WWSSBAÖSSt
I
Groots opruiming
van de nog voorradige
REBE SP A&ROSï
PETROLEUMKACHEL,
tel
Éi
1892.
gste Jaargang.
No. 52.
Het a Capella-Koor.
5/
De Uitgever.
BINNENLAND.
X
X
22 DECEMBER,
JXXXXXXXXX
BERICHT.
3
M. Oosterbaan Comp.
Verwarming door petroleum.
OR
1
een extra no. van
de opwek-
het krankzinnigengesticht te Zutphen
si
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maa
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver«
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
•s
O sterke vreê, bescherm ons land!
Snoer volk en koning samen,
Verbroeder alle rang en stand,
Talenten, krachten, namen!
Maak Neerland in Europa’s krans
Een parel, stil en rein van glans,
Die ’t schijngoud moog’ beschamen
O zoete vree! verkwik ons hart,
Ontrust door zooveel zorgen!
Bezweer de zonde, zalf de smart,
Ook die wij diepst verborgen.
Verzoen ons met den druk des lots,
Wees ons een blijde glimlach Gods,
Een straal van d’ Eeuwgen Morgen!
Der Vrede zij ons lied gewijd:
Gezegend zij de Vréde!
Zij zet de kroon op eiken strijd,
Zij brengt den Hemel mede,
Tot levenskracht, tot stervensmoed,
Is zij het eenig-noodig Goedj
Gezegend zij de Vrede
Op 1 Januari 1893
zal er
ons Blad verschijnen, waarin gelegen'
heid zal bestaan tot het plaatsen van
Nieuwjaarswenschen
a f0,25 per advertentie.
Gaarne worden de opgaven spoe
dig ingewacht.
Oude Wereld
zendvoud aan
fortuin te maken. In afwachting van die toe
komst voor hen zelven, dragen hier velen van
hen door hun arbeid bij om de bronnen van
welvaart daar te exploiteeren, den nationalen
rijkdom te verhoogen. Velen echter komen den
Vereenigden Staten tot last en met het oog op
deze zijn strenge maatregelen genomen, om den
stroom van landverhuizers te weren.
Deze maatregelen hebben in vele Staten van
Europa ontsteltenis en ontevredenheid gewekt en
men heeft gezonnen naar middelen om de wer
king van dat verbod te lenigen.
Thans zijn er in Amerika zelf stemmen tegen
die maatregelen opgegaan.
De agenten der stoomvaartmaatschappijen in
de Vereenigde Staten hebben bij de parlemen
taire commissie, samengesteld uit senatoren en
afgevaardigden, geprotesteerd tegen het ontwerp
betreffende de beperking der immigratie. Een
der agenten stelde voor dat men aan de agenten
der maatschappijen in Europa het onderzoek der
landverhuizers zou overlaten. De maatschappijen
zouden dan verantwoordelijk zijn en bij over-
Het is voor een klein land, met een kleine
bevolking, een kleine industrie en kleinen naam
als het onze zeer moeilijk om zich nu en dan te
doen hooren in het koor der verschillende natiën,
die op wereldtentoonstellingen medezingen in de
cantate der reclame. Want reclame is ten slotte
ook een wereldtentoonstelling voor een land.
Wij zijn, zoo men wil, ten opzichte van deze
wereldreclame op tentoonstellingen zeer beschei
den. We hebben nog dezelfde hooge borst, als
toen de firma Nederland een der eerste in Europa
was en overal blanco crediet genoot.
Terwijl de Nieuwe Wereld zijn millionairs,
schatrijken en rijken naar Europa zendt, die
daar fortuinen in omloop brengen, levert de
'1 aan de Vereenigde Staten het dui-
onbemiddelden, welke daar hopen
Willen we dien vrede helpen bevorderen, dan
dienen we in de eerste plaats vrede te hebben
met ons zelven het aantal onverbeterlijke prutte
laars is nog altijd veel te groot. Er zijn nog altijd
te veel menschen, „die de zon wel schoon, maar
te warm, den regen wel vruchtbaar, maar te
nat, den herfst wel poëtisch, maar te melan
choliek, den winter wel gezellig, maar te koud
vinden.
„Zij zijn blijkbaar wel geneigd, te gelooven, dat
deze wereld, met al wat ze oplevert en nog zoo
veel meer, dat ze niet oplevert en toch opleveren
moest en zeker ook wel opleveren zou, als zij
haar slechts hadden gemaakt, te gelooven, dat
deze wereld zoo slecht mogelijk is.
Die ongelukkige alarmisten en pessimisten,
„die met een hand vol vrije gedachten of een bun
del tranenzangen onder den arm, of een mondvol
vrome spreuken op de lippen, door het schoonste
lenteweer slenteren," zouden beter doen, wanneer
ze mede hielpen, al het verkeerde te verbeteren,
al het onvolkomene te volmaken.
Er zal wel altijd in deze onvolkomene wereld
veel te wenschen overblijven, maar toch zal het
geen tegenspraak vinden, als we beweren, dat de
ware vrede meer en meer -zal komen in huisge
zin, kerk en maatschappij, naarmate de menschen
elkanders gebreken verdragen, elkanders gevoelen
eerbiedigen en zelfs over de hoogste scheidsmuren
van allerlei aard elkander de broederhand willen
reiken.
Dan zal bewaarheid worden, wat de dichter
ten Kate zoo schoon uitdrukt, als hij zegt
Geheel reukeloos. Goede warmte.
Het is iederen mensch in meerdere of mindere
mate eigen, dat hij een ander gaat onderwerpen
aan critiek.
Maar„daar is tweeërlei soort van critischen
geest. Daar is eene critiek, wier voelhorens voor
het leelijke in de wereld ongemeen fijn ontwik
keld zijn, en die, met voorbeeldeloozen ijver, al
het onreine, onware, onedele in de wereld bijeen
voegt en in haar inktkoker werpt, om daarna de
cynische pen in dien draf te doopen en eene ver
handeling vol fijn vernuft te schrijven, ten betooge,
dat de wereld een uitgestrekte zwijnenstal en ’t
geloof aan de idealiteit van het leven oncritische
onzin is.
In dat soort van duivelsche critiek had Mephi
stofeles, aller pessimisten patriarch, een onover
troffen meesterschap bereikt. En daar is wederom
een ander soort van critiek, wier oog altijd ge
opend is voor het reine, het sehoone, het edele,
dat ge in natuur, levenslot en menschenhart
opmerkt en die aan dat alles de kleuren ontleent,
waarmee ze hare ideale, geloovige, optimistische
levensbeschouwing ontwerpt."
Wilt ge critiek, goed; maar kies dan de
laatstewant door haar alleen komt vrede op
aarde
Het Kerstfeest nadertin de Christenkerken
zal het: „Vrede op aarde!" worden aangeheven,
gevolgd door het bemoedigende „In menschen
een welbehagen Er zullen kerstboom en worden
opgericht en kerstliederen worden gezongen, om
zoo ook de jeugd te doen gevoelen, en, zoo moge
lijk, beseffen, van welke groote zegeningen het
kerstfeest de bron moet en ook kan zijn. Er
zullen liefderijke boden komen in de huizen en
hutten van hen, die in meer of min behoeftige
omstandigheden verkeeren, om hun op eene zoo
kiesch mogelijke wijze te brengen datgene, waar
aan ze vooral in den wintertijd zoo groote be
hoefte hebben. Vele gegoeden zullen hunne aan
dacht richten op de menigvuldige zegeningen,
waarin zij zich mogen verheugen en ze zullen
daarbij bedenken, dat er zoo velen zijn, die zoo
veel minder bevoorrecht zijn, en die schier alles
missen, wat in stoffelijken zin kan medewerken
tot veraangenaming des levens.
En uit die gedachte zullen dan als van zelf liefde
daden groeien. Zij, die het in alle opzichten zoo
goed hebben, zij, die zich alles kunnen ver
schaffen, wat hun maar begeerlijk voorkomt,
zij zullen geen vrede met zich zelf hebben, wan
neer ze ook niet in anderen een gevoel van
beweldadigd te zijn, opwekken.
Ze zullen gaarne gehoor geven aan
king
„Hoort! hoort! de kreet des jammers gilt;
Gebrek en koude nijpen buiten.
Komt, rijken! gaat de kist ontsluiten,
Zoo gij van 't goud nu rente wilt.
Helpt! helpt! de nood is hoog gestegen!
Uw plicht vervuld! uw taak aanvaard!
Gij zijt bedeelers van Gods zegen!
Maakt u dat kostlijk eerambt waard!”
Als men de toestanden en gebeurtenissen van
vroegeren en lateren tijd met elkander vergelijkt,
dan zal men onwillekeurig de gedachte in zich
voelen opkomenhet schijnt wel, dat het einde
van iedere eeuw zich moet kenmerken door eene
sterk uitkomende ontevredenheid van velen met
de bestaande toestanden en als gevolg daarvan
door een ernstig pogen, om verandering en ver
betering te brengen.
En op godsdienstig- èn op maatschappelijk
gebied is de strijd der meeningen ook nu, aan ’t
eind der 19de eeuw, in de hoogste mate heftig.
Niemand zal op goeden grond kunnen en wil
len beweren, dat die strijd niet moest bestaan
want zij is noodzakelijk, omdat er verschil van
denken en gevoelen zal blijven, zoolang er men
schen zullen zijn. Eén ding is evenwel te bejam-
meren: men bezigt veelal oneerlijke wapens,men
is nog veel te vaak stekeblind voor het goede in
het denken en streven van zijn tegenstander men
vergeet dus, dat er zeer verschillende goede wegen
bestaan, waar langs de menschheid tot geluk kan
komen men wil verbeteren, maar gaat verbitteren,
„Vrede op aardezoo roepen allen, die het wèl
meenen met hunne medemenschen.
„Strijd moet er zijn!" zoo schreeuwen anderen
„we zullen niet rusten, voor onze beginselen
hebben gezegevierd
En zoo ziet men dikwijls, dat de verschillende
partijen, in plaats van elkander te waardeeren,
uit pure partijdigheid alleen er op uit zijn, om af
te breken, zonder er ook maar een oogenblikaan
te denken, dat er met puinhoopen niet veel valt
uit te richten.
Als men iemand, onverschillig tot welken gods
dienstige of staatkundige richting hij behoort, eens
vroeg„wat is onze plicht en onze roeping ten
opzichte van onze medemenschen, dan zou het
antwoord zeker zijn „wij moeten elkanders geluk
zooveel mogelijk bevorderen."
En toch ziet men zoo dikwijls, dat de een den
ander tegenwerkt, belastert, verdacht maakt, be
nadeelt.
Eigenbaat en zelfzucht, eer- en heerschzucht
zijn er veelal de oorzaken van, dat de menschen
heel anders doen dan wat ze zelf plichtmatig achten.
We zijn in den regel wel bereid, anderen te hel
pen en te steunen en met anderen gelijk te den
ken, maar onder ééne voorwaardedat zij ons
gelijk geven. En als dat laatste niet het geval is,
Omtrent het sluiten van con
tracten van levensverzekering en
lijfrenten bij de Hollandsche So
ciëteit van Levensverzekeringen, opgericht in het
jaar 1807 te Amsterdam en tegenwoordig 1
onder het Bestuur van de Heeren J. T. van fl M mm WV* ■4“
BOSSE, J. G.SILLEM, Jb.BIERENS de HAAN Wf jl I 1 1 fal fl
en S. 1’. van EEG11EN, als commissarissen; B
Jhr. Mr. O 11 ARTSEN .Jbzn., als Directeur en I I 1 III II I ill II ll
Mr. J. P. PORTIELJE, als Tweede Directeur, JLJL VZ -JL. W JökJÊ.
zijn inlichtingen te verkrijaen aan het kantoor
te Amsterdam, Reguliers-dwarsstraat 12,bij H.H.
Correspondenten in de voornaamste steden des
Rijks, en bij de Generaal-Asenten de Heeren C. T Tl np TNJVTHIT TB T A TA
H. HOOFT GRAAFLAND te Utrecht, Kromme K I |L A I I Tj I 1 A I I
Nieuwegracht 68 en M. J. DOORENBOS te
Middelburg.
Jaarlijksche Premie per honderd gulden kapi-
taals-verzekering voor het geheele leven
Op 25 jaar f 1,99 op 40 jaar f 3,11
30 - 2,27 45 - 3,71
35 - 2,64 50 - 4,53
In gebruik te bezichtigen een
zeer geschikt voor kamer of werkplaats, waar
geen schoorsteen is.
't Is ook een standpunt, zoo goed als dat van
sommige winkeliers, die als reclame hun winkel
laten verouderen en uit den tijd geraken om het
„antieke” als uithangbord dienst te laten doen.
Op deze wijze wordt het niet kunnen meedoen
op handige wijze bedekt en met negatieve mid
delen, in sommige gevallen, het doel bereikt.
Wat oud is heet soliede, omdat wat zich soliede
noemt veelal niet oud wordt.
Toen dezen zomer te Weenen een tentoonstel
ling werd gehouden, op het gebied van tooneel
en muziek, herinnerde de Regeering zich, dat
wij op dat gebied eenigen naam hadden op te
houden.
Er werd iemand aangewezen om een commissie
te benoemen, iemand uit officiëele kringen na
tuurlijk en deze voorzag zich van eenige men
schen van naam, zonder echter de vaktnenschen
te raadplegen of in die commissie op te nemen,
en het gevolg was dat Nederland alleen verte
genwoordigd werd door de Vereeniging voor Mu
ziekgeschiedenis, die eenige bescheiden inzond, een
inzending ter grootte van een sigarenkistje, om
vooral aan het beschaafd Europa, dat naar Wee
nen toog geen overdreven beeld van ons land te
geven.
Uit bescheidenheid en ter wille van een oude
reputatie zou de buitenlandsche pers onzeiazen-
ding vermoedelijk doodgezwegen hebben en voor
ons bestaan één oog hebben toegeknepen.
Doch de groote polsslag van ons nationaal be
staan mocht zeer flauw of in het geheel niet
kloppen, die van enkelen, die wellicht het vader
land meer dan zich zelf beminnen, sloeg sneller.
Daniël de Lange, door zijn eigenaardige positie
in de muzikale wereld daartoe als aangewezen,
wist een schare zangers en zangeressen om zich
te vereenigen, die te Weenen het luide zou ver
kondigen dat Nederland, de bakermat der toon
kunst nog niet ten doode was opgeschreven.
Aan dit voornemen moest zich van zelf vast-
knoopen het denkbeeld om de nationale toon
kunst van Nederland in het beste licht te stellen.
De keuze viel niet moeielijk daar de Weener
tentoonstelling voor een groot deel de historie
gold.
De grootmeesters der harmonie, die heerlijke
Hollanders der 16e en 17e eeuw, met hun
gevoel voor kleur, hun reine vroomheid, hun
geestige luimigheid, zouden aan geheel Europa
verkondigen, dat het kleine Nederland niet al
leen door zijn handel, zijn schilderschool, zijn
vrije wetenschap en vrijheid van geloof in de
16e-17e eeuw het eldorado van Europa was, doch
dat ook de toonkunst van die dagen met de
overige kunsten kon wedijveren zich slechts had
te doen hooren om de overtuiging van het mees
terschap ook op dit gebied te bevestigen.
Daniel de Lange met zijn schare kwam, zong
en overwon en dat beteekent iets in het muzikale
Duitschland en Oostenrijk dat sedert de laatste
twee eeuwen op dat gebied den dirigeerstaf over
geheel de wereld zwaait. De schitterende trium-
fen in het buitenland door het koor behaald, ze
liggen nog versch in het geheugen. Na dien
triumftocht heeft Nederland zich gehaast de kun
stenaars, wier roem de onze mee is „te huldigen
en teekenend was het bij de talrijke concerten
te zien, hoe juist gestreelde vaderlandsliefde prik
kel was tot een bezoek. Hoe de meest cosmopo-
liten oordeelende menschen in geestdrift geraak
ten voor deze in hooge mate nationale kunstuiting.
Over de verdiensten van het a Cappella koor
is meermalen uitgewijd, daarover dus hier geen
herhaling. Het heeft ons de overtuiging geschon
ken dat we van ons nationaliteitsgevoel gelukkig
nog hetzelfde kunnen getuigen als van den leeuw
in het Nederlandsche wapen hij rust maar slui
mert niet
Het Nederlandsche Capolla koor heeft de
Nederlandsche natie ten opzichte van haar natio
naliteit aan de pols gevoeld. Da diagnosse is be
moedigend.
De specialiteiten hebben er eer van. Daar
voor onze hulde
tredingen aan zware boeten kunnen worden on
derworpen.
Ten einde den Nederlandschen Schaataenrij-
ders-bond zooveel mogelijk aan zijn doel te doen
beantwoorden, acht het Bestuur het wenschelijk
dat alle mogelijke bestaande Ijsclubs in Neder
land bekend worden. De Besturen der Ijsclubs
worden dan ook verzocht, den naam der Club
met opgave van naam en woonplaats van één
der Bestuursleden, op te geven aan den Heer
mr. B. van Eeten, Aert van Nesstraat 143, te
Rotterdam, 2de Secretaris van den Nederland
schen Schaatsenrijders-Bond.
Uit het verhaal van het gebeurde met de
Engelsche dame in den spoortrein bij Woens-
drecht, blijkt, dat de noodrem niet in orde was.
Eenige dagen geleden, werd dezelfde ondervin
ding opgedaan door den reiziger die in den trein
bij Rotterdam zijne papieren verloor bij het open
gaan van het portier. Ook hij trachtte tevergeefs
den trein te doen stilstaan.
De vorige week was het een passagier van de
stoomtram, die vruchteloos aan de noodrem trok
en toen vernam, dat slechts de lijn bestond, maar
het toestel niet werkte.
Wat beteekent nu een noodrem, nu tot drie
malen toe in een kort tijdbastek blijkt, dat men
ze niet gebruiken kan.
Wanneer men zich vooraf wilde overtuigen of
het toestel in orde was, loopt men gevaar beboet
te worden ea uit den trein te worden gezet.
Er bestaat eea Raad van toezicht op de spoor
wegen. Ligt het niet op den weg van dezen om
te zorgen, dat de Maatschappijen haar plicht
doen en niet de reizigers geruststellen door een
machine, dat in geval van nood, toch niet baat,
omdat het niet in orde is?
In den Amsterdamschen gemeenteraad is
het voorstel aangenomen van de heeren Treub,
Gerritsen, Nolting en Muller, om in de artikelen
betreffende de dienstregeling van de tram de
volgende bepaling op te nemen
„dat des morgens van af een door B. en W.
te bepalen uur tot het uur van aan vang van den
gewonen dienst, eenige door B. en W. aan te
wijzen lijnen tegen de heltt van het vast te stel
len tarief geëxploiteerd zullen worden.”
Daardoor zullen werklieden, die op verren af
stand van hun werk wonen, voor weinig geld
derwaarts kunnen rijden zonder vermoeid daar
aan te komen. De kosten worden hun vergoed
door het minder slijten van hunne schoenen en,
bij slecht weer, van hunne kleeren.
In de Amsterdammer komt een ingezonden
stuk voor van W. B. van den volgenden inhoud
„Woensdagavond bevond ik mij in de Kalver-
straat, waar eenige personen, meest nieuwsgie
rigen, bijeen waren en in de richting van den
Dam liepen. Op de hoogte van het hotel Adrian,
gaf plotseling, geheel onverwacht, een opgescho
ten jongen, die achter een agent liep, dezen een
slag tegen het hoofd, en maakte dat hij uit de
voeten kwam. De agent keerde zich om en pakte
mij, die naast hem liep, beet. Hierop schoten
eenige agenten toe, en ondanks mijn protest,
brachten zij mij naar het bureau.
Daar werd ik ondervraagd en beschuldigde de
agent mij, hem geslagen te hebben. Hij beweerde
zelfs dat hij het gezien had.
Aangezien er tegen het beweren van een agent
niet veel te doen is, roep ik bij deze het publiek,
dat bij die zaak tegenwoordig is geweest, op, mij
de behulpzame hand te bieden, om mijn onschuld
te doen blijken.”
Brieven kunnen gezonden worden aan het ades
van de Amsterdammer.
Henri Raland, de bekende wielrijder, die
langen tijd ernstig ziek was tengevolge van over
spanning bij een race, is Vrijdag, naar de Post
meldt, naar het krankzinnigengesticht te Zutphen
vervoerd.
De hoofdinspecteur bij de Rijkstelegraaf
heeft aan de verschillende burgemeesters, door
wier gemeenten telegraaflijnen loopen, een schrij
ven gericht; waarin geklaagd wordt over het ver
brijzelen van vele isolatoren langs de telegraaf
lijnen en waarin wordt gezegd, dat over het
algemeen de schooljeugd hier voor eea goed deel
mede schuld aan heeft. De burgemeesters worden
uitgenoodigd de hoofden der scholen hiermede in
kennis te stellen en deze te verzoeken aan die
baldadigheden voor zooveel in hun vermogen is
een einde te maken, terwijl de burgemeesters
verzocht zijn den inspecteur mede te deelen dat
aan zijn verzoek is voldaan, opdat hij, alvorens
andere maatregelen te nemen, de uitwerking
daarvan gerust kan afwachten.
In de Zivolsche Courant wordt door den
heer L. J. van Dijk te Zwolle de aandacht ge
vestigd op de verandering in de voorwaarden der
aanbesteding van spek voor het Nederlandsche
leger. Vroeger was altijd bepaald dat het spek
moest zijn „uitsluitend inlandsch hard droog."
Thans is die bepaling vervallen en hoewel het
Amerikaansche spek bij koninklijk besluit van
1884 verboden is, geeft de prijs der inschrijvingen
aanleiding tot het vermoeden, dat dit wèl gele
verd wordt. Die prijs is 50 a 55 cts. per kilo en
daarvoor kan, volgens genoemden heer van Dijk,
geen hollandsch geslacht spek geleverd worden.
Wij maken onze lezers attent op de aan
kondiging van de heeren van Holk ter Kuile
te Delft, welke firma bekend staat door haar
Aigiersche en Kaapsche Wijnen en Spaansche
Cognac.
U'GC'
Bols1
F
f
A, 1
.U»»!#-’* -
meest onverkwikkelijke redeneeringen, oordeel
vellingen en veroordeeling hooren, die op hare
beurt weer het aanzijn geven aan treurige ver
deeldheid, ja zelfs aan daden van geweld.
r