NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
I®ISWA80 EN WONSEB A.DEEL
Het Heideprinsesje
3
1892.
Aan onze geachte Ahonnés!
L
r
Een en dertigste Jaargang.
No. 43.
DONDERDAG 20 OCTOBER.
^XCDOCXCDXXC XCXC^C MZDXXZX! YC YCXCXCXC^
VIJFTIG CENTEN
I
BUITENLAND.
BINNENLAND.
HET ADRESBOEK
VOOR
DE UITGEVER.
I.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
'J
Ingevolge onze toezegging stellen wij thans de
gelegenheid open, het Tweede Deel vanMAR-
LITT’S Romans en Novellen voor den
geringen prijs van
in eigendom te krijgen.
is zoowel wat aangaat inhoud, als illustration en
uitvoering waard om in ruimen kring te worden
verspreidwij zijn dus overtuigd, dat onze abon-
né’a_de gelegenheid op prijs zullen stellen, die wij
hun thans bieden.
Voor verdere bijzonderheden omtrent dezen aan
geboden Roman verwijzen wij naar de in dit num
mer voorkomende advertentie niet intee-
kenbiljet.
borrelen omhoog zoo-
ons land. Men lette
W. Ct.
gaat het ook stilletjes, evenals met de 25 Zadel
makers mitsgaders 12 zijdehandelaren die het
meestal van de rijken moeten hebben, doch niet
zoo druk bij hen komen als ze wel wenschen.
De neerdrukkende geest van malaise vertoont
zich dikwijls in den tegenwoordigen tijd aan den
Amstel en het Y. Ook waart daar het moede-
looze spook der werkeloosheid rond. Het paupe
risme neemt schrikbarend toe, en de onderste lagen
der maatschappij woelen en
als in geen ander deel van
op de teekenen der tijden.
De zittingen der Duitsche volksvertegen
woordiging zullen dit jaar ongetwijfeld behooren
tot de meest merkwaardige, welke in Europa
kunnen worden bijgewoond. Het voorspel dat
achter de coulissen thans wordt afgespeeld, is
reeds zoo belangwekkend, dat ’t stuk zelf met
spanning te gemoet wordt gezien. Of’t een drama,
een tooneelspel of een blijspel zal worden is nog
niet bekend. Ridders van de droevige figuur zul
len er volgens de pers genoeg in voorkomen. Vol
gens aller verwachting vallen er ook dooden
sommigen verwachten zelfs zeer hooge dooden.
Men vermoedt, dat niemand minder dan de re
gisseur zal sterven, voor nog het laatste bedrijf
is afgespeeld. De rolverdeeling is al vrij wel
bekend. Men zit er alleen nog mee te houden,
wie als de droevige ridders zullen optreden.
Van geen enkele zijde bestaat groote voorliefde
voor dit emplooi. De een doet zijn best het een
ander op te dragen met zulk een ijver, dat er
harde woorden zelfs vallen. Dan scheldt Richter,
de hoofdman van de eene zijde, dat zijn tegen
partij van schaamte minstens eenige voeten diep
zich in de aarde moest verbergen, wanneer alles
waar was wat haar werd verweten dan bijt de
Kölnische Zeituny van zich af, als had er nooit
een von Zedlitz bestaan, die van den Rütliscéne
sprak, toen von Benningsen en Richter elkaar
de hand reikten.
En dat alles
legerwet.”
Men schrijft uit het Noorden
Het wil niet erg vlotten met de oprichting
eener ruwbeetwortel-suikerfabriek, waarvoor on
geveer 8 tonnen gouds benoodigd is.
Zeker schuilt de oorzaak niet enkel in het
tijdsgewricht, maar in het eigendommelijke van
„boer." Een boer, hoe goed ook en hoe nuttig,
is conservatief en eng nog van begrip, waar
het groote belangen geldt of kon gelden. Daar
om zal een Boerenbond van hoog gewicht zijn,
maar ook daarom zal zoo’n Bond zoo moeielijk
zijn op te richten.
Kwalijk nemen of niet, maar de industrieel,
de handwerksman, de schipper, (de zeeman
vooral, antipode van den boer, al is ook Jan
maat conservatief) is veel toeschietelijker voor
algemeen belang dan een boer.
Solidariteit, een vreemd, maar veelomvattend
woord, kent menig landman niet.
Hij past op zijne spullen als ’t heden
daags maar kan en menig boer meent waar
lijk nog, dat de landbouw is „al met alles".
Landbouw evenwel zonder smid, wagenmaker,
schipper, handelaar is, volgens de Bruyn Kops,
zeker niet anders dan verzamelings-nijverheid.
En dat wordt het een beetje, want dan vallen alle
gereedschappen en voertuigen weg.
Evenwel er is gelukkig meer. Landbouwonder
wijs is ook aan de orde en reeds is een candi-
daat, die natuurlijk al klaar was, toen de heer
Ferf de bekende oproeping deed, geslaagd (van
Assen, hoofd der school te Aalsum). Ook is er
een begin van pachtregeling en in die commissie
is de heer Ferf een der leden dat zal den pachter
vertrouwen geven.
Als kwalijk geplaatste trots nu maar niet
terughoudt met den arbeider in contact te komen
diens belangen toch, wel bezien, liggen na aan
die van den boer.
Op eene agenda van eene afdeeling Landbouw-
maatschappij, afdeeling Dokkum-Dantumadee),
vind ik als punten
3. Het belang van de oprichting eener beet-
wortelfabriek, in te leiden door den heer F. E.
Botma te Metslawier; 4. vaststelling van een
adres aan H. M. de Koningin-Weduwe in zake
het landbouwonderwijs 5. behandeling van een
verzoek van het dagelijksch bestuur der Frie-
sche Maatschappij tot het aanwijzen van com-
missiën in het belang van den veldarbeid.
De Haagsche correspondent der Nieuwe Gr.
Ct. zegt, dat de Koningin- Regentes zich te
Weimar steeds eenige uren daags bezighield met
de Nederlandsche Staatszaken
„Enorme pakketten met stukken werden, zegt
hij, haar dagelijks toegezonden. Het is weinig
bekend, dat steeds een postbode uit den Haag als
II. M. op reis is, heen en weer reist om de stuk
ken te brengen en terug te halen. Hij reist steeds
in zijn uniform bij deze zending van groot ver
trouwen, maar waaraan slechts een zeer matige
belooning is verbonden. Ik vernam, dat deze man
niet meer dan 7 cents per uur voor verblijfkos
ten ontvangt en men begrijpt wat fl.68 per et
maal beteekent, en dan in een tijd van feesten
als alle logementen vol zijn en de café’s en res-
jenever- en likeurstokers er aantoe. Het likeur
de canaille (dat zelfs de stijfste puritein niet ver
smaadt) wordt door gezegde stokers geleverd aan
76 groothandelaren; deze weer aan 290 Koffie
huishouders (die echter zeldzaam koffie tappen)
en aan 600 kroeghouders en slijters. 300 Kappers
en barbiers zorgen, dat ge onder den gebruike-
1 ijken stortvloed van woorden en praatjes van den
dag netjes gekapt en geschoren wordt.
Om >s nachts het moede hoofd neer te leggen
bestaat bij 105 Logementhouders gelegenheid voor
diverse prijzen van af 70 cent tot 10 gld.
Niettegenstaande er bijna dagelijks kleederma-
gazijnen bij komen en weer anderen opdoeken,
omdat ze niet kunnen blijven bestaan, daar hun
de „Almighty Dollar” ontbreekt, zoo is het toch
nog een merkwaardig verschijnsel dat bij al die
67 magazijnen nog 549 kleermakersbazen patent
hebben.
Hoe al die 80 kunstschilders aan den kost
komen is mede een raadsel, onder die massa is
er slechts een vijfde, die naam hebben.
De kunst geeft vaak steenen voor brood. Zelfs
Rembrand stierf arm en Dobbema moest op zijn
ouwen dag in een bestedelingenhuis versuffen.
Voor waar niet bemoedigend voor kunstenaars.
Voor een appel en een ei gaan soms heel aardi
ge genre stukjes en landschappen of portretten
over in handen van een der 27 kpnstkoopers wier
aangeboren neiging het is een ter verkoop aange
boden stuk te verkleineren en gering te schatten;
om even later datzelfde stuk een kooper als ta
lentvol en unique aan te prijzen tegen zoo en zoo
veel meer.
Verbeeld u, dat in de hoofdstad ruim 1600
kruideniers zijn ja dat is me wat, en dan 1274
makelaars.
Meer dan 1000 onderwijzers en onderwijzeres
sen leiden de gulden jeugd op ’t pad der deugd
en de 47 Photographen zouden wel gaarne tegen
contante betaling de portretten willen maken van
die paedagogen.
32 Scheepsbouwmeesters, 253 smeden, 420 schil
ders en 91 stucadoorsbazen klagen over slapte in
zaken, en de laatsten kunnen nu wel op lege gips-
vaten (in stede lauweren) gaan rusten. 609 schoen
makers hebben volop werk, want hoe slap ook in
zaken, er wordt altijd geloopen en gedraafd in het
Noordelijk Venetië. 75 stalhouderijen worden er
nog gevonden by al die menigte tramlijnen en
omnibussen.
480 Slagers voorzien het goede deel der burge
rij van vleesch, daar heet alles ossevleesch, osse-
lapjes, ossebief, (in Amsterdam zit ook 60 pond
biefstuk aan ieder os) o, die ossen. Die lui weten
je soms wat in handen te stoppen in groot Mokum;
daar hebben de 625 sigarenhandelaars uit die stad
ook goed slag van. Ik heb daar wel eens voor
goed geld van die echte stinkadores Amersfoortia
gerookt dat het een gruwel was, maar die lui
denken vast, die vreemde lui komen hier toch
vooreerst niet weer en honderd om een als ik
hem ooit weer zie.
Bedrijven en vakken, die op een andere plaats
niet genoeg zouden opleveren om te kunnen be
staan, vind je wel in Amsterdam en daar gaat
het dan goed, b.v. er zijn nog 8 sponsenhandelaars,
menschen die nergens anders in doen dan in ge
wilde producten van de bodem der zee, die bij het
kindertjes redden en schoonmaken bepaald on
misbaar zijn.
84 Tandmeesters en 12 kunsttandenmakers dat
zijn ook al van die beroepen waar veel geld mee
verdiend moet worden. Mijn hemel wat moeten
er toch veel slechte gebitten in de wereld zijn,
als al die menschen een goed bestaan zullen vin
den. Waar zijn die oude voorvaderlijke taaie
gebitten gebleven Ook al opgegaan in het nare
zenuwachtige leven, dat tegenwoordig geleid wordt.
Dan bevinden zich in Amsterdam 24 toonkun
stenaars waarvan sommigen steeds trachten har
monie uit dissonnanten te scheppen.
Slechts 3 tinnegieters (of het politieke zijn daar
sta ik niet voor in) vinden daar werk, dat nog
al goed beloond wordt.
36 Vergulders doen ons denken aan de spreuk:
„’t Is al geen goud wat er blinkt.” Wij hopen
voor die lui het beste, evenals we goede zaken
toewenschen aan de 61 vischkoopers met van Laar
in zijn oesterpaleis aan het hoofd.
Je hebt er zoo waar ook Waarzegsters binnen
de veste van Amsterdam, die met een brutaliteit
optreden en adverteeren, dat ze dagelijks te spre
ken zijn en ook met een ei werken? bah! zulk
volken wat laag moeten die menschen wel niet
gezonken zijn, die zulke megaeren raadplegen,
alsof hun zaligheid er van afhing
Als de pers den naam wil dragen van de
koningin der aarde, dan plaatse ze zulke adver-
tentiën niet of andere vuiligheden, die ons zoo af
en toe onder de oogen komen, want dat is alles
behalve koninklijk Noblesse oblige
Van die waarzeggende lorrendraaiers komen we
op 335 wijnhandelaars (niemand verkoopt daar
kunstwijn); opmerkelijk is het dat die wijnkoopers,
zonder wijnpersbakken, allen zeer rijke lieden zijn.
Een van beide is waar of men moet veel geld
aan den wijn verdienen om zoo gauw binnen te
wezen, of men moet veel geld hebben wil men
een wijnhandel beginnen, ’t Kan ook zijn dat de
waarheid ook hier in het midden ligt.
3 Ijsfabrieken hadden het gepasseerden zomer
erg druk, maar dan moet ook de slag geslagen
worden, want bij een temperatuur van 34 graden
beneden vriespunt, zoo wc dat weleens in den
winter van ’90 op ’91 gehad hebben is er bepaald
geen behoefte aan ijs uit de fabriek.
Met de 9 ijzergieterijen en 112 ijzerhandelaren
„Aen d’ Amstel en aen ’t Y daer doet sich
(heerlijck ope,
Seij die als Keiserin de Croon draeght van
(Europe.”
Aldus is de aanhef van Vondels loflied op de
„Stedemaeghd van ’t Noordelijk Venetië.”
Twee en een halve eeuw zijn sedert dien tijd
voorbijgevlogen en de koopstad aan Amstel en V
is met reuzenschreden vooruitgegaan en uitgebreid.
De bevolking is van het jaar 1648 af, toen de
stad ruim 135,000 inwoners telde, tot nu toe, ver
meerderd met 276,000 en alzoo geklommen tot
411,000.
Bij de jaarlijksche toename der bevolking kan
het niet uitblijven ot met het begin van de twin
tigste eeuw zal Amsterdam een half millioen in
woners tellen.
Toen ik voor eenigen tijd in de hoofdstad des
lands vertoefde, was ik in de gelegenheid het
Amsterdamsche adresboek eens goed na te gaan
en daaruit eenige wetenswaardigheden te ont-
leenen, die u misschien intresseeren.
De hoofdstad heeft het recht 9 leden naar de
2de Kamer der Staten Generaal af te vaardigen
en 34 leden naar de Provinciale Staten.
Het plaatselijk bestuur bestaat uit Burgemees
ter en 4 Wethouders, en 40 raadsleden.
Het personeel ter Secretarie telt 83 ambtenaren.
De 60 hoofdambtenaren bij de politie hebben
ruim 800 agenten onder zich.
Aan de stadsslachtplaats en veemarkt zijn 23
ambtenaren verbonden, een even groot aantal is
werkzaam bij de stadsreiniging plus de 400 werk
lieden, die deze tak van bedrijf vordert.
Bij de verschillende Protestantsche secten zijn
57 predikanten in dienst. Het aantal pastoors
der R. C. hoofdkerken is 18.
De gemeente universiteit telt 48 professoren, 3
lectoren en 13 privaatdocenten.
In het geheel zijn 409 instellingen, vereenigin-
gen en maatschappijen in de hoofdstad gevestigd.
In Amsterdam wonen 150 aannemers van pu
blieke werken en 490 timmermansbazen en 125
mr. metselaren en 150 architecten en 70 ingenieurs.
273 Artsen schrijven dagelijks hunne recepten,
die 170 Apotheken gereed kunnen maken. Bui
ten de rechtbanken zijn daar 210 advocaten en
procureurs gevestigd.
240 Aansprekers, (daar kraaien genoemd)
deelen u in den regel met een gelegenheids-
gezicht treurig nieuws mede, waardige typen van de
Omer’s en Joram’s door Charles Dickens zoo
meesterlijk beschreven in zijn David Copperfield.
310 Broodbakkers en 14 brood fabrikanten voe
den te zamen en in vereeniging (volgens den veld-
wachterstijl) de hongerige schare en 214 banket
en koekbakkers leveren genoeg zoetighêen om het
groote publiek naar behooren te kunnen bedienen.
Voor dorstige kelen zorgen 13 bierbrouwers,
die hun vocht aan 161 bierhandelaren afzetten.
124 Boek- en courantendrukkers, 60 steendruk
kers, 130 boekbinders en 307 boekhandelaren
zorgen meer dan voldoende voor lectuur.
63 Gepatenteerde dameskleermakers vinden
daar werk en brood en 83 drogisten concurreeren
hevig met de apothekers wat de winkelnering
betreft.
30 Doodkistenmakers timmeren dagelijks ge
dachteloos en in sleurwerk vele laatste woningen
in elkander.
De diamanthandel (Amstels roem) heeft 130
kooplieden in zijn gild met een nasleep van 59
juweliers en 472 diamantwerkers.
Om letter D vol te maken moeten er nog 4
dichters van beroep vermeld worden.
Denk om de lijfspreuk van Hugo de Groot
roepen 152 horlogemakers u toe. „Hora Buit”,
het uur vervliegtgeheel anders dan een uithang
bord, dat ik onlangs elders bij een horlogemaker
zag, dat een klok voorstelde, die eeuwig kwart
voor 12 aanwijst. 38 Instrumentmakers is ook
voor Amsterdam genoeg, want ik hoor dat die
lui ’t niet druk hebben evenals de 21 Jalousie
fabrikanten, nu de zon niet meer zoo steekt is de
aftrek in zon werende artikelen uit den aard der
zaak gering te noemen. Beter zijn dan de 52
tauraties extra-tarieven hebben. Intusschen tijdens
het leven van Koning Willem III kreeg de post
bode steeds een niet onbelangrijke gratificatie en
ik denk, dat onze Regentes zich ook wel aan die
goede traditie houden zal. Het zou er anders voor
dien reizenden brievenbesteller treurig uitzien.
Eerepostjes zijn heel aangenaam, maar men kan
in onzen prozaischen tijd al evenmin van eer als
van rozengeur en maneschjjn leven!"
Een Zweedsch ingenieur, die op reis was,
viel in slaap in zijn rijtuig en liet het hoofd op
de borst zakken. Aan de plaats van bestemming
gekomen, wilde de koetsier hem wekken, maar
de man was dood. De geneesheer, die geroepen
werd, constateerde, dat hij gesmoord was door...
zijn hoogen boord, die de luchtpijp had dicht-
gedrukt.
Men zal erkennen, dat hij een gezonden slaap
over zich had.
Merkwaardig is het, zegt de Nederlander,
de verschillende evoluties na te gaan, die de
Standaard ten aanzien van de voorgestelde kies
wet reeds heeft gemaakt.
Eerst eene betuiging van sympathie, op grond
dat het nieuwe kiesrecht zooveel op het geliefde
huismanskiesrecht geleek.
Toen eene verklaring, dat, daar de geheele pers
het op dit punt met de Standaard oneens was,
deze zich wel zou vergist hebben en er dus van
huismanskiesrecht geen sprake was.
Daarna een betoog, dat alleen de van overheids
wege bedeelden moesten buitengesloten worden,
en de andere bedeelden om Jezus’ wil moesten
worden toegelaten.
Vervolgens, opmerkzaam gemaakt dat dit met
de Grondwet streed, eene zijdelingsche erkenning
van dit feit.
Eindelijk een betoog, dat het kiesrechtvoorstel
ongrondwettig is, omdat de Grondwet, die naast
een kenteeken van geschiktheid bij den kiezer
ook een van welstand eischt, niet toelaat het niet
bedeeld zijn als kenteeken aan te nemen, wijl zij
de bedeelden reeds uitsluit en eischt, dat, behalve
deze uitsluiting, er ook bij de nietbedeelden onder
scheid zal worden gemaakt tusschen dezulken, die
wel en dezulken, die niet zeker kenteeken van
welstand bezittenwelk kenteeken dan volgens
de Standaard zou kunnen gevonden worden in
het feit, dat men gezinshoofd is.
Begonnen zijnde met eerst het voorstel aan te
bevelen is de Standaard dus nu zoover, dat hij
het ongrondwettig en daardoor, gelijk van zelf
spreekt, onaannemelijk acht.
Waarlijk, een goochelaar kon moeilijk grooter
tour de. force verrichten dan de Standaard-reA&c-
teur. Wij zijn inderdaad benieuwd welke phases
het kiesrechtvraagstuk in de handen van zulk een
kunstenaar nog zal doorloopen, eer het door de
Kamer in staat van wijzen is gebracht.
Zondagavond, zoo schrijft het Vaderland,
werd op verzoek van een bierhuisboudster in het
Wijd Achterom door de politie een dronken pol
derwerker verwijderd. Hij verzette zich hevig
tegen de agenten en mishandelde deze. Ergerlijk
trad bij deze gelegenheid een deel van het Zon-
dagavondpubliek op. Men trachtte den dronken
woestaard te ontzetten. Tweemalen moesten de
agenten hun arrestant loslaten, maar werden
hem toch weder meester, ’t Geroep van „gooit
ze dood!" weerklonk en dit was het sein voor
velen om met de steenen voor een in aanbouw
zijnd huis op het Spui een hagelbui te richten
op de agenten, waarbij ook een groote ruit van
het magazjjn der firma Slot door steenworpen
werd verbrijzeld. De agenten zouden stellig het
onderspit hebben gedolven als niet een heer hen
krachtig was bijgesprongen. Inmiddels waren
ook meerdere agenten toegesneld. De wapenstok
ken werden getrokken en de arrestatie had plaats,
nadat menigeen leelijke klappen had bekomen.
„Het welgezinde publiek had woorden van lof
voor de drie agenten, die ondanks de mishan
delingen, waaraan zij blootstonden, hun plicht
deden, doch men was verontwaardigd over het
feit, dat de in sterken getale aanwezige militai
ren de hulp weigerden, die hun werd gevraagd
en bij herhaling gevraagd".
Te’s Gravenhage zullen eerlang drie Raads
leden voor bestaande vacatures moeten gekozen
worden. Daar men wel eens klaagt over de opper
macht der kiesvereenigingen, waar een klein aan
tal monschen de candidaten „klaar” maken, zal
een der Haagsche bladen de gelegenheid geven
voor een algemeene volksuiting, een soort plebis
ciet, waarvan de beteekenis dan aan de kiesver
eenigingen niet zal ontgaan.
Het blad zal in een zijner volgende nummers
een „stembiljet” afdrukken, met uitnoodiging aan
zijne geabonneerden om daarop de namen (met
beroep of woonplaats) te stellen van die drie
mannen, die ieder voor zich ’t best geschikt acht
voor een plaats in den Gemeenteraad. Die stem
biljetten zendt men dan aan de redactie binnen
drie dagen onder couvert terug, en deze zal daarna
een twaalftal der namen bekend maken voor wie
zich de meeste stemmen verklaarden.
Toen Zaterdagmorgen de stoomkanonneer-
booten „Wodan" en „Brak", de eerste met be
stemming naar de Zuiderzee, de laatste met
bestemming naar Nieuwediep, de haven van
Enkhuizen verlieten, geraakte de „Wodan" met
hare schroef in de ankerketting der in den mond
van de haven liggende baggermachine verward,
en nam een 50 vademen ketting mee. Door dit
ongeval was de „Wodan" genoodzaakt op de
reede van Enkhuizen te blijven, en de „Brak"
kou de reis naar Nieuwediep niet voortzetten,
om rede de „Wodan" onbruikbaar was,
om het in elkaar zetten van „de
Bolswardsche Courant
V
VAN
f»
i
I
I
R