NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWARDEN WONSEB A.DEEL In en om Berlijn. Een en dertigste Jaargang. No. 51. 1892. BINNENLAND. DONDERDAG 15 DECEMBER. Populaire Correspondentie. r VOOR Bolsward, 14 Dec. 1892. VeniVidi. ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ^DCXCXCXCXC KXJOCh ^JXXCXC XXXKXXh AXXXXXXXX IV. dat ik in een mijner vorige brieven noemde en dat sedert dien tijd reeds „gekracbt” is en nu met pompen boven water wordt gehouden. Dan is daar verder pas geopend het „Neue Theater,” dat door de kritiek vrijwel in de wieg gesmoord wordt en dan ook weldra een, naar we hopen, zalig uiteinde zal bereiken. Opmerkelijk is, dat terwijl al deze en zelfs die met protectie en ondersteuning van hooger hand alsde Opera en het königl. schauspielhaus niet „gaan” één schouwburg alle avonden „ausver- kauftes Haus” heefthet Parodie-Theater. Zoo- ale de naam aanduidt, worden hier slechts paro- diën gegeven, die echter vaak zeer pittig en geestig zijn waarbij echter voornamelijk het onzinnige element den boventoon voert, waardoor het veelal den spelers onmogelijk is zich verstaanbaar te maken door de lachsalvo’s van het publiek, maar daarom niet getreurd terwijl het publiek uitlacht drinken de tooneelhelden, die zooeven elkaar nog met moord en doodslag dreigden, gauw even (op ’t tooneel) ’n potje bier en als de orde hersteld is, hakken ze weer even woest op elkaar in als te voren. Erwten o[ boonen. De minister van oorlog heeft op grond van „ter zake uitgebrachte rap porten” aan de Tweede Kamer medegedeeld, dat vele manschappen de grauwe erwten liever niet of met minder graagte nuttigen. Over het alge meen geven zij verre de voorkeur aan bruine boonen. De voedingscommissiën zijn daarom ge machtigd, om, „indien dit in het belang van eene goede voeding van den soldaat noodig mocht voorkomen, het ration grauwe erwten niet te doen verstrekken.” Als de minister van oorlog zich niet populair maakt bij de troepen dan weten we het niet. En niet alleen bij het leger, doch wie zal nu nog durven beweren dat er geen zorg aan onze solda ten besteed wordt en dat hun voedsel beneden dat der gevangenen staat In plaats van de grauwe erwten zullen nu voor taan doperwtjes uit blikjes verstrekt worden. In het weekblad De Monnikendammer komt een ingezonden stuk voor van J. K. te B., waarin deze de zeker zeer zonderlinge lotgeval len verhaalt van een onderofficier van het O.-I. leger, Javaan van geboorte, die tot herstel van gezondheid naar Nederland werd gezondenDe schrijver, die het geval uit den mond van den man in quaestie opschreef, geeft het als een voorbeeld van verkeerde toepassing van ’s lands middelen. Het komt kortweg op het volgende neer De man was als gewoon soldaat in dienst ge treden na anderhalf jaar werd hij onderofficier en hij is dat nu reeds drie jaar. Hij nam op Atjeh herhaaldelijkdeel aan ongezonde werkzaam heden, als het openkappen van terreinen, werd ziek en in een amoulance opgenomen. De dok ters maakten uit, dat hij de beri-beri had, waar voor de patiënt naar het hospitaal werd vervoerd. Daar gekomen werd hem medegedeeld, dat hij was afgekeurd en naar Holland moest tot her stel van gezondheid. Men stelle zich voor een inlander, op Java gewonnen en geboren, naar Holland gezonden om beter te worden Hij kwam in Batavia en gevoelde zich toen weer zoo ge zond als een visch. Maar er was niets aan te doen. De man werd ingescheept, kwam in het moederland (dat het zyne niet is) en is nu al ruim een half jaar bij de koloniale reserve te Zutphen, waar ’t hem best bevalt, want hij krijgt goed eten en nog zakgeld er bij, terwijl hij de stellige verzekering heeft, weer op kosten van het Gouvernement terug te worden gebracht naar zijn vaderland, nadat hij hier eens goed heeft rondgekeken. De afdeeling Wolvoga van den Sociaal-De- mocratischen bond geeft in overweging hetjaar- lijksch tekort op de uitgave van Recht voor Allen te voorkomen door vermindering van het zet- en drukloon, en de administratie en expeditiekosten. De afdeeling is wel overtuigd dat bun, die aan het blad zijn verbonden, een menschwaardig be staan toekomt, maar zij die het betalen, meenen, dat alles wat op hun kosten geschiedt, niet met het oog op het ideale, maar naar de werkelijk heid dient te worden berekend. Volkomen juist, zegt het Vad., maar waarom van die zijde dan steeds andere werkgevers zoo kras veroordeeld, wanneer ook zij bij de vast stelling der loonen met de werkelijkheid reke ning houden. De Sociaal-democraten van Wolvega erkennen nu zelf, dat de „hongerloonen” waarover geklaagd wordt, niet zoozeer zijn toe te schrijven aan de werkgevers, maar aan de eischen der „werke lijkheid.” Als „kenteeken” van maatschappelijken welstand, voorwaarde tot plaatsing op de kie zerslijst volgens het ontwerp-Tak, beveelt de Banier aan jaarlijks de betaling van 50 cents te eischen van ieder, die op de kiezerslijst wenscht geplaatst te worden. Voor twee kwartjes kan men dus iemand kiezer maken. Zou de Banier meenen, dat deze dan toch de vrijheid van keuze behield ’t Is de goedkoopste kiezersteelt, die tot nog toe is uit verwijderd, toch is de levendigheid op straat reeds sterk toegenomen. En dit verhoogt het karakter der wereldstad. Want eigenaardig is, boe te Berlijn, behalve natuurlijk bet wagengeratel, het voor iedere groote stad stereotype geroep van venters enz. bijna ge heel ontbreekt. Tot voor korten tijd waren zoowat de eenige vertegenwoordigers van dezen tak van bedrijf, die personen die onder het uitroepen van allerlei min of meer beleedigende uitdrukkingen in de Friedrichsstrasse anti-semitische brochures en spotschriften ten verkoop aanboden, maar se dert heeft de politie hieraan (en terecht) een einde gemaakt. Enkele typische straatfiguren echter ontbreken ook hier niet. Zoo bv. Matthias Weber, een „dichter” van twee turven groot met leeuwenma nen op de schouders afhangend. Stil gaat hij zijns weegs, niet achtend op de nieuwsgierige blikken en de glossen der voorbijgangers, want voor zich heen murmelt hij brokstukken uit zijn onuitge geven werken, waarvoor hij ook wel nooit een uitgever zal vinden. Verder een „Natuurmensch”, dun gekleed, want kleeren zijn overdaad, immers onze voorvaderen deden het ook zonderEen hoofddeksel is even zeer overbodige weelde, want zijn niet de haren de meest natuurlijke hoofdbedekking, die men zich kan denken. En zoo wandelt dit curiosum door de hoofdstraten trachtend door den verkoop van zijn eigen levensbeschrijving de menschen tot zijn meening over te halen. Of hij al bekeerlingen ge maakt heeft Ik heb nog niemand in geestver rukking zich het wintercostuum van ’t lijf zien rukken, een verschijnsel, dat eerstdaags alge meen zal worden, naar onzen Natuurmensch te hooren. Een andere soort van straatverschijning is „Klin- gel-Bolle”. Hieronder verstaat men de melkwa gens van'n zekeren Bolle, die met mathematische juistheid iederen morgen de bewoners van een be paald deel der stad door hevig gebel uit den slaap kómen wekken. Dan verder hebben we de bloemen verkoopsters, die onder het eentonig geroep van „Rosen, Veil- chen! hun bloemtuiltjes aan den man (en aan de vrouw) trachten te brengen. Ook dienen nog vermeld die personen, die vanaf ’s avonds en gedurende den geheelen nacht rond- loopen met een groote blikken bus voor het lijf, waarin öf warme koffie of „Wiener würste” even eens warm bevat zijn en die ze voor weinige pen ningen verkoopen. En voor de velen, die ’s nachts op straat moeten zijn, zooals koetsiers, nachtwach ters, straatvegers enz., en die nu niet al te nauw op zindelijkheid letten, zijn deze artikelen, vooral in het tegenwoordige seizoen, niet te versmaden. Een der groote onderwerpen van gesprek in de Berlijnsche beschaafde kringen is het optreden van de Italiaansche tooneelspeelster Eleonore Duse. Naar de betichten, die haar komst vooraf gingen zou deze actrice de gevaarlijkste mededingster zijn voor Sarah Bernardt, die ze zelfs in samenspel met haar inpressario Signor Flavio Ando nog zou overtreffen. De verwachtingen waren dus hoog gespannen en de dame in kwestie zou een moei lijke taak hebben te vervullen om die verwachting niet te leur te stellen. Duse kwam, werd gezien en overwon. Verleid door de loftuitingen, waarmee ook de Berlijnsche kritici niet karig waren, maakte ook ik mij op om de heldin van den dag te zien en zoo noodig en mogelijk to bewonderen en koos Ibsens „Nora“ uit, waarin Duse de titelrol zou vervullen, daar ik dit stuk van haar repertoire het best kende en dus de kans om wegens het gebruik van een mij onbekende taal aan kunst genot te verliezen, tot een minimum werd terug gebracht. Ofschoon deze beschouwing zeer voorzichtig en practisch was, is ze toch tamelijk overbodig ge weest, daar behalve natuurlijk in de eerste vijf minuten, hoe vreemd dit moge lijken, het me geen oogenblik is opgevallen dat er op het tooneel Italiaansch werd gesproken. En, wat nog sterker is, in den voorgaanden zin zou ik de woorden „op het tooneel" gerust kunnen schrappen, want, wie Duse ziet, vergeet dat hij zich in den schouw burg bevindt, vergeet zich zelf, vergeet alles en het geheele wezen van den toeschouwer trekt zich samen in twee zijner zintuigen gehoor en gezicht al het andere wordt tijdelijk van de lijst der levensverrichtingen geschrapt. Als Duse'in het geheel niet sprak, zou men haar nog verstaan en nu ze Italiaansch spreekt, vindt ze hierin door haar klankvolle modelatie een machtigen factor, ter ondersteuning van haar gebaren- en gelaats- spel. En dat is haar fort: zonder eenig uiterlijk hulpmiddel (een corset b.v. draagt ze niet) weet Duse machtigen in druk te maken en den toe schouwer te boeien. Zoo ooit, dan dient op Eleonore Duse met eenige wijziging te worden toegepast, wat boven het tooneel in het Lessing-Theater geschreven staat„Kunst und Natur ist Eines nar Dat het, behalve flonkersterren als Duse, aan den Berlijnschen theater-hemel niet aan grootheden van hooger en lager orde ontbreekt, is licht te vermoeden. Bij het groot aantal schouwburgen, dat hier reeds bestaat worden telkens weer nieuwe geopend, en vaak met zóó geringe zaakkennis, dat velen van deze inrichtingen slechts een zeer kort leven beschoren is. PARTICULIERE CORRESPONDENTIE- VIII. Een voor Duitschland beteekenisvolle tijd is aan gebroken. Als voorbode van de dagen des vredes die het jaar besluiten het Kerstfeest. De dagen, die bier aan vooraf gaan, kenmerken zich door een groote bedrijvigheid op straat en in de huizen. En in verband hiermee is weer de reeds lang ge streden strijd met volle kracht aangewakkerd, de strijd om, of liever tegen de zondagsrust. In den zomer van dit jaar toch werd door het Polizei-prasidium met het oog op de inspanning, die gedurende de werkdagen van de onderge schikten in alle vakken van handel gevergd wordt, bepaald, dat gedurende de Zondagen slechts mag verkocht worden van ’s morgens 7 tót 10 en van 12 tot 2 uur. En of nu de huismoeders en de kooplui al mopperden, daar hielp niets aan, want de politie had gesproken, en dit zal men toegeven, had goed gesproken. De duizende en nog eens duizende mannelijke en vrouwelijke bedienden van allerlei soort hebben nu ten minste één middag in de week, waarop ze eigen heer en meester zijn. Maar nu is de groote vraag in de koopmans wereld: Hoe komt het met den „gouden Zon dag” d. i. de Zondag, aan het kerstfeest vooraf gaand en men hoopt door monster-adressen voor dien dag, de voordeeligste van het heele jaar, een opheffing van de beperkende bepaling te ver- Amice En zoo schijnt de winter ons weer voor eenigen tijd te verlaten! Immers wat Zondag nog bedekt wasmet een dik sneeuwkleed, was Maandagmorgen ontbloot, de vroolijke heldere winterzon verschool zich achter een grauwe lucht, de straten en grach ten, die met hunne lange, besneeuwde boomen- reeksen zoo n schilderachtigen aanblik boden, zijn van hun sneeuwpak ontdaan, en zijn thans nog bedekt met de vuile modderachtige massa, die, naar ik hoop, spoedig zal worden opgeruimd en waartoe waarschijnlijk reeds vele menschen gereed staan, die, hunkerend om een daghuur te verdie nen, slechts op de oproeping wachten, om het op- ruimingswerk met kracht aan te vatten. Dit is het met het vermaak der jeugd om glij baantjes te maken, waarvan zij alleen pleizier heeft maar die een ander in gevaar brengen den nek te breken en om ieder voorbijganger te ont vangen met een bombardement van sneeuwballen. Het verwondert mij wel eens, dat zij hier nooit in tegengegaan worden of, als dit wel zoo is, dat er dan zoo weinig gehoor aan die verbodsbepa lingen gegeven wordt. Ik geloof toch niet dat het geoorloofd is om het op- en afgaan van bruggen bijna levensgevaarlijk te maken door het aanleg gen van die spiegelgladde glijbaantjes, evenmin als ik geloof dat het toegestaan is dat men op straten en grachten steeds onder een regen van sneeuwballen gaat. Het is bepaald onpleizierig dat dit niet gekeerd wordt. En was het nu alleen maar een vermaak van de kinderen, och, dan vond ik er nog niets in, maar het ellendige is dat het vaak in de schaft uren geschiedt door van die slungels van jongens, werkzaam op fabrieken, die en bloc meest aan de overzijde van eene gracht ieder voorbijgan ger de noodige projectielen nazenden en dan liefst nog die sneeuwballen zoo hard mogelijk kneden opdat ze maar flink aankomen. Och ja, de politie kan ook niet overal tegelijk zijn, anders zoude ze bepaald meer op dergelijke punten letten en zorgen dat de passage daar vei lig bleef. Ook de trammen moesten het met de sneeuw stormen ontgeldende dienst werd zeer beperkt, Zondag zelfs voor een gedeelte van den dag ge schorst. Ik heb hooren vertellen, dat van den tijd waarin geen dienst werd gedaan, gebruik zou worden gemaakt om de wagons (vooral inwendig) wat op te knappen' en om de uniformen der con ducteurs eens ter dege na te zien. Doch ik ge loof, dat het een booze tong was, die mij dat inblies en het alleen maar verhaalde om het pu bliek, dat nu wat zindelijks hoopte te zien, door de te ondervinden teleurstelling nog meer op het onzindelijke attent te maken. Ja, amice, ik ben het met den zegsman volkomen eens, waar hij beweerde dat opknappen van wagons en kleeding der conducteurs hoogst noodzakelijk is, doch wil toch, om verkeerde gevolgtrekkingen te vermijden, er bij voegen, dat het volstrekt niet aan de conducteurs te wijten is, dat zij zich steeds in een onsmakelijk uitziende, dikwerf vuile uni form aan het publiek moeten vertoonen. Immers men vergt alles van hen. Kachels aanzetten en aanhouden (dit laatste heb ik dikwijls zien ge schieden met de handen), goederen, die soms lang in den modder hebben gestaan, laden en lossen, enz., zoodat het waarlijk niet te verwonderen is, dat zij er, wat kleeding en handen betreft, vaak zeer on presentabel uitzien. Sinterklaas bracht dan toch voor Bolswards burgerij en voor de Ijsclub „Bolsward” niet de gehoopte surprise, n. 1. eenige graden vorst. Jammer, driewerf jammer is dit, want men be gint er nu toch zoo langzamerhand naar te ver langen, om over de gladde banen te zwieren en ook Bolsward’s Ijsclub zal wel met verlangen de vorst tegemoet zien, om haar baan, waaraan dit jaar weer veel is geschied, voor het publiek open te kunnen stellen. En dat zal de Directie wel te pas komen, want immers dan beginnen de verdiensten, die haar kas zoo goed gebruiken kan. Als de ijsbaan weder dat gezellige gezicht oplevert, als weer ieder naar de baan toetrekt om zich in het schaatsenrijden te vermeiden, als hardrijderijen aan de orde van den dag zijn, in één woord als iedereen van de Ijsclub profiteert, dan profiteert de Ijsclub ook van iedereen en dan worden de moeitevolle po gingen, die de Directie reeds deed om haar baan klaar voor de ontvangst van de vorst te maken en zeker nog steeds doen zal, om haar immer in orde te houden, goed beloond. Want immers slechts van Bolswards burgerij moet de Ijsclub het hebben. Van de gemeente is geen steun te verwachten, geloof ik. Want als ik mij niet vergis, dan is verleden jaar reeds aan den Raad een adres ingediend, waarin om eene subsidie werd verzocht, maar zonder dat dit adres behandeld is, trok men het verzoek weder in, omdat men, naar ik hoor, de Directie zijdelings te kennen gaf, dat het verzoek toch niet zou worden toegestaan. Vreemd hé, dat zoo’n verzoek niet kan worden ingewilligd Ik stel mij te vergeefs de vraag welke hiervoor de redenen zijn. Aan andere ver- eenigingen, ja zelfs aan eene commissie voor eene tentoonstelling voor gasinstrumenten brengt de Raad geldelijke of materiëele offers, en nu zal lichaam als de Ijsclub Bolsward moest flink gel- delijk gesteund worden. Men weet, wat zij be oogt, men weet dat zij er is voor het volkdat zij bij het publiek bemind is, is niet onbekend, evenmin als dat haar naam ook reeds buiten de gemeente en zelfs buiten de provincie reeds met lof genoemd wordt. Van Bolsward’s Ijsbaan kan ieder profiteeren, zoowel door het ijsvermaak als door den arbeid die er op verricht wordt, dit heeft men b. v. niet kunnen zeggen van de kor telings geleden gehouden gastentoonstelling, waar eigenlijk het publiek al zeer weinig aan had. En deze werd wel gesubsidieerd en wat men haar gaf was niet onbelangrijk, want het gratis gebruik van gas zal der commissie bepaald zeer te stade zijn gekomen. Hoeveel dit beloopen heeft, weet ik niet en ik denk zeer weinigen met mij, want een meter mocht of kon niet ter controle geplaatst worden. En wat beoogde de gastentoonstelling voor nut Ik geloof maar zeer weinig. Ze heeft ons laten zien mooie, doelmatige gastoestellen, die voor een groot gedeelte hier ter stede niet gebruikt kun nen worden en ze heeft ons de overtuiging gege ven dat de fabriek hier goed en mooi gas kan leveren, iets wat bij velen nog twijfelachtig was omdat ze het zoo zelden zagen. En weet jij ook, amice, of deze expositie voor Bolsward meer nut had Ik weet er waarlijk niets bij te voegen. En deze commissie wordt gesteund de Ijs club Bolsward niet Hony soit qui mal y pense En zoo zitten we nog steeds in een winter zon der ijs. Vele koffiehuizen in de stad zullen hier van ook wel de schade ondervinden, want het bezoek in een tijd dat er schaatsen gereden kan worden is dan natuurlijk steeds veel grooter. En ook de avond-vermakelijkheden, ontstaande door feestelijke prijsuitdeelingen, laten nog op zich wachten. Met belangstelling zie ik tegemoet waarvan wij den 2den Kerstdag kunnen genieten. Want dat er dan wat zijn zal, is zoo goed als zekerhet is hier immers de geijkte dag om ’s avonds uit te gaan. Vroeger hield „Gysbert Japicx” ons altijd zoo aangenaam bezig en een ieder zal die rede rijkerskamer thans wel dubbel missen. Hoewel ze nog niet gestorven is, leeft ze thans bij het publiek nog slechts in onze herinnering. Met genoegen wor den de uiterst gezellige en steeds welgeslaagde voor stellingen, die zij gaf nog eens in het geheugen opge rakeld en als ik in de zaal van „de Doele” Gys- bert’s naam boven den voorhang van het tooneel zie prijken, dan wordt bij mij steeds den wensch levendig, dat het gezelschap dat zich vereenigde onder den naam van Bolsward’s beroemden dichter, weder op haar tooneel ons op hare voorstellingen mag vergasten. A propos, voor ik eindig nog een vraag. Heb je ook in het laatste raadsverslag gelezen dat er een verzoek bij den Raad ingekomen is ter verbetering van een openbaar privaat dat, in de nabijheid eener woning staande, door zijne geu ren zeer hinderlijk was en dat dit verzoek, als zijnde op ongezegeld papier ingediend, ter zijde is gelegd? Denk je ook niet met mij m’n waarde, dat, al is dat verzoek juist niet geschreven op een zegel tje van 22'4 cent, het daarom toch even duidelijk is en dat, nu de bevoegde autoriteit het toch ge lezen heeft, die voor de reukorganen zoo hinder lijke gelegenheid, zal worden geïnspecteerd Óf zou slechts aan de onaangename lucht ge loofd worden als men het heerschen daarvan mede deelde op gezegeld papier? En nu tot later: Gegroet van t. t., Sans Souci. 6 maak beoogt, een offer ontzeggen 1 Juist een Bolswardsche Courant 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1892 | | pagina 1