NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD OLSWASBRN W O NTS ERA DEEL 1 II Si ijl- El 3 GEWOONTE, 1892. Een en dertigste Jaargang. F No. 32. R g DONDERDAG 4 AUGUSTUS. BUITENLAND. BINNENLAND- VOOR 4 t' ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. willen, opdat de machtige goede gewoonte hun werk mogelijk, gemakkelijk, en vruchtdragend make. Op de zedelijke vorming of misvorming van den mensch oefent de gewoonte een ontzaggelijken invloed uit. ’t Is waar, ieder mensch heeft zijne eigene levensstemming of, zooals men gewoon is te zeggen, zijne eigene natuurmaar de gewoonte ontwikkelt als „een tweede natuur" den lichamelijken zoowel als den geestelijken aanleg tot neiging, ’t Is ook waar, dat ieder naar zijne eigene stemming de waarde der verschillende gewaarwordingen afmeet. Dezelfde ervaring kan daarom voor verschillende personen zeer onderscheiden in gevolgen zijn. Maar 't is ook al weer waar, dat de gewoonte de kracht des geestes of verheft of verstompt zij maakt den mensch tot slaaf zijner gevoelsop- wellingen of geeft hem de rustige kracht van zelfbeheersching en den zegen van duurzame gemoedsrust. De macht der gewoonte kan moeielijk worden overschat, haar waarde echter zeer gemakkelijk. Wie zich gewent, dagelijks vroeg op te staan, zich te baden, eene wandeling te doen, voor den eten een bittertje te drinken, ’s avonds een par tijtje te spelen, na den eten een dutje te doen, ’s avonds laat te studeeren, bij den arbeid te rooken, enz., die kweekt neigingen hiervoor aan want hij maakt, dat zekere voorstellingen meer en meer in ’t bewustzijn op den voorgrond treden. Langzamerhand wordt de ziel als ’t ware geschikt gemaakt voor de begeerte naar opstaan, baden, enz. ’t Gaat er mee, als met de vingers van een pianist. Juist omdat zij gedurig zekere bewegingen gewoon waren uit te voeren, zijn ze er eindelijk zoo geschikt voor geworden, dat ze het schier ongeloofelijke kunnen uitvoeren. „Maar" zal iemand zeggen, „een mijner jongens heeft al jaren lang les gehad in het pianospel en ofschoon hij zich ook vrij goed oefent, blijft hij tot nog toe een stumper. Zijn broer, die zich nog maar een jaar oefent, is hem al zeer ver vooruit, ofschoon hij volstrekt niet meer zijn best doet.44 Hoe dit te verklaren Wij moeten aannemen, dat dit verschil ten deele veroorzaakt wordt door verschil van individueelen aanleg. Vooreen ander deel zal ’t ontstaan, doordien het pianospel bij den eersten jongen leed, bij den tweeden lust wekt. Al spelen ze nu ook evenveel uren, toch zal het den tweeden meer vooruit brengen dan den eersten. Beiden zijn gewoon, zich te oefenen, maar bij den een wekt die oefening belangstelling, bij den ander niet. Van daar, dat hun spelen zoo’n verschil lend resultaat heeft. De gewoonte maakt zoowel het goede als het kwade gemakkelijkmaar waar ze alle gevoel van schaamte kan vermoorden, legt ze meestal slechts een vernisje over het kwaad. Ze ontneemt der liefde haren gloed, der schoonheid hare glans echter ook den smart haren angel, der armoede bare scherpte. De gewoonte maakt den mensch tot slaaf, maar zij bemoeit zich niet met den aard des meesters, immers wij hebben goede en slechte gewoonten, waarvan we volkomen slaaf kunnen zijn. Toch moet het worden toegestemd, dat een kwade meester de grootste onderworpenheid eischt en verkrijgt. Ook heeft het dienen van een goedheer in elk opzicht veel voor boven de onderworpen heid aan een kwaden gebieder, maar dienen blijft toch dienen. Iemand, die enkel uit gewoonte bidt, staat maar och zoo weinig boven hem, die enkel uit gewoonte vloekt: ’t gaat immers bij beiden buiten het hart om. We hoorden eens van iemand vertellen, die den slaap niet kon vatten, als hij niet eerst een avond- gebedje gepreveld had. Zulk bidden kan ons omtrent het karakter van een mensch evenmin iets leeren als de gewoonte, om cigaretten te rooken in plaats van sigaren. Het behoeft natuurlijk geen betoog, hoe wen- schelijk het zou zijn, dat de gewoonte ons slechts tot slaaf maakte van goede meesters. Er is ech ter een groot verschil tusschen deugd en gewoonte, minstens even groot als tusschen het bloot werk tuigelijk lezen en het begrijpen van het gelezene. Men verhaalt, dat Plato eens een jongen be rispte, omdat hij een laf spel speelde. „Gij berispt mij44, zei de jongen, „over iets, dat eigenlijk niets beteekent44. „Juist44, zeide Plato, „maar wee u, als hetgeen gij nu doet, gewoonte wordt Eene slechte gewoonte, die eene eigenschap van den geest is geworden, oefent zulk eene dwinge landij uit over den mensch, dat hij zich somtijds door ondeugden laat medeslepen, die hij in zijn binnenste verfoeit. Daarom zeide Locke, dat het een der voornaamste doeleinden van de zedelijke vorming moest zijn, eene zoodanige geestkracht in den mensch te scheppen en te bewaren, dat hij in staat is, zich te verzetten tegen de macht zijner gewoonten. De gewoonte werpt een waas van eentonigheid over ’t leven van duizenden maar maakt ook weer,-dat die duizenden zich behagelijk gevoelen in den tredmolen der eenzelvigheid, waarin zij hun leven doorbrengen. Langzamerhand zijn zij door de gewoonte in eene sleur geraakt; worden ze verhinderd, die sleur te volgen, dan geraken zij uit hun humeur. Een oud rentenier was gewoon, dagelijks te gaan wandelen, altijd weer hetzelfde pad langs, weer of geen weer. Eens werd eene brug hersteld, die hij over moestde passage was twee dagen gestremd. Zal hij een anderen weg gaan Neen, hij blijft twee dagen thuis en zit daar te moppe ren, omdat men hem de gelegenheid tot wandelen beneemt. Een liefhebber van een bittertje vóór ’t eten zegt altijd„frissche morgen44, als de trein van drieën passeert. Nooit zal hij ’t eerder doen. Op zekeren dag blijft de trein weg. ’t Wordt half vier, kwart voor vier ’t is etenstijd. Zonder door een bittertje wat eetlust te hebben gekregen, moet de man aan tafel, ’t Eten smaakt hem nietwie kan ook lekker eten met een niet geprepareerde maag, als die maag aan datprepa- reeren gewoon is geraakt Een oude klerk had sinds zijn eerste optreden als zoodanig de gewoonte, alle brieven open te snijdentoen hij eens zijn mes niet bij zich had, zocht hij er een half uur om. De brief werd eerst geopend, toen ’t mes gevonden was. De gewoonte wordt langzamerhand eene eigen schap van den geest, die zoo nauw verbonden is met ons geheele zijn, dat wij er soms geheel door worden beheerscht, voordat wij ons zelven ervan bewust zijn. Een driftige werkbaas had de ellendige gewoonte, zijn leerlingen al vloekende te onderhouden over hetgeen ze niet goed hadden gedaangeen won der, dat die leerlingen langzamerhand ook het vloeken van den baas overnamen. Op zekeren dag komt de vader van een der leerlingen in de werkplaats, en zegtbaas, ik heb tot mijn spijt opgemerkt, dat mijn jongen zich het vloeken erg aanwent; is hier soms een jongen, die hem daarin voorgaat?44 „’k Weet het niet44 antwoordt de baas, „maar ook ik heb al dikwijls gedacht: waar leeren die blsche jongens dat vloeken toch Een dronkaard overlegt bij zich zelvende menschen, die zeggen, dat ik een mispunt ben, hebben gelijk ik moet den jenever laten staan ik maak me zelf en mijn gezin diep ongelukkig. Van dezen dag af zal ik toonen, dat ik de kroeg voorbij loopen kan.44 Arum. (Grauwe Kat 31 Juli.) De z.g. Rat ster kermis werd heden gevierd door het houden eener kaatspartij. Aan deze partij, men weet welk prachtig weder ze opluisterde, werd deel genomen door 26 parturen van 3 personen; stads prijswinnaars waren uitgesloten. De prijs f21.00 werd behaald door O. v. d. Zee en M. Wijnalda, beiden te Pingjum en J. Dijk stra te Kimswerd; de premie f9.00 viel ten deel aan G. Steensma en W. Brik, beiden te Ping jum, en E. Kooistra te Arum. Acliluin, 30 Juli. Aan de kaatspartij op Woensdag j.l. werd door 32 kaatsers deelgeno men. De prijs werd gewonnen door W. Brik van Pingjum en H. Vijver van Franeker; de premie door A. de Vries van Berlikum en K. Cuperus van Franeker. Aan de ringrijderij op Donderdag hebben 9 paren deelgenomen. Bij deze gelegenheid is de prijs gewonnen door Jan Smit te Achlum en Artje Statema te Wommels; de premie door Nanne Tanja te Achlum en Rinske Witema te Achlum. De kaatspartij onder de ingezetenen op Vrijdag toonde, dat er nog veel liefhebberij voor het kaatsen is, daar er 45 aan deel genomen hebben. De prijs viel ten deel aan J. Visser, S. Westra en K. Frietema, de eerste premie aan R. Bruins- ma, P. van der Veen en D. Schoonderwald, de 2e premie aan P. Jellema, H. Hager en T. Nie- wenhuis, de 3e premie aan A. v. d. Witte, D. Witema en P. Wijnstra. Het prachtigste weder begunstigde deze volksvermakelijkheden, die in de beste orde zijn afgeloopen. Bij de Regeering is het plan aanhangig tot instelling eener Staatscommissie voor het ont werp betreffende de droogmaking der Zuiderzee. Tegelijk leest men in het Liverpool Journal of Commerce een artikel over de vorderingen van het werk der Zuiderzee-demping, waarvan de Amst. Ct. eene vertaling geeft. Het blad zegt, dat de drooglegging beter vordert dan men het had durven verwachten en reeds een goede stevige breede fundeering ligt van het noordelijkst punt van Noord-Holland naar Wieringen en vandaar dwars door de zee naar het dichtbij gelegen punt van Friesland. De zee helpt zelf mede door aan de binnen- en buitenzijde enorme hoeveelheden zand en slib achter te laten. De dam wordt dus langzamerhand en over de geheele lengte tege lijk hoe langer hoe hooger enz. Het werk wordt uitgevoerd door „mijnheer van Dunck.” Hoe dit alles in het Engelsche blad vermeld komt, begrijpen we niet. Wij wenschten wel, dat het waar was. Waarschijnlijk begrijpt men in Engeland niet, dat met een werk van zoo groot be lang voor ons land voortdurend gedraald wordt en meende men dat na het nauwgezet onderzoek en de voortreffelijke rapporten Holland reeds de hand aan het werk had geslagen. Maar zóó spoe dig komen in ons land de zaken niet tot stand: wij volgen meer het stelsel door Jules Verne in Dokter Ox uiteengezet. Het is intusschen het eerste voorbeeld niet, dat men in Engeland voltooid verklaart, wat in Nederland ternauwernood of nog niet is aange vangen. Wij herinneren ons hoe veertig jaar geleden, bijna daags nadat te Hausweert de eerste spade in den grond was gezet tot demping van het Sloe, aan de Londensche beurs het graan werd verkocht, dat gezegd werd op het drooggemaakte Sloe te zijn gewassen. Zijn er bestrijders te goeder trouw van het Billiton-contract, van sommige zjjden is van dit contract een stormram gemaakt tegen hen, die tot het sluiten er van medewerkten, met name tegen de leden der Tweede Kamer wie men, behalve vele andere verkeerde dingen, ook bena- deeling van het algemeen belang ten laste legde. De heer van Houten betoogt in het Soc. Weekblad de onwaarheid daarvan. Hij schrijft „Vijf-en-dertig millioen weggeschonken, heet het in radicale en socialistische bladen. Van Dol lard tot Schelde wordt dit tot legende en tot strijdleus tegen de bestaande staatspartijen. Met even veel of.... even weinig recht mag ik op grond dier feiten zeggenniet 35 millioen verlo ren, maar 58 millioen behouden! Ware het con tract door den rechter nietig geacht, dan hadden de aandeelhouders slechts hunne aanspraken we gens eventueele overneming van gebouwenhad de Staat het dreigende proces verloren, dan kreeg de schatkist slechts de door ’s Jacob bedongen 4% pet. Deze betrekkelijk geringe sommen niet rekenende, zijn beide leuzen van gelijk gehalte. Want indien de Billiton-Maatschappij voortaan per jaar 1 millioen krijgt, waarvoor slechts een luttel bedrijfskapitaal door haar ter beschikking behoeft te worden gesteld, dan ontvangt de Staat l2/3 millioen, waar hij gevaar liep met een paar ton te worden afgescheept.” Een stomme dief. Men herinnert zich waar schijnlijk de inbraak te Haarlem bij den heer van Vlissingen, waarvan voor eenigen tijd mededee- ling gedaan werd. Naar wij vernemen heeft de politie den dader Rosier op de volgende wijze ontdekt. In het huis waar werd ingebroken vond men een punt van een mes. Rosier, die een goed bekende van de politie was, werd aangehouden en verzocht uit te pakken. En, heel toevallig paste de punt aan zijn mes. O, wat een stommeling! zal een beetje handige dief zeggen. Hij gaat als naar'gewoonte de straat op en loopt de kroeg werkelijk voorbij. „Dat valt me van je mee, Piet44, zegt hij tot zich zelf„ik dacht niet, dat je zoo sterk waart daar kan een borrel op staan, jongen ik trakteer je.44 En hij ging als naar gewoonte in de kroeg. Het goede heeft waarde op zich zelf, afgeschei den van de bron, waaruit het voortkomt. Maar is het ook waar, dat men den boom kent aan zijne vruchten? We hoorden eens van iemand, die volstrekt niet overtuigd was van de noodzakelijkheid van „Christelijk Nationaal onderwijs44 en toch een dubbeltje gaf aan de Collecte ten behoeve van dat onderwijs. Die daad bewees dus niets, noch omtrent zijne gevoelens ten opzichte van de zaak, noch omtrent zijne mildheid. „Zie je“, zei de man, „aan iederen collectant geef ik een dubbel tje; dat is zoo mijne gewoonte. In zeker dorp was ’t een oud gebruik, dat alle boeren in ’t voorjaar een karretje mest brachten in dominé’s tuin. Menigeen mopperde onder ’t rijden, omdat hij grooten lust, maar geen moed genoeg had, om met deze gewoonte te breken. De tuin echter voer er wel bij en dominé s groen ten leden onder dat gemopper niets. ’t Leven van de meeste menschen wordt geheel geleid door de gewoonte; het bestaat dikwijls uit een aantal elkander in geregelden gang opvolgen de gewoonten. Hoe dikwijls betrappen we ons zelf, dat we iets mooi of leelijk vinden naarmate men ons gewend heeft, de dingen te bekijken. Hoe weinigen, die het wagen, de zedelijke prin cipes van hun tijd te kritiseeren, en wie zich plaatst tegenover dat, wat door gewoonte tot deugd is gestempeld, heeft kans, om door zijne tijdgenooten beschouwd te worden als verkeerende in het eerste stadium van krankzinnigheid. En toch moet het ieders streven zijn, zelfstandig te wezen. En zelfstandig zal men nooit worden, als men alle heil verwacht van de gewoonte. Als een kind maar niet kan begrijpen, waarom hij dit moet doen en dat moet laten, mag men het niet afschepen met een „omdat ik het wil44 of met een „omdat lieve kinderen altijd zoo doen44, of met een „dat is fatsoenlijk44. Nuttig en noodig is ’t, dat de jeugdige mensch leert willen en nog noodiger, dat hij leert, waarom hij wil. Aan de eerste leiding der ontwakende geest krachten ligt zeer veel gelegen dat is immers het eigenaardig levensgebied van den ontluikenden geest. Eerst is het enkel een gewennen aan toe standen, handelingen en indrukken, waarnaar zich de mensch ongemerkt leert voegen en des te zekerder, naarmate zij meer met zijne natuurlijke levensontwikkeling overeenstemmen. Als vanzelve voegt hij zich naar den toestand, waarin zijne geboorte hem heeft gebracht en van lieverlede vestigt zich de gewoonte, die niet ten onrechte „een tweede natuur44 wordt genoemd. Ouders en opvoeders moeten dus toezien, wat ze IBolswttiMl. Van wege het Paardenstam boek zullen ter opname van paarden in de re gisters dier vereeniging, keuringen worden ge houden. Te Bolsward zal dit plaats hebben op 9 Au gustus a.s. f Op de Sporttentoonstelling te Schevenin- gen, zal in de maand September a.s. een kaats partij worden gehouden. Met de organiseering daarvan heeft zich belast het Bestuur der kaats- vereeniging „Bolsward” alhier. Wilniarsiiili. Vrijdagmiddag verwekte een paard van den heer A. W. K. alhier vrij wat ontsteltenis. Terwijl de tram gereed stond te vertrekken, waardoor de passage dus zeer be moeilijkt werd, komt dat paard, gespannen voor een hooiwagen, doch zonder bestuurder het dorp in hollen. Zonder zich aan den tram te steuren, rent het dier door tot op de brug in het dorp, verliest daar de wagen en gaat er toen weer hol lend van door tot aan het huis van den eigenaar, alwaar het bleef staan. Niettegenstaande, zooals gewoonlijk, vele kin deren zich aan dien kant van het dorp spelende verzameld hadden, heeft men gelukkig, doch won der boven wonder, geen ongelukken re betreuren. f De kinderzangvereeniging, gevormd uit leer lingen van de Openb. school alhier, begaf zich j.l. Woensdag, onder geleide van het betrokken hoofd der school, het hulppersoneel en een paar genoodigden, per tram naar Bolsward, om van daar per stoomboot een uitstapje te maken naar Gaasterland. Te begrijpen is het, dat daar eene aangename dag werd doorgebracht, en te zien was het ’s avonds bij het terugkeeren hoe verblijd, opge wekt en dankbaar de kinderen hunne verlangende ouders tegen snelden om hun gauw verslag te geven van alles wat ze dien dag hadden gezien en genoten. De volgende week komt de pret voor de jeugd in het dorp, n.l. kermis. Alhoewel het kermis- houden tegenwoordig vrij wat uit de mode gaat, en op zoo’n dorpskermis alzoo niet veel bijzon ders valt te genieten, zijn hèt voor de jeugd toch een paar dagen waarnaar reeds lang is uitgezien, evenzoo ook voor de meer in leeftijd gevorderde jongelui, die gewoonlijks mede profiteeren van de gelegenheid om zich eens te ontspannen. Als volksvermakeljjkheden voor deze dagen worden genoemd: Dinsdag kaatspartij, Woens dag harddraven, Donderdagen Vrijdag weer kaat sen en misschien nog eene ringrijderij, dus alle dagen wat en elk wat wils. Nu, wij wenschen allen die er mede gediend zijn, een pleizierige „Witmarsumsche mêrke”. Pillai tl in, 29 Juli. Een driejarig meisje van D. Y., daglooner alhier, dat zeker een oogen- blik aan het toezicht der oudeis was ontsnapt, is hedenmorgen in een slootje voor het huis ver dronken, niettegenstaande een werkman juist in de nabijheid zijn werk verrichtte, die echter niets van het ongeval bemerkte. Bismarck’s zegetocht is vrijwel ten einde.. Hij reeft Kissingen verlaten en zich over Weimar en Jena begeven naar Schonhausen. Te Jena was de ontvangst zoo indrukwekkend, dat zij, die oorspronkelijk hebben gedacht aan een han dig opgezette tooneelvertooning, eindelijk toch ook beginnen te gelooven, dat al die huldebetoo- gingen spruiten uit hooger gewaarwordingen. „Het is merkwaardig,” schrijft dienaangaande de Köl- nische Zeitung, „dat de vreugde in ’t vaderland, de trots over het verkregene en de dank aan.den laatsten grootsten medewerker juist in het Zuiden en in het midden van ons vaderland zichjiet sterkst uit in staten, met welker bestrijding het groote nationale werk van Bismarck een aanvang nam. Maar juist hier, waar men een groot vaderland vroeger nooit heeft gekend, heeft men de onschat bare waarde van onze eindelijk verkregen natio nale eenheid dieper en warmer gevoeld, dan bij de bevolking van de vroegere Duitsche macht, die op zich zelf reeds in de wereld stond als een staat, die achting gebood.” Bismarck heeft nu eenmaal niet geleerd te zwijgen, waar het hem behaagde te spreken. Of wanneer hij zweeg, moest hij wel zeker zijn daar door minstens zooveel te kunnen verkrijgen dan door het spreken. Men heeft hem evenwel nu eenmaal bevolen te zwijgen, en nog wel bevolen op een wijze, die hem krenkt, zoodat het niet meer dan natuurlijk is, dat Bismarck thans spreekt. Te Jena heeft hij tweemaal gesproken. In zijn eerste rede drukte bij er voornamelijk op, hoe noodzakelijk is de samenwerking tusschen regeering en parlement. Doch daartoe is het noo dig, dat het parlement sterk zij dat verwante groepen zich bij elkaar aansluiten. En wanneer dat is geschied, moet het volk, waarvan het parlement de vertegenwoordiger is, en de vorst elkaar weten te begrjjpen. „Want” zei de vorst „het is een gevaarlijke proefneming heden ten dage in het hart van Europa voor den dag te komen met absolutistische neigingen. Bolswardsche Courant 5 7 i 1 •25 n Bl f

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1892 | | pagina 1