NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD In en om Berlijn. Aan onze geachte Abonnee! 4 i 1 OI.SWAR0 EN WONSEftABEEt Uit de Raadszaal. I 1892. Een en dertigste Jaargang. No. 47. DONDERDAG 17 NOVEMBER. BUITENLAND. vijftig Cents g DONDERDAG 17 NOVEMBER. BINNENLAND. VOOR ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 17 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. PARTICULIERE CORRESPONDENTIE- lóft. Sr" Met het begin van de maand November stel len wij de gelegenheid open voor de geabonneer- den op ons blad om voor den geringen prijs van in eigendom te krijgen •■A.RLITT’Si be roemden lloman JIS68M GISELA’' In dit werk wordt op boeiende wijze de strijd beschreven tusschen geboortetrots en arbeid, een onderwerp dat in onze dagen „de brandende kwestie” mag worden genoemd en dus voorzeker aanspraak kan maken op ieders belangstelling. DE UITGEVER. Ingevolge last van den Minister van Oorlog zal ook dit jaar, bij wijze van proef, van mili ciens, die hua verlangen daartoe kenbaar maken en een bewiis van hunne ouders kunnen over leggen, dat zij hun zoon thuis verlangen, een langdurig verlof kunnen worden verleend van 2 A 3 maanden. Zij, die het eerst in aanmerking komen, mogen 1 December a. s. vertrekken. Bedoelde verloven moeten 1 Maart 1893 zijn geëxpireerd. Menschen, die heel ver in de toekomst zien, hebben in den laatsten tijd zonderlinge dingen bespeurd. Aan den politieken horizont vertoonen zich wolkjes, heel kleine wolkjes, erg onschuldig voor het oogenblik, doch die als zij zich vereeni- gen, een zeer gevaarlijke wolk kunnen vormen. Zij komen uit het zuiden, voornamelijk van den kant van Weenen. Er is verandering op til; men weet het wel niet zeker, doch men voelt het, dat er iets moet komen. Of het storm zal zijn of mooi weer, ligt nog in twijfel, doch dat er iets in de lucht hangt is zeker. Misschien zal het storm zijn. Want de stormvogels vliegen zoo onrustig heen en weer vooral de groote Keizer Wilhelm heeft weer Berlijn verlaten en jaagt met den koning van Saksen en de groothertog van Baden. En wanneer de keizer jaagt, loert hij niet alleen op hazen en bokken, doch, zonderling man als hij ie, zou het wel eens kunnen gebeuren dat hij zijn jachtgeweer tegen den boom zette en met zijn doorluchtige „neven” ging praten over politiek; dat hij zijn oudere collega’s, die minder voor idealen neer knielen, doch zich meer aan het practische leven houden, om raad zal vragen hoe te handelen in den tegenwoordigen tijd. Het is de Figaro die dit veronderstelt, en zeer geheimzinnig en wijs- geeriger aan toe voegt„Hij is als loods nog te jong om het keizerlijke schip voorbij de klippen te sturen, waarop het dreigt te vergaan.” Dat kan dus verandering geven. KT De Grondwet schrijft voor dat de leden van de Tweede Kamer gekozen worden door de mannelijke meerderjarige ingezetenen des Rijks. Volgt hieruit, dat alle mannelijke meerder jarige ingezetenen des Rijks tot die verkiezing recht hebben In de Stemmen voor waarheid en vrede wordt die gevolgtrekking niet gemaakt. De heer Brons veld meent dat de leeftijd van 23 jaar een mini mum is en geeft in overweging bij wijze van overgang den leeftijd van de kiezers op 30 jaar te stellen. Na verloop van 10 jaren zou men kunnen afdalen en daardoor althans verhoeden, dat duizenden jongelieden, pas den kinderschoenen ontwassen, op een gegeven oogenblik mee be gonnen te stemmen. Na den dertigjarigen leef tijd heeft men althans een waarborg, dat de eerste drift is bekoeld en dat men aan menschen, die zich gevestigd hebben in de maatschappij, het recht van stemmen verleend beeft. Is dit denkbeeld met de Grondwet overeen te brengen, dan zal het zeker bij velen instemming vinden. Van eene uitsluiting van bepaalde klassen is geen sprake, de uitsluiting treft vermogenden en onvermogenden op gelijke wijze. Het regent bedenkingen tegen de voorge stelde bedrijfsbelasting. Sommige bezwaren zijn dan ook maar al te gegrond. Het Vad., dat geen bepaald tegenstander van de wet is, vestigt de aandacht op het gunstige voorschrift betref fende de gepensionneerden. Deze behoeven maar de helft te betalen van dö belasting, welke aan ambtenaren, handelaars enz. wordt opgelegd. Als men aan gepensionneerden denkt, stelt men zich gewoonlijk afgeleefde of invaliede menschen voor. Het Vad. wijst echter op de blozende, gezonde heeren in de kracht des levens, die o.a. in den Haag rondwandelen en ook in andere gemeenten, mag men er bij voegen. Buitendien een gepensionneerde doet niets meer om zijn geld te krijgen en die een beroep uit oefent, moet er voor werken. De Standaard wil de ambtenaren geheel vrij stellen het gaat niet aan, dat een patroon eene jaarwedde toekent en dan daarop gaat korten. Dit laatste is een sophismede ambtenaar wordt niet gekort omdat hij ambtenaar is, maar als staatsburger. Er is geen reden om hem als zoodanig te ontheffen van de algemeene ver plichting, om in de belastingen bij te dragen. Behalve de ambtenaren, wil de Standaard ook de predikanten vrijstellen. Het Dagblad komt op voor de patentbelasting, waarin het altijd een beginsel van billijkheid gezien heeft. Ook de V. R. Crt. wijst op eenige goede ele menten, die in de patentwet voorkomen. Die zou zij willen behouden en verbeterd zien. Zij wenscht, wat de voorgedragen wet betreft, aanmerkelijke verlaging van het tarief beneden een bedrag van f 2000 of f 2500. Dan zal ook het verschil met dat der vermogensbelasting grooter worden. Van de 1600 Amsterdammers, bevoegd om de leden der Kamer van Koophandel te kiezen, maakten er slechts 171 van dat recht gebruik. Uit Kampen schrijft men aan het Ilbl. De koopman H. ter Wee, alhier, deed dezer dagen weder een stout waagstuk. Op het ver nemen dat er iemand tengevolge der duisternis in den dikken mist in ’t water was gevallen, sprong hij, zonder zich een oogenblik te beden den, gekleed van een vrij hoogen wal in den I Burgel. Hij had het geluk de drenkelinge te I grijpen cn bracht nu haar, eene oude vrouw, I bewusteloos aan den wal. De vrouw kwam weer I bij en werd in een rijtuig naar hare woning ge- bracht. Hoeveel malen ter Wee wel menschen, I yaak met eigen levensgevaar uit het water haalde, I is hem zelven niet juist bekend. VII. „Slechte tijden 1” dat is de noodroep, die I overal weerklinkt ook te Berlijn. Waar echter I vindt men ze hier in de Koningsstad? De win kels in de Friedrich- en Leipzigerstrasse zijn even schitterend als altijd en deze straten zijn gevuld met een welgekleede menigte, waaronder de ge- I stalten, die van honger en ellende getuigen, bijna I geheel verdwijnen. Maar dat zijn contrasten, zoo- I als men ze overal en altijd vindt, ook in goede I tijden. Even weinig opmerkelijk als een botsing tusschen een Jan-plezier en ’n lijkkoetsDat zijn als schuimparels in de wildborrelende zee van het leven der wereldstad. Dat echter de slechte tij den ook hier wel degelijk zich doen gevoelen, blijkt o. a. uit het feit, dat naar officieele gegevens hier op ’t oogenblik 40,000 woningen leeg staan. Dat is ’n tot sombre overpeinzingen stemmend cijfer, maar slechts weinigen van hen, die dit weten, zullen er verder hun hoofd mee breken. Niet zoo de talloozen, die in het verhuren van kamers een nevenverdienst zoeken, die hen in staat zal stellen, den huiseigenaar de huur te voldoen. Want zonder deze en apdere bijverdiensten is voor velen bij de gedrukte loonen leven absoluut onmogelijk. In vele opzichten komen echter de bezittende klassen de kleine burgerij zooveel mogelijk te hulp. Ik wil hier als voorbeeld aanvoeren de vqlks- koffiehuizen, uit particuliere fondsen opgericht, waar het streven is: degelijke en zindelijke kost voor weinig geld. En dat dit doel volkomen be reikt wordt, weet ik uit eigen ondervinding. Be geven we ons naar een inrichting van dezen aard in de Chausseestrasse. Er zijn twee afdeelingen, één voor mannen en één voor vrouwenslechts de eerste ken ik, maar de andere zal wel evenzoo zijn. Het hooge en ruime lokaal, door electriciteit verlicht, ziet er kraakzindelijk uit; spreuken, tot spaarzaamheid aansporend, versieren de wanden. Het meubilair bestaat uit eikenhouten stoelen en tafels, tafelkleeden zijn een overbodige weelde, daar deze toch spoedig vuil zouden worden en ’n natte spons alles weer netjes en schoon maakt. Zij, die niet eten, mogen hoogstens een half uur vertoeven, wat goed is, om niet ’n soort van sociëteit voor allerlei leegloopers door dwang of uit keuze in de hand te werken. Tegen contante betaling krijgt men, nl. als men het zelf haalt, aan het buffet voor weinig geld flinke porties goed voedsel, terwijl een blik door de geopende keu kendeur niets doet zien, wat de eetlust zou kunnen doen verminderen. En dat de prijzen niet hoog zijn, ziet men uit het volgende lijstje, waarbij ik opmerk, dat 10 pfennig ts 6 cts. Nederlandsch. Cotelettes met aardappelen 20 pfg. Braadworst 25 pfg. Biefstuk 20 pfg. Bakworst 20 pfg. Zuur kool met spek 20 pfg. Schaapvleesch met uien 20 pfg. 0,2 Liter bier 5 pfg. en 0,4 liter 10 pfg. En om kort te gaan, „het eten staat bij den man.” Wie zeker niet speculeert op de slechte tijden, is Miss Anna Russel, een Amerikaansche dame, die er haar beroep van maakt, om het vrouwelijk schoon te verhoogen, door verfraaiing van den teint. Voor ’n talrijk damespubliek zou deze wonderkunstenares haar systeem ontvouwen, maar deelde niet veel anders mee dan de redenen, die haar genoopt hadden, om dit beroep te kiezen en dat koud water heel goed is voor de huid. Hare toehoorsters, verontwaardigd, dat ze niet achter het fijne van de zaak konden komen, bleef niets anders over dan bij het verlaten van de zaal den daar geposteerden bediende te ontlasten van een aantal brochures over „de schoonheid der vrouw,” wat ze met zooveel hartstocht deden, dat de ver tegenwoordiger der „sterke” sexe totaal onder den voet raakte, zoodat de oudgediende van 1870 moest verklaren„Ik heb voor veel heete vuren gestaan, maar zoo iets heb ik nog nooit bij gewoond.” Geven dan de bedoelde brochures opheldering omtrent de theorie der vrouwelijke schoonheid, weldra zullen we ook de praktijk te zien krijgen, daar in navolging van Spa, hier eerstdaags een DINSDAG 15 NOVEMBER 1892. Tegenwoordig waren 10 leden. Afwezig waren de heeren Eisma, Wartna en Jelgersma, allen met kennisgeving. Ingekomen zijn a. Een apostille van den Gom. der Koningin om advies inzake een adres van den Schutters raad alhier, waarin wordt verzocht, de gemeente- begrooting niet goed te keuren, indien daarop niet eene som is uitgetrokken voor den aanleg van een schietbaan. Ter inzage tot de volgende vergadering. b. Van Ged. Staten de goedkeuring van de verhoogde jaarwedde van den onderwijzer de Vries. c. Dankbetuigingen van de heeren de Vries, K. Tromp en J. Andela voor de verhooging hunner jaarwedde, alsmede van J. Lammertsma, voor de regeling van zijn loon als stadsbode. d. Een circulaire van de Vereeniging tot be vordering van de Zoetwatervisscherij, begelei dende een exemplaar der statuten, met verzoek bij eveutueele gelegenheid het streven dezer ver eeniging in de hand te werken. Een en ander voor notificatie aangenomen. e. Een adres van de Vereeniging „Handel en Nij verbeid alhier, verzoekende haar adres, ge zonden aan de Prov. Staten te ondersteunen. In dit adres wordt aangedrougen op een verbetering van de Sneekervaart tot de Nijezijl, opdat onze woonplaats in directe stoomvaarcverbinding met Amsterdam kan gebracht worden, waarmede de handel hier ter stede zeer gebaat zoude zijn. Dit adres ter visie tot de volgende vergadering. g. Een adres van den brugwachter G. Tuin- stra, verzoekende schadevergoeding, voor den tijd dat de St. Jansbrug gesloten was, te meer daar hij door de werken te Tjerkwerd ook schade heeft geleden. h. Een adres van den brugwachter te Par- rega, verzoekende schadevergoeding voor de slui ting der scheepvaart te Tjerkwerd. Ook deze adressen worden ter inzage gelegd tot de volgende vergadering. i. Een Missive van de bestuurders der stads werkinrichting, waarbij zij eene aanbeveling in zenden voor de vacature ia hun college, ontstaan door het overlijden van den heer H. K. de Vries. Deze aanbeveling bestaat uit de heeren S. Frankena en H. van der Schel. Met 1 Januari moet de heer R. F. Feenstra periodiek aftredenheeren bestuurders hebben daarvoor op de aanbeveling geplaatst de heeren R. F. Feenstra en H. van den Oever. Ter inzage tot een volgende vergadering. PUNTEN VAN BEHANDELING. 1. Behandeling van de missive van de gas commissie tot het verhoogen van de dagdrukking. Met algemeene stemmen goedgekeurd. 2. Behandeling van het adres van den heer J. H. Kingma om vergunning voor een geleiding voor een telefoon, met advies van Burg, en Weths. Burg, en Weths. hebben tegen de inwilliging van dit verzoek geen bezwaar, mits de uitvoering geschiedt ten genoegen van den architect. Met algemeene stemmen goedgekeurd. 3. Voorstel van Burg, en Weths. om concessie te vragen voor de tolheffing op den trekiveg naar Pijphorne. Wijl met 1 Mei ’93 de tijd van concessie is verstreken, achten B. en W. het raadzaam, dat opnieuw concessie voor de tolheffing wordt aan gevraagd, minder om de luttele opbrengst als wel omdat anders de trekweg meer te lijden zal hebben van veeleiding enz. Na urgentverklaring, unaniem goedgekeurd. 4. Voorstel van Burg, en Weths. om van de Regeering uitstel te vragen van het geven van het onderwijs in de vrije- en ordeoefeningen. Burg, en Weths. in overleg met de plaatselijke schoolcommissie achten het noodig voor 2 jaren ontheffing te vragen van het geven van onderwijs in de vrije- en ordeoefeningen, omdat alhier bij overeenkomst met het Weeshuis aan de leerlin gen onderwijs in Gymnastiek wordt gegeven en ten anderen de inrichting van lokalen voor dat onderwijs nog al moeielijkheden oplevert. Na urgentie met algemeene stemmen goedge keurd. 5. Behandeling van het adres van Kerkvoog den der Hervormde gemeente te Baard tot het leggen van een brugje, in den trekiveg, met advies van Burg, en Weths. Burg, en Weth. hebben geen bezwaar tegen de inwilliging van het verzoek. Het is een be stendiging van den toestand, zooals die in 1875 met baron van Lijnden is aangegaan. Voor den waterafvoer is het behoud van dit bruggetje van belang. Met algemeene stemmen goedgekeurd. De openbare zitting werd daarop geschorst. „schoonheidsconcours” zal gehouden worden van I geboren Berlinerinnen tusschen 20 -30 jaar, dus I van dames, die, zooals de uitdrukking luidt, „met I Spreewater gedoopt zijn.” Een heerlijke tijd dus I voor Miss Russel! Iets nieuws op het gebied van het onderwijs I zijn hier de leerscholen voor kindermeisjes. Niet I voor gouvernantes, bonnes of hoe deze oppassters I en onderwijzeressen meer mogen heeten, maar I voor de echte, onvervalschte, zuigelingslepende I of voortschuivende kindermeisjes. De cursus duurt vier weken en de meisjes wor- I den onderricht in de „netheids- en beleefdheidsleer,” I welk grootsch begrip wordt gespecificeerd als „het I verwerven van goede manieren, beleefdheid en I een zedelijk gedrag,” terwijl een geëxamineerde I onderwijzeres de meisjes theoretische en, wat van nog meer belang is, praktische aanwijzingen geeft, hoe ze de iets oudere wereldburgers kunnen bezig houden met spelletjes naar de Fröbel-methode, verder hoe te handelen bij het oppassen, baden enz.terwijl ook onderricht wordt gegeven in wasschen, strijken, stoppen, verstellen en andere noodige hüisbezigheden. Daar echter, vooral in groote steden, vele moeders voor hare kinderen reeds gesteriliseerde melk, dus zulke, waarin alle bacterienleven gedood is, begeeren, heeft men de kindermeisjes ook onderricht in een handig ge bruik van het anders door het groote verbruik van flesschen, zeer kostbare, soxthlet-apparaat, dat voor dit doel bestemd is. Van mijn leekenstandpunt ben ik niet in staat, al deze punten van onderricht op hun rechte waarde te schatten; wanneer we echter dagelijks zien, hoe onze kindermeisjes met de aan haar zorgen toe vertrouwde telgen omspringen, dan lijkt me het idee van een sociale revolutie in de kinderkamer nog zoo gek niet. Laten we hopen, dat deze kinderen der omwenteling het in hun prille jeugd aangevangen werk in hun later leven voortzetten en zoo mogelijk voleindigen, dat eens de heele menschheid de kindermeisjes in dankbare herinne ring houdt, zooals Hildebrand het zijn baker deed. Daar ik nu toch eenmaal met het „ewig wei- bliche” bezig ben, is de sprong tot „Moeder Na tuur” een niet al te gewaagde saltomortale en ik wil dan in een paar woorden de wijze bespreken, waarop zich deze in Berlijn voordoet. Natuurljjk heb ik hier het oog op de parken, na aftrek van een groot aantal grooter en kleiner plantsoenen, vier in getal. De kroon spant wel de beroemde Thiergarten, waarin de droschkenpaarden plus de honden der bezoekers zoowat de eenige vertegenwoordigers I der Duitsche fauna zijn. Het park strekt zich over meer dan 250 H.A. uit van Berlijn naar Charlot tenburg en wordt door de chassee naar laatst ge- I noemde stad in tweëen verdeeld. Het Noordelijke deel bevat de z.g. Königsplatz, in ’t midden waarvan zich de Siégersaule verheft, I een 40 M. hooge zuil, ter herinnering aan de oor logen van ’66, ’69 en ’70, versierd met drie bo- I ven elkaar geplaatste rijen veroverde Deensche, I Oostenrijksche en Fransche kanonnen. Hetvoet- I stuk draagt in 4 afdeelingen bronzen hoogreliefs, voorstellingen uit de drie veldtochten. Op het vierkante voetstuk rust een ronde zuilengalerij, die in mosaikwerk allegorisch de tocht der Duit- schers naar Frankrijk en de oprichting van het keizerrijk omsluit. Van hieraf verheft zich de eigenlijke zuil, waarin een wenteltrap naar den top voert, die een 9 M. hooge Borrussia (Pruisen) als zegegodin draagt, welke dame van achter ge zien een treffende overeenkomst met een groote I vlinder vertoont. Vanaf den top der Siegersaule, heeft men een mooi uitzicht over Berlijn en den Thiergarten, welke laatste nog met talrijke standbeelden (Les sing, Goethe, Koningin Louise) en groepen (Lö- wengruppe) versierd is. Een tweede park in het Noorden der stad, de Huboldtshain is, ofschoon vrij groot, minder merk waardig. De Friedrichshain, in het Oosten, bevat een I wondersierlijk gedenkteeken voor die bewoners van dit district, die in 1870 gevallen zijn. Ook bevin den zich in een moeilijk te vinden deel van het park de graven der Marzgefallenen,“ d. i. van die werklieden, die in den opstand van 16 Maart 1848 op de barricaden hun leven gelaten hebben, meest allen jonge mannen van 15-25 jaar. Het is ’n stil hoekje, waar die eenvoudige graf steenen verspreid liggen, een soort van bedevaarts plaats voor de politieke pelgrims der volkspartij - I die het echter, niettegenstaande hun ageeren, hier nog niet ver gebracht hebben. Het vierde en laatste park, dat ik wil vermel- I den, is het Victoriapark aan den Kreuzberg met een monument voor de oorlogen met Napoleon I, van waar men eenerzijds een ruim vergezicht heeft over het Tempelhoforfeld, waar de jaarlijk- sche groote parades worden gehouden ander zijds over de stad Berlijn, die uit wel begrepen I eigenbelang haar parken en plantsoenen, „de longen der wereldstad” met groote finantieële op- I offeringen in stand en in eere houdt. 1 Bolswardsche Courant V I I veni VIDI.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1892 | | pagina 1