NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD 0LSWA.BD EN WOiSSBaAOSK£ Overdrijving. 1892. Een en dertigste Jaargang. No. 30. BINNENLAND- BUITENLAND. DONDERDAG 21 JULI. VOOR kelijk gemeend is. ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. r De verkiezingen zjjn in Engeland zoo goed als afgeloopen. Gladstone heeft tot nog toe de meer derheid behouden, doch het moet erkend, dat die niet zoo groot is, dat ingrijpende hervormingen, met vlag en wimpel zullen worden aangenomen. Er zal geschipperd moeten worden, wantzoodra enkelen uit aangeboren „wildheid” gaan zwerven nu naar rechts en dan naar links, door niemand vertrouwd en waarop niemand durft te rekenen, loopt de meerderheid gevaar. Men beweert zelfs, dat het conservatieve kabinet nog niet zal aftre den. Als gewoonlijk zullen de ministers in het parlement verschijnen en wachten op de dingen die komen zullen. Nemen de parlementsleden een al te vijandige houding aan, dan gaan de ministers; anders zou het zeer goed mogelijk zijn dat zij blijven. De uitslag is tot dusverconservatieven 266, unionisten 45, Gladstonianen en werkliedenpartij 271, Parnelisten 9, nationalisten 67. Een dorpeling is van eene verre reis terug ge komen en vertelt zijne dorpsgenooten wonderen bij wonderen. Hij heeft voor ’t eerst van zijn leven de Maas bij Rotterdam gezien en is ook over de brug naar Fijenoord gewandeld. „Dat was wel een kwartier gaans14, vertelt hij zijnen toehoorders. Als iemand hem daarop nu zei„de Maas is daar precies 391 meter breed, d. i. ruim vier minuten gaans14, dan zou hij ook wellicht zeggen „ja, ziet ge, ik heb het niet op ’t horloge nage zien; maar ’t is toch eene heele breedte, hoor14 Ook hier is de overdrijving een gevolg van onjuiste waarneming. Trouwens deze overdrijving is tamelijk onschul dig en daarbij niet zelden vermakelijk. Denk maar eens aan het beruchte jagerlatijn Wie heeft niet wel eens hartelijk gelachen, als hij een zoon van Nimrod de meest wonderlijke won deren hoorde verhalen. Neem nu aan, dat hij dat volstrekt niet deed, om u wat voor te liegenhoe komt hij dan toch aan die wonderverhalen Door slechte, oppervlakkige waarneming of door de zucht, om belangwekkend te zijn. hoorde, zou hij wellicht denken, dat er van Daniël in den leeuwenkuil verhaald werd. En als men hoort zeggen„wel, juffrouw, wat heeft u daar een erg lief kindjedenkt men on willekeurig aan het lesje, dat onze dichter Beets geeft aan allen, die zich aan dergelijke overdrijving schuldig maken, als hij zegt „Erg mooi11, „erg lief, „erg goed44, „erg zacht14, Trr ”crg nJk“’ Klinkt mij erg naar, erg slecht, erg erg en ergerlijk. En hoe dikwijls heeft men gelegenheid, zich vroolijk te maken over zinledige gezegden, die een gevolg zijn van overdrijving. Ge hoort eene dame vertellen van een feest, dat ze bij woonde. Zeer veel pleizier heeft ze gehad, heel veel genot ge smaakt en om u dat recht duidelijk te maken, eindigt ze hare lofrede op het feest met de woor den „in één woordhet was er vreesehjk gezel lig Als iemand alleen die laatste woorden Men schrijft omtrent de verkiezing te Maas tricht aan de Arnh. Ct. Nog nooit heeft wellicht in Nederland, zelfs niet in Limburg, eene verkiezing voor een lid der Kamer de hartstochten en opgewondenheid zoo ten top gevoerd. Om hiervan een staaltje te geven zij medege deeld, dat ten behoeve van of tegen de verschil lende candidaten niet minder dan p. m. 50 strooi biljetten, circulaires, aanbevelingen en pamphlet- ten, bijna allen op gekleurd papier gedrukt, het licht zagen. Daar van ieder dier stukken onge veer 6000 exemplaren werden verspreid, komt men tot het respectabel getal van ongeveer 300,000 stuks. Op bijna alle huizen der stad, verkondigden veelkleurige aanplakbiljetten in reusachtige let ters, de eigenschappen der verschillende candi daten. Sommige dezer biljetten waren te Brussel en Gent gedrukt. De candidatuur van den heer Schreinemacher stond onder bescherming van machtige en zeer ge fortuneerde familiën, die besloten hadden hem tot iederen prijs te doen zegevieren. Gedurende meer dan 14 dagen werd in ieder koffiehuis in de stad en daarbuiten gratis aan Bacchus en Cambrinus geofferd. Naar matige schatting wordt het bedrag aan drukwerk, advertentiën, brieven enz. ten behoeve der candidaturen besteed, op ongeveer f 10,000 geschat. Het bedrag aan wijn, bier en champagne is moeielijk op te geven, maar zooveel is zeker dat de eigenaars van koffiehuizen en herbergen ten zeerste spijt zullen hebben dat de zaak haar beslag gekregen heeft. Een aantal kiesagenten ten behoeve der candidatuur Schreinemacher, togen een paar dagen vóór de stemming aan het werk, om hun bedrijf met behulp van klinkende munt te gaan uitoefenen, en dikwerf niet zon der succès. Toch deed de geheime politie (mare- chaussées in burgerkleederen) een paar gewich tige arrestatiën. Den dag der herstemming was er op de Groote Markt te Maastricht en aanliggende straten geen doorkomen aan. Des namiddags te 4 uren waren nog slechts 700 stemmen uitgebracht. Toen be gon een ware klopjacht, uitgaan le van de bureaux der beide partijen, die op de markt tegenover het stadhuis gevestigd waren. Naar alle zijden togen een 200tal personen uit, om de kiezers die nog niet gestemd hadden ter stembus te brengen. Een 20tal rijtuigen deed daarbij dienst. Een uur later hadden ruim 1400 ingezetenen van hun stemrecht gebruik gemaakt. Nederland., het staatkundig en staathuis houdkundig weekblad, onder hoofdredactie van mr. J. P. Sprenger van Eyk, bevat deze week weder een viertal artikelen tegen de vermogens belasting. In de laatste maanden verschijnt er geen enkel nommer van dit weekblad of er komen opstellen in voor tot bestrijding van die wets voorstellen. De Nederlander, het degelijke vrijzinnige week blad, dat te Vlaardingen het licht ziet, werd ook door dit feit getroffen en zeer juist is de opmerking der redactie, dat de Nederland, om dat zij bij een liberalen uitgever, de heer Nij- hoff, verschijnt, al licht wordt gehouden voor een liberaal blad. De heer Sprenger van Eyk, zegt zij, is echter nooit door de liberalen als een der hunnor erkend. Als Minister in het conservatieve Kabinet van den heer Heemskerk werd hij integendeel door de liberale Kamerleden meermalen op krasse wijze bestreden, niet het minst om het cijnisme, waar van hij bij zijne bestuursmaatregelen tegenover de gedrukte bevolking in Nederlandsch-Indië blijk gaf. Onder zijn bestuur werden in Indië de belastingen dermate opgedreven, dat mr. P. Brooshooft in zijne Memorie over den toestand in Indië schreefDe mensch Sprenger van Eyk zou zichzelf minachten, zijn naam geschandvlekt rekenen, wanneer hij, als particulier bezitter, door veile handlangers den arme zijn laatsten penning deed ontnemen. Toch handelde de Mi nister Sprenger van Eyk, niet anders toen hij de belastingen voor duizenden opdreef, tot zij have en goed, ja hun dagelijksch voedsel, voor de opbrengst moesten verpanden. En aan dit deel voegde de heer Brooshooft toe, dat, indien de heer Sprenger van Eyk weer minister werd, deze ramp voor Indië de genadeslag zou zijn. Wij behoeven niet te zeggen, dat een poli tiek, gelijk die, welke door den heer Sprenger van Eyk tegenover Indië werd gevolgd, in strijd is met de beginselen van humaniteit ten aanzien van den inlander, steeds door de liberale partij beleden; daarom kan die partij ook onmogelijk in den heer Sprenger van Eyk een geestverwant erkennen. Aan de Maandag van wege het Gemeente bestuur van Leeuwarden ter gelegenheid van de kermis gehouden harddraverij door paarden, ge spannen voor tweewielige rijtuigen, werd door 14 paarden deelgenomen. De openbare school is bij hare tegenstanders reeds lang als „godsdienstloos11 gebrandmerkt. We kunnen daarmede vrede hebben, omdat we weten, dat verschillende „partijen11 ook een zeer verschillend begrip hebben van „godsdienst14. Maar wanneer we nu lezen, dat in sommige Zuid-Limburgsche bladen van die „godsdienstlooze* school werd gezegd, dat zij verkankerd en verpest is en eene fabriek van zedenbederf en ongeloof, hebben we dan geen recht, zoo’n overdrijving laster te noemen Zoo’n verdachtmaking kan alleen strekken, om de geheele openbare school en hare onderwijzers in minachting te brengen. Met geen ander doel kan die school op zoo’n lasterlijke wijze worden aangerand. Jammer is het, dat velen in den ijver, waarmee zij eene zaak willen dienen, zóó vreeselijk over drijven, dat er van eene waardige houding inden strijd geen zweem meer overblijft. Toen een openbaar onderwijzer onlangs op de vraag van een schoolopziener: „hoe doet gij bij de behandeling eener vrucht of bloem, om daar uit de kinderen Gods almacht teleeren kennen?14 antwoordde, dat hij den naam van God in de school niet gebruikte, ging „het Vaandel14 naar aanleiding van dat antwoord den volke verkon digen: „De neutrale staatsschool is dus de school, waar de naam van God niet genoemd wordt een school zonder God14. We begrijpen al weer heel goed, dat uit zoo iets munt is te slaan, maar is de conclusie zuiver Of hebben we hier weer met schromelijke overdrijving te doen Heel gemakkelijk zou het zijn, om op 't voorbeeld van die argumentatie de bijzondere school verdacht te maken. Maar dat zou zeer dom niet alleen, maar ook zeer slecht zijn want men mag niet van het bijzondere tot het algemeene besluiten en men moet den naaste liefhebben als zich zelven en dus niet verdacht maken. Er zijn menschen, die de overdrijving zoo ver drijven, dat ze de meest onwaarschijnlijke dingen voor waarheid willen doen doorgaan. Zij sieren een verhaal gaarne zooveel mogelijk op en ein digen met hun eigen leugens voor waarheid aan te zien. Een bekende spekschieter deed met alle geuren en kleuren een omstandig verhaal en nadat hij zich met zijn eigen leugens en onwaarschijnlijk heden zeer opgewonden had, eindigde hij met de vraag: „Wel meneer, heeft u ooit zoo iets ge hoord En het zeer gepaste antwoord was „neen, meneer, en u zeker ook niet De wijsgeeren van den tegenwoordigen tijd zijn zoo min als die der oudheid eenstemmig omtrent den aard van ons zieleleven. En geen wonder. Immers de begrippen der zielkunde zijn moeielijk te vatten en nog moeielijker in woorden te brengen. Toch kan in één opzicht op eenstemmigheid worden gewezen. Op de vraag„welke is de eenige weg tot ware kennis antwoorden de tegenwoordige geleerden als in koorde eenige weg daartoe is zintuigelijke waarneming.” De wetenschap heeft in haar vaandel geschre ven: „onderzoekt.” De waarneming mag evenwel niet als naar eene aangenomen wet worden gewijzigd integendeel, die wet moet en kan nauwkeurig worden opge spoord uit de feiten. De waarneming moet niet tot het begrip leiden, maar van het begrip moet men tot de juiste waarneming komen. De waarde van eene juiste, alzijdige waarneming is van het grootste belangdat kan iedereen dagelijks blijken. Telkens ondervindt men het, dat er, o zoo vaak zeer slecht wordt waargeno men. Al wordt ons stijf en strak beweerd„ik heb het voor mijne oogen gezien dan zelfs valt er dikwijls nog heel wat af te dingen op de juistheid van het medegedeelde. Er werd eens in een dorp in de provincie Gro ningen een merkwaardig luchtverschijnsel gezien. Ofschoon de hemel glashelder was, zag men eens klaps een helder licht, en hoorde men een sissend geluid, dat eindigde met een luiden knal. Bij eene woning even buiten het dorp was een vrij groote, lichtgrijze steen neergevallen, die eerst gloeiend en uren daarna nog zeer heet was. Onze leeraar in de natuurkunde en meteorologie ging in ’t belang der wetenschap dadelijk naar de bewoonster van bedoeld huis, om van haar zooveel mogelijk inlichtingen omtrent het voorgevallene te verkrijgen. Zijn eerste vraag was „hoe lang hebt ge ’t licht wel gezien Het antwoord luidde: „ik denk, zoo wat een minuut of drie.” Dit kwam den man der wetenschap wel wat heel lang voor en daarom vroeg hij„weet ge ook, wat ge deedt van ’t oogenblik, toen ’t licht ont stond tot het verdwijnen ervan „Ik zag het licht14, was 't antwoord, „toen ik bij die kast stondik ben toen haastig naar ’t raam geloopen maar toen ik daar niets kon zien, dat het licht kon teweeg brengen, liep ik gauw naar dat andere raam en toen kon ik nog juist zien, dat er iets gloeiends op den grond viel.14 Toen de vrouw nu op verzoek van den natuur onderzoeker dezelfde bewegingen herhaalde, bleek het, dat het verschijnsel niet langer dan vijftien seconden had geduurd. Slechte waarneming openbaart zich vooral in de overdrijving. Wat wordt er toch dikwijls en door vele menschen overdrevenHoor eens naar de verhalen van een kind. Bijna altijd zitten zij vol overdrijvingen van allerlei aard. Mogen wij nu dadelijk klaar zijn met de be wering, dat het kind liegt? Volstrekt nietliegen is opzettelijk onwaarheid zeggen. En hier hebben we eenvoudig te doen met het resultaat van slecht waarnemen of soms ook wel met de zucht, om belangstelling in te boezemen. ’t Zal licht kunnen gebeuren, dat een jongen, die flink kan zwemmen en duiken, u verzekert, dat hij ’t wel drie minuten onder water kan uit houden als ge hem dan verzekert, dat dit onmo gelijk is, zal hij wellicht zeggen „nou, toch heel lang, hoorZiet ge, hij heeft er ’t horloge niet bij gehad en dan is ’t lastig, om den tijd te meten de waarneming deugt dan niet. Overdrijving is niet onschuldig, als ze opzette lijk onwaar is, om de gebreken van personen of partijen breed uit te meten, natuurlijk om eigen lof daardoor te zingen of zich zelf te bevoordeelen. Die overdrijving hoort thuis bij den laster en wordt zelden bij kinderen aangetróffen. Men zegt, dat ze welig tiert in de politiek en op theekrans jes wordt dit wellicht ook een beetje overdre ven Nog niet lang geleden werd een stoombootkapi- tein tot drie maanden gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij een stoker had doodgeschoten iemand, die een konijn had gestolen, kreeg dezelfde straf. Deze feiten hebben een bekend socialist ertoe geleid, om op eene vergadering de leer te verkon digen, dat door de bourgeoisie een arbeider en een konijn op gelijke waarde worden geschat. We kunnen zeer goed begrijpen, dat de spreker luide werd toegejuicht, maar toch vragen wewas hier geene schromelijke overdrijving? Onlangs werd iemand, die gevangen had ge zetenwegens moordaanslag, kwijtschelding geschon ken van verdere gevangenisstraf. In eene vergade ring van zijne partijgenooten werd hij met geestdrift ontvangen envoorgesteld als een held Nu is het zeker waar, dat iedereen recht heeft, om voor zijn gevoelen uit te komen, evengoed als ’t waar is, dat ieder zijn eigen gevoelen mag hebben. Maar is het nu geene overdrijving, wanneer men sluipmoord als eene heldendaad beschouwt We kunnen niet aannemen, dat zoo iets wer- De uitslag was als volgtPrijs f 300, gewon nen door den zwarten Orlofhengst Sador van den heer W. A. Ockhorst te Rotterdam. Eerste premie, f 150, door den schimmelhengst Jonge Tabor II van den heer J. Roele te Buik sloot. Tweede premie, f 50, door den schimmelhengst Krijlatij van de hh. Coets de Bosson en F. F. Leopold te Amersfoort. Prijs en premiën werden den winnaars met eene toespraak van den waarnemenden burge meester, den heer J. Troelstra, uitgereikt. Hij wees er op, dat het dit jaar honderd jaren was geleden, dat de eerste stedelijke harddraverij hier werd gehouden en overhandigde, naar aanleiding daarvan, den winnaars tevens eene zilveren her- inneringsmedaille. Te Bennekom heeft in den nacht van Zater dag op Zondag eene hevige kloppartij plaats ge had tusschen den nachtwacht en een veertigtal bessenplukkers uit Wageningen. Nadat laatstge noemden zich reeds hadden verwijderd in de richting van Ede, werden zij achtervolgd door den nachtwacht, diens zoon, een jachtopziener en den gemeenteveldwachter met diens zoon. Een drietal hunner werd gearresteerd en tegen hen geverbal iseerd. Een droevig ongeluk gebeurde Zaterdag avond bij het station te Zutfen. Te ongeveer 9,30 ’s avonds wilde de lampenist E. Sonies van het station naar het goederen-em- placement gaan om daar eenige werkzaamheden te verrichten aan een paar goederentreinen. Ver moedelijk is hij, om spoediger op het emplacement te zijn, op een trein gesprongen van de H. S. M., die van Amsterdam kwam en naar het emplace ment doorrijdt en heeft hij zijn sprong gemist. Na het passeeren van den trein vond men zijn deerlijk verminkt lichaam, het rechterbeen was boven den enkel, het linkerbeen bij de heup en de rechterarm was boven de elleboog overreden, terwijl hij bovendien nog eenige hoofdwonden bekwam. Toen men den ongelukkige in dien toestand opnam leefde hij nog, doch hij overleed kort daar op, waarna men het lijk naar het ziekenhuis heeft overgebracht. De man was pas sedert eenige dagen gehuwd. Op zekeren dag, zegt het ütr. Dgbl., een tijd geleden, bood iemand den stationschef der Hollandsche Ijzeren Spoorweg-Maatschappij te ’s-Hage de weddenschap aan, dat hij voor één dubbeltje heen en weer van den Haag naar Am sterdam zou reizen. De chef nam het ongeloovig aan. Eenige dagen later ging onze man ons station binnen met twee perronkaartjes (5 cent), stapte in den sneltrein naar Amsterdam, waarin ter wille van den spoed de kaartjes niet werden ge controleerd, vond in de hoofdstad een door hem aangeschreven vriend met een perronkaartje voor hem gereed staan, verliet daar het station en betrad het weer met een tweede perronkaartje, nam toen weder (zonder plaatsbiljet) plaats in den bliksemtrein naar den Haag enkwam den chef het bewijs leveren dat hij, dank zij de verbeterde controle, inderdaad voor tien cent in de le klasse heen en weer was geweest. Wit inaI'Sum, 18 Juli 1892. De plaats onzer inwoning is er, wat het kerkelijke betreft, in den laatsten tijd slecht aan toe. De Doopsgez. Gemeente toch is reeds sedert Juli 1891 zonder herder, de z. g. Doleerende Gemeente die reeds een jaar of drie bestaat, heeft zich, niettegenstaande daartoe aangewende pogingen, tot heden nog niet in het bezit van een leeraar mogen verheugen, en nu is onze Herv. Kerk, door het vertrek van ds. Bartstra naar Oost-Indië, ook al sedert April 11. zonder predikant. Eene poging om deze vacature weder vervuld te krijgen, door ds. Braining van Ben. Knijpe te beroepen, is mislukt, daar genoemde heer dezer dagen kennis gaf, voor het op hem uitge brachte beroep te bedanken. Iliiideloopen. Tot ons groot genoegen kunnen we mededeelen, dat het jongetje, datj.l. Zaterdag voor acht dagen zulk een val op ’t hoofd heeft gedaan van een hooischelf, aan de beterende hand is, zoodat er alle hoop op zijne genezing bestaat. Acliliini, 16 Juli. Een verver, met zijn baas bezig het uilenbord op een hooge boerenschuur te verven, wilde deze week er om heen gaan om het aan de andere zijde te verven. Hij had echter het ongeluk naar beneden te storten. Tot zijn geluk op het vleezigst gedeelte van zijn lichaam ter neder gekomen, sloeg hij een slag over het hoofd en bleef zoo voor dood liggen. Toen men echter naar hem ging zien, rees hij overeind en zei dood kalm „Er scheelt mij niets, baasF. Crt. Arum. Op de laatst gehouden driemaande- lijksche vergadering van het bestuur der Spaar bank „Arum—AchlumKimswerd14 en Witmar- sumPingjum14 der Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen bleek het, dat ingebracht was door 117 inleggers f 6904,06 en uitgenomen door 16 inleggers f 2952,81. Uitgegeven waren 19 nieuwe boekjes, terwijl 7 boekjes geheel uitgenomen zijn. Het getal inleggers bedraagt thans 342. Bij de onlangs gehouden landverkooping te Kimswerd is door de Spaarbank aangekocht 8*/i0 X365/, are bouwland, ten einde het reservefonds soliede te beleggen en nijvere, spaarzame ar beiders in staat te stellen om tegen matigen prijs een stukje bouwland te huren en op die wijze te werken tot nut van ’t algemeen. Bolswardsche Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1892 | | pagina 1