NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD Praatjes over allerlei. Oudejaars-gedachten. In en om Berlijn. 1892. Een en dertigste Jaargang. No. 53. binnenlaad. h BERICHT. DONDERDAG 29 DECEMBER. ^XXXXXXXXX” XXX XXCXCXXCX^ B I T E N L A N D. De Uitgever. 5 r i ft VOOR r? best doen, het schip, ter- a ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. PARTICULIERE CORRESPONDENTIE- t Op 1 Januari 1893 zal er een extra no. van ons Blad verschijnen, waarin gelegen heid zal bestaan tot ftet’jïtiurtseiji van Nieuwjaarswenschen a fO,25 per advertentie. Gaarne worden de opgaven spoe dig ingewacht. 4 laatste bedrijf geeft de aankomst weer. Het standbeeld der vrijheid, Brooklyn met de hangende brug, New-York en bij de aankomst te Hoboc\en valt, terwijl de scheepskapel het Pruisische volkslied doet hooren, het doek voorgoed. Het geheel maakt een ver- rassenden indruk, teweeg gebracht door de samen werking van de nieuwste toepassingen der tech niek, waardoor men een interessant kijkje krijgt op datgene, wat het hedendaagsche theater-me- chanisme vermag. 3» 'Mi Ten slotte nog een paar woorden naar aanlei ding van het verloopen Kerstfeest en zijn gehoopt verder in zaken Deze hoop is niet vervuld alge meen zijn de klachten ook zelfs over die dagen, die tot dusverre veel levendigheid en voordeelen in handel en bedrijf wakker riepen. In verband hiermee worden de tegenkantingen tegen de verplichte zondagsrust in de handelswereld steeds grooter, niet in de kringen der groothandelaars, maar juist in die dergenen, die in den kleinhan del een bestaan zoeken en nu niet meer vin den. Bij de slappe tijden komt nog, dat deze lui 52. Zondagen per jaar moeten sluiten, waarbij nog allicht ’n stuk of 8 feestd igen komen, dus 60 in ’t geheel d. i. een zesde deel in 't heele jaar, en een dergelijk aantal „vrije“ dagen (door dwang verkregen) dat is... „des Guten zu viel,“ en geeft te denken, ook aan vele schetteraars in het lieve vaderland. Veni-Vidi. Men schrijft uit Halfweg Een trein op verkeerd spoorTrein no. 48 zijnde de laatste (snel)trein van Rotterdam naar Amsterdam is dezer dagen, vermoedelyk door een gebrek aan den wissel, dat de oeide hoofdsporen verbindt, even buiten het station Haarlem op verkeerd spoor geloopen. De verscnillende wacn- ters aan de overwegen, brug en blok, die den trein passeerden, bemerkten niet hoe ny voorbij snorde; eerst de overweg-blokwacnter aan „de Diede” (halfweg Haarlem en Halfweg), zag het dreigend gevaar, vertoonde onverwyld „rood licht” en trachte op allerlei wyzen ue aandacht van den machinist van den voortsnellenden trein tot zich te trekken, waarop de trein een eind verder stopte. De flinke blokwachter gaf onmiddellgk per tele- phoon het station Halfweg kennis van het feit, waarop de trein daar het baanvak veilig was op verkeerd spoor doorreed en aan dit station op goed spior werd overgebracht. Verdient de houding van dezen beambte alles zins waardeering, onbegrijpelijk is het voorzeker dat noch hot treinpersoneel, noch de vier aan het verkeerd afgeloopen traject dienstdoende oe ambten het feit bemerkten, dat by andere treinen de verschrikkelijkste gevoigenhad kunnen heboen. Trein 48 kwam gelukkig tusschen Haarlemen Amsterdam in gewone omstandigheden geen trein van tegenovergestelde richting tegen. Een verhoor van de betrokken beambten heeft reeds plaats gehad.” Nabij Engelum, Friesland, wordt een terp afgegraven, welke bijzonder ryk schijnt te zyn aan oudheden. Daar zijn toch geldstukken ge vonden van 2G09 jaren oud (reeds ten tyde van Keizer Augustus in gebruik) en een prachtig ge vlamde koraal, die by den Israehetischen eere- dienst te pas kwam. Ook is er het wraa van een schip diep in den grond gevonden, waarnaast een kolossaal zwaar stuk hout lag en vele schroe ven en andere ijzeren voorwerpen. Donderdag j.l. werd den postbeambten te 's Hertogenbosch eene eigenaardige taak opge legd. Er kwam aan het postkantoor aldaar na melijk eene postquitantie die in plaats van een naam een portret tot adres had. De afzender, een photograaf, had blijkbaar den naam verloren en beschikte nu op deze zeker niet alledaagsche manier. De man kan tevreden zijn de quitantie werd ter plaatse waar zij behoorde, aangeboden. IX. De lieve jeugd, zoowel als de meer bejaarden drukken zich in de laatste dagen de neuzen plat tegen het glas der L'raniazuilen, om den stand van den thermometer in oogenschouw te nemen een attentie, waarin dit instrument zich gewoonlijk slechts om Kerstmis en in de Hondsdagen mag verheugen, waarbij het dan meestal de minder eervolle rol speelt van toetssteen der meuschelijke ijdelheid, want met een „Heb ik het niet gedacht, dat het zooveel graden vorst (resp. warm) is”, gaat de persoon in kwestie, gevleid over zijn eigen, vaak slechts geveinsde, onfeilbaarheid zijns weegs. Zulke thermometers echter als in de genoemde zuilen zijn aangebracht, zouden onze Friesche schaatsenrijders doen watertanden. De kwikkolom in het tliermometèrbuisje staat namelijk in ver binding met een stift, die dus met den kwikzuil op en neergaat. Door een raderwerk wordt ver der met gelijkmatige snelheid achter den thermo meter een blad papier langs geschoven, dat in ruitjes verdeeld is, waarvan de loodrechte hoogte een graad bedraagt, terwijl de breedte overeen komt met den afstand, door het papier in een uur afgelegd. Op dit papier nu teekent de bovenbe doelde stift, die, zooals we zagen, door het kwik bewogen wordt, aan, welke temperatuur heerscht, zoodat de liefhebber van schaatsenrijden ’s mor gens direct met één blik de geheele gekronkelde lijn, d. i. de temperaturen, die gedurende den nacht geheerscht hebben, kan overzien. Een dergelijke inrichting dient voor hetcontro- leeren van den barometerstand, en voor den voch tigheidsgraad van de lucht. Verder bevatten deze Uraniazuilen nauwkeurig gaande klokken, die langs electrischen weg van uit de sterrenwacht geregeld worden, een inrichting om den stand van de maan te weten te komen, spoorweg tijden - - reclames enz. Deze zuilen, die een zeer sierlijk uiterlijk heb ben, worden geëxploiteerd door de vereeniging Urania, die zich wijdt aan het bevorderen en po- pulariseeren van de natuurwetenschappen. Voor dit doel bezit ze in de Invalidenstrasse een flink gebouw, waar een bezoek zeer loonend is. Vooreerst dan vinden we hier een groote zaal, waar tal van instrumenten voor het publiek ten gebruike gereed staan, voorzien van een verkla rende handleiding. We treffen hier aan: tal van microscopen, apparaten ter verklaring van de te- lefoonwerking, dynamomachines, spektroscopen, klankborden, stemvorken enz. enz. Tevens is er op ’t oogenblik een tentoonstelling van hulpmid delen voor de zeevaart (kompassen, logtoestellen, diepzeethermometers, toestellen om bij stormweer de golven door opgieten van olie tot bedaren te brengen enz.) Ook kan men door middel van Edison’s nieuwste phonograaf een opera aanhoo- ren en is op de sterrenwacht gelegenheid, een kijkje in andere werelden te nemen. Het interessantste is echter wel het z.g. weten schappelijk theater, dat zich moeilijk laat beschrij ven echter ik wil het beproeven. Er werd gegeven: „Eine Amerikafahrt 1492 und 1892”. Een inleiding gaat voorafeen heer draagt deze voor en vervolgt ook gedurende de geheele voor stelling zijne rede, terwijl op het tooneel zijne woorden als ’t ware worden geïllustreerd. De spreker begint met te vermelden, hoe reeds in de oudheid het vermoeden van een nieuwe wereld bestond en bespreekt de ontwikkeling dezer ideën tot op het tijdstip, dat Columbus in de mo gelijkheid gesteld werd, drie schepen voor den tocht uit te rusten. Het doek gaat nu op en we zien de haven van Palos, waaruit de Santa Maria, met hare beide tochtgenooten koers zetten, om bij het ondergaan der zon uit het gezicht te ver dwijnen. „De Burgemeester van Leeuwarden „Overwegende, dat zich sedert een paar dagen des avonds op de openbare straat eenige personen zingende en joelende bewegen „Gezien art. 86 der algemeene Politie-verorde- ning, waarbij wordt straf baar gesteld hij, die op of aan de openbare straat rumoer of burenge rucht maakt, waardoor de openbare rust kan worden verstoord „Noodigt de ingezetenen beleefd uit, om zich van overtreding van dat artikel te onthouden en om zich niet, door nieuwsgierigheid gedreven, bij die personen aan te sluiten en daardoor de taak der politie te bemoeielijken.11 Precies op tijd, zeiden we na de lezing van bovenstaande proclamatie. Wat was toch het geval? Woensdagavond trokken eenige opgeschoten knapen die n. b. uit een bijbellezing kwamen, zin gende door de straten. ’t Waren geen psalmen, maar socialistische liederen, waarop ze hot straatpubliek onthaalden, gevolgd door den uitroephonger honger Nu, erg hongerig zagen ze er niet uit. Achter dat „stel* bevonden zich volwassen mannen, die voor geen klein geruchtje vervaard zijn, benevens enkele personen van fatsoenlijken huize, die zeker eens wenschten te zien, hoe of dat kluwentje zou ontrollen. Voeg daarbij hon- derde nieuwsgierigen en men kau zich voorstel len, dat er eenige ongerustheid onder de burgerij begon te heerschen en de een den ander af vroeg Wat is er Wat er was Wie zal het zeggen. Wellicht wenschte men eens te beproeven of ook niet hier, wat elders met goed gevolg was gelukt, een soort van oproer was te fabriceeren. Ten allen tijde zijn er menschen geweest, fen ze zijn er nu ook nog wel) die het dwaas vinden,! dat men eene bijzondere beteekenis en ook eenef bijzondere waarde hecht aan de laatste dagen vanj een jaar en vooral aan den Oudejaars-avond. „Wat onderscheidt nu toch een oudejaars-avond van iederen anderen vragen ze. „Er is sedert! 31 December weer een jaar verloopen maar dat' kan immers ook gezegd worden van iederen an deren dag (29 Februari alleen maakt eene uit zondering.)” Wat wordt op deze bedenking door anderen geantwoord Och, dat antwoord kan kort zijn. Wij, menschen, moeten ons, tijdelijke wezens als we zijn, gedurig bedienen van een maatstaf van tijd, zoodra we onze gedachten bepalen bij het geen gebeurt of gebeurd is, bij hetgeen we dach ten, spraken of ondervonden. En dan is het, dunkt ons, niet te verwonderen, dat men bij de overden king van alles, wat met ons en met onze mede- menschen is voorgevallen, dien tyd afdeelt in tijdperkenkomt men nu aan ’t eind van zoo’n tijdperk, dan doet zich onwillekeurig de vraag voorhoe was het verleden en wat zal de toekomst geven ofwat ben ik geweest en wat heb ik gedaan en wat heb ik verzuimd en moet ik dus nog doen Als een reiziger, die zijne kennis wil verrijken, zich niet nu en dan eens kalm ging nederzetten, om na te deuken over alles, wat hij gezien, gehoord, ondervonden heeft, hij zou met zijne reizen een tamelijk overbodig werk hebben gedaanwil hij èn voor zich zelven èn voor anderen vruchten van zijn zwerven, hij overdenke hetgeen beleefd is en trekke leering uit die overdenking, leering voor de toekomst Zoo moet het ons allen gaan op onzen levens weg Als we bedenken, dat een jaar voor ons, men schen, al worden we oud, een betrekkelijk aan zienlijk deel van ons aardsch bestaan uitmaakt,— dan is er wel reden voor, om bij ’t eindigen van zoo’n tijdkring een weinig te rusten we zijn aan een mijlpaal gekomen en gevoelen behoefte, om eens te'overzien, wat achter ons ligt, om daarna te overdenken, wat de toekomst voor ons zal zijn. Ja, zeker, merkwaardige dagen zijn het, die laatste van 't jaar. "“'fëtféreTfiétfg menschffUöridêft dan nog eens de blijde en droeve dagen, die achter hem liggen. De herinnering is vooral in die dagen voor ons öf eene vriendelijke engel, die spreekt van geluk, van vrede, van voorspoed, van tevredenheid met zich zelven, öf eene ernstige, weemoedig vriende lijke engel, die ons in herinnering brengt de ge beurtenissen en omstandigheden, waardoor rouw kwam in ons huis en in ons hart, öf een kwel geest, die ons met onverbiddelijke gestrengheid, ja, als met duivelsch genoegen pijnigt met de gedachte: veel goeds heb ik in ‘t afgeloopenjaar verzuimd, veel kwaads daarentegen gedacht, ge sproken en gedaan. De herinnering kan voor den mensch een ver pletterend gewicht zijn, dat als een reusachtig ’worstelaar ook zelfs den sterkste ternederslaat. Voor den brave is zij eene vriendin, eene harpij is ze voor hem, wiens geweten door de misdaad gevlekt is. Zij is voor den laatste eene zuster der wroe ging. Als we het jaar, dat nu gereed staat, ons te verlaten, voor onze verbeelding laten voorbijgaan, en we denken dan aan ons land en volk, dan verdringen zich gevoelens van dankbaarheid en blijdschap met gewaarwordingen van teleurstelling en verontwaardiging. Dankbaarheid en blijdschap gevoelen we, als we denken aan den ongestoorden vrede, waarin we ons steeds mogen verheugen, als we denken aan den bloeienden toestand, waarin zich ver schillende takken van bestaan bevinden, als we denken aan hetgeen de edele vrouw, die als ko- ningin-regentes thans het bestuur van Nederland in handen heeft, heeft gedaan voor ons land en ons volk, als we denken aan zoovele maatschap pijen, vereenigingen en particulieren, die met geestdrift en met opoffering van tijd, geld en moeite alles in ’t werk hebben gesteld, wat strek ken kon tot bevordering van het heil onzer natie met teleurstelling en verontwaardiging worden we vervuld, als we denken aan weer andere ver eenigingen en bonden en particulieren, die al hun De politie dreef echter den eersten avond reeds de schare, die de wet niet kent of liever niet wil erkennen, op gevoelige wijze uiteen, waarmede het straatkabaal voor dien avond ten minste uit was. Donderdagavond volgde een tweede meer uit gebreide voorstelling van die welke Woensdag avond plaats had, hoewel veel meer personen, zoowel executanten als publiek, er aan deel namen. De politie trad, hoe ook gesard, vermanend en waarschuwend op. Een paar jongelieden, die eens probeeren wilden hoever ze konden gaan, werden in arrest genomen en de „betoogers” zooveel mogelijk verstrooid, waarmede ook deze avond-voorstelling was afgeloopen. Naar we hopen is ’t finale sluiting. Friesche Crt. best doen, om onrust en ontevredenheid en wrevel te wekken in de harten van een goed deel der kinderen onzes volks, omdat er naar hun zeggen, thans vooral zoo oneindig veel hapert aan onze maatschappelijke instellingen. Vooral in de laatste dagen is het in verscheiden plaatsen gebleken, dat er nooden heerschen, die gelenigd moeten worden, maar ook kwam duidelijk aan ’t licht, dat er een ernstig strevén is, om in die nooden te voorzien. Als we hooren, wat er in de stad onzer inwo ning en in hare omgeving in de laatste dagen geschiedde, als we vernemen, dat hier op onbe- krompene wijze werd gegeven aan hen, die in min of meer bekrompen omstandigheden verkeeren, en daar middelen worden beraamd, om op zoo afdoend mogelijke wijze te voorzien in de werke loosheid, die hier en elders heerscht, dan meenen we reden te hebben, om met volle overtuiging te zeggenneen, ’t is niet overal en altijd donker en treurig op de aardenog wandelen hier be neden Engelen des lichtsSoms zingt Barm hartigheid een nachtegalenlied voor den onge lukkige, voor den hulpbehoevendeGods beeld op aarde moge verminkt zijn, verwoest is het nog niet De toekomst is met een ondoordringbaren sluier voor ons bedekt. En dat is goed ook. Maar toch is er waarheid in ’t gezegdein liet heden ligt de toekomst. Daarom heeft een mensch meer van die toekomst in zijne macht, dan hij gewoonlijk denkt.” Nu schetst de redenaar de moeilijkheden, waar mee C. te kampen had, tot op het oogenblik, waarop land in zicht kwam en we zien ons ver plaatst op Guanahani. Indianen aan de kust zien vol verbazing de drie geheimzinnige schepen aan de kimmen opduiken en met het opgaan van de zon worden onder kanongebulder sloepen uitgezet, welker bemanning den nieuw ontdekten bodem voor Spanjes Koning in bezit neemt. Na de pauze zijn we in den tegenwoordigen tijd verplaatst, de „Saale“ een der schepen van de Nord-Deutsche Lloyd neemt aan de kade te Norderhan lading inbij het vallen van den avond worden de electrische lampen een voor een opgestoken en verlichten het bedrijvig tooneel. De stoomboot steekt in zee, we zien ons ver plaatst op de brug en langzamerhand begint er meer schommeling te komenten slotte komen de krijtrotsen van Engeland in ’t gezicht en na Dover gepasseerd te zijn, varen we het Kanaal binnen. Een dichte nevel komt op en geheimzin nig en benauwend klinken van alle kanten de signalen, scheepsklokken en misthorens. Plotseling duikte uit de tastbare duisternis de reusachtige schim van een groot schip, met een rood en een groen licht, vlak voor onze boeg op en nog juist ter elfder ure weet onze schuit door een handige wending eene botsing te vermijdenrakelings langs ons boord strijkend, verdwijnt de driemaster even geheimzinnig als hij kwam. In het derde bedrijf zien wehet Lie'depad op het eiland Wight, opmerkelijk door prachtige kleur-schakeering en weligen plantengroeiverder „De Needles bij maneschijn11 spitse rotsen aan de kust van genoemd eiland, in rustig kabbelend water. Verder wordt nog een kijkje geboden in de eetzaal en op het wandeldek van het schip, ter wijl een „storm in volzee," het bedrijf besluit, waarbij het schip zóó rolt en slingert, dat voor een toeschouwer de neiging tot zeeziekte den avond vrijwel bederft en men zich moet ver wonderen, dat er van de heele machinerie nog iets heel blijft. Het vierde en in Amerika Kerstmis is voor de pers de tijd der preekjes. Dan steken de heeren, die de eerste kolom der verschillende bladen vullen, de hand in eigen boezemdan vliedt er soms een zucht van de lippen, of er schiet een traan in ’t oog en men prevelt zich zelf voor, dat er ten minste één dag in ’t jaar moet zyn, waarop veeten tegen anderen zijn vergeten, om ’t. eigen huis te keeren met be zemen. Dan ook cijfert men na het goed dat ge daan en nagelaten is, het kwade dat gesticht is; een soort zedelyke balans wordt opgemaakt. Voor al in ’t naar ’t sentimenteele zoo gaarne over hellende Duitschland is de Kerstmis de tyd der overpeinzingen. Dat heeft de Duitscher geleerd, toen hij nauwe lijks zyn eerste Weinachtsstolle“ kon knabbe len; dat weet hy nog, wanneer hij zyn „Wei- nachtsstolle11 niet meer knabbelen kau. Eeu Duit- scher zet zich neer naast den kerstboom en over peinst, wanneer hy in zyn gedachte hoort het „Vrede op aarde11, en hij legt zich de vraag voor, of zijn eigen ik, zijn omgeving heeft gehandeld in overeenstemming met den zin dier woorden; of er reden is dit lied aan te heffen, dat tevens een jubellied is. Eigenaardig is het na te gaan de overpeinzin gen van hen, die het gansene jaar hebben door gebracht in een onveroiddelyhea stryd, die on ophoudelijk hier iieobea geslagen, ginds heboen bespot en thans vragen naar de vruchten van hun optreden. Kerstmis is voor de pers de tijd der preekjes. Slechts een uittreksel zij daarom gegeven van hetgeen zij zeggen, die onophoudelijk zich heb ben verzet tegen maatregelen welke zy ondeug- delyk achtten en daarby niets en niemand heb ben ontzien de vrijzinnigen. En dan is het merkwaardig dat verscnillende organen het lied des vredes aanbeffen, doch niet kunnen nalaten daaraan een enkel accoordje, soms meer, te mengen, dat toont hoe met zy de schuld zyn van al de aanwezige ellende. JC XXCXOCjJ VXXXXXX XXC sierlijk uiterlijk heb- het bevorderen en po- z. Bolswardsche Courant o- xb

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1892 | | pagina 1