopde
Nieuwmarkt staat, ’t Is krimeneel zoo weinig as
hier te verdienen is.” Alle oude Nieuwmarkt-
kooplui waren er te vinden en ook allen klaagden
even hard over den slechten verkoop. „Afijn,”
besloten zij hun klaagrede, „we zelle maar wachte
wat er nou van de overdekte markt komt,waarom
we gevraagd hebben.”
Het stadsaanplakbord, dat een aantal kooplui
zeer in den weg stond, is Zaterdag weggenomen.
Het Sociaal Weekblad merkt op, dat bij
mooi weer velen, welke het niet breed hebben,
zich onkosten voor uitgaan als trammen, verte
ringen in uitspanningslokalen enz., kunnen ver
oorloven.
Bij mooi en bij slecht weer doet zich dikwijls
het geval voor, dat men bij zijn genot niet altijd
zijn beurs raadpleegt. Het Soc. W. geeft er echter
eene andere verklaring aan: de eetlust is in warme
dagen minder.
Een treffend bewijs daarvan levert eene van
de broodfabrieken in den Haag: daar werd in
zeven achtereenvolgende warme dagen voor f 600
minder brood verkochtin evenredigheid zal het
zelfde geringer debiet ook bij bakkers, slagers
enz. worden ondervonden. Die besparing stelt,
meent het blad, de uitgaande bevolking tot hare
vertering in staat.
Een andere verklaring ligt ook voor de hand
wie niet thuis is, koopt niet bij zijne gewone leve
ranciers, maar elders. De broodfabrieken verkee-
ren in bijzonderen toestand, vandaar de reden,
dat zij minder leveren.
Dat menschen die uitgaan, met leege magen
hun pleizier nemen, gelooven we echter in het
geheel niet.
Westergoo. Ofschoon de bouw zich tegen
woordig vrij goed houdt, begint er op de klei
gronden zich een insect te vertoonen, dat veel
vernielt. Het is de rups, die het vooral op de
paardeboonen gemunt heeft, welke thans in vol
len bloei staan. De planten zijn in korten tijd
geheel kaal gevreten, waaruit blijkt dat ze in
grooten getale aanwezig zijn. Sommige landbou
wers hebban de velden met boonen onderploegd,
om zoo spoedig mogclijk ander zaad in deze
akkers te zaaien. De spreeuwen helpen wel een
handje om ze op te peuzelen, maar zij kunnen
geen geheele opruiming bewerkstelligen.
Laaksum, 11 Juli. Door den visscher A.
Vogelzang werd dezer dagen op het strand alhier
een zeekat bemachtigd. De inderdaad fraaie huid
dezer dieren moet voor den handelaar in pelte
rijen een zeer gezocht artikel zijn.
Bolswardsche Courant
1