NIEÜWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OimWH WeïME&AÖSSI,
Gemeente-Bepotingen.
I
I
I
1 i
1892.
Een en dertigste Jaargang.
No. 45.
DONDERDAG 3 NOVEMBER.
BINNENLAND.
VOOR
INGEZONDEN.
S T A I» S A I E U W S.
4
OC XXXXX^ XXX XXXXXX
kA
‘'Al
.9
S
Bolswardsche Courant
a.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
550 J 3
500 -
400
D
c.
d.
e.
f-
9-
b.
c.
d.
e.
Harlingen, loopen dagelijks 10 trammen, Nos. 51—30.
JTN^X Xi „X-~x _1 11- 11.
regeling afgelegd worden door tram
in 70 minuten,
75
80
85
95
350
Maakt 2950
meter. Daarmede gaat een tijdsverloop van 32 mi
nuten gepaard.
De tram stopt geregeld tot het in- of uitlaten van
passagiers en tot het laden of lossen van goederen
a. bij het logement „de Wijnberg” te Bolsward;
b. bij de herberg „het Wapen van Wonseradeel”
buiten de Blauwpoort te Bolsward
bij den weg naar Schettens
op Harkezijl
in den kom van Witmarsum
idem van Arum
Kimswerd
en voorts onderscheidene malen op verschillende
punten aan de lijn. Een tijdsverlies van 10 minuten
gaat daarmede ten minste gemoeid.
Westergoo. ’t Water is in de polders schrik
barend hoog, de bouwlanden plassen van !t water
en de koeien zijn op stal gezet, omdat de bees-
I
van 5j kilometer per o
van het tramstation te Bolsward tot aan het ein
de der buurt buiten de Blauwpoort 1
door de kom van Witmarsum
Arum
Kims werd
door de wisselplaats bij het Schettenser-
hof, de overgangen ten zuiden en noorden van
Witmarsum en over de Marnezijl, de Harkezijl
en de Katsbrug, samen meer dan
Mijnheer de Redacteur
liet was mij waarlijk een verrassing, in het
laatste nummer Uwer courant wel twee ingezon
den stukken aan te treffen, over de jongste raads
vergadering. In gezelschappen hoort men „zoo
onder ons” wel at en toe eens over de handelingen
van den raad discussieeren, en met de breede
bijl wordt er dan soms op ingehakt, ja daaraan
te hooren, dan begaan onze vroede mannen wat
misstappen, edoch.... de beste stuurlui staan aan
wal. In de krant echter zag ik hoogst zelden in
onze plaats de daden onzer raadsleden besproken,
’t Was daarom mij een verrassing van Saus Souci
en van T. M. iets daaromtrent te lezen. Ook ik
had, in mijn donkere binnenkamer, over het jong
ste raadsverslag zitten mijmeren en mopperen.
’t Meest ergerde ik mij, dat de restauratie van
het raadhuis en de demping van de vaart bij de
Blauwpoort slechts „pro memorie” op de begroe
ting staan. Het eerste is in mijn oog meer dan
noodig, het tweede van groot belang, zoodat ik
daaromtrent meer beslist de behandeling had ver
wacht. Om mijne meening publiek te maken, is
mij echter niet in de gedachte gekomen, doch toen
ik Woensdagavond uw blad ontving, en het stuk
Saus Souci gelezen had, begonnen mij de vingers
te jeuken. Omtrent badinrichting en schietbaan
kan ik zijn gevoelen niet deelen, ik greep de pen
en vraag nu voor mijn epistel als nummer drie
een plaatsje in uw volgend nummer.
Ik moet gulweg bekennen, dat het ook mijn
aandacht had getrokken, dat men in dit gure na
jaar het adres over de bad- en zweminrichting
behandelde. Het wekte bij mij een glimlach om
het contrast, sneeuwjacht en koude tegenover een
bad. Om echter te denken, dat op een warmen
zomerdag een ander besluit zou zijn genomen,
zie, dat wil er bij mij niet in. De raadsleden toch
zien wel verder, dan hun neus lang is, en ze weten,
dat er op den winter weder een zomer volgt. Het
mag waar zijn, dat op een warmen Julidag velen,
en dus ook wel raadsleden, naar een frisch bad
verlangen, doch, foeimen mag niet veronderstel
len, dat die heeren zoo egoïstisch zijn, er dan de
gemeente voor te willen spannen. Neen, hoor, dan
liever een fraaie badkuip aangeschaft, die tevens
een souvenir kan zijn aan de zoo goed geslaagde
gastentoonstelling, of de handen ineengeslagen en
gemaakt dat men hier of daar in de gracht fat
soenlijk kopjen onder kan gaan. Ik ben het met
Sans Smid eens, dat een zwem- en badinrichting
heel nuttig zou zijn, doch met den raad stem ik
in: „niet van gemeentewege.” Even als de oude
heer, die door T. M. ten tooneele werd gevoerd,
zeg ook ik: dat eerst het noodige^ dan het nuttige
aan de beurt komt. En zoo lang er geen geld is,
om de défecte urinoirs wat degelijk op te knappen,
mogen wij niet van gemeentewege een badinrich
ting verlangen. Bedenk het wel, de hoofdelijke
omslag is dit jaar wederom verhoogd en geen
kleinigheidje ook. f 3000 dat is ruim een vijfde
meer. Bolsward moet toch zijn kroon, van alle
gemeenten dezer provincie den laagsten hoofde-
lijken omslag te heffen, niet prijs geven, en vooral
geen opstandjes aan de Kade in de hand werken.
Waar het noodig is, wil onze raad wel afschui
ven, men moet hem niet van karigheid beschul
digen. Verdienstelijke ambtenaren o.a. worden,
en terecht, gewaardeerdde laatste vergadering
heeft dit weder genoegzaam bewezen.
Dat heeren Officieren der Schutterij nog langer
moeten wachten op een schietbaan, spijt mij wel
voor die heeren, doch om de zaak zelf kan ik er
niet om treuren. Toen ik schutter was, heb ik
met ambitie de Flobertkogeltjes op de oude kerk
gericht en ik vind dat een tamelijk onschuldig
vermaak. Om onze schutters met heusche kogels
te laten vuren, ik weet niet, of ik het wel durf
aan te raden. En dan als onze gemeente met een
paar jaren misschien met een naburige gemeente
gezamenlijk een schietbaan mag maken, dan komt
het gemakkelijk aan.
‘Wellicht zullen onze schutters dan een kleine
promenade hebben te maken, maar dat is gezond
en nu de muziek er weer is, kunnen zij dan met
de schooljeugd lustig aanheffen
„Met trommelslag en blij muziek
Marcheeren wij recht goed, bom, bom bom,
Dan duurt de langste weg niet lang
En lustig stroomt het bloed, bom, bom bom!”
En hiermede M. d. Rvoor ditmaal, basta.
Uw dienaar,
Nummer Drie.
Een grauwe hemel en gure wind- en regen
vlagen zijn de attributen van de maand, die de
Bataafsche vrijheidsvrienden Wijnmaand geliefden
te noemen.
Mocht men de stemming, die in officieele ver
gaderingen kan heerschen, met den naam eener
kleur benoemen, de naam grauw zou uitstekend
passen voor vele, in de maand October verplichte,
raadsvergaderingen onzer vaderlandsche gemeen
ten, die dan geroepen worden de begroeting voor
het jaar, dat in het verschiet ligt, te behandelen.
Of het waar is, wat veel ouden van dagen
zeggen, dat die geldelijke aangelegenheden vroe
ger veel gemakkelijker werden afgebandeld, valt
moeielijk te beslissen. Wat men zoo door den
nevel van het verledene beschouwt, pleegt gewoon
lijk een veel aangenamer beeld te vertoonen dan
de scherpe lijnen vermogen, die de begrenzing
van het tegenwoordige vormen. Belastingen, cijn
zen en accijnzen, tienden en erfpachten, zijn er
betaald ook in het grijs verleden, doch van de
bereidwilligheid, waarmede de beurzen in den goe
den ouden tijd zijn geopend, om den keizer te
geven wat des keizers is, gewaagt de geschiedenis
veel minder dan van opstootjes en oproeren, die
uitbraken, wanneer de fiscus wat veel dorst te
vragen. Had de schrijver zoo geheel ongelijk, die
beweerde, dat het Nederlandsche volk slechts voor
drie zaken warm werdvoor zijn beurs, voor de
kerk en voor het huis van Oranje
In elk geval zijn het drie loffelijke motieven
voor wakker en warm worden het op prijs stel
len van het geld, dikwijls door moeitevollen arbeid
verkregen het hechten aan de kerk der vaderen,
wier vrome zin de zonen insgelijks tot gezonde
vroomheid stemthet vereeren van een stamhuis,
waarmede men drie eeuwen in voor- en tegen
spoed is vereenigd gebleven
Doch de liefde voor de beurs werd door be
doelden schrijver in eenigszins anderen zin opge
vat. Hij meent er mee, dat de Nederlander met
moeite tot het openen van zijn beurs te bewegen
is en daardoor deed hij een groot gedeelte zijner
landgenooten toch bepaald onrecht. Vraag voor
goede, voor weldadige doeleinden ge bereikt uw
doel, dat is bijna zeker. Maar zeker is het ook,
dat op het stuk van belastingbetalen ons volk
vasthoudend is. Wil men bewijzen, de laatste helft
dezer eeuw levert zevan 1848, het jaar der
grondwetsherziening, scheiden ons 44 jaren, bijna
een halve eeuw. Belastinghervorming zou die
herziening in haar gevolg medebrengen, doch de
eerste ingrijpende stap op dit terrein werd in dit
jaar gezet, door de aanneming der vermogens
belasting, die juist dezer dagen haar plaats in het
Staatsblad kreeg. En wie het buitenleven kent,
weet, hoe sedert jaren hier ten plattelande gedo
leerd wordt, bij gelegenheid van de vaststelling
van den hoofdelijkeu omslag. Men leze tot illustra
tie het hierop betrekking hebbende tafereel in de
pastorie van Mastland.
De groote huishouding kost veel geld en de
behoeften van de groote huishouding zijn in de
laatste jaren verbazend toegenomen, t Gaat daar
mede als met de gezinnen. In een onzer provincie
steden rekende men een veertigtal jaren geleden
iemand gelukkig, als zijn jaarlijks inkomen met
vier cijfers werd geschreven, dat wil zeggenals
het duizend gulden bedroegdat overkwam niet
velen, vooral als ze tot den stand der ambtenaren
behoorden. Wel zijn de tijden veranderd, zoo voor
de gezinnen, als voor de gemeenten en de rijken.
Nemen we de gemeente Amsterdam. Ook haren
■gemeenteraad wacht de behandeling der begroe
ting. Te kort is sedert jaren het resultaat van elk
dienstjaar. De opcenten op de rijksbelastingen zijn
gestadig verhoogdde inkomstenbelasting tot een
hooger percent opgevoerdde toestand der ge
meente-financiën is wezenlijk ernstig een schrijver
over dien staat van zaken schroomde zelfs niet
den naam van debacle, verwarring, te gebruiken,
toen hij over de financiën der stad Amsterdam
sprak.
Welk een verschil bij vroeger! Maar ook welk
een aanwas van bevolking! De tijd is niet zoover
verwijderd, dat Amsterdam te onderhouden had
een twaalftal scholen voor niet-betalende leerlin
gen. Dat was bepaald te weinig, en het heeft
later niet ontbroken aan verwijten over het feit,
dat in Amsterdam voor tal van onvermogenden
geen plaatsje op de schoolbank was te bekomen.
En thans? Nieuwe gebouwen worden gesticht,
waar ’t noodig is, hulpscholen opgericht het
aantal openbare scholen, waar kosteloos onderwijs
wordt gegeven, heeft in de hoofdstad des rijks
thans het kolossale cijfer van twee-en-zeventig
bereikt. Met de groote uitgaven, hieraan verbon
den, heeft de verhooging van het budget voor
armverzorging gelijken tred gehouden. Een enorme
aanwas van bevolking, waarvan een groot ge
deelte niet in staat is, de gemeente-financiën te
versterkenZoo is het in Amsterdam, zoo is het
in menige andere gemeente van het rijk. Geen
wonder, dat de behandeling der gemeente-be-
grootingen dikwijls plaats heeft in een grauwe
atmosfeer, dat de belastingbetalenden met aandacht
het jaarlijksche financiedebat volgen. Gelukkig als
de senatoren zich dan door geen op- of aanmer
kingen laten verleiden tot besnoeiingen van
posten en postjes, waardoor de quaestie der
financiën toch niet wordt opgelost.
Dat heeft de Amsterdamsche gemeenteraad, hoe
ongunstig de omstandigheden ook zijn, nimmer
gedaan. Wel zijn er uit zijn midden stemmen op
gegaan, die een ommekeer wenschen in de huis
houding der gemeente-financiën en die het rijk
willen doen optreden voor verschillende uitgaven,
welke eigenaardig tot de bemoeiingen van het
rijk behooren, maar die het langzamerhand op de
schouders der gemeenten heeft gelegd. Het zal
zeker nog wel eenigen tijd duren, voor de ver
wezenlijking van dit denkbeeld plaats vindt, doch
de zorgelijke toestand der financiën van vele ge
meenten zal van zelf noodzakelijk maken, dat in
deze richting gehandeld wordt. S. C.
ten niet droog meer liggen kondeu. Dag en nacht
heerscht er windstilte, zoodat de molens niet
kunnen draaien, of op zijn best even rondgaan.
Men kan de waarde van stoomgemalen nu leeren
waardeeren. Aardappelhoopen zitten in ’t water
en geheele velden met ongerooide aardappelen
evenzoo. Het bouwland is zoo drassig, dat men
de paarden er uitlichten moet, terwijl de wagen
wielen niet meer ronddraaien. En alle dagen
nieuw water van bovenhoe is ’t mogelijk dat
er tijden zijn, dat men roept: „Ofirmament, geef
water Tot bespoediging van den hoogen stand
van het water dienen de slooten, die weinig
kunnen bergen, daar ze meer dan voor de halve
diepte met modder gevuld zijn en voor ’t overige
met waterplanten volgegroeid de wallen reiken
mekaar bijna, ingetrapt en aangegroeid als ze
zijn. Wil men zich het water kwijt maken, dan
gaat dat alweer langzaam, daar de dicht gegroeide
slooten geen snelle strooming toelaten. Op som
mige plaatsen is de waterstand zoo hoog, dat het
buitenwater met het polderwater door de molen
bakken heen in verbinding staat.
Of de boeren nu ook zullen zorgen, dat de
slooten op voldoende diepte en breedte worden
gebracht en van waterplanten worden gezuiverd
Als wij van vorst verschoond blijven, dan is er
voor onze arbeiders veel winterwerk, want ook
aan de bouwlanden is nog niets gedaan en in
geen weken en weken kan men den ploeg er
in zetten. Er is dus werk voor de spade van
den arbeider, en zulk werk is voor hem beter
en gezonder dan de bezigheid in het muffe, stoffige
braakhok, waar toch maar een half dagloon
wordt verdiend. Friesche Ct.
Arum. Het stoomgemaal, hier dezen zomer
aan de FranekerBolswardervaart gebouwd, is
j.l. Woensdag begonnen te werken. De landerijen,
vooral die den kant naar Lollum uitlagen, had
den dan ook een verbazenden overlast van ’t
water. Terwijl het Woensdag prachtig weer was,
maar doodstil, konden de gewone watermolens
stil staan en was het dus een aangename ge
waarwording voor velen, nu niet langer van den
wind afhankelijk te zijn.
Men schrijft aan de Zw. Ct. uit den Haag
Het jongste nieuws op het gebied der hooge
politiek is, dat uit den boezem der Tweede
Kamer een voorstel kan worden verwacht om
de invoering der onlangs afgekondigde belasting
wetten te verdagen. Daarvan wordt nu reeds
een balletje opgeworpen in het voorloopig ver
slag over de wet op de middelen. „Sommige*
leden, die het ondenkbaar achten dat de bedrijfs
belasting met 1 Mei 1893 in werking zal kun
nen treden, vragen of de Minister van Finan
ciën bereid is het initiatief te nemen tot uitstel
van de invoering der vermogensbelasting enz.
Zoo niet, dan vertrouwen zij dat daartoe van
de zijde der Kamer een voorstel zal worden ge
daan.
Voor de oppositie bestaan inderdaad, buiten
het opgegeven motief dat de bedrijfsbelasting
waarschijnlijk niet zoo spoedig zal tot stand
komen, redenen te over om te beproeven een
dergelijk uitstel te verkrijgen. De nieuwe belas
tingwetten, in verreweg het grootste gedeelte
des lands met ingenomenheid ontvangen, zijn bij
vele invloedrijke bezitters van groote fortuinen
te Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en vooral
hier in den Haag alles behalve populair. Voor
een voorstel tot uitstel een eerste stap tot
afstel is samenwerking niet onmogelijk tus-
schen de oppositie en de oud-liberalen, die tot
het laatste oogenblik de wenschelijkheid van
invoering der vermogensbelasting zonder gelijk
tijdige invoering der bedrijfsbelasting betwist
hebben. Kon uitstel worden doorgedreven, zoo
zou de oppositie bij de algemeene verkiezingen,
die vermoedelijk in 1893 of in het begin van
1894 zullen plaats hebben, er op kunnen wijzen
dat het liberale Kabinet geen enkele oconomische
hervorming van beteekenis had kunnen tot stand
brengen. Daardoor zouden hare kansen om de
liberalen weder in de minderheid te brengen,
ondanks den tegenzin der katholieken om zich
opnieuw door de anti-revolutionairen op sleep
touw te laten nemen, aanmerkelijk stijgen.
De minister van Financiën zal zich ongetwij
feld met alle kracht tegen uitstel van de invoe
ring zjjner belastingwetten verzetten. Hij heeft
daarbij een machtig wapen in de peraequatie der
grondbelasting, die in ’t bijzonder voor Limburg
en NoordBrabant voordeelig is en in die provin
ciën vurig gewenscht wordt, maar bij uitstel der
andere belastingwetten eveneens op de lange baan
zal moeten worden geschoven. Immers die maat
regel kost, volgens het aanhangig wetsontwerp,
aan de schatkist een millioen per jaar, en het
bedrag kan door wijzigingen in het ontwerp
allicht nog grooter worden. Zonder de vermo
gensbelasting kan het rijk die vermindering van
inkomsten echter moeilijk lijden en bestaat voor
verlaging der grondbelasting ook geen reden.
Bij de behandeling der Staatsbegrooting in
December zullen deze quastiën zeker een voor
name plaats innemen.
Door den Minister van Binnenlandsche
Zaken zijn aan de Commissarissen der Koningin
verschillende opgaven gevraagd betreffende het
houden van oefeningen door de schutterij op
Zondag, waar zij plaats hebben Om welke
reden zij geschieden op Zondag Of voor hen,
die er bezwaar tegen hebben, ook gelegenheid
is om ze op een anderen dag te houden en
eenige andere vragen op deze zaak betrekking
hebbende.
De afdeelingen van den Sociaal-democra-
tenbond in het district Schoterland hebben het
Kamerlid Pijttersen verzocht, om, evenals de
heer Domela Nieuwenhuis vroeger deed, reken
schap aan de kiezers te doen omtrent de waar
neming van zijn mandaat als volksvertegen
woordiger.
Het Kamerlid Pijttersen heeft bedankt voor
de uitnoodiging der sociaal democratische ver-
eenigingen in het district Schoterland, om in eene
door haar belegde vergadering rekenschap te
geven van zijne houding als volksvertegenwoor
diger.
Zijne weigering berust, zegt het U. D., op zijne
bewering dat hij niet door de Sociaal-democraten,
maar door de meerderheid der Schoterlandscho
kiezers tot lid der Volksvertegenwoordiging ge
kozen werd.
I
Bolsward. Het in de Leeutvatder courant
van 29 October vermeld voorstel van heeren
Gedep. Staten tot het maken van eene politie-
bepaling tegen het gebruiken van de tramrails
door karren, heeft in onze environs vrij wat sen
satie verwekt. Tal van lieden vinden thans in het
rijden met karren hun kostwinning en dezen
hebben dadelijk tegen het hen bedreigend onheil
een adres in zee gezonden. Maar ook in andere
kringen laat men zich aan de zaak gelegen liggen.
In het logement van den heer NOLLE ligt heden
het volgend adres ter onderteekening
Aan
de Staten van Friesland.
EdelGrool Achtbare Heeren
De ondergeteekenden hebben met eenige bevreem
ding vernomen, dat Uwe Gedeputeerden bij U een
voorstel aanhangig hebben gemaakt tot het in het
leven roepen van eene politiebepaling tegen het ge
bruik van de spoorstaven van den tramweg voor het
vervoer van niet tot de tramweg-onderneming behoo-
rende karren of andere voertuigen. Dat daarmede tal
van nijvere lieden van hun bestaan worden beroofd
en aan het algemeen in meerdere of mindere mate
ongerief wordt veroorzaakt, enkel ten believe van de
exploiteerende maatschappij en zonder dat de veilig
heid van het reizend publiek het eischt, schijnt aan
de aandacht van heeren Gedep. Staten te zijn ontgaan.
De ondergeteekenden kunnen U de verzekering geven
dat het rijden met karren over de tramrails voor het
algemeen verkeer langs den weg geen last veroorzaakt.
In ernst kan ook niet beweerd worden, dat in het
gebruik der tramrails door karren voor den tramdienst
eenig gevaar steekt. De enkele botsingen die voorge
komen zijn en naar het schijnt vanwege de tram-
directie in de dagbladen op opgeschroefde wijze wor
den geëxploiteerd moeten geweten worden aan de
wijze waarop de tramdienst uitgeoefend wordt. Wer
den de bestaande wettelij ke bepalingen door de tram-
directie naar eisch opgevolgd, dan zouden botsingen
vrijwel tot de onmogelijkheden behooren. Diedirectie
evenwel doet alsof er voor haar geen gebod of ver
bod bestond. Met een brutaliteit, die aan het onge
looflijke grenst, wordt schier ieder oogenblik met wet
telijke verordeningen den spot gedreven.
De ondergeteekenden kunnen deze aantijging met
feiten staven.
Op het traject hunner omgeving, de lijn Bolsward—
Harlingen, loopen dagelijks 10 trammen, Nos. 51—30.
Dat traject moet blijkens de gepubliceerde dienst-
60
51, 52 en 59
54, 55 57
53 en 58
en 56
D
CU 'JUVü
De kunstweg Bols,ward—Harlingen, beginnende bij
de Blauwpoortsbrug te Bolsward en loopende tot aan
de Kerkpoortsbrug te Harlingen heeft eene lengte van
18450 meter. De afstand van het tramstation te Bols
ward tot aan de Blauwpoortsbrug is 800 meter. De
tram heeft alzoo een afstand van 19250 meter af te
leggen.
De politieverordening van de gemeente Wonsera
deel, op wier gebied ongeveer J gedeelte van den Bols-
warder—Harlingerweg ligt, verbiedt in art. 45 met groo
ter snelheid te rijden
a. buiten de bebouwde kommen dan van 15 kilo
meter in het uur
b. in de bebouwde kommen dan die, waarmede een
volwassen persoon stapvoets gaat.
Zij verplicht in art. 47 den machinist de snelheid
belangrijk te verminderen bij het passeeren van wis
selplaatsen, overgangen of bruggen, bij het naderen
van vee of indien de veiligheid dit uit een ander oog
punt eischt. Zij gebiedt den machinist voorts te stop
pen bij het in- of uitlaten van personen ter plaatse
waar deze verkiezen; bij het schrikken van paarden
of indien zich op wisselplaatsen, overgangen of brug
gen vee bevindt.
De verordening van Bolsward schrijft in art. 6 voor,
dat de conducteur bij het rijden door de bebouwde
kom onmiddelijk naast de locomotief stapvoets moet
gaan.
Uit deze voorschriften volgt, dat met eene snelheid
uur moet worden gereden
1150 g
Q
s